Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52010AP0269

    Bevoegdheden van de Europese Bankautoriteit, de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen en de Europese Autoriteit voor effecten en markten ***I Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese Bankautoriteit, de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen en de Europese Autoriteit voor effecten en markten betreft (COM(2009)0576 – C7-0251/2009 – 2009/0161(COD))

    PB C 351E van 2.12.2011, p. 195–267 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    2.12.2011   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    CE 351/195


    Woensdag 7 juli 2010
    Bevoegdheden van de Europese Bankautoriteit, de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen en de Europese Autoriteit voor effecten en markten ***I

    P7_TA(2010)0269

    Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese Bankautoriteit, de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen en de Europese Autoriteit voor effecten en markten betreft (COM(2009)0576 – C7-0251/2009 – 2009/0161(COD))

    2011/C 351 E/35

    (Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

    Dit voorstel werd op 7 juli 2010 als volgt gewijzigd (1):

    AMENDEMENTEN VAN HET PARLEMENT (2)

    op het voorstel van de Commissie voor een

    RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    tot wijziging van de Richtlijnen 98/26/EG, 2002/87/EG, 2003/6/EG, 2003/41/EG, 2003/71/EG, 2004/39/EG, 2004/109/EG, 2005/60/EG, 2006/48/EG, 2006/49/EG en 2009/65/EG wat de bevoegdheden van de Europese Autoriteit Banken, de Europese Autoriteit Verzekeringen en Bedrijfspensioenen en de Europese Autoriteit Effecten en Markten betreft

    (Voor de EER relevante tekst)

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 50, artikel 53, lid 1 en de artikelen 62 en 114,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (3),

    Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (3),

    Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (4),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De financiële crisis in 2007/2008 heeft grote tekortkomingen in het financiële toezicht aan het licht gebracht, zowel wat het toezicht op individuele instellingen als wat het toezicht op het financiële stelsel als geheel betreft. De ▐ toezichtmodellen op nationale grondslag zijn niet meer berekend op de geïntegreerde en onderling verweven Europese financiële markten, waarop vele financiële ondernemingen grensoverschrijdend actief zijn ▐. De crisis heeft tekortkomingen op het gebied van samenwerking, coördinatie, consistente toepassing van het Unierecht en vertrouwen tussen nationale toezichthouders aan het licht gebracht.

    (1 bis)

    Het Europees Parlement heeft er met regelmaat toe opgeroepen om nog beter te zorgen voor een echt gelijk speelveld voor alle actoren op EU-niveau, en tegelijkertijd gewezen op omissies in het toezicht van de Unie op de steeds sterker geïntegreerde financiële markten.

    (2)

    De conclusie van een door de Commissie besteld en op 25 februari 2009 verschenen verslag van een deskundigengroep op hoog niveau onder voorzitterschap van Jacques de Larosière (verslag-de Larosière) luidde dat het toezichtkader moest worden versterkt om het risico en de ernst van toekomstige financiële crises te verminderen. Daartoe werden in het verslag verregaande hervormingen van de toezichtstructuur van de financiële sector in de Europese Unie aanbevolen. In het verslag-de Larosière werd tevens geconcludeerd dat een Europees Systeem van Financiële Toezichthouders (ESFT) , bestaande uit drie Europese toezichthoudende autoriteiten (ETA’s) , één voor de banksector, één voor de effectensector en één voor de sector verzekeringen en bedrijfspensioenen, en een Europees Comité voor systeemrisico's dienden te worden opgezet.

    (3)

    De Commissie heeft in haar mededeling van 4 maart 2009„Op weg naar Europees herstel” (5) voorgesteld met ontwerpwetgeving te komen tot instelling van het ESFT en heeft in haar mededeling van 27 mei 2009„Europees financieel toezicht (6)” nadere bijzonderheden verstrekt over de mogelijke architectuur van dat nieuwe toezichtkader.

    (4)

    De Europese Raad heeft in zijn conclusies van 19 juni 2009 aanbevolen om een Europees Systeem van Financiële Toezichthouders, bestaande uit drie nieuwe ETA’s , in te stellen. Het systeem moet gericht zijn op het verbeteren van de kwaliteit en consistentie van het nationale toezicht, het versterken van de controle op grensoverschrijdende groepen , het opstellen van één Europees wetboek dat op alle financiële instellingen op de interne markt van toepassing is , en het waarborgen van een adequate harmonisatie van de criteria en methoden die door de bevoegde autoriteiten worden gehanteerd om het risico van kredietinstellingen te beoordelen . De Raad benadrukte dat de ETA's ook toezichtbevoegdheden voor ratingbureaus moeten krijgen en verzocht de Commissie concrete voorstellen voor te bereiden over hoe het ESFT een sterke rol kan spelen in crisissituaties.

    (5)

    Op 23 september 2009 keurde de Commissie voorstellen goed voor drie verordeningen tot oprichting van het ESFT , inclusief de oprichting van de drie ETA's .

    (6)

    Opdat het ESFT effectief zou kunnen werken, zijn wijzigingen van de ▐ wetgeving van de Unie op de werkterreinen van de drie ETA’s noodzakelijk. Deze wijzigingen betreffen de definitie van de reikwijdte van bepaalde bevoegdheden van de ETA’s en de integratie van bepaalde bevoegdheden ▐ die in de ▐ wetgeving van de Unie zijn vastgelegd, alsook wijzigingen om te zorgen voor een vlotte en efficiënte werking ervan in de context van het ESFT .

    (7)

    De oprichting van de drie ▐ ETA’s moet onder meer vergezeld gaan van de opstelling van één enkel wetboek om een consequente harmonisatie en de eenvormige toepassing te garanderen en zo bij te dragen tot een efficiëntere werking van de interne markt. ▐

    (7 bis)

    De verordeningen tot oprichting van het ESFT bepalen dat de ESA’s voor de gebieden die specifiek in de relevante wetgeving worden vastgelegd, voorstellen voor technische normen kunnen ontwikkelen die vervolgens moeten worden voorgelegd aan de Commissie ter vaststelling door middel van gedelegeerde handelingen of uitvoeringshandelingen overeenkomstig de artikelen 290 en 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). In deze richtlijn wordt een eerste reeks van dergelijke gebieden bepaald, waarbij het mogelijk moet blijven om in de toekomst andere gebieden toe te voegen.

    (7 ter)

    De relevante wetgeving moet bepalen op welke gebieden de ETA’s bevoegd zijn om voorstellen voor technische normen op te stellen en volgens welke procedure deze normen worden vastgesteld. In het geval van gedelegeerde handelingen moeten in de relevante wetgeving de in artikel 290 van het VWEU bedoelde elementen, voorwaarden en specificaties worden vastgesteld, terwijl in het geval van uitvoeringshandelingen de regels en algemene beginselen voor de wijze waarop controle wordt uitgeoefend gebaseerd moeten worden op Besluit 1999/468/EG totdat de verordening bedoeld in artikel 291 van het VWEU is goedgekeurd.

    (8)

    Bij de identificatie van gebieden voor technische normen moet een geschikt evenwicht worden nagestreefd tussen de opstelling van één enkele reeks geharmoniseerde regels en het voorkomen van onnodig ingewikkelde regelgeving en ▐ handhaving ▐. Er moet uitsluitend geopteerd worden voor gebieden waar consistente technische regels beduidend en doeltreffend zullen bijdragen tot het verwezenlijken van de doelstellingen van de relevante wetgeving, waarbij gewaarborgd wordt dat beleidsbeslissingen door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie genomen worden overeenkomstig hun gebruikelijke procedures .

    (9)

    De gebieden waarvoor technische normen worden opgesteld, moeten echt technisch van aard zijn, en voor de ontwikkeling ervan moet de expertise van toezichtdeskundigen vereist zijn. ▐ De technische normen , vastgesteld in de vorm van gedelegeerde handelingen, dienen ertoe de voorwaarden voor een consequente harmonisatie van de regels die in de door het Europees Parlement en de Raad goedgekeurde basisinstrumenten zijn vervat, verder te ontwikkelen, te specificeren en te bepalen, doordat zij bepaalde niet-essentiële onderdelen van de wetgevingshandeling aanvullen of wijzigen . Aan de andere kant dienen technische normen die in de vorm van uitvoeringshandelingen zijn vastgesteld, de voorwaarden te bepalen voor de eenvormige toepassing van wettelijk bindende handelingen van de Unie. De technische normen mogen daarom geen beleidskeuzen tot gevolg hebben . ▐

    (9 bis)

    In het geval van gedelegeerde handelingen is het aangewezen er de in artikel 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/…/2010 [EBA], Verordening (EU) nr. …/… [EAEM] en Verordening (EU) nr. …/…/2010 [EAVB] bedoelde procedure voor de vaststelling van technische normen in op te nemen. Uitvoeringsnormen dienen te worden goedgekeurd volgens de procedure van artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/…/2010 [EBA], Verordening (EU) nr. …/… [EAEM] en Verordening (EU) nr. …/…/2010 [EAVB]. De zogenoemde Lamfalussy-aanpak op vier niveaus, om het regelgevingsproces met betrekking tot de financiële wetgeving van de Unie efficiënter en transparanter te maken, is door de Europese Raad bekrachtigd. De Commissie is bevoegdheid verleend om op vele gebieden uitvoeringshandelingen vast te stellen, en een uitgebreide reeks Commissieverordeningen en -richtlijnen van niveau 2 is reeds van kracht. Ingeval de technische normen ontworpen zijn om de voorwaarden voor de toepassing van deze maatregelen van niveau 2 verder te ontwikkelen, te specificeren of te bepalen, mogen zij slechts worden vastgesteld nadat de maatregel van niveau 2 is vastgesteld, en dient de inhoud van die maatregel te worden gerespecteerd.

    (9 ter)

    Bindende technische normen dragen bij tot één enkel wetboek inzake financiële diensten, zoals is bekrachtigd door de Europese Raad in zijn conclusies van juni 2009. Voor zover bepaalde voorschriften in wetgevingshandelingen van de EU niet volledig geharmoniseerd zijn, mogen, overeenkomstig het voorzorgsbeginsel in het toezicht, bindende technische normen om de toepassingsvoorwaarden van deze voorschriften te ontwikkelen, te specificeren of te bepalen de lidstaten niet beletten extra informatie te eisen of strengere voorschriften vast te stellen. Technische normen moeten de lidstaten derhalve op bepaalde gebieden de mogelijkheid daartoe bieden, wanneer deze wetgevingshandelingen in een overeenkomstige discretionaire bevoegdheid voor de met het prudentieel toezicht belaste autoriteiten voorzien.

    (10)

    Zoals bepaald in de verordeningen tot oprichting van het ESFT dienen de Europese toezichthoudende autoriteiten, alvorens de technische normen aan de Commissie voor te leggen, waar aangewezen daaromtrent openbare raadplegingen te houden en de potentiële kosten en voordelen ervan te analyseren.

