This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62013CN0580
Case C-580/13: Request for a preliminary ruling from the Bundesgerichtshof (Germany) lodged on 18 November 2013 — Coty Germany GmbH v Stadtsparkasse Magdeburg
Zaak C-580/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 18 november 2013 — Coty Germany GmbH/Stadtsparkasse Magdeburg
Zaak C-580/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 18 november 2013 — Coty Germany GmbH/Stadtsparkasse Magdeburg
PB C 31 van 1.2.2014, p. 4–4
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
1.2.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 31/4 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 18 november 2013 — Coty Germany GmbH/Stadtsparkasse Magdeburg
(Zaak C-580/13)
2014/C 31/04
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesgerichtshof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Coty Germany GmbH
Verwerende partij: Stadtsparkasse Magdeburg
Prejudiciële vraag
Moet artikel 8, lid 3, sub e, van richtlijn 2004/48/EG (1) aldus worden uitgelegd dat deze bepaling in de weg staat aan een nationale regeling die in een geval als het hoofdgeding een bankinstelling toestaat om met een beroep op het bankgeheim te weigeren om informatie als bedoeld in artikel 8, lid 1, sub c, van deze richtlijn te verstrekken over de naam en het adres van een rekeninghouder?
(1) Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PB L 157, blz. 45).