EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2007/211/05

Zaak C-212/05: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 18 juli 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Bundessozialgericht — Duitsland) — Gertraud Hartmann/Freistaat Bayern (Grensarbeider — Verordening (EEG) nr. 1612/68 — Overbrenging van woonplaats naar andere lidstaat — Echtgenoot die geen betaalde arbeid verricht — Ouderschapsuitkering — Toekenning geweigerd aan echtgenoot — Sociaal voordeel — Woonplaatsvereiste)

PB C 211 van 8.9.2007, p. 4–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

8.9.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 211/4


Arrest van het Hof (Grote kamer) van 18 juli 2007 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Bundessozialgericht — Duitsland) — Gertraud Hartmann/Freistaat Bayern

(Zaak C-212/05) (1)

(Grensarbeider - Verordening (EEG) nr. 1612/68 - Overbrenging van woonplaats naar andere lidstaat - Echtgenoot die geen betaalde arbeid verricht - Ouderschapsuitkering - Toekenning geweigerd aan echtgenoot - Sociaal voordeel - Woonplaatsvereiste)

(2007/C 211/05)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundessozialgericht (Duitsland)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Gertraud Hartmann

Verwerende partij: Freistaat Bayern

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Uitlegging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap (PB L 257, blz. 2) — Begrip werknemer — Duits ambtenaar die zijn woonplaats naar Oostenrijk heeft overgebracht en in Duitsland blijft werken — Weigering om ouderschapsuitkering (Erziehungsgeld) toe te kennen aan zijn echtgenote met de Oostenrijkse nationaliteit, die in Oostenrijk woont en geen beroepsarbeid in Duitsland verricht — Sociaal voordeel

Dictum

1)

Een onderdaan van een lidstaat die, met behoud van zijn dienstverband in deze staat, zijn woonplaats naar een andere lidstaat heeft overgebracht en sindsdien zijn beroepswerkzaamheid als grensarbeider uitoefent, kan aanspraak maken op de hoedanigheid van „migrerende werknemer” in de zin van Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap.

2)

In omstandigheden als aan de orde in het hoofdgeding verzet artikel 7, lid 2, van Verordening nr. 1612/68 zich ertegen dat de echtgenoot van een migrerende werknemer die in een lidstaat een beroepswerkzaamheid uitoefent, wanneer hij geen betaalde arbeid verricht en in een andere lidstaat woont, uitgesloten is van een sociaal voordeel met de kenmerken van de Duitse ouderschapsuitkering op grond dat hij woonplaats noch gewone verblijfplaats in eerstgenoemde staat heeft.


(1)  PB C 193 van 6.8.2005.


Top