    (11)

    De verordeningen tot oprichting van het ESFT voorzien in een mechanisme om geschillen tussen nationale bevoegde autoriteiten te regelen. Daar waar een bevoegde autoriteit in procedureel of inhoudelijk opzicht van mening verschilt over door een andere bevoegde autoriteit genomen/niet genomen maatregelen op in de Uniewetgeving overeenkomstig Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA], Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] en Verordening (EU) nr. …/2010 [EAVB] bepaalde gebieden waar de desbetreffende wetgeving samenwerking, coördinatie of gezamenlijke besluitvorming door nationale bevoegde autoriteiten van meer dan een lidstaat vereist, zouden de ETA’s op verzoek van een van de betrokken bevoegde autoriteiten, de autoriteiten moeten kunnen bijstaan bij het bereiken van overeenstemming binnen de tijdslimiet die bepaald is door de ETA , die daarbij rekening houdt met eventuele relevante tijdslimieten in de desbetreffende wetgeving en met de dringendheid en complexiteit van het geschil. Indien een dergelijk geschil voortduurt, zouden de ETA’s de kwestie moeten kunnen regelen.

    (12)

    Over het algemeen vereist artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) nr. …/…/2010 [EBA], Verordening (EU) nr. …/… [EAEM] en Verordening (EU) nr. …/…/2010 [EAVB], dat voorziet in de in de verordeningen tot oprichting van het ESFT verstrekte mogelijkheid om geschillen te regelen, geen belangrijke wijzigingen van de desbetreffende wetgeving. Op gebieden waar in de desbetreffende wetgeving reeds één of andere vorm van niet-bindende bemiddeling bestaat of waar er tijdslimieten zijn vastgesteld voor gezamenlijke besluiten die door één of meer bevoegde nationale autoriteiten moeten worden genomen, zijn er echter wel wijzigingen nodig, niet alleen om ervoor te zorgen dat de procedure voor het nemen van een gemeenschappelijk besluit duidelijk is en zo min mogelijk verstoord wordt, maar ook om te garanderen dat, waar nodig, de ETA’s geschillen kunnen regelen. De bindende procedure voor de regeling van geschillen is erop gericht oplossingen te vinden in situaties waarin de bevoegde toezichthouders het niet eens kunnen worden over procedurele of inhoudelijke vraagstukken met betrekking tot de naleving van de wetgeving van de Unie.

    (12 bis)

    Deze richtlijn dient derhalve situaties aan te wijzen waarin eventueel procedurele of materiële vraagstukken met betrekking tot de naleving van het EU-recht moeten worden opgelost en de toezichthouders mogelijk niet in staat zijn om zelf tot een oplossing te komen. In een dergelijke situatie moet elk van de betrokken toezichthouders het vraagstuk kunnen voorleggen aan de bevoegde ETA. Deze ETA dient op te treden volgens de in haar oprichtingsverordening en in deze richtlijn omschreven procedure. Ten einde de zaak te schikken en de naleving van het recht van de Unie te waarborgen moet de ETA, met bindende werking voor de betrokken bevoegde autoriteiten, deze kunnen verzoeken bepaalde maatregelen te nemen of het treffen van bepaalde maatregelen na te laten. Ingeval de relevante wetgeving van de Unie de lidstaten discretionaire bevoegdheden verleent, mogen de door de Europese Toezichthoudende Autoriteit genomen besluiten geen beletsel vormen voor de uitoefening van discretionaire bevoegdheden door de bevoegde autoriteiten overeenkomstig het recht van de Unie.

    (13)

    Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (7) voorziet in bemiddeling of gezamenlijke besluiten voor het bepalen van belangrijke bijkantoren met het oog op het lidmaatschap van het college van toezichthouders, modelvalidatie en groepsrisicobeoordeling. Op elk van deze gebieden dient via een wijziging duidelijk te worden aangegeven dat in het geval van een geschil tijdens de gespecificeerde termijn, de Europese Bankautoriteit het geschil mag oplossen aan de hand van de in Verordening (EU) nr …/… /2010 [EBA] uiteengezette procedure. Deze benadering maakt duidelijk dat , hoewel de Europese Bankautoriteit niet de plaats mag innemen van de uitoefening van discretionaire bevoegdheden door de bevoegde autoriteiten overeenkomstig het recht van de Unie, geschillen kunnen worden opgelost en dat de samenwerking versterkt kan worden voordat een definitief besluit wordt genomen of meegedeeld aan een instelling.

    (14)

    Om te zorgen voor een soepele overdracht van de huidige taken van het Comité van Europese bankentoezichthouders (CEBT) , het Comité van Europese toezichthouders op verzekeringen en bedrijfspensioenen (CETVB) en het Comité van Europese effectenregelgevers (CEER) naar de ETA’s , dienen de verwijzingen naar deze Comités in alle desbetreffende wetgeving te worden vervangen door verwijzingen naar respectievelijk de Europese Bankautoriteit (EBA) , de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EAVB) en de Europese Autoriteit voor effecten en markten (EAEM) .

    (14 bis)

    De aanpassing van comitéprocedures aan het VWEU en met name aan de artikelen 290 en 291 dient per geval te geschieden en moet binnen drie jaar volledig zijn afgerond. Om rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten en om de voorschriften in de gewijzigde richtlijnen te specificeren, dient aan de Commissie de bevoegdheid te worden verleend om gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 290 van het VWEU vast te stellen.

    (14 ter)

    Het Europees Parlement en de Raad dienen te beschikken over een termijn van drie maanden vanaf de datum van kennisgeving om bezwaar aan te tekenen tegen een gedelegeerde handeling. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad moet deze termijn ingeval van significante problemen met drie maanden kunnen worden verlengd. Het Europees Parlement en de Raad kunnen de andere instellingen in kennis stellen van hun voornemen om geen bezwaar aan te tekenen. Vroegtijdige goedkeuring van gedelegeerde handelingen is met name aangewezen wanneer er termijnen moeten worden gehaald, bijvoorbeeld om te voldoen aan een tijdslimiet die de Commissie volgens de basishandeling moet respecteren voor het vaststellen van gedelegeerde handelingen.

    (14 quater)

    In verklaring nr. 39 bij artikel 290 van het VWEU, die gehecht is aan de op 13 december 2007 ondertekende Slotakte van de intergouvernementele conferentie tot aanneming van het Verdrag van Lissabon, nam de conferentie nota van het voornemen van de Commissie om de door de lidstaten aangewezen deskundigen te blijven raadplegen bij de voorbereiding van haar ontwerpen van gedelegeerde handelingen op het gebied van financiële diensten, overeenkomstig haar vaste praktijk.

    (15)

    In de door het ESFT opgezette nieuwe toezichtarchitectuur zullen de nationale toezichthoudende autoriteiten nauw met de ETA's moeten samenwerken. Wijzigingen in de relevante wetgeving moeten ervoor zorgen dat er geen wettelijke obstakels bestaan voor de informatie-uitwisselingsverplichtingen in het kader van de ▐ verordeningen tot oprichting van de ETA's .

    (15 bis)

    Vertrouwelijke informatie die wordt doorgezonden aan of uitgewisseld tussen de bevoegde autoriteiten en de Europese Autoriteit voor effecten en markten of het Europees Comité voor systeemrisico’s dient te vallen onder de geheimhoudingsplicht waartoe eenieder gehouden is die werkzaam is of is geweest bij de bevoegde autoriteiten die de informatie ontvangen.

    (16)

    De ▐ verordeningen tot oprichting van het ESFT bepalen dat de ETA's contacten mogen leggen met de toezichthoudende autoriteiten van derde landen en ondersteuning dienen te verlenen bij de voorbereiding van gelijkwaardigheidsbesluiten betreffende de toezichtregimes in derde landen. Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten (8) en Richtlijn 2006/48/EG dienen te worden gewijzigd om de ETA's de mogelijkheid te bieden samenwerkingsovereenkomsten met derde landen te sluiten en informatie uit te wisselen indien die derde landen het beroepsgeheim kunnen garanderen.

    (17)

    De totstandbrenging van één enkele geconsolideerde lijst of register voor elke categorie van financiële ondernemingen in de Europese Unie , wat momenteel toekomt aan de nationale bevoegde autoriteiten, zal de transparantie vergroten en de interne financiële markt beter weerspiegelen. De ETA's dienen te worden belast met de taak registers en lijsten van financiële actoren in de Europese Unie op te stellen, bekend te maken en regelmatig te actualiseren. Het betreft de lijst van vergunningen voor kredietinstellingen, die door de nationale toezichthouders zijn verleend. Het betreft eveneens het register van alle beleggingsondernemingen en de lijst van gereglementeerde markten in het kader van Richtlijn 2004/39/EG. Zo dient ook aan de EAEM de taak te worden toebedeeld de lijst van goedgekeurde prospectussen en de goedkeuringscertificaten in het kader van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten ▐ (9), op te stellen, bekend te maken en regelmatig te actualiseren.

    (18)

    Binnen de gebieden waar de ETA’s verplicht zijn voorstellen voor technische normen te ontwikkelen, dienen die voorstellen voor technische normen binnen drie jaar na de oprichting van de ETA’s aan de Commissie te worden voorgelegd tenzij in de desbetreffende wetgeving een andere termijn is vastgesteld .

    (18 bis)

    De taken van de EAEM met betrekking tot Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen (10) mogen geen afbreuk doen aan de bevoegdheid van het Europees Stelsel van centrale banken om, overeenkomstig artikel 127, lid 2, vierde streepje, van het VWEU, de goede werking van het betalingsverkeer te bevorderen.

    (18 ter)

    De technische normen die de EAVB dient op te stellen overeenkomstig deze richtlijn en met betrekking tot Richtlijn 2003/41/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 juni 2003 betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (11) mogen geen afbreuk doen aan de bevoegdheden van de lidstaten wat betreft de prudentiële voorschriften voor die instellingen, zoals vastgesteld in Richtlijn 2003/41/EG.

    (18 quater)

    Krachtens artikel 13, lid 5, van Richtlijn 2003/71/EG betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten, kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de goedkeuring van een prospectus aan de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat overdragen, mits deze bevoegde autoriteit daarmee instemt. Krachtens artikel 13, lid 3, van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] moeten, algemeen beschouwd, dergelijke delegatieovereenkomsten ten minste één maand voordat zij van kracht worden, ter kennis van de autoriteit worden gebracht. Gezien de ervaring met de overdracht van goedkeuringen in het kader van Richtlijn 2003/71/EG, die kortere termijnen omvat, is het evenwel passend artikel 13, lid 3, van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] niet op deze situatie toe te passen.

    (18 quinquies)

    De ETA's dienen in dit stadium geen voorstellen voor technische normen op te stellen inzake de bestaande vereisten dat de personen die het bedrijf van beleggingsondernemingen, kredietinstellingen en instellingen voor collectieve belegging in effecten feitelijk leiden en hun beheermaatschappijen als voldoende betrouwbaar bekend moeten staan en over voldoende ervaring moeten beschikken om een gezond en prudent beheer te waarborgen. Gezien het belang van deze vereisten dienen de ETA's evenwel bij voorrang richtsnoeren met de beste praktijken vast te stellen en ervoor te zorgen dat de prudentiële en toezichtspraktijken in die zin convergeren. Zij dienen op dezelfde wijze te handelen met betrekking tot de prudentiële vereisten voor het hoofdkantoor van deze instellingen.

    (18 sexies)

    De ontwikkeling van technische normen met betrekking tot de interne-ratingbenadering, de geavanceerde meetbenadering, alsook het interne model voor de marktrisicobenadering, die op grond van deze richtlijn zullen worden opgesteld, moet ervoor zorgen dat die benaderingen van hoge kwaliteit en deugdelijk zijn, en dat zij consequent door de bevoegde autoriteiten worden geëvalueerd. De bevoegde autoriteiten moeten op grond van deze normen instellingen kunnen toestaan om verschillende benaderingen te ontwikkelen die gebaseerd zijn op hun ervaring en specifieke kenmerken, met inachtneming van de voorschriften van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG, en onder voorbehoud van de vereisten in de technische normen.

