Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52010IP0290

Noord-Korea Resolutie van het Europees Parlement van 8 juli 2010 over Noord-Korea

PB C 351E van 2.12.2011, p. 132–136 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

2.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 351/132


Donderdag 8 juli 2010
Noord-Korea

P7_TA(2010)0290

Resolutie van het Europees Parlement van 8 juli 2010 over Noord-Korea

2011/C 351 E/21

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over het Koreaans schiereiland,

gezien het Handvest van de Verenigde Naties, de Universele verklaring van de rechten van de mens, de internationale verdragen over mensenrechten en andere mensenrechteninstrumenten,

gezien de resolutie van de VN-Mensenrechtenraad van 25 maart 2010 over de mensenrechtensituatie in de Democratische Volksrepubliek Korea, die door de lidstaten van de EU is gesteund en waarin de „stelselmatige, wijdverspreide en ernstige schendingen van burger-, politieke, economische, sociale en culturele rechten” en de „ernstige, wijdverspreide en stelselmatige inbreuken op de mensenrechten” door de Democratische Volksrepubliek Korea werden veroordeeld,

gezien de resoluties 1718 (2006) en 1874 (2009) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties,

gezien de resolutie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (op basis van het verslag van de Derde Commissie) over de mensenrechtensituatie in de Democratische Volksrepubliek Korea, die op 19 november 2009 tijdens de 64ste zitting werd aangenomen,

gelet op Besluit nr. 2009/1002/GBVB van de Raad van 22 december 2009,

gezien het op 7 november 2009 door de VN-Mensenrechtenraad aangenomen Universal Peer Report over de Democratische Volkrepubliek Korea, en gezien de instemming van de Democratische Volkrepubliek Korea om 117 aanbevelingen te onderzoeken uit het op 18 maart 2010 door de VN-Mensenrechtenraad aangenomen verslag van de werkgroep voor de universele periodieke toetsing,

gezien het verslag van Vitit Muntarbhorn, de bijzondere rapporteur voor de mensenrechtensituatie in de Democratische Volksrepubliek Korea, van 17 februari 2010,

gezien de 29ste ronde van de EU-China mensenrechtendialoog van 29 juni 2010 in Madrid, waar de kwestie van de Noord-Koreaanse vluchtelingen werd besproken,

gelet op artikel 122, lid 5, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat de mensenrechtensituatie in de Democratische Volkrepubliek Korea zeer verontrustend blijft en de humanitaire situatie aanleiding geeft tot ernstige bezorgdheid,

B.

overwegende dat de resolutie van de VN-Mensenrechtenraad van 25 maart 2010 over de mensenrechtensituatie in de Democratische Volksrepubliek Korea zich uitermate bezorgd toont over de aanhoudende berichten van stelselmatige, wijdverspreide en ernstige schendingen van burger-, politieke, economische, sociale en culturele rechten in de Democratische Volksrepubliek Korea,

C.

overwegende dat de bijzondere rapporteur van de Verenigde Naties voor de mensenrechtensituatie in de Democratische Volksrepubliek Korea de mensenrechtensituatie in zijn jaarverslag aan de VN-Mensenrechtenraad als „afgrijselijk” heeft beschreven,

D.

overwegende dat de regering van de Democratische Volksrepubliek Korea het mandaat van de bijzondere rapporteur voor de mensenrechtensituatie in Noord-Korea verwerpt, hem de toegang tot het land heeft geweigerd en zich verzet tegen samenwerking met de VN-mensenrechtenmechanismen,

E.

overwegende dat de bijzondere rapporteur van de VN in zijn rapport stelt dat de hervatting van het zespartijenoverleg over kernontwapening tevens een gelegenheid kan zijn om ruimte te scheppen voor een beter mensenrechtenklimaat,

F.

overwegende dat de bijzondere rapporteur van de VN heeft gesuggereerd dat de Veiligheidsraad de schending van de mensenrechten in de Democratische Volksrepubliek Korea moet behandelen en dat een onderzoekscommissie moet worden opgericht om vermeende misdaden tegen de mensheid door de regering van de Democratische Volksrepubliek Korea te onderzoeken,

G.

overwegende dat tal van internationale niet-gouvernementele mensenrechtenorganisaties de Europese Unie hebben opgeroepen zich meer met mensenrechtenkwesties in Noord-Korea in te laten,

H.

overwegende dat de VN-Mensenrechtenraad in zijn resolutie de ernstige, wijdverspreide en stelselmatige inbreuken op de mensenrechten in de Democratische Volksrepubliek Korea betreurt, met name het gebruik van foltering en werkkampen tegen politieke gevangenen en gerepatrieerde burgers van de Democratische Volksrepubliek Korea,

I.

overwegende dat de autoriteiten van de Democratische Volksrepubliek Korea zich stelselmatig schuldig maken aan buitengerechtelijke executies, arbitraire opsluitingen en verdwijningen,

J.

