This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019TN0720
Case T-720/19: Action brought on 18 October 2019 — Ashworth v Parliament
Zaak T-720/19: Beroep ingesteld op 18 oktober 2019 – Ashworth/Parlement
Zaak T-720/19: Beroep ingesteld op 18 oktober 2019 – Ashworth/Parlement
PB C 413 van 9.12.2019, p. 64–65
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
9.12.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 413/64 |
Beroep ingesteld op 18 oktober 2019 – Ashworth/Parlement
(Zaak T-720/19)
(2019/C 413/77)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Richard Ashworth (Lingfield, Verenigd Koninkrijk) (vertegenwoordigers: A. Schmitt en A. Waisse, advocaten)
Verwerende partij: Europees Parlement
Conclusies
— |
het onderhavig beroep ontvankelijk verklaren; |
— |
zo nodig, bij wege van maatregel tot organisatie van de procesgang of maatregelen van instructie in de huidige zaak, het Europees Parlement bevelen de adviezen over te leggen van de juridische dienst van het Europees Parlement van 16 juli en 3 december 2018, onder voorbehoud van de precieze datum, maar in elk geval vóór de vaststelling van het besluit van het Bureau van het Parlement op 10 december 2018 tot wijziging van de bepalingen ter uitvoering van het Statuut van de leden van het Europees Parlement (2018/C 466/02, Publicatieblad van 28 december 2018, C 466, blz. 8); |
— |
de individuele bestreden beschikking betreffende de rechten van verzoeker op (vrijwillig) aanvullend pensioen die in september 2019 door de afdeling Bezoldiging en Sociale Rechten van de leden van het Directoraat-generaal Financiën van het Europees Parlement aan verzoeker is betekend, krachtens artikel 263 VWEU nietig verklaren, voor zover daarbij de speciale heffing van 5 % op het nominale bedrag van het aan de verzoeker verschuldigde (vrijwillige) aanvullende pensioen wordt uitgevoerd, zoals ingesteld door het bovengenoemde besluit van het Bureau van 10 december 2018; |
— |
het bovengenoemde besluit van het Bureau van het Parlement van 10 december 2018 krachtens artikel 277 VWEU niet-toepasselijk verklaren, voor zover het artikel 76 van de uitvoeringsbepalingen van het Statuut van de leden van het Europees Parlement wijzigt, en meer bepaald voor zover het besluit een speciale heffing van 5 % op het nominale bedrag van de vanaf 1 januari 2019 opeisbare aanvullende (vrijwillige) pensioenen invoert; |
— |
het Parlement verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vijf middelen aan.
1. |
Eerste middel: onbevoegdheid ratione materiae van het Bureau.
|
2. |
Tweede middel: schending van wezenlijke vormvoorschriften.
|
3. |
Derde middel: schending van verworven rechten en aanspraken en van het vertrouwensbeginsel.
|
4. |
Vierde middel: schending van het evenredigheidsbeginsel en de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie.
|
5. |
Vijfde middel: schending van het rechtszekerheidsbeginsel en ontbreken van overgangsmaatregelen.
|