    (19)

    Daar de doelstellingen van onderhavige richtlijn, namelijk het verbeteren van de werking van de interne markt door een hoog, effectief en consistent niveau van prudentiële regelgeving en toezicht te verzekeren, het beschermen van depositohouders, beleggers en begunstigden en aldus van ondernemingen en consumenten, het beschermen van de integriteit, efficiëntie en ordelijke werking van de financiële markten, het handhaven van de stabiliteit en duurzaamheid van het financieel systeem, de bescherming van de reële economie, de vrijwaring van de openbare financiën en het versterken van de internationale coördinatie tussen toezichthouders, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang en de gevolgen van het optreden, beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie , overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

    (19 bis)

    De Commissie dient uiterlijk op 1 januari 2014 verslag uit te brengen aan het Europees Parlement en de Raad over de indiening door de ETA’s van de in deze richtlijn bedoelde voorstellen voor technische normen en eventueel passende voorstellen in te dienen.

    (20)

    Richtlijn 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen (12), Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat ▐ (13), Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 betreffende handel met voorwetenschap en marktmanipulatie (marktmisbruik) (14), Richtlijn 2003/41/EG ▐ (15), Richtlijn 2003/71/EG, Richtlijn 2004/39/EG, Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten ▐ (16), Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (17), Richtlijn 2006/48/EG (18), Richtlijn 2006/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 inzake de kapitaaltoereikendheid van beleggingsondernemingen en kredietinstellingen (19) en Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (20) moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Wijzigingen van Richtlijn 98/26/EG

    Richtlijn 98/26/EG wordt als volgt gewijzigd:

    (1)

    Artikel 6, lid 3, komt als volgt te luiden:

    „3.   De in lid 2 bedoelde lidstaat brengt het Europees Comité voor systeemrisico’s, de overige lidstaten en de bij Verordening (EU) nr. …/2010 van het Europees Parlement en de Raad (21) opgerichte Europese Autoriteit voor effecten en markten (EAEM) onmiddellijk op de hoogte.

    (2)

    In artikel 10, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door:

    „De lidstaten bepalen welke systemen en respectieve systeembeheerders onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen en melden deze bij de EAEM aan en delen haar mee welke autoriteiten zij overeenkomstig artikel 6, lid 2, hebben aangewezen. De EAEM maakt die informatie bekend op haar website.”.

    (2 bis)

    Het volgende artikel 10 bis wordt ingevoegd:

    „Artikel 10 bis

    1.     De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met de Europese Autoriteit voor effecten en markten, overeenkomstig Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM].

    2.     De bevoegde autoriteiten verstrekken de EAEM overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] alle informatie die zij nodig heeft voor de uitoefening van haar taken.”.

    Artikel 2

    Wijzigingen van Richtlijn 2002/87/EG

    Richtlijn 2002/87/EG wordt als volgt gewijzigd:

    (1)

    Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    lid 2 wordt vervangen door:

    2.    De overeenkomstig artikel 10 aangewezen coördinator stelt de moederonderneming aan het hoofd van een groep, of bij ontstentenis van een moederonderneming de gereglementeerde entiteit met het hoogste balanstotaal in de belangrijkste financiële sector in een groep, in kennis van het feit dat de groep als financieel conglomeraat is aangemerkt, alsmede van de aanwijzing van de coördinator. De coördinator informeert tevens de bevoegde autoriteiten die vergunningen hebben verleend aan gereglementeerde entiteiten in de groep en de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de gemengde financiële holding haar hoofdkantoor heeft, alsook het bij artikel 40 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA] , van Verordening (EU) nr. …/ 2010 [EAVB] en van Verordening (EU) nr. …/ 2010 [EAEM] van het Europees Parlement en de Raad (22) opgericht Gemengd Comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten (hierna „Gemengd Comité” genoemd).

    (b)

    het volgende lid ▐ wordt toegevoegd:

    „3.   Het GCETA maakt de lijst van geïdentificeerde financiële conglomeraten bekend op zijn website en houdt deze actueel. Op de website van elk van de Europese toezichthoudende autoriteiten wordt deze informatie via een hyperlink beschikbaar gemaakt. ”.

    (1 bis)

    In artikel 9, lid 2, wordt de volgende letter ingevoegd:

    „(c bis)

    de ontwikkeling van een gedetailleerde, geregeld bij te stellen en ten minste jaarlijks te herziene afwikkelingsregeling die voorziet in een mechanisme voor vroegtijdige interventie, snelle corrigerende maatregelen en een rampenplan voor het geval van faillissementen.”.

    (1 ter)

    De titel van afdeling 3 wordt vervangen door:

    (1 quater)

    Het volgende artikel wordt toegevoegd onder punt 3:

    „Artikel -10

    Het Gemengd Comité ziet overeenkomstig artikel 42 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA], van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAVB] en van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] is toe op een samenhangend sector- en grensoverschrijdend toezicht op en naleving van de EU-wetgeving.”.

    (1 quinquies)

    Artikel 10, lid 1, komt als volgt te luiden:

    „1.     Teneinde een adequaat aanvullend toezicht op de gereglementeerde entiteiten in een financieel conglomeraat te verzekeren, wordt uit de kring van de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten, met inbegrip van die van de lidstaat waar de gemengde financiële holding haar hoofdkantoor heeft, één enkele coördinator aangewezen die verantwoordelijk is voor coördinatie en uitoefening van het aanvullende toezicht. De identiteit van de coördinator wordt bekendgemaakt op de website van het GCETA.”.

    (1 sexies)

    In artikel 11, lid 1, wordt de tweede alinea vervangen door:

    „De coördinator en de andere relevante bevoegde autoriteiten en, indien nodig, andere betrokken bevoegde autoriteiten treffen de nodige coördinatieregelingen om het aanvullende toezicht te vergemakkelijken en van een brede juridische basis te voorzien. Bij de coördinatieregelingen kan de coördinator met extra taken worden belast, en kunnen de procedures worden gespecificeerd voor de besluitvorming tussen de relevante bevoegde autoriteiten als bedoeld in de artikelen 3 en 4, artikel 5, lid 4, artikel 6, artikel 12, lid 2, en de artikelen 16 en 18, alsmede voor de samenwerking met andere bevoegde autoriteiten.

    Overeenkomstig artikel 8 en volgens de in artikel 42 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA], van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAVB] en van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] vermelde procedure ontwikkelt het GCETA richtsnoeren ten behoeve van de convergentie van de toezichtpraktijken met betrekking tot de samenhang tussen coördinatieregelingen voor het toezicht overeenkomstig artikel 131 bis van Richtlijn 2006/48/EG en artikel 248, lid 4, van Richtlijn 2009/138/EG.”.

    (1 septies)

    In artikel 12, lid 1, wordt de derde alinea vervangen door:

    „De bevoegde autoriteiten kunnen tevens, overeenkomstig het bepaalde in de sectorale voorschriften, met betrekking tot de gereglementeerde entiteiten in een financieel conglomeraat informatie uitwisselen met de volgende autoriteiten, indien zulks voor de uitoefening van hun respectieve taken nodig is: centrale banken, het Europees Stelsel van centrale banken, de Europese Centrale Bank en het Europees Comité voor systeemrisico’s overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EU) nr. …/2010 [ECSR].”.

    (1 octies)

    Het volgende artikel wordt toegevoegd:

    „Artikel 12 bis

    1.     De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met het GCETA, overeenkomstig Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA], Verordening (EU) nr. …/2010 [EAVB] en Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM]

    2.     De bevoegde autoriteiten verstrekken het GCETA overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA], van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAVB] en van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] alle informatie die het nodig heeft voor de uitoefening van zijn taken.”.

    (1 nonies)

    Artikel 14, lid 1, komt als volgt te luiden:

    „1.     De lidstaten zorgen ervoor dat er in hun rechtsgebied geen juridische belemmeringen bestaan die de onder het toepassingsgebied van het aanvullende en Europese toezicht vallende natuurlijke en rechtspersonen, ongeacht of dat al dan niet gereglementeerde entiteiten zijn, beletten om onderling alle informatie uit te wisselen die voor dat aanvullende en Europese toezicht relevant is, en overeenkomstig deze richtlijn informatie uit te wisselen en met de ETA's overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA], van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAVB] en van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM], zo nodig via het GCETA.”.

    (1 decies)

    De tweede alinea van artikel 16 wordt vervangen door:

    „Onverminderd artikel 17, lid 2, kunnen het GCETA en de lidstaten bepalen welke maatregelen de bevoegde autoriteiten met betrekking tot gemengde financiële holdings kunnen nemen. Overeenkomstig artikel 8 en volgens de in artikel 42 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA], van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAVB] en van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] vermelde procedure kan het GCETA richtsnoeren ontwikkelen voor maatregelen ten aanzien van gemengde financiële holdings.”.

    (2)

    Artikel 18, lid 1, komt als volgt te luiden:

    „Onverminderd de sectorale voorschriften verifiëren de bevoegde autoriteiten in het in artikel 5, lid 3, bedoelde geval of de gereglementeerde entiteiten waarvan de moederonderneming haar hoofdbestuur in een derde land heeft, onderworpen zijn aan door de bevoegde autoriteit van dat derde land uitgeoefend toezicht dat gelijkwaardig is met het toezicht uit hoofde van de bepalingen van deze richtlijn betreffende het aanvullende toezicht op gereglementeerde entiteiten als bedoeld in artikel 5, lid 2. De verificatie geschiedt door de bevoegde autoriteit die de coördinator zou zijn indien de in artikel 10, lid 2, bepaalde criteria van toepassing waren op verzoek van de moederonderneming of van een van de gereglementeerde entiteiten die in de Unie een vergunning hebben verkregen, dan wel op haar eigen initiatief.

    Die bevoegde autoriteit raadpleegt de andere relevante bevoegde autoriteiten en ▐ de eventuele toepasselijke richtsnoeren ▐ die overeenkomstig de artikelen 8 en 42 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA], van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAVB] en van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] zijn opgesteld door het GCETA. De bevoegde autoriteit raadpleegt daartoe het GCETA voordat zij haar besluit neemt.”.

    (2 bis)

    In artikel 18 wordt het volgende lid ingevoegd:

    „1 bis.     Wanneer een bevoegde autoriteit afwijkend van het oordeel van een andere bevoegde autoriteit besluit dat een derde land gelijkwaardig toezicht uitoefent, kan laatstgenoemde autoriteit de zaak onder de aandacht van het GCETA brengen dat overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA], van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAVB] en van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] kan handelen.”.

    (2 ter)

    Artikel 19, lid 2, komt als volgt te luiden:

    „2.     Onverminderd artikel 218, leden 1 en 2, van het VWEU onderzoekt de Commissie met de steun van het GCETA, het Europees Comité voor het bankwezen, het Europees Comité voor verzekeringen en bedrijfspensioenen en het Comité voor financiële conglomeraten het resultaat van de in lid 1 bedoelde onderhandelingen en de daaruit voortvloeiende situatie.”.