overwegende dat het gerechtelijk apparaat ondergeschikt is aan de staat en dat de doodstraf wordt toegepast voor een breed scala misdaden tegen de staat en periodiek door het strafwetboek wordt uitgebreid, terwijl burgers, met inbegrip van kinderen, worden gedwongen openbare executies bij te wonen,

K.

overwegende dat de regering van de Democratische Volksrepubliek Korea politieke oppositie, vrije en eerlijke verkiezingen, vrije media, religieuze vrijheid, vrijheid van vereniging en collectieve arbeidsovereenkomsten verbiedt,

L.

overwegende dat de kidnapping en ontvoering van burgers uit derde landen zoals Japan, de republiek Korea en andere landen, waaronder naar verluidt ook EU-burgers, onopgelost blijft en doortastend optreden van de internationale gemeenschap vergt,

M.

overwegende dat een aanzienlijk aantal Noord-Koreanen naar de Volksrepubliek China vlucht, waar veel vrouwen naar verluidt zouden terechtkomen in mensenhandel en gedwongen huwelijken; overwegende dat de Volksrepubliek China naar verluidt Noord-Koreaanse vluchtelingen gedwongen naar de Democratische Volksrepubliek Korea terugstuurt, wat in strijd is met de internationale normen inzake het verbod op refoulement en waardoor burgers van de Democratische Volksrepubliek Korea geen toegang hebben tot de asielprocedures van de UNHCR, wat op zijn beurt in strijd is met het VN-Vluchtelingenverdrag van 1951 en het bijbehorende protocol van 1967, waartoe de Volksrepubliek China is toegetreden; overwegende dat er verontrustende rapporten zijn over het lot van deze gedwongen teruggestuurde burgers,

N.

overwegende dat de staatspraktijk van schuld door vereniging tot gevolg heeft dat volledige families worden opgesloten, met inbegrip van kinderen en grootouders; overwegende dat deze gevangenen blootgesteld zijn aan grove schendingen van de mensenrechten zoals foltering, uithongering en slavenarbeid, en dat volgens rapporten naar schatting reeds 100 000 personen zouden zijn omgekomen, vaak als gevolg van uitputting of onbehandelde ziekten,

O.

overwegende dat satellietbeelden en diverse verklaringen van Noord-Koreaanse overlopers de vermoedens voeden dat de Democratische Volksrepubliek Korea er minstens zes politieke concentratiekampen op nahoudt met ruim 150 000 politieke gevangenen, en dat, wanneer alle andere categorieën gevangenen zoals degenen die gedwongen zijn gerepatrieerd uit de Volksrepubliek China, daarbij worden opgeteld, er naar schatting 200 000 mensen in detentiekampen zijn opgesloten,

P.

overwegende dat grote delen van de bevolking honger lijden en in ruime mate afhankelijk zijn van internationale voedselhulp, en dat het Wereldvoedselprogramma in september 2009 heeft gemeld dat een derde van de Noord-Koreaanse vrouwen en kinderen ondervoed is,

Q.

overwegende dat de samenleving volledig in het teken staat van „het leger eerst” en van de „juché”-ideologie, wat de verering van de leider van het land vergt,

R.

overwegende dat volgens betrouwbare berichten van overlopers de bevolking onderworpen is aan mobilisatiecampagnes voor dwangarbeid, terwijl de toegang van de mensen tot onderwijs en de kans op een goede baan gebaseerd zijn op hun „songbun” (sociale-klassestatus), die wordt bepaald door de trouw aan het regime van de betrokkene of zijn familie,

S.

overwegende dat de „munthervorming” van 30 november 2009 ernstige schade heeft toegebracht aan de reeds falende economie en heeft geleid tot de verdere verarming van niet-bevoorrechte lagen van de samenleving, wat grote sociale onvrede met zich heeft gebracht,

T.

overwegende dat buitenlandse journalisten geen onbeperkte toegang krijgen tot de Democratische Volksrepubliek Korea en dat het Centrale Koreaanse nieuwsagentschap de enige informatiebron voor alle mediakanalen in Noord-Korea is, waarbij radio's en TV's enkel signalen van regeringszenders kunnen ontvangen, de ontvangst van buitenlandse zenders ten strengste verboden is en overtredingen met zware sancties worden bestraft; overwegende dat het gewone volk geen toegang heeft tot het internet,

1.

verzoekt de Democratische Volksrepubliek Korea onmiddellijk een einde te maken aan de aanhoudende ernstige, wijdverspreide en stelselmatige schendingen van de mensenrechten tegen haar eigen bevolking, die de proportie van misdaden tegen de mensheid kunnen aannemen en bijgevolg onder het internationaal strafrecht vallen;

2.

verzoekt de Democratische Volksrepubliek Korea onmiddellijk en definitief een einde te maken aan openbare executies en de doodstraf in de Democratische Volksrepubliek Korea af te schaffen;

3.

verzoekt de Democratische Volksrepubliek Korea een einde te maken aan buitengerechtelijke executies en georganiseerde verdwijningen en aan het gebruik van foltering en dwangarbeid, de politieke gevangenen vrij te laten en haar burgers toe te staan vrij te reizen;

