This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52007XC1222(04)
Publication of an application pursuant to Article 6(2) of Council Regulation (EC) No 510/2006 on the protection of geographical indications and designations of origin for agricultural products and foodstuffs
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
PB C 314 van 22.12.2007, p. 46–51
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
22.12.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 314/46 |
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
(2007/C 314/16)
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.
SAMENVATTING
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
„ARROZ DEL DELTA DEL EBRO” of „ARRÒS DEL DELTA DE L'EBRE”
EG-nummer: ES/PDO/005/0336/11.03.2004
BOB ( X ) BGA ( )
Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.
1. Bevoegde dienst van de lidstaat:
Naam: |
Subdirección General de Sistemas de Calidad Diferenciada. Dirección General de Alimentación. Secretaría General de Agricultura, Pesca y Alimentación del Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación |
||
Adres: |
|
||
Tel. |
(34) 913 47 53 94 |
||
Fax |
(34) 913 47 54 10 |
||
E-mail: |
sgcaproagro@mapya.es |
2. Groepering:
Naam: |
Consejo Regulador de la Indicación Geográfica Protegida «Arroz del Delta del Ebro» |
||
Adres: |
|
||
Tel. |
(34) 977 70 10 20 — 977 48 77 77 |
||
Fax |
(34) 977 70 01 90 — 977 48 77 78 |
||
E-mail: |
info@arrossaires.com |
||
Samenstelling: |
Producenten/verwerkers ( X ) Andere samenstelling ( ) |
3. Productcategorie:
Categorie 1.6: Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt.
4. Overzicht van het productdossier:
(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)
4.1. Naam: „Arroz del Delta del Ebro” of „Arròs del Delta de l'Ebre”.
4.2. Beschrijving: Witte rijst afkomstig van de soort Oryza sativa, L. van de variëteiten „Bahía”, „Tebre”, „Sénia”, „Fonsa”, „Bomba” en „Montsianell”, klasse „Extra”.
De meest gecultiveerde variëteiten zijn „Bahía”, „Sénia” en „Tebre”, die onderling vergelijkbare eigenschappen vertonen.
De specifieke eigenschappen van de rijstkorrel van de hoofdvariëteit (Bahía):
Fundamentele eigenschappen van de verschillende variëteiten:
Al deze variëteiten onderscheiden zich door de uniformiteit bij het koken en de homogeniteit van de korrel en passen zich aan de rijstgastronomie van de zone aan dankzij de hoge absorptie van de smaak door de korrel, in tegenstelling tot andere rijstsoorten, zoals de langkorrelige rijst.
Deze variëteiten bezitten een hoge concentratie aan zetmeel in de kern van de korrel, het endosperm, dat verantwoordelijk is voor de absorptie van de smaken van de rest van de ingrediënten die bij de rijst worden gevoegd, alsook voor de specifieke kleur van de rijst.
Op het ogenblik van verzending moeten alle variëteiten die men onder de BOB Arroz del Delta del Ebro wil beschermen, de kenmerken van rijst van de categorie „extra” vertonen en de korrels moeten aan de volgende eisen voldoen: Gezond: zonder schimmels, bederf, insecten of parasieten; Schoon: vrij van vreemde geuren en/of smaken; Droog: het vochtgehalte mag niet meer dan 15 % bedragen, en zonder resten zaadhuid van de vruchtwand.
4.3. Geografisch gebied: Het productie- en bewerkingsgebied van de toekomstige BOB Arroz del Delta del Ebro komt overeen met het gebied van de Ebro-delta dat deel uitmaakt van de districten Baix Ebre en Montsià, in de provincie Tarragona.
Het productiegebied omvat de velden die in de gemeenten Deltebre en Sant Jaume d'Enveja liggen, alsook de velden van de Ebro-delta van de gemeenten L'Aldea, Amposta, L'Ampolla, Camarles en Sant Carles de la Ràpita die geschikt zijn voor de rijstteelt.
Het gebied waar de rijst wordt vermalen en geschoond, beslaat de gemeentelijke grondgebieden die het productiegevied vormen, zonder dat hierbij het tracé van de rijksweg 340 wordt overschreden, met uitzondering van de gemeente Amposta, waar deze grens die van de autosnelweg A7 is. De rijst is afkomstig van in het productiegebied gelegen plantages die zijn ingeschreven in het plantageregister van de Consejo Regulador (Raad van Toezicht) en is van de toegestane variëteiten.
4.4. Bewijs van de oorsprong: De rijst moet afkomstig zijn van in het productiegebied gelegen plantages die ingeschreven zijn in het plantageregister van de Consejo regulador, en moet van een toegestane variëteit zijn. De rijst zal onderworpen worden aan een evaluatiesysteem conform de bepalingen van het productdossier en zal opgeslagen en verpakt worden in de bedrijven die zijn ingeschreven in de registers van verpakkers-verhandelaars van de Consejo regulador. De verkregen rijst die alle controles gedurende het productie- en bewerkingsproces heeft doorstaan, alsook de fysisch-chemische en sensoriële analyses, wordt op de markt gebracht onder de beschermde oorsprongsbenaming en met het genummerd etiket, contra-etiket of kwaliteitsmerk dat door de Consejo regulador wordt verstrekt.
4.5. Werkwijze voor het verkrijgen van het product: De rijstteelt bestaat uit de volgende fases: het zaaien; het schot; het uitlopen; het halmschieten; de aarvorming en het bloeien en rijpen van het graan.
De rijst wordt van midden april tot begin mei gezaaid, aan een dosis van 35-38 kg/dag werk (160-175 kg/ha) als hij niet wordt „platgewalst” en 45-50 kg/dag werk (205-228 kg/ha) als hij wordt „platgewalst”, wat tevens van de variëteit afhangt, waarbij de velden 5 tot 10 cm onder water worden gezet.
Na 15-20 dagen vindt het schot plaats, het ontkiemen van de plant, maar ook die van het onkruid, de algen en wilde rijst. Vanaf dit ogenblik wordt de rijst behandeld met selectieve onkruidverdelgers tegen deze ongewenste vegetatie die de rijstplanten zou kunnen bedreigen. In het geval van wilde rijst, indien de omstandigheden gunstig zijn voor het schot ervan, wordt vóór het zaaien een behandeling uitgevoerd die de slibvorming vermijdt.
Naast de bodembemesting voor het zaaien wordt in de maand juni een oppervlaktebemesting met stikstof uitgevoerd ter aanvulling van de vorige bemesting.
Tussen midden juni en midden juli vindt het uitlopen plaats. In deze fase wordt het waterniveau tot 15-20 cm verhoogd en wordt het water continu vernieuwd.
Begin september wordt het waterniveau opnieuw verlaagd en gaat men met de oogst van start, die tot de eerste tien dagen van oktober kan duren. De rijst wordt geoogst zodra de vrucht de gewenste rijpheid heeft bereikt en dit aldus door de Consejo regulador werd vastgesteld. Het ideale moment om de rijst te oogsten is wanneer het vochtgehalte van de korrel tussen 18 en 21 % bedraagt.
Nadat de rijst in onze installaties is toegekomen maar voordat hij in silo's wordt opgeslagen, worden de korrels met speciale droogapparaten gedroogd, tot een maximaal vochtgehalte van 14-15 %.
Gedurende de periode dat de rijst in silo's blijft opgeslagen, in afwachting van de bewerking ervan en opdat hij in optimale omstandigheden zou worden bewaard, wordt met tussenpozen koude lucht aangevoerd, bij voorkeur met een temperatuur van 5 °C (granifrigos of koelhuizen voor granen) of met een temperatuur die gelijk is aan de omgevingstemperatuur.
Zodra met de bewerking wordt begonnen, wordt de rijst uit de silo's gehaald. Eerst moeten onzuiverheden worden verwijderd en de dop en vruchtwand door middel van stenen vormen of rubberen pletters worden afgescheiden. Vervolgens wordt de rijst naar gewichtsorteerders met schudtafels gebracht waar de korrels worden afgescheiden die nog (een deel van het) kaf bevatten. Deze korrels worden naar de pelmachine teruggebracht waar hetzelfde proces wordt herhaald.
De volledige korrels die ontdaan zijn van de dop, worden „gedopte rijst” of „cargo rijst” genoemd, ook wel „volle rijst”. Eenmaal de vruchtwand of pericarpium verwijderd, worden de korrels wit gemaakt via een polijstproces, door wrijving met wetstenen, waardoor de witte rijst wordt verkregen.
Vervolgens worden de volledige en de gebroken (middelgrote) korrels van het embryo of deeltjes ervan (kiem) en van andere afvalproducten gescheiden, waardoor de bewerkte rijst wordt verkregen.
Ten slotte worden de slechte korrels (groene of rode) afgescheiden door sortering naar kleur. Daarna kan nog een laatste selectie plaatsvinden (door luchtaanvoer en trilling) voordat wordt overgegaan tot het verpakkingsproces.
Via automatische lijnen wordt de rijst in verschillende soorten voor de BOB goedgekeurde verpakkingen verpakt en ingepakt. Elke soort verpakking bevat dezelfde rijstvariëteit, steeds van extra kwaliteit. Om de traceerbaarheid te garanderen, moet de verpakking voldoen aan alle in het productdossier vastgestelde controles en voorschriften.
4.6. Verband:
Historisch:
Rijst is afkomstig uit Zuidoost-Azië, het vroegere China, van waar hij zich meer dan drieduizend jaar geleden naar de rest van Azië en het Midden-Oosten heeft verspreid. Later begon men ook in de landen rond de Middellandse Zee rijst te telen. In Spanje duikt rijst op rond de 8e eeuw, in volle islamitische overheersing. De actuele benaming „arroz” komt dan ook van de Arabische etymologie „al-ruzz”.
De rijstteelt in het gebied rond de Ebro-delta is een traditionele teelt die sterkt afhangt van de fysische en geologische formatie en veranderingen van de Ebro-delta. De bijzondere eigenschappen van het gebied rond de Ebro-delta hebben bijgedragen tot de identificatie en verspreiding van deze rijst onder de consumenten, die hem snel met zijn oorsprong in verband brengen.
Er zijn talrijke schriftelijke getuigenissen bekend die het verband bevestigen tussen de traditionele rijstteelt en het gebied rond de Ebro-delta. Denken we maar aan het werk Geografía de Catalunya van Lluís Solé en Sabaris (1958) waarin te lezen staat dat „we in de 15e eeuw reeds over getuigenissen beschikken over pogingen om in de Ebro-delta rijst te telen, maar dat de eigenlijke rijstteelt pas in de 19e eeuw tot bloei komt”. Elders in hetzelfde werk wordt aangeduid dat „… in de delta, die traditioneel werd gebruikt als weidegrond voor de trekkende kuddes, liet het Rechtse Kanaal, dat in de tweede helft van de 19e eeuw vanaf de stuw van Xerta werd aangelegd, de onderstroming met zoet water toe en aldus de invoering van de rijstteelt die steeds belangrijker werd, met het voordeel dat zouthoudende gronden werden ontzout en een goede teelt werd bereikt”.
Een van de eerste referenties waarover men beschikt dateert van het jaar 1697, toen de cisterciënzers van het klooster van Benifassar, die in die streek eigendommen bezaten, rijst probeerden te telen in het gebied van de bronrijke ondergronden en veengronden van de Carrova. Ondanks de goede resultaten werd deze rijstteelt echter niet voortgezet in de daaropvolgende jaren aangezien men niet over een degelijk bevloeiingssysteem beschikte waarmee het terrein onder water kon worden gezet.
Omstreeks het jaar 1857 bereikte het water van het Rechtse Kanaal Amposta, wat een aanzienlijke groei van de rijstteelt met zich meebracht.
In 1872 werd een aanvang gemaakt met het project van het Linkse Kanaal, dat op 5 mei 1912 werd voltooid. In 1907 groepeerden de grondeigenaars van de noordelijke delta of linkse delta zich in de Gemeenschap van Rechthebbenden op Bevloeiingswater-Landbouwvakbond van de Ebro. Dankzij de werking van beide kanalen werd de streek in landbouwzone omgezet met een aanzienlijke toename van de oppervlakte rijstvelden.
Natuurlijk:
— Orografie en bodemkunde:
De ontwikkeling van de rijstteelt in de Ebro-delta wordt zowel door de klimatologische en bodemkundige eigenschappen van het gebied als door zijn saliniteit en de hoogte van de freatische laag bevorderd. De delta kenmerkt zich door een bijzonder vlakke orografie: 60 % van de oppervlakte is minder dan één meter hoog (hier en daar liggen sommige terreinen zelfs beneden de zeespiegel); 30 % van het gebied is tussen 1 en 2 meter hoog en slechts 10 % van de grond ligt hoger dan twee meter.
Het gaat om alluviale gronden die zich door afzetting hebben gevormd. Het gebied kenmerkt zich door een geprononceerde stratificatie, maar het is moeilijk om één enkele soort grond voor de volledige delta te bepalen. De oppervlaktegrond bezit de structuur van riviermodder en een variabele diepte. Deze grond is uiterst geschikt om bewerkt te worden en zijn formatie is sterk verbonden aan de irrigatie en slibafzetting. De ondergrond van de hoger gelegen zones heeft een relatief fijne structuur.
De invloed van de zee is vooral in de lagere zones merkbaar. Bij stormweer zet de zee enorme hoeveelheden zand af op de aanslibbingen die door de rivier zijn meegebracht. Proefboringen maken dan de aanwezigheid van fijne lagen slijk in deze zones duidelijk, tussen aanzienlijkere lagen zand, over het algemeen van een gelijkmatige textuur en verzadigd van uiterst zouthoudend freatisch water. In zones met een slechte drainage of voortdurende zijdelingse infiltraties heeft zich geleidelijk aan organisch materiaal opgestapeld tot belangrijke hoeveelheden turf zijn gevormd. Tussen de hoge, lage en turfhoudende gronden bevinden zich de overige gronden die de grootste oppervlakte beslaan. De bodem van deze gronden is een mengeling van klei, modder en zand, met een variabele verhouding van deze drie bestanddelen in functie van de toenemende afstand van de rivier en de hiermee samenhangende nabijheid van de zee.
— Klimaat:
De Ebro-delta bevindt zich in het centrum van een klimatologische zone die volledig door de Middellandse Zee is beïnvloed. Men kan het klimaat als een mediterraan zeeklimaat beschouwen, maritiem warm op temperatuurgebied en mediterraan droog wat de neerslag betreft. De winters zijn zacht, zonder overdreven koude temperaturen, weinig nat en zijn gedomineerd door droge N-NW-winden. De zomers zijn warm, met subtropische temperaturen, windstiltes, langdurige droogtes en vochtige Z-ZO-winden. De neerslag is niet overdreven, maar wel onregelmatig en concentreert zich vooral in de overgangsseizoenen (herfst en lente). De luchtvochtigheid is het hele jaar door merkbaar.
— Hydrografie:
De hydrografie van het gebied beperkt zich tot de Ebro. De oorsprong van het irrigatiewater is een determinerende factor voor de uniformiteit van de verkregen producties en maakt terzelfder tijd het verschil uit met producties uit andere gebieden. Dankzij de beperkte demografische en industriële concentratie op de oevers van de Ebro is het irrigatiewater van heel goede kwaliteit. De irrigatiekanalen en -netwerken worden beheerd door de respectieve „Comunidades de Regantes y Sindicatos de Riego” (Gemeenschappen van Rechthebbenden op Bevloeiingswater en de Irrigatievakbonden).
Als samenvatting en bij wijze van besluit kunnen we stellen dat het product uniforme eigenschappen vertoont op het vlak van zijn kwaliteit. Er kan weliswaar een hoofdvariëteit worden onderscheiden, maar met uitzondering van de bomba-variëteit vertonen de eindproducten van alle andere variëteiten gelijkaardige eigenschappen. De verschillende variëteiten vormen echter niet de enige reden van variatie. Ook het geografische gebied waarin zij zich bevinden, het milieu, het waterklimaat en de rijpingsprocessen oefenen een belangrijke invloed uit. Op basis van al deze factoren kunnen we echter stellen dat het gebied zich door een grote uniformiteit kenmerkt.
De bijzonderheden van de natuurlijke omgeving van het gebied beïnvloeden de eigenschappen van de rijst. De klimatologische en bodemkundige eigenschappen, samen met het zoutgehalte en de hoogte van de freatische laag, hebben ervoor gezorgd dat de rijstteelt een monocultuur is in de volledige beschermde zone. De rijstvelden van de delta bezitten uitstekende kenmerken voor de rijstteelt, met een productieopbrengst die tot de hoogste van de wereld behoort, zoals dit past bij hun ligging op 40° noorderbreedte en op de isotherm van 19 °C.
De rijst van dit gebied geniet een erkend prestige onder de consumenten wegens zijn parelwitte kleur, zijn smaak en textuur die hij te danken heeft aan de kenmerken van de verschillende variëteiten en het geografische gebied waar hij geteeld wordt. De rijst is tevens geliefd wegens zijn bijzondere culinaire eigenschappen: de losse korrels (kleving tussen de korrels van 7,3) en de waterabsorptie (1,93 gram water per gram rijst), die voor een goede absorptie van de smaken zorgt in de verschillende gerechten die met dit product worden bereid.
4.7. Controlestructuur:
Naam: |
Calitax |
||
Adres: |
|
||
Tel. |
(34) 932 17 27 03 |
||
Fax |
(34) 932 18 51 95 |
||
E-mail: |
— |
Volgens de mededeling van de bevoegde autoriteit voldoet de controlestructuur aan de norm EN-45011.
4.8. Etikettering: De etiketten of contra-etiketten of in het algemeen de kwaliteitsmerken worden door de Consejo regulador genummerd en uitgegeven en worden op een dusdanige manier op de producten gekleefd dat zij niet opnieuw kunnen worden gebruikt.
Op deze kwaliteitsmerken moet steeds de volgende vermelding staan: Denominación de Origen Protegida„Arroz del Delta del Ebro” of „Arròs del Delta e l'Ebre”, naast de algemene gegevens die in de toepasselijke wetgeving zijn vastgesteld.
(1) (gr. water/gr. rijst).
(2) volgens de schaal: 9 = heel goed; 7 = goed; 5 = normaal; 3 = ontoereikend.