    (3)

    De titel van hoofdstuk III vóór artikel 20 wordt vervangen door:

    (4)

    In artikel 20, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door :

    „1.     De Commissie stelt bij wege van gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 21, 21 bis en 21 ter de aanpassingen vast die op de volgende gebieden in deze richtlijn dienen te worden aangebracht:

    (a)

    preciseren van de in artikel 2 vervatte definities om bij de toepassing van deze richtlijn rekening te houden met de ontwikkelingen op de financiële markten;

    (b)

    preciseren van de in artikel 2 vervatte definities teneinde een consequente harmonisatie en een eenvormige toepassing van deze richtlijn binnen de Unie te waarborgen;

    (c)

    aanpassen van de terminologie en van de verwoording van de definities van de richtlijn aan latere besluiten van de Unie inzake gereglementeerde entiteiten en aanverwante onderwerpen;

    (d)

    preciseren van de in bijlage I beschreven berekeningsmethoden om rekening te houden met de ontwikkelingen op de financiële markten en inzake prudentiële technieken;

    (e)

    coördineren van de overeenkomstig de artikelen 7 en 8 en bijlage II vastgestelde bepalingen om een consequente harmonisatie en een eenvormige toepassing in de Unie te bevorderen.”.

    (5)

    Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    lid 2 wordt vervangen door:

    „2.     De bevoegdheid om de in artikel 20 bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend gedurende een periode van vier jaar, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn. De Commissie stelt uiterlijk zes maanden voor het einde van de periode van vier jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt automatisch met dezelfde periode verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad de bevoegdheid intrekt overeenkomstig artikel 21 ter.”.

    (b)

    de volgende leden worden ingevoegd:

    „2 bis.     Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

    2 ter.     De aan de Commissie toegekende bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, is onderworpen aan de voorwaarden die worden gesteld in de artikelen 21 bis en 21 ter.”.

    (c)

    lid 3 wordt geschrapt.

    (d)

    lid 4 wordt vervangen door:

    „4.     Het GCETA kan algemene richtsnoeren verstrekken over de vraag of de regelingen inzake aanvullend toezicht van de bevoegde autoriteiten in derde landen naar verwachting de doelstellingen van het aanvullend toezicht zullen verwezenlijken zoals die in deze richtlijn zijn bepaald voor de gereglementeerde entiteiten in een financieel conglomeraat aan het hoofd waarvan een entiteit met hoofdkantoor buiten de Gemeenschap staat. Het GCETA werkt die richtsnoeren bij en houdt rekening met alle wijzigingen in het aanvullend toezicht dat door die bevoegde autoriteiten wordt uitgeoefend.”.

    (e)

    lid 5 wordt geschrapt.

    (6)

    De volgende artikelen worden ingevoegd:

    „Artikel 21 bis

    Intrekking van de bevoegdheidsdelegatie

    1.     De in artikel 20, lid 1, bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken.

    2.     De instelling die een interne procedure is begonnen om te besluiten of zij de bevoegdheidsdelegatie wenst in te trekken, beijvert zich om de andere instelling en de Commissie hiervan binnen een redelijke termijn voordat een definitief besluit wordt genomen, op de hoogte te stellen en geeft daarbij aan welke gedelegeerde bevoegdheden mogelijk worden ingetrokken.

    3.     Het besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de bevoegdheden die in dat besluit worden vermeld. Het besluit treedt onmiddellijk of op een latere datum die in het besluit wordt vermeld in werking. Het laat de geldigheid van de reeds in werking zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. Het besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 21 ter

    Bezwaar tegen gedelegeerde handelingen

    1.     Het Europees Parlement en de Raad kunnen tegen een gedelegeerde handeling bezwaar aantekenen binnen drie maanden na de datum van kennisgeving daarvan. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad kan deze termijn met drie maanden worden verlengd.

    2.     Indien noch het Europees Parlement noch de Raad bij het verstrijken van deze termijn bezwaar heeft aangetekend tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de daarin vermelde datum.

    De gedelegeerde handeling kan worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en vóór het verstrijken van de betrokken periode in werking treden indien het Europees Parlement en de Raad beide de Commissie hebben doen weten geen bezwaar te zullen aantekenen.

    3.     Indien het Europees Parlement of de Raad bezwaar aantekent tegen de gedelegeerde handeling, treedt deze niet in werking. Overeenkomstig artikel 296 VWEU geeft de instelling die bezwaar aantekent aan om welke redenen zij dat doet.

    Artikel 21 quater

    Technische normen

    1.   Om een consequente harmonisatie en de eenvormige toepassing van deze richtlijn te garanderen, kunnen de Europese toezichthoudende autoriteiten, overeenkomstig artikel 42 van Verordening (EU) nr.…/2010 [EBA], van Verordening (EU) nr.…/2010 [EAVB], en van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] ▐:

    (a)

    voorstellen voor regelgevingsnormen opstellen met betrekking tot artikel 2, lid 11, om de toepassing van artikel 17 van Richtlijn 78/660/EEG van de Raad (23) in de context van deze richtlijn nader te bepalen;

    (b)

    voorstellen voor regelgevingsnormen opstellen met betrekking tot artikel 2, lid 17, om ▐ de procedures voor de aanwijzing van de „relevante bevoegde autoriteiten” vast te stellen of de desbetreffende criteria nader te bepalen ;

    (c)

    voorstellen voor regelgevingsnormen opstellen met betrekking tot artikel 3, lid 5, om ▐ de alternatieve parameters voor de identificatie van een financieel conglomeraat nader te bepalen ;

    (d)

    voorstellen voor uitvoeringsnormen opstellen met betrekking tot artikel 6, lid 2, om te zorgen voor een eenvormige toepassing van de in bijlage I, deel II, bedoelde berekeningsmethodes ▐, onverminderd artikel 6, lid 4;

    (e)

    voorstellen voor uitvoeringsnormen opstellen met betrekking tot artikel 7, lid 2, om te zorgen voor een eenvormige toepassing van de procedures voor het opnemen van elementen in het toepassingsgebied van de definitie van onder superviserende controle staande „risicoconcentraties” als bedoeld in de tweede alinea van dat artikel ;

    (f)

    voorstellen voor uitvoeringsnormen opstellen met betrekking tot artikel 8, lid 2, om te zorgen voor een eenvormige toepassing van de procedures voor het opnemen van elementen in het toepassingsgebied van de definitie van onder superviserende controle staande „intragroeptransacties” als bedoeld in de derde alinea van dat artikel ;

    2.    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in lid 1, onder (a), (b) en (c), bedoelde voorstellen voor regelgevingsnormen goed te keuren overeenkomstig de in de artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr.…/2010 [EBA], van Verordening (EU) nr.…/2010 [EAVB], en van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] bedoelde procedure. Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in lid 1, onder (d), (e) en (f), bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr.…/2010 [EBA], van Verordening (EU) nr.…/2010 [EAVB], en van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM]. ”.

    Artikel 3

    Wijzigingen in Richtlijn 2003/6/EG

    Richtlijn 2003/6/EG wordt als volgt gewijzigd:

    (-1)

    Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    punt 5 komt als volgt te luiden:

    „5.     „Gebruikelijke marktpraktijken”: praktijken die op een of meer financiële markten redelijkerwijs verwacht worden en aanvaard worden door de bevoegde autoriteit in overeenstemming met de normen die de Commissie heeft goedgekeurd overeenkomstig de procedure voor gedelegeerde handelingen zoals omschreven in de artikelen 17, 17 bis en 17 ter.

    De bij Verordening (EU) nr. …/2010 van het Europees Parlement en de Raad opgerichte Europese Autoriteit voor effecten en markten (EAEM) kan voorstellen voor technische uitvoeringsnormen opstellen om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de toepassing van de gedelegeerde handelingen die de Commissie overeenkomstig de eerste en derde alinea heeft goedgekeurd met betrekking tot gebruikelijke marktpraktijken.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de tweede alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM].”.

    (b)

    de tweede alinea komt als volgt te luiden:

    „Om met de ontwikkelingen op de financiële markten rekening te houden en een eenvormige toepassing van deze richtlijn in de Unie te garanderen, stelt de Commissie middels gedelegeerde handelingen maatregelen vast betreffende de punten 1, 2 en 3 van dit artikel. Deze maatregelen worden vastgesteld volgens de in de artikelen 17, 17 bis en 17 ter bedoelde procedure voor gedelegeerde handelingen.”.

    (-1 bis)

    Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    in lid 10 wordt de tweede alinea vervangen door:

    „Deze maatregelen worden vastgesteld volgens de in de artikelen 17, 17 bis en 17 ter bedoelde procedure voor gedelegeerde handelingen.”.

    (b)

    het volgende lid wordt toegevoegd:

    „10 bis.     De EAEM kan voorstellen voor technische uitvoeringsnormen opstellen om te zorgen voor een consequente harmonisering en eenvormige voorwaarden voor de toepassing van wettelijk bindende handelingen van de Unie die de Commissie overeenkomstig lid 10, eerste alinea, zesde streepje, goedkeurt.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM].”.

    (-1 ter)

    Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    de bestaande tekst wordt als lid 1 aangeduid en komt als volgt te luiden:

    „1.     De in deze richtlijn vervatte verbodsbepalingen zijn niet van toepassing op de handel in eigen aandelen in het kader van „terugkoop”-activiteiten, noch op stabilisatie van een financieel instrument, mits die handel geschiedt overeenkomstig de uitvoeringsmaatregelen. Deze maatregelen worden vastgesteld volgens de in de artikelen 17, 17 bis en 17 ter bedoelde procedure voor gedelegeerde handelingen.”;

    (b)

    het volgende lid wordt toegevoegd:

    „1 bis.     De EAEM kan voorstellen voor technische uitvoeringsnormen opstellen om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de toepassing van de gedelegeerde handelingen die de Commissie overeenkomstig lid 1 goedkeurt.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM].”.

    (-1 quater)

    Artikel 14, lid 4, wordt vervangen door:

    „(4)     De lidstaten verstrekken de EAEM jaarlijks geaggregeerde informatie over alle administratieve maatregelen en sancties die overeenkomstig de leden 1 en 2 zijn getroffen respectievelijk opgelegd.

    De bevoegde autoriteit deelt de EAEM tegelijkertijd alle sancties mee die overeenkomstig de eerste alinea openbaar zijn gemaakt. Wanneer een openbaar gemaakte sanctie betrekking heeft op een beleggingsonderneming waaraan overeenkomstig Richtlijn 2004/39/EG een vergunning is verleend, neemt de EAEM een verwijzing naar de openbaar gemaakte sanctie op in het register van beleggingsondernemingen dat op grond van artikel 5, lid 3, van Richtlijn 2004/39/EG is ingesteld.”.

    (-1 quinquies)

    Het volgende artikel wordt ingevoegd:

    „Artikel 15 bis

    1.     De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met de EAEM, overeenkomstig Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM].

    2.     De bevoegde autoriteiten verstrekken de EAEM overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] onverwijld alle informatie die zij nodig heeft voor de uitoefening van haar taken.”.