4.

verzoekt de autoriteiten van de Democratische Volksrepubliek Korea te waarborgen dat alle behoeftige burgers toegang krijgen tot voedsel- en humanitaire hulp;

5.

verzoekt de Democratische Volksrepubliek Korea vrije meningsuiting en persvrijheid toe te staan, evenals ongecensureerde toegang tot het internet voor al haar burgers;

6.

verzoekt de EU de oprichting van een VN-onderzoekscommissie te steunen die vroegere en huidige schendingen van de mensenrechten in de Democratische Volksrepubliek Korea moet beoordelen om te bepalen in welke mate deze schendingen en de met de misbruiken samenhangende straffeloosheid misdaden tegen de mensheid kunnen vormen, en verzoekt de lidstaten van de EU in de Algemene Vergadering van de VN een resolutie in die zin te steunen;

7.

verzoekt de EU gezien de ernst van de situatie een bijzondere vertegenwoordiger van de EU voor de Democratische Volksrepubliek Korea aan te stellen, die moet zorgen voor de nodige aandacht en coördinatie, zowel binnen de Europese Unie als met cruciale partners zoals de Verenigde Staten en de Republiek Korea;

8.

verzoekt de autoriteiten van de Democratische Volksrepubliek Korea de aanbevelingen te volgen uit het door de VN-Mensenrechtenraad aangenomen verslag van de werkgroep voor de universele periodieke toetsing, en als eerste stap in te stemmen met elk type inspectie van detentiefaciliteiten door het Internationaal comité van het Rode Kruis en andere onafhankelijke internationale deskundigen, en de bijzondere rapporteurs van de VN toestemming te verlenen het land te bezoeken;

9.

verzoekt de regering van de Democratische Volksrepubliek Korea te zorgen voor een alomvattend onderzoek met een transparant en bevredigend resultaat, eindelijk alle informatie te verstrekken over de EU-burgers en onderdanen van derde landen waarvan wordt vermoed dat ze de afgelopen decennia door Noord-Koreaanse staatsagenten zijn ontvoerd, en onmiddellijk alle ontvoerden vrij te laten die nog in het land worden vastgehouden;

10.

verzoekt de lidstaten van de EU met klem Noord-Koreaanse vluchtelingen asiel te verlenen en de organisatie van Europese en internationale bescherming voor Noord-Koreanen die de wanhopige situatie in hun land ontvluchten stelselmatiger aan te pakken, en verzoekt de Commissie organisaties uit het middenveld die Noord-Koreaanse vluchtelingen helpen te blijven steunen;

11.

verzoekt de Volksrepubliek China te stoppen met de arrestatie van Noord-Koreaanse vluchtelingen en met het terugsturen ervan naar de Democratische Volksrepubliek Korea, haar verplichtingen uit hoofde van het Vluchtelingenverdrag van 1951 en het bijbehorende Protocol van 1967 na te komen, de UNHCR toegang te verlenen tot Noord-Koreaanse vluchtelingen om hun statuut vast te stellen en te helpen bij hun veilige reïntegratie, en met Chinese mannen gehuwde Noord-Koreaanse vrouwen de legale verblijfsstatus toe te kennen;

12.

verzoekt de Volksrepubliek China haar nauwe betrekkingen met de Democratische Volksrepubliek Korea aan te wenden om economische en sociale hervormingen in het land te bevorderen, ten einde de levensomstandigheden en de sociale rechten van de Noord-Koreaanse bevolking te verbeteren;

13.

verzoekt de Commissie de mensenrechtensituatie in de Democratische Volksrepubliek Korea en de kwestie van de Noord-Koreaanse vluchtelingen in de Volksrepubliek China ter sprake te brengen op alle besprekingen op hoog niveau tussen de EU en China en in de EU-China mensenrechtendialoog;

14.

verzoekt de Commissie de bestaande humanitaire hulpverlening te handhaven en de communicatiekanalen met de Democratische Volksrepubliek Korea open te houden, en de verdeling van voedsel- en humanitaire hulp in Noord-Korea op de voet te volgen om te voldoen aan de internationale normen inzake transparantie en verantwoordingsplicht;

15.

verzoekt de Commissie en de lidstaten van de EU verder te gaan met de actieve dialoog met en de steun voor ngo's en organisaties van het middenveld die zich inzetten voor de totstandbrenging van contacten binnen de Democratische Volksrepubliek Korea, ten einde veranderingen te bevorderen die leiden tot een beter mensenrechtenklimaat;

16.

verzoekt de Commissie in de vrijhandelsovereenkomst tussen de EU en de Republiek Korea een clausule op te nemen inzake toezicht op de rechten van de werknemers in het Industrieel complex Kaesong in de Democratische Volksrepubliek Korea;

17.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de lidstaten en de kandidaat-landen, de vice-voorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de Raad, de Commissie, de regeringen van de Republiek Korea, de Democratische Volksrepubliek Korea en de Volksrepubliek China, en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.


Top