This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014TA0065
Case T-65/14: Judgment of the General Court of 30 November 2016 — Bank Refah Kargaran v Council (Common Foreign and Security Policy — Restrictive measures against Iran — Freezing of funds — Further listing of the applicant after annulment of the initial listing by the General Court — Error in law — Error in fact — Obligation to state reasons — Rights of the defence — Right to effective judicial protection — Proportionality)
Zaak T-65/14: Arrest van het Gerecht van 30 november 2016 — Bank Refah Kargaran/Raad („Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran — Bevriezing van tegoeden — Nieuwe plaatsing van verzoeksters naam op de lijst na nietigverklaring door het Gerecht van de oorspronkelijke plaatsing — Onjuiste toepassing van het recht — Onjuiste opvatting van de feiten — Motiveringsplicht — Rechten van de verdediging — Recht op effectieve rechterlijke bescherming — Evenredigheid”)
Zaak T-65/14: Arrest van het Gerecht van 30 november 2016 — Bank Refah Kargaran/Raad („Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran — Bevriezing van tegoeden — Nieuwe plaatsing van verzoeksters naam op de lijst na nietigverklaring door het Gerecht van de oorspronkelijke plaatsing — Onjuiste toepassing van het recht — Onjuiste opvatting van de feiten — Motiveringsplicht — Rechten van de verdediging — Recht op effectieve rechterlijke bescherming — Evenredigheid”)
PB C 22 van 23.1.2017, p. 21–22
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
23.1.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 22/21 |
Arrest van het Gerecht van 30 november 2016 — Bank Refah Kargaran/Raad
(Zaak T-65/14) (1)
((„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran - Bevriezing van tegoeden - Nieuwe plaatsing van verzoeksters naam op de lijst na nietigverklaring door het Gerecht van de oorspronkelijke plaatsing - Onjuiste toepassing van het recht - Onjuiste opvatting van de feiten - Motiveringsplicht - Rechten van de verdediging - Recht op effectieve rechterlijke bescherming - Evenredigheid”))
(2017/C 022/27)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Bank Refah Kargaran (Teheran, Iran) (vertegenwoordiger: J.-M. Thouvenin, advocaat)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: V. Piessevaux, M. Bishop en B. Driessen, gemachtigden)
Interveniënte aan de zijde van verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: A. Aresu en D. Gauci, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 263 VWEU strekkende, primair, tot nietigverklaring van besluit 2013/661/GBVB van de Raad van 15 november 2013 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB 2013, L 306, blz. 18), en van uitvoeringsverordening (EU) nr. 1154/2013 van de Raad van 15 november 2013 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB 2013, L 306, blz. 3), voor zover deze handelingen verzoekster betreffen, en, subsidiair, tot nietigverklaring van besluit 2013/661 en van uitvoeringsverordening nr. 1154/2013, voor zover deze handelingen verzoekster betreffen vanaf 20 januari 2014
Dictum
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
2) |
Bank Refah Kargaran draagt haar eigen kosten en die van de Raad van de Europese Unie. |
3) |
De Europese Commissie draagt haar eigen kosten. |