    (1)

    ▐ Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd :

    (a)

    lid 2, vierde alinea, komt als volgt te luiden:

    „Onverminderd het bepaalde in artikel 258 van het VWEU kan een bevoegde autoriteit waarvan een verzoek om inlichtingen niet binnen een redelijke termijn wordt gehonoreerd of waarvan een verzoek om inlichtingen wordt afgewezen, deze afwijzing of dit verzuim of binnen een redelijke termijn onder de aandacht brengen van de EAEM . In dat geval kan de EAEM handelen overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM], zulks onverminderd de in de tweede alinea bedoelde mogelijkheid om te weigeren aan een verzoek om inlichtingen gevolg te geven, en de mogelijkheid dat de EAEM in die gevallen overeenkomstig artikel 9 van die verordening handelt. ;

    (b)

    in lid 4 komt de vijfde alinea als volgt te luiden:

    „Onverminderd het bepaalde in artikel 258 van het VWEU kan een bevoegde autoriteit waarvan een verzoek om een onderzoek of een verzoek dat leden van haar personeel leden van het personeel van de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat vergezellen, niet binnen een redelijke termijn wordt gehonoreerd of wordt afgewezen, dit verzuim of deze afwijzing binnen een redelijke termijn onder de aandacht van de EAEM brengen. In dat geval kan de EAEM handelen overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM], zulks onverminderd de in artikel 16, lid 4, vierde alinea, bedoelde mogelijkheid om te weigeren aan een verzoek om inlichtingen gevolg te geven, en de mogelijkheid dat de EAEM in die gevallen overeenkomstig artikel 9 van die verordening handelt. ;

    (c)

    lid 5 wordt vervangen door:

    5.    Om ▐ eenvormige voorwaarden voor de toepassing van de leden 2 en 4 te geranderen, kan de EAEM voorstellen voor technische uitvoeringsnormen ontwikkelen inzake de procedures en de formulieren voor de uitwisseling van informatie en grensoverschrijdende inspecties als bedoeld in dit artikel .

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] .”.

    (1 bis)

    Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    lid 2 bis wordt vervangen door:

    „2 bis.     De bevoegdheid tot vaststelling van de gedelegeerde handelingen bedoeld in artikel 1, artikel 6, lid 10, artikel 8, artikel 14, lid 2, en artikel 16, lid 5, wordt aan de Commissie verleend voor een periode van vier jaar na de inwerkingtreding van deze verordening. De Commissie stelt uiterlijk zes maanden voor het einde van de periode van vier jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De delegatie van bevoegdheden wordt automatisch met perioden van eenzelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad die bevoegdheid intrekt overeenkomstig artikel 17 bis.”;

    (b)

    de volgende leden worden ingevoegd:

    „2 bis bis.     Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

    2 bis ter.     De aan de Commissie toegekende bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, is onderworpen aan de voorwaarden die worden gesteld in de artikelen 17 bis en 17 ter.”;

    (c)

    lid 3 wordt geschrapt.

    (1 ter)

    De volgende artikelen worden ingevoegd:

    „Artikel 17 bis

    Intrekking van de bevoegdheidsdelegatie

    1.     De in artikel 1, artikel 6, lid 10, artikel 8, artikel 14, lid 2, en artikel 16, lid 5, bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken.

    2.     De instelling die een interne procedure is begonnen om te besluiten of zij de bevoegdheidsdelegatie wenst in te trekken, beijvert zich om de andere instelling en de Commissie hiervan binnen een redelijke termijn voordat een definitief besluit wordt genomen, op de hoogte te stellen en geeft daarbij aan welke gedelegeerde bevoegdheden mogelijk worden ingetrokken.

    3.     Het besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de bevoegdheden die in dat besluit worden vermeld. Het besluit treedt onmiddellijk of op een latere datum die in het besluit wordt vermeld in werking. Het laat de geldigheid van de reeds in werking zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. Het besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 17 ter

    Bezwaar tegen gedelegeerde handelingen

    1.     Het Europees Parlement en de Raad kunnen tegen een gedelegeerde handeling bezwaar aantekenen binnen drie maanden na de datum van kennisgeving daarvan. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad kan deze termijn met drie maanden worden verlengd.

    2.     Indien noch het Europees Parlement noch de Raad bij het verstrijken van deze termijn bezwaar heeft aangetekend tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de daarin vermelde datum.

    De gedelegeerde handeling kan worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en vóór het verstrijken van de betrokken periode in werking treden indien het Europees Parlement en de Raad beide de Commissie hebben doen weten geen bezwaar te zullen aantekenen.

    3.     Indien het Europees Parlement of de Raad bezwaar aantekent tegen de gedelegeerde handeling, treedt deze niet in werking. Overeenkomstig artikel 296 VWEU geeft de instelling die bezwaar aantekent aan om welke redenen zij dat doet.”.

    Artikel 4

    Wijzigingen in Richtlijn 2003/41/EG

    Richtlijn 2003/41/EG wordt als volgt gewijzigd:

    (-1)

    Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    punt a) wordt vervangen door:

    „(a)

    de instelling door de bevoegde toezichthoudende instantie in een nationaal register is ingeschreven of over een vergunning beschikt; bij grensoverschrijdende activiteiten in de zin van artikel 20 worden daarbij ook de lidstaten waar de instelling werkzaam is, vermeld; deze gegevens worden meegedeeld aan de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EAVB), die ze publiceert op haar website;”;

    (b)

    lid 5 wordt vervangen door:

    „5.     Bij grensoverschrijdende activiteiten als bedoeld in artikel 20 worden de voorwaarden van bedrijfsvoering van de instelling onderworpen aan de voorafgaande verlening van een vergunning door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst. Wanneer een dergelijke vergunning wordt verstrekt, stelt de lidstaat de EAVB hiervan onverwijld in kennis.”.

    (1)

    Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    De bestaande tekst wordt genummerd als lid 1.

    (b)

    Het volgende lid ▐ wordt toegevoegd:

    „2.   De bij Verordening (EU) nr. …/2010 opgerichte EAVB kan voorstellen voor uitvoeringsnormen ontwikkelen inzake de formulieren en formaten voor de in lid 1, onder (c), punten (i) tot (vi), genoemde documenten .

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 .”.

    (1 bis)

    In artikel 14, lid 4, wordt de tweede alinea vervangen door:

    „Een eventueel besluit om activiteiten van een instelling te verbieden wordt nauwkeurig met redenen omkleed en de betrokken instelling wordt hiervan in kennis gesteld. Ook de EAVB wordt hiervan in kennis gesteld.”.

    (1 ter)

    In artikel 15, lid 6, wordt de eerste alinea vervangen door:

    „6.     Met het oog op een verdere harmonisatie van de voorschriften voor de berekening van de technische voorzieningen die gerechtvaardigd kunnen worden - met name de rentepercentages en andere hypotheses die van invloed zijn op de hoogte van de technische voorzieningen - brengt de Commissie, gebruik makend van advies van de EAVB, om de twee jaar of op verzoek van een lidstaat verslag uit over de situatie met betrekking tot de ontwikkeling van de grensoverschrijdende activiteiten.”.

    (2)

    In artikel 20 wordt het volgende lid ▐ toegevoegd:

    „11.   ▐ De lidstaten stellen de EAVB in kennis van hun nationale voorzieningen van prudentiële aard die relevant zijn voor het gebied van bedrijfspensioenregelingen die niet vallen onder de verwijzing naar nationale sociale en arbeidswetgeving als bedoeld in lid 1. ▐

    De lidstaten actualiseren die informatie regelmatig en ten minste om de twee jaar en de EAVB maakt deze informatie beschikbaar op haar website.

    Om de eenvormige toepassing van dit lid te garanderen, stelt de EAVB voorstellen voor technische uitvoeringsnormennormen op inzake de procedures die de bevoegde autoriteiten van de lidstaten moeten volgen en de formulieren en templates die zij moeten gebruiken bij het bijwerken van relevante informatie en het toezenden ervan aan de EAVB. De Autoriteit legt deze voorstellen voor technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAVB] ▐.”.

    (2 bis)

    Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    De titel komt als volgt te luiden:

    (b)

    Het volgende lid wordt ingevoegd:

    „2 bis.     De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met de EAVB, overeenkomstig Verordening (EU) nr. …/2010 [EAVB].

    De bevoegde autoriteiten verstrekken de EAEM onverwijld alle informatie die zij nodig heeft voor de uitoefening van haar taken uit hoofde van deze richtlijn en van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAVB], overeenkomstig artikel 20 van die verordening.”.

    (c)

    Lid 3 wordt vervangen door:

    „3.     Elke lidstaat brengt de Commissie en de EAVB op de hoogte van belangrijke moeilijkheden die het gevolg zijn van de toepassing van deze richtlijn.

    De Commissie, de EAVB en de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten onderzoeken deze moeilijkheden zo spoedig mogelijk ten einde een afdoende oplossing te vinden.”.

    Artikel 5

    Wijzigingen in Richtlijn 2003/71/EG

    Richtlijn 2003/71/EG wordt als volgt gewijzigd:

    (-1)

    In artikel 4 wordt het volgende lid ingevoegd:

    „3 bis.     Om een consequente harmonisatie van deze richtlijn te garanderen, kan de Europese Autoriteit voor effecten en markten (EAEM) voorstellen voor technische regelgevingsnormen ontwikkelen om de uitzonderingen betreffende lid 1, letters (a), (d) en (e), en lid 2, letters (a), (b), (e), (f), (g) en (h) nader te bepalen.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde voorstellen voor technische regelgevingsnormen goed te keuren overeenkomstig de artikelen 7 bis tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM].”.

    (-1 bis)

    Aan artikel 5, lid 2, worden de volgende alinea’s toegevoegd:

    „Om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de toepassing van deze richtlijn, ontwikkelt de EAEM voorstellen voor technische uitvoeringsnormen, ten einde een eenvormige toepassing te garanderen van de gedelegeerde handelingen die de Commissie overeenkomstig lid 5 goedkeurt met betrekking tot een uniform template voor de presentatie van de samenvatting, en om beleggers in staat te stellen de betrokken effecten te vergelijken met andere relevante producten.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM].”.

    (-1 ter)

    Aan artikel 7 wordt het volgende lid toegevoegd:

    „3 bis.     De EAEM kan voorstellen voor technische uitvoeringsnormen opstellen om te zorgen voor een eenvormige toepassing van de gedelegeerde handelingen die de Commissie overeenkomstig lid 1 goedkeurt.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM].”.

    (1)

    In artikel 8 wordt het volgende lid ▐ toegevoegd:

    „5.    De EAEM kan voorstellen voor technische uitvoeringsnormen opstellen om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de toepassing van de gedelegeerde handelingen die de Commissie overeenkomstig lid 4 goedkeurt . De Autoriteit legt die voorstellen voor technische normen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] .”.

    (2)

    Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    Aan lid 2 wordt de volgende alinea toegevoegd:

    „De bevoegde autoriteit brengt de EAEM op de hoogte van de goedkeuring van het prospectus en het supplement daarop , op hetzelfde moment dat deze goedkeuring wordt meegedeeld aan , naargelang het geval, de uitgevende instelling , de aanbieder of de persoon die heeft verzocht om toelating tot de handel op een gereglementeerde markt ▐. De bevoegde autoriteiten brengen tegelijkertijd de EAEM op de hoogte en bezorgen haar een exemplaar van het betrokken prospectus en het supplement daarop.”.

    (b)

    Lid 5 wordt vervangen door:

    „5.   De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst kan de goedkeuring van een prospectus overdragen aan de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat, mits dit vooraf aan de EAEM wordt gemeld en de bevoegde autoriteit daarin toestemt. De uitgevende instelling, aanbieder of aanvrager van de toelating tot de handel wordt binnen de drie werkdagen te rekenen vanaf de datum van het besluit van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van deze overdracht in kennis gesteld. De in lid 2 vastgestelde termijn begint te lopen vanaf dezelfde datum. Artikel 13, lid 3, van Verordening(EU) nr. …/2010 [EAEM] is niet van toepassing op de overdracht van de goedkeuring van het prospectus overeenkomstig dit lid.

