EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CN0215

Zaak C-215/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Varhoven kasatsionen sad (Bulgarije) op 11 mei 2015 — Vasilka Ivanova Gogova/Ilia Dimitrov Iliev

PB C 236 van 20.7.2015, p. 29–30 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

20.7.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 236/29


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Varhoven kasatsionen sad (Bulgarije) op 11 mei 2015 — Vasilka Ivanova Gogova/Ilia Dimitrov Iliev

(Zaak C-215/15)

(2015/C 236/39)

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Varhoven kasatsionen sad

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekster tot cassatie: Vasilka Ivanova Gogova

Verweerder in cassatie: Ilia Dimitrov Iliev

Prejudiciële vragen

1)

Is de bij wet voorziene mogelijkheid voor een civiele rechter om uitspraak te doen over een geschil tussen de ouders over de reis van een kind naar het buitenland en de afgifte van identiteitsdocumenten, waarbij het toepasselijke materiële recht erin voorziet dat de ouderlijke rechten gezamenlijk moeten worden uitgeoefend, een procedure die de „de toekenning, de uitoefening, de overdracht, de beperking of de beëindiging van de ouderlijke verantwoordelijkheid” betreft in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), juncto artikel 2, punt 7, van verordening (EG) nr. 2201/2003 (1) van de Raad betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, waarop artikel 8, lid 1, van verordening nr. 2201/2003 toepasselijk is?

2)

Is voldaan aan de voorwaarden voor internationale rechtsmacht in civiele gedingen over de ouderlijke verantwoordelijkheid wanneer de beslissing in de plaats treedt van een rechtsfeit dat van belang is voor een administratieve procedure betreffende het kind, waarbij het toepasselijke recht erin voorziet dat die procedure in een bepaalde lidstaat van de Europese Unie moet worden gevoerd?

3)

Moet ervan worden uitgegaan dat sprake is van overeenstemming over de bevoegdheid in de zin van en volgens de vereisten van artikel 12, lid 1, onder b), van verordening nr. 2201/2003, wanneer de vertegenwoordiger van de verweerder in cassatie de bevoegdheid van de rechter niet heeft bestreden, maar geen volmacht had en slechts door de rechter werd benoemd omdat er problemen waren met de kennisgevingen aan de verweerder in cassatie opdat die persoonlijk of door middel van een door hem gemachtigde vertegenwoordiger aan het geding zou deelnemen?


(1)  PB L 338, blz. 1.


Top