Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2007/211/21

Zaak C-220/07: Beroep ingesteld op 27 april 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Franse Republiek

PB C 211 van 8.9.2007, p. 11–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

8.9.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 211/11


Beroep ingesteld op 27 april 2007 — Commissie van de Europese Gemeenschappen/Franse Republiek

(Zaak C-220/07)

(2007/C 211/21)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Commissie van de Europese Gemeenschappen (vertegenwoordigers: J.-P. Keppenne en M. Shotter, gemachtigden)

Verwerende partij: Franse Republiek

Conclusies

vast te stellen dat de Franse Republiek bij de omzetting in nationaal recht van de bepalingen betreffende de aanwijzing van ondernemingen die het aanbieden van de universele dienst kunnen waarborgen, de verplichtingen niet is nagekomen die op haar rusten krachtens de artikelen 8, lid 2, 12 en 13 van alsook bijlage IV bij de „universeledienstrichtlijn” 2002/22/EG (1);

de Franse Republiek te verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Met haar beroep verwijt de Commissie verweerster, zakelijk weegegeven, dat zij Richtlijn 2002/22 onjuist heeft uitgevoerd, voor zover in de Franse wettelijke regeling wordt bepaald dat iedere exploitant die in staat is om de universele dienst aan te bieden op het gehele nationale grondgebied, kan worden belast met de aanbieding van een onderdeel van deze universele dienst. Een dergelijke bepaling is in strijd met zowel het non-discriminatiebeginsel van artikel 8, lid 2, van de aangehaalde richtlijn, als de beginselen van rendabiliteit en doeltreffendheid die voortvloeien uit de artikelen 8, 12, en 13 van alsook uit bijlage IV bij deze richtlijn, aangezien zij a priori de marktdeelnemers uitsluit die de aanbieding van de universele dienst niet op het gehele nationale grondgebied kunnen waarborgen. Ofschoon de richtlijn op zich niet de mogelijkheid uitsluit dat in fine een enkele exploitant wordt aangewezen die het gehele grondgebied moet bestrijken, verplicht zij de lidstaten hoe dan ook om vooraf een open procedure te volgen die voldoet aan de criteria van artikel 8, lid 2, van de richtlijn, teneinde te waarborgen dat de eventuele aanwijzing van één exploitant wel degelijk de meest doeltreffende en rendabele oplossing is.


(1)  Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten (Universeledienstrichtlijn) (PB L 108, blz. 51).


Top