    Om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de toepassing van deze richtlijn en de communicatie tussen de toezichthouders en met de EAEM te vergemakkelijken, kan de EAEM voorstellen voor technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van standaardformulieren, templates en procedures voor de in dit lid bedoelde kennisgevingen.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de tweede alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM].”.

    (3)

    Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd :

    (a)

    Lid 1 wordt vervangen door:

    „1.     Na goedkeuring wordt het prospectus gedeponeerd bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst en is via de bevoegde autoriteit toegankelijk voor de EAEM en wordt door de uitgevende instelling, aanbieder of aanvrager van de toelating tot de handel voor het publiek beschikbaar gesteld zodra dit doenlijk is en in elk geval op een redelijk tijdstip voorafgaand aan en uiterlijk bij de aanvang van de aanbieding of de toelating van de betrokken effecten tot de handel op een gereglementeerde markt. Daarenboven moet, in het geval van een eerste openbare aanbieding van een categorie van aandelen die nog niet tot de handel op een gereglementeerde markt is toegelaten en die voor de eerste keer tot de handel moet worden toegelaten, het prospectus ten minste zes werkdagen voor het einde van de aanbieding ter beschikking worden gesteld.”.

    (b)

    Het volgende lid ▐ wordt ingevoegd:

    „4 bis.   De EAEM publiceert op haar website de lijst van overeenkomstig artikel 13 goedgekeurde prospectussen, met inbegrip van, waar van toepassing, een hyperlink naar het prospectus dat gepubliceerd is op de website van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst, op de website van de uitgevende instelling, of op de website van de gereglementeerde markt. De gepubliceerde lijst wordt actueel gehouden en elke vermelding blijft op de website staan voor een periode van ten minste 12 maanden.”.

    (4)

    In artikel 16 wordt het volgende lid ▐ toegevoegd:

    „3.   Teneinde te zorgen voor een consequente harmonisatie, de voorschriften van dit artikel nader te bepalen en rekening te houden met de technische ontwikkelingen van de financiële markten, stelt de EAEM voorstellen voor technische regelgevingsnormen op, waarin is bepaald in welke situaties een belangrijke nieuwe factor, een materiële fout of een onnauwkeurigheid met betrekking tot de in het prospectus opgenomen informatie vereist dat een supplement op het prospectus wordt bekendgemaakt ; de EAEM legt die voorstellen voor technische regelgevingsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de in de artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] bedoelde procedure goed te keuren ”.

    (5)

    Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd :

    (a)

    Lid 1 komt als volgt te luiden:

    „1.   Wanneer in één of meer lidstaten of in een lidstaat die niet de lidstaat van herkomst is, een aanbieding van effecten aan het publiek of een aanvraag voor de toelating van effecten tot de handel op een gereglementeerde markt wordt gepland, zijn, onverminderd het bepaalde in artikel 23, het door de lidstaat van herkomst goedgekeurde prospectus en alle documenten ter aanvulling van dat prospectus in een willekeurig aantal lidstaten van ontvangst geldig voor een openbare aanbieding of voor een toelating van de betrokken effecten tot de handel op een gereglementeerde markt, op voorwaarde dat de EAEM en de bevoegde autoriteit van iedere lidstaat van ontvangst overeenkomstig artikel 18 een kennisgeving ontvangt. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst starten geen administratieve of goedkeuringsprocedures voor prospectussen.”.

    (b)

    Lid 2 komt als volgt te luiden:

    „2.     Indien er na de goedkeuring van het prospectus belangrijke nieuwe factoren, materiële fouten of onnauwkeurigheden zoals bedoeld in artikel 16 aan het licht komen, verlangt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst de publicatie van een document ter aanvulling van het prospectus dat conform artikel 13, lid 1, moet worden goedgekeurd. De EAEM en de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst meedelen dat nieuwe informatie vereist is.”.

    (6)

    In artikel 18 wordt de volgende leden ▐ toegevoegd:

    „3.   De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst brengt de EAEM op de hoogte van het certificaat van goedkeuring van het prospectus, op hetzelfde moment waarop het wordt gemeld aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst.

    De EAEM en de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst publiceren op hun website de overeenkomstig dit artikel gemelde lijst van certificaten van goedkeuring van prospectussen (met inbegrip van, waar van toepassing, de supplementen daarop) alsook, waar van toepassing, een hyperlink naar deze vermeldingen die gepubliceerd worden op de website van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst, op de website van de uitgevende instelling of op de website van de gereglementeerde markt. De gepubliceerde lijst wordt actueel gehouden en elke vermelding blijft op de websites staan voor een periode van ten minste 12 maanden.

    4.   Om te zorgen voor een eenvormige toepassing van deze richtlijn en rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten, kan de EAEM voorstellen voor uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor kennisgeving van het certificaat van goedkeuring, het exemplaar van het prospectus, de vertaling van de samenvatting en eventuele supplementen op het prospectus.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] ▐.”.

    (7)

    Artikel 21 ▐ wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    de volgende leden worden ingevoegd:

    „1 bis.     De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met de EAEM, overeenkomstig Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM].

    1 ter.     De bevoegde autoriteiten verstrekken de EAEM overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] onverwijld alle informatie die zij nodig heeft voor de uitoefening van haar taken.”.

    (b)

    In lid 2 wordt de derde alinea vervangen door:

    „De lidstaten stellen de Commissie, de EAEM en de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten in kennis van alle met het oog op de delegatie van taken getroffen regelingen, inclusief de precieze voorwaarden voor het delegeren van taken.”

    (c)

    In lid 4 wordt de volgende alinea toegevoegd:

    „De Autoriteit kan deelnemen aan de onder (d) bedoelde inspecties ter plaatse die gezamenlijk worden uitgevoerd door twee of meer bevoegde autoriteiten.”.

    (8)

    Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    Lid 3 komt als volgt te luiden:

    „3.   Lid 1 belet niet dat tussen de bevoegde autoriteiten uitwisseling van vertrouwelijke informatie plaatsvindt of dat vertrouwelijke informatie wordt bezorgd aan de EAEM of het Europees Comité voor systeemrisico’s , behoudens de beperkingen met betrekking tot bedrijfsspecifieke informatie en gevolgen voor derde landen, zoals bepaald in respectievelijk Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] en Verordening (EU) nr. …/2010 [ECSR] . De tussen de bevoegde autoriteiten en de EAEM of het Europees Comité voor systeemrisico’s uitgewisselde informatie is gebonden aan het beroepsgeheim, waaraan personen die tewerkgesteld zijn of waren bij de bevoegde autoriteiten die de informatie ontvangen, gebonden zijn.”.

    (b)

    Het volgende lid ▐ wordt toegevoegd:

    „4.   Teneinde te zorgen voor een consequente harmonisatie van dit artikel en rekening te houden met de technische ontwikkelingen van de financiële markten, stelt de EAEM voorstellen voor regelgevingsnormen op om nader te bepalen welke informatie op grond van lid 2 vereist is .

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de in de artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] bedoelde procedure goed te keuren .”.

    (8 bis)

    Artikel 23 wordt vervangen door:

    „Artikel 23

    Conservatoire maatregelen

    1.     Wanneer de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst tot de bevinding komt dat de uitgevende instelling of de financiële instellingen die met de procedures voor de openbare aanbieding zijn belast, onregelmatigheden hebben begaan, dan wel dat de uitgevende instelling haar verplichtingen die voortvloeien uit het feit dat haar effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, niet is nagekomen, stelt zij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst en de EAEM van deze bevindingen in kennis.

    2.     Wanneer de uitgevende instelling of de financiële instellingen die met de procedures voor de openbare aanbieding zijn belast, in weerwil van de door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst getroffen maatregelen, of omdat deze maatregelen ontoereikend zijn, inbreuk blijven plegen op de desbetreffende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, neemt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst, na de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst en de EAEM daarvan in kennis te hebben gesteld, alle passende maatregelen ter bescherming van de beleggers en stelt de Commissie en de EAEM daarvan zo spoedig mogelijk op de hoogte.”.

    Artikel 6

    Wijzigingen in Richtlijn 2004/39/EG

    Richtlijn 2004/39/EG wordt als volgt gewijzigd:

    (-1)

    Artikel 2, lid 3, komt als volgt te luiden:

    „3.     Om met de ontwikkelingen op de financiële markten rekening te houden en om een eenvormige toepassing van deze richtlijn te garanderen, stelt de Commissie, bij wege van gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 64, 64 bis en 64 ter, met betrekking tot de in letter (c), onder (i), en letter (k) vermelde vrijstellingen de criteria vast aan de hand waarvan wordt vastgesteld wanneer een activiteit is aan te merken als een nevenactiviteit van het hoofdbedrijf op groepsniveau, en wanneer een dienst als incidentele activiteit wordt verricht.”.

    (-1 bis)

    Artikel 4, lid 2, komt als volgt te luiden:

    „2.     Om met de ontwikkelingen op de financiële markten rekening te houden en een eenvormige toepassing van deze richtlijn te garanderen, verduidelijkt de Commissie middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 64, 64 bis en 64 ter, de in lid 1 van dit artikel vervatte definities.”.

    (1)

    Artikel 5, lid 3, komt als volgt te luiden:

    „3.   De lidstaten schrijven alle beleggingsondernemingen in . Het register is toegankelijk voor het publiek en bevat informatie over de diensten of activiteiten die de beleggingsonderneming op grond van haar vergunning mag verrichten. Het register wordt regelmatig bijgewerkt. Elke toekenning van een vergunning wordt ter kennis van de Europese Autoriteit voor effecten en markten gebracht.

    De EAEM stelt een lijst op van alle beleggingsondernemingen in de Unie . De lijst bevat informatie over de diensten of activiteiten die de beleggingsonderneming op grond van haar vergunning mag verrichten, en wordt regelmatig geactualiseerd. De EAEM publiceert deze lijst op haar website en houdt deze actueel.

    Wanneer een bevoegde autoriteit een vergunning heeft ingetrokken overeenkomstig artikel 8, onder b) tot en met d), wordt de intrekking gedurende een periode van vijf jaar bekendgemaakt op de lijst. ”.

    (2)

    In artikel 7 wordt het volgende lid ▐ toegevoegd:

    „4.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel en van artikel 9, leden 2 tot en met 4, artikel 10, leden 1 en 2, en artikel 12 te garanderen, ontwikkelt de EAEM voorstellen voor regelgevingsnormen :

    (a)

    ter specificatie van de informatie die aan de bevoegde autoriteiten moet worden verstrekt overeenkomstig artikel 7, lid 2, inclusief het programma van werkzaamheden;

    (b)

    ter specificatie van de voorschriften die van toepassing zijn op de leiding van beleggingsondernemingen in de zin van artikel 9, lid 4, en de informatie in de in artikel 9, lid 2, bedoelde kennisgevingen;

    (c)

    ter specificatie van de voorschriften die van toepassing zijn op de aandeelhouders en vennoten met gekwalificeerde deelnemingen, alsook de belemmeringen voor de effectieve uitoefening van de toezichthoudende taken van de bevoegde autoriteit, als omschreven in artikel 10, leden 1 en 2.

    De Autoriteit legt de onder (a) en (b) bedoelde voorstellen voor technische regelgevingsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de onder (a), (b) en (c) bedoelde voorstellen voor technische regelgevingsnormen overeenkomstig de artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 goed te keuren.

    Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van artikel 7, lid 2, en artikel 9, lid 2, te garanderen, kan de EAEM voorstellen voor technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de in die artikelen bedoelde kennisgeving of informatieverstrekking.

    De Autoriteit legt de in de vierde alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de vierde alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010.”.

    (2 bis)

    Aan artikel 8 wordt het volgende lid toegevoegd:

    „Elke intrekking van een vergunning wordt ter kennis van de EAEM gebracht.”

    (3)

    Aan artikel 10 wordt het volgende lid ▐ toegevoegd:

    „8.   „Om de consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, ontwikkelt de EAEM voorstellen voor regelgevingsnormen ter vaststelling van een uitputtende lijst van de informatie, als bedoeld in lid 4, die kandidaat-verwervers in hun kennisgeving moeten opnemen, onverminderd artikel 10 bis, lid 2.

    De Autoriteit legt die voorstellen voor technische regelgevingsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde voorstellen voor regelgevingsnormen overeenkomstig de artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 goed te keuren.

    Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van de artikelen 10, 10 bis en 10 ter te garanderen, ontwikkelt de EAEM voorstellen voor technische uitvoeringsnormen met het oog op de vaststelling van standaardformulieren, templates en procedures voor de modaliteiten van het overlegproces tussen de relevante bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 10, lid 4.

    De Autoriteit legt die voorstellen voor technische normen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] ▐.”.

    (3 bis)

    In artikel 10 ter, lid 1, wordt de tweede alinea vervangen door:

    „Om rekening te houden met de ontwikkelingen op de financiële markten en om te zorgen voor een eenvormige toepassing van deze richtlijn, stelt de Commissie middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 64, 64 bis en 64 ter, maatregelen vast waarbij de in de eerste alinea van dit lid vastgestelde criteria worden aangepast.”.

    (3 ter)

    Artikel 13, lid 10, komt als volgt te luiden:

    „Om met de ontwikkelingen op de financiële markten rekening te houden en om een eenvormige toepassing van de leden 2 tot 9 te garanderen, stelt de Commissie bij wege van gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 64, 64 bis en 64 ter maatregelen vast die de concrete organisatorische eisen specificeren welke moeten worden opgelegd aan beleggingsondernemingen die verschillende beleggingsdiensten en/of beleggingsactiviteiten en nevendiensten of combinaties daarvan verrichten.”.

    (3 quater)

    Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    lid 1 wordt vervangen door:

    „1.     De lidstaten stellen de Commissie en de EAEM in kennis van de algemene moeilijkheden die hun beleggingsondernemingen ondervinden bij vestiging of het verrichten van beleggingsdiensten en/of -activiteiten in derde landen.”;

    (b)

    lid 2 wordt vervangen door:

    „2.     Indien de Commissie op grond van de in lid 1 bedoelde informatie vaststelt dat een derde land de beleggingsondernemingen uit de Unie geen daadwerkelijke toegang tot de markt verleent die vergelijkbaar is met die welke de Unie toekent aan beleggingsondernemingen uit dat derde land, doet zij, rekening houdend met de richtsnoeren van de EAEM, aan de Raad voorstellen om een passend onderhandelingsmandaat te verkrijgen teneinde voor de beleggingsondernemingen uit de Unie vergelijkbare concurrentiemogelijkheden te verkrijgen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

    Het Europees Parlement wordt onverwijld en volledig op de hoogte gebracht in alle fasen van de procedure overeenkomstig artikel 217 van het VEU.

    De Autoriteit staat de Commissie met het oog de uitvoering van dit artikel bij.”.

    (3 quinquies)

    Aan artikel 16, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:

    „De Europese Autoriteit voor effecten en markten kan richtsnoeren ontwikkelen met betrekking tot het in dit artikel bedoelde toezicht.”

    (3 sexies)

    De inleidende formule van artikel 18, lid 3, eerste alinea, komt als volgt te luiden:

    „3.     Om met de ontwikkelingen op de financiële markten rekening te houden en een consequente harmonisatie en een uniforme toepassing van de leden 1 en 2 te garanderen, stelt de Commissie middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 64, 64 bis en 64 ter maatregelen vast om:”.

    (3 septies)

    In artikel 19, lid 6, wordt het eerste streepje vervangen door:

    „–

    bovenbedoelde diensten houden verband met tot de handel op een gereglementeerde markt of op een gelijkwaardige markt van een derde land toegelaten aandelen, geldmarktinstrumenten, obligaties of andere schuldinstrumenten (met uitzondering van obligaties of andere schuldinstrumenten die een afgeleid instrument behelzen), icbe's en andere niet-complexe financiële instrumenten. De markt van een derde land wordt geacht gelijkwaardig aan een gereglementeerde markt te zijn als hij voldoet aan voorschriften die gelijkwaardig zijn aan de voorschriften in Titel III. De Commissie en de EAEM publiceren op hun website een lijst van de markten die als gelijkwaardig moeten worden aangemerkt. Deze lijst wordt periodiek bijgewerkt. De EAEM staat de Commissie bij in de beoordeling van de markten van derde landen.”.

    (3 octies)

    De inleidende formule van artikel 19, lid 10, eerste alinea, komt als volgt te luiden:

    „10.     Om beleggers afdoende bescherming te bieden en een eenvormige toepassing van de leden 1 tot en met 8 te garanderen, stelt de Commissie er bij wege van gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 64, 64 bis en 64 ter maatregelen vast om ervoor te zorgen dat beleggingsondernemingen de daarin neergelegde beginselen in acht nemen wanneer zij beleggingsdiensten of nevendiensten voor hun cliënten verrichten. In deze maatregelen wordt rekening gehouden met het volgende:”.

    (3 nonies)

    De inleidende formule van artikel 21, lid 6, eerste alinea, komt als volgt te luiden:

    „6.     Om de beleggers afdoende bescherming te bieden, de goede en ordelijke werking van de markten te waarborgen en een eenvormige toepassing van de leden 1, 3 en 4 te garanderen, stelt de Commissie middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 64, 64 bis en 64 ter maatregelen vast betreffende:”.

    (3 decies)

    De inleidende formule van artikel 22, lid 3, eerste alinea, komt als volgt te luiden:

    „3.     Om te waarborgen dat in de maatregelen ter bescherming van de beleggers en voor een billijke en ordelijke werking van de markten rekening wordt gehouden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten en om een eenvormige toepassing van de leden 1 en 2 te garanderen, neemt de Commissie middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 64, 64 bis en 64 ter maatregelen ter bepaling van:”.

    (3 undecies)

    In artikel 23, lid 3, wordt de eerste alinea vervangen door:

    „3.     De lidstaten die besluiten beleggingsondernemingen toe te staan om verbonden agenten aan te wijzen, leggen een openbaar register aan. Verbonden agenten worden ingeschreven in het openbaar register in de lidstaat waar zij gevestigd zijn. De EAEM publiceert op haar website verwijzingen/hyperlinks naar de openbare registers die uit hoofde van dit artikel zijn aangelegd door de lidstaten die besluiten beleggingsondernemingen toe te staan om verbonden agenten aan te wijzen.”.

    (3 duodecies)

    De inleidende formule van artikel 24, lid 5, eerste alinea, komt als volgt te luiden:

    „5.     Om een consequente harmonisatie en de eenvormige toepassing van de leden 2, 3 en 4 in het licht van de veranderende marktpraktijken te garanderen en de goede werking van de interne markt te bevorderen, omschrijft de Commissie bij wege van gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 64, 64 bis en 64 ter:”.

    (3 terdecies)

    Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    lid 1 wordt vervangen door:

    „1.     Onverminderd de verdeling van de verantwoordelijkheden voor het doen naleven van de bepalingen van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake handel met voorwetenschap en marktmanipulatie (marktmisbruik) zorgen de lidstaten, die worden gecoördineerd door de EAEM overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM], ervoor dat passende maatregelen zijn getroffen om de bevoegde autoriteit in staat te stellen toe te zien op de werkzaamheden van beleggingsondernemingen om te garanderen dat deze optreden op loyale, billijke en professionele wijze en op een manier die bevorderlijk is voor de integriteit van de markt.”.

    (b)

    lid 2 wordt vervangen door:

    „2.     De lidstaten schrijven voor dat beleggingsondernemingen alle relevante gegevens over de door hen verrichte transacties in financiële instrumenten gedurende ten minste vijf jaar ter beschikking van de bevoegde autoriteit moeten houden, ongeacht of deze transacties voor eigen rekening dan wel voor rekening van een cliënt zijn verricht. In het geval van transacties voor rekening van cliënten omvatten de bijgehouden gegevens alle informatie en bijzonderheden over de identiteit van de cliënt en alle informatie die moet worden verstrekt op grond van Richtlijn 91/308/EEG van de Raad van 10 juni 1991 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld.

    De EAEM kan om toegang tot die informatie verzoeken overeenkomstig de in artikel 20 van Verordening (EU) nr. …/2010 vermelde procedure en voorwaarden.”

    (c)

    lid 7 wordt vervangen door:

    „7.     Om ervoor te zorgen dat de maatregelen ter bescherming van de marktintegriteit worden aangepast om rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten en om een consequente harmonisatie en de eenvormige toepassing van de leden 1 tot en met 5 te garanderen, bepaalt de Commissie middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 64, 64 bis en 64 ter de methoden en regelingen voor het melden van financiële transacties, de vorm en inhoud van deze meldingen, en de criteria aan de hand waarvan wordt vastgesteld of een markt relevant is in de zin van lid 3.”.

    (3 quaterdecies)

    Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    lid 2 wordt vervangen door:

    „2.     De bevoegde autoriteit van de in termen van liquiditeit voor elk aandeel meest relevante markt, zoals bepaald in artikel 25, bepaalt tenminste eenmaal per jaar, op basis van de rekenkundige gemiddelde waarde van de orders die op de markt voor dat aandeel zijn uitgevoerd, tot welke aandelenklasse het behoort. Deze informatie wordt voor alle marktdeelnemers openbaar gemaakt en doorgegeven aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten. De Europese Autoriteit voor effecten en markten publiceert deze informatie op haar website.”;

    (b)

    de inleidende formule van lid 7, eerste alinea, komt als volgt te luiden:

    „7.     Om te garanderen dat de leden 1 tot 6 eenvormig worden toegepast op een wijze die bevorderlijk is voor de efficiënte waardebepaling van aandelen en die beleggingsondernemingen de beste kansen biedt om de voordeligste voorwaarden voor hun cliënten te bedingen, stelt de Commissie bij wege van gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 64, 64 bis en 64 ter maatregelen vast die:”.

    (3 quindecies)

    De inleidende formule van artikel 28, lid 3, eerste alinea, komt als volgt te luiden:

    „3.     Om de transparante en ordelijke werking van de markten alsmede de eenvormige toepassing van lid 1 te garanderen, stelt de Commissie bij wege van gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 64, 64 bis en 64 ter maatregelen vast die:”.

    (3 sexdecies)

    De inleidende formule van artikel 29, lid 3, eerste alinea, komt als volgt te luiden:

    „3.     Om de eenvormige toepassing van de leden 1 en 2 te garanderen, stelt de Commissie bij wege van gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 64, 64 bis en 64 ter maatregelen vast betreffende:”.

    (3 septdecies)

    De inleidende formule van artikel 30, lid 3, eerste alinea, komt als volgt te luiden:

    „3.     Om de goede en ordelijke werking van de financiële markten te waarborgen en de eenvormige toepassing van de leden 1 en 2 te garanderen, stelt de Commissie bij wege van gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 64, 64 bis en 64 ter maatregelen vast betreffende:”

    (4)

    ▐ Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    in lid 2 wordt de tweede alinea vervangen door:

    „Ingeval de beleggingsonderneming voornemens is gebruik te maken van verbonden agenten deelt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de beleggingsonderneming, op verzoek van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst, binnen een redelijke termijn de identiteitsgegevens mee van de verbonden agenten die de beleggingsonderneming voornemens is in die lidstaat te gebruiken. De lidstaat van ontvangst kan die informatie openbaar maken. De Europese Autoriteit voor effecten en markten kan om toegang tot die informatie verzoeken overeenkomstig de in artikel 20 van Verordening (EU) nr. …/2010 vermelde procedure en voorwaarden.”.

    (b)

    het volgende lid 7 wordt toegevoegd:

    „7.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen ▐, kan de EAEM voorstellen voor regelgevingsnormen ontwikkelen met het oog op de specificering van de informatie die overeenkomstig de leden 2, 4 en ▐ 6 moet worden verstrekt .

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde voorstellen voor regelgevingsnormen overeenkomstig de artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] goed te keuren .

    Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel te garanderen, kan de EAEM voorstellen voor technische uitvoeringsnormen ontwikkelen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de overzending van de informatie overeenkomstig de leden 3, 4 en 6.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010. ”.

    (5)

    Aan artikel 32 wordt het volgende lid ▐ toegevoegd:

    „10.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen ▐, kan de EAEM voorstellen voor regelgevingsnormen ontwikkelen met het oog op de specificering van de informatie die overeenkomstig de leden 2, 4 en ▐ 9 moet worden verstrekt .

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde voorstellen voor regelgevingsnormen overeenkomstig de artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 goed te keuren.

    Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel te garanderen, kan de EAEM voorstellen voor technische uitvoeringsnormen ontwikkelen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de overzending van de informatie overeenkomstig de leden 3 en 9.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 .”. ▐”.

    (5 bis)

    Aan artikel 36 wordt het volgende lid toegevoegd:

    „5 bis.     Elke intrekking van een vergunning wordt ter kennis van de EAEM gebracht.”.

    (5 ter)

    Aan artikel 39 wordt het volgende lid toegevoegd:

    „1 bis.     Om met de ontwikkelingen op de financiële en markten rekening te houden en een consequente harmonisering alsmede eenvormige toepassing van dit artikel te garanderen, ontwikkelt de EAEM voorstellen voor technische uitvoeringsnormen ter bepaling van de toepassingsvoorwaarden van het bepaalde onder (d). De Autoriteit legt die voorstellen voor technische normen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010.”.

    (5 quater)

    De inleidende formule van artikel 40, lid 6, eerste alinea, komt als volgt te luiden:

    „6.     Om een consequente harmonisering en een eenvormige toepassing van de leden 1 tot 5 te garanderen, stelt de Commissie middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 64, 64 bis en 64 ter maatregelen vast:”.

    (5 quinquies)

    Artikel 41, lid 2, komt als volgt te luiden:

    „2.     Een bevoegde autoriteit die om opschorting van de handel in een financieel instrument of uitsluiting van een financieel instrument van de handel op één of meer gereglementeerde markten verzoekt, maakt haar beslissing onmiddellijk openbaar en stelt de Europese Autoriteit voor effecten en markten en de bevoegde autoriteiten van de overige lidstaten daarvan in kennis. Tenzij zulks de belangen van de beleggers of de ordelijke werking van de interne markt aanzienlijk zou kunnen schaden, verzoeken de bevoegde autoriteiten van de overige lidstaten om opschorting van de handel in dat financieel instrument of de uitsluiting van dat financieel instrument van de handel op de onder hun toezicht staande gereglementeerde markten en MTF's.”.

    (5 sexies)

    Artikel 42 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    in lid 6 wordt de tweede alinea vervangen door:

    „De gereglementeerde markt deelt aan de bevoegde autoriteit van zijn lidstaat van herkomst mee in welke lidstaat hij voornemens is dergelijke voorzieningen te treffen. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst deelt deze informatie binnen een maand mee aan de lidstaat waar de gereglementeerde markt voornemens is dergelijke voorzieningen te treffen. De EAEM kan om toegang tot die informatie verzoeken overeenkomstig de in artikel 20 van Verordening (EU) nr. …/2010 vermelde procedure en voorwaarden.”;

    (b)

    het volgende lid wordt toegevoegd:

    „7 bis.     Om met de ontwikkelingen op de financiële en markten rekening te houden en een consequente harmonisering alsmede eenvormige toepassing van dit artikel te garanderen, ontwikkelt de EAEM voorstellen voor technische normen ter bepaling van de toepassingsvoorwaarden van het bepaalde in lid 1. De Autoriteit legt deze voorstellen voor technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010.”.

    (5 septies)

    De inleidende formule van artikel 44, lid 3, eerste alinea, komt als volgt te luiden:

    „3.     Om met de ontwikkelingen op de financiële markten rekening te houden en een consequente harmonisatie en een eenvormige toepassing van de leden 1 en 2 te garanderen, stelt de Commissie middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 64, 64 bis en 64 ter maatregelen vast betreffende:”.

    (5 octies)

    De inleidende formule van artikel 45, lid 3, eerste alinea, komt als volgt te luiden:

    „3.     Om de goede en ordelijke werking van de financiële markten te waarborgen, rekening te houden met de ontwikkelingen op de financiële markten en een consequente harmonisatie en een eenvormige toepassing van dit artikel te garanderen, stelt de Commissie bij wege van gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 64, 64 bis en 64 ter maatregelen vast betreffende:”.

    (6)

    Artikel 47 wordt vervangen door:

    „Artikel 47

    Lijst van gereglementeerde markten

    Elke lidstaat stelt de lijst op van de gereglementeerde markten waarvan hij de lidstaat van herkomst is en deelt deze lijst mede aan de overige lidstaten en aan de EAEM . Elke wijziging van deze lijst wordt op dezelfde wijze medegedeeld. De EAEM publiceert een lijst van alle gereglementeerde markten op haar website en houdt deze actueel.”.

    (7)

    Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    Lid 1 komt als volgt te luiden:

    „1.   Elke lidstaat wijst de bevoegde autoriteiten aan die elk van de in deze richtlijn bepaalde taken moeten uitvoeren. De lidstaten delen de Commissie, de EAEM en de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten mee welke bevoegde autoriteit verantwoordelijk is voor de vervulling van elk van deze taken, met vermelding van eventuele splitsingen van taken.”.

    (b)

    In lid 2 wordt de derde alinea vervangen door:

    „De lidstaten stellen de Commissie, de EAEM en de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten in kennis van alle met het oog op de delegatie van taken getroffen regelingen, inclusief de precieze voorwaarden voor het delegeren van taken.”.

    (c)

    Lid 3 komt als volgt te luiden:

    „3.   De EAEM publiceert een lijst van de in de leden 1 en 2 bedoelde bevoegde autoriteiten op haar website en houdt deze actueel.”.

    (7 bis)

    In artikel 51 worden de volgende leden ingevoegd:

    „De lidstaten verstrekken de Europese Autoriteit voor effecten en markten jaarlijks geaggregeerde informatie over alle administratieve maatregelen en sancties die overeenkomstig de leden 1 en 2 zijn getroffen respectievelijk opgelegd.

    De bevoegde autoriteit deelt de EAEM tegelijkertijd alle sancties mee die overeenkomstig de vorige alinea openbaar zijn gemaakt. Wanneer een openbaar gemaakte sanctie betrekking heeft op een beleggingsonderneming waaraan overeenkomstig deze richtlijn een vergunning is verleend, neemt de EAEM een verwijzing naar de openbaar gemaakte sanctie op in het register van beleggingsondernemingen dat op grond van artikel 5, lid 3, van deze richtlijn is aangelegd.”.

    (8)

    Aan artikel 53 wordt het volgende lid ▐ toegevoegd:

    „3.   De bevoegde autoriteiten brengen de EAEM op de hoogte van de in lid 1 bedoelde klachten- en beroepsprocedures die in haar rechtsgebieden beschikbaar zijn .

    De EAEM publiceert een lijst van alle buitengerechtelijke procedures op haar website en houdt deze actueel.”.

    (8 bis)

    De titel van hoofdstuk II komt als volgt te luiden:

    (8 ter)

    In artikel 56, lid 1, wordt de derde alinea vervangen door:

    „Om de samenwerking en met name de uitwisseling van informatie te vergemakkelijken en te versnellen, wijzen de lidstaten één bevoegde autoriteit aan als contactpunt voor de toepassing van deze richtlijn. De lidstaten delen de Commissie, de EAEM en de overige lidstaten de namen mede van de autoriteiten die zijn aangewezen om uit hoofde van dit lid verzoeken om uitwisseling van gegevens of verzoeken om samenwerking in ontvangst te nemen. De EAEM publiceert een lijst van deze autoriteiten op haar website en houdt deze actueel.”.

    (8 ter)

    Artikel 56, lid 4, komt als volgt te luiden:

    „Wanneer een bevoegde autoriteit ervan overtuigd is dat er door niet onder haar toezicht staande entiteiten op het grondgebied van een andere lidstaat handelingen worden of zijn uitgevoerd die strijdig zijn met de bepalingen van deze richtlijn, geeft zij hiervan zo specifiek mogelijk kennis aan de bevoegde autoriteit van de andere lidstaat en aan de Europese Autoriteit voor effecten en markten. Laatstgenoemde autoriteit zal de vereiste maatregelen nemen. Zij zal de kennisgevende bevoegde autoriteit en de Europese Autoriteit voor effecten en markten op de hoogte stellen van het resultaat van haar opreden en, voor zover mogelijk, van belangrijke tussentijdse ontwikkelingen. Dit lid laat de bevoegdheden van de bevoegde autoriteit die de informatie heeft doorgegeven onverlet.”.

    (8 quarter)

    Artikel 56, lid 5, komt als volgt te luiden:

    „5.     Om een uniforme toepassing van lid 2 te garanderen, omschrijft de Commissie bij wege van gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 64, 64 bis en 64 ter de modaliteiten voor de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten en bepaalt zij de criteria op grond waarvan de werkzaamheden van een gereglementeerde markt in een lidstaat van ontvangst kunnen worden beschouwd als zijnde van aanzienlijk belang voor de werking van de effectenmarkten en de bescherming van de beleggers in die lidstaat van ontvangst.”.

    (9)

    Aan artikel 56 wordt het volgende lid 6 toegevoegd:

    „6.   Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel te garanderen kan de EAEM o ntwerpen van technische uitvoerings normen ontwikkelen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de samenwerkingsregelingen zoals bedoeld in lid 2 .

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig ▐ artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM].”.

    (10)

    Artikel 57 komt als volgt te luiden:

    (a)

    de bestaande tekst wordt hernummerd als paragraaf 1.

    (a bis)

    het volgende lid wordt toegevoegd:

    „1 bis.     Om convergentie in de praktijk van het toezicht houden te brengen kan personeel van de Autoriteit deelnemen aan de activiteiten van de colleges van toezichthouders, inclusief inspecties ter plