EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62007TN0247

Zaak T-247/07: Beroep ingesteld op 11 juli 2007 — Slowaakse Republiek/Commissie

PB C 211 van 8.9.2007, p. 47–48 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

8.9.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 211/47


Beroep ingesteld op 11 juli 2007 — Slowaakse Republiek/Commissie

(Zaak T-247/07)

(2007/C 211/88)

Procestaal: Slowaaks

Partijen

Verzoekende partij: Slowaakse Republiek (vertegenwoordiger: J. Čorba, gemachtigde)

Verwerende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen

Conclusies

de bestreden beschikking nietig te verklaren voor zover zij betrekking heeft op verzoekster, of, ingeval het Gerecht van eerste aanleg dit nodig of nuttig acht, de bestreden beschikking in haar geheel nietig te verklaren;

verwerende partij te verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Verzoekster komt op tegen beschikking C(2007) 1979 def. van de Commissie van 4 mei 2007 houdende vaststelling van overtollige voorraden landbouwproducten, met uitzondering van suiker, en de financiële consequenties van het wegwerken daarvan, in verband met de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (1), in de versie voortvloeiend uit de rectificatie van 25 mei 2007. Bij de bestreden beschikking heeft de Commissie vastgesteld welke hoeveelheden van bepaalde soorten fruit en rijst zich op de datum van toetreding op het grondgebied van de Slowaakse Republiek in het vrije verkeer bevonden en het niveau overschreden van wat als een normale overdrachthoeveelheid per 1 mei 2004 kon worden beschouwd. De Commissie heeft ook een bedrag van 3 634 000 EUR ten laste van verzoekster gelegd ter vergoeding van de kosten voor het wegwerken van die hoeveelheden.

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster aan dat verweerster niet bevoegd was om de bestreden beschikking vast te stellen.

Bovendien verklaart zij, dat zelfs al zou de Commissie bevoegd zijn om de overtollige voorraden op het grondgebied van de Slowaakse Republiek te bepalen en om verzoekster de financiële last voor die zogenoemde overtollige voorraden op te leggen, zij het Toetredingsverdrag (2) heeft geschonden doordat zij niet op de correcte rechtsgrondslag, namelijk artikel 41 van de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden (3), heeft gehandeld.

Verder stelt verzoekster dat verweerster met de bestreden beschikking het Toetredingsverdrag en algemene rechtsbeginselen zoals het evenredigheidsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel heeft geschonden doordat zij niet heeft aangetoond waaruit de kosten en andere verliezen voortvloeien die de Gemeenschap zouden zijn opgekomen doordat de overtollige voorraden van verzoekster niet zijn weggewerkt, en doordat zij niet tijdig een passende regeling heeft vastgesteld betreffende het uit verzoeksters markt nemen van de overtollige voorraden, de wijze waarop de overtollige voorraden worden bepaald, en de wijze waarop de financiële last voor verzoekster wordt berekend.

Ten slotte verklaart verzoekster dat niet is voldaan aan een wezenlijke vormvoorwaarde, namelijk het verstrekken van een afdoende motivering.


(1)  PB L 138, blz. 14.

(2)  Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie (PB 2003, L 236, blz. 17).

(3)  Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (PB 2003, L 236, blz. 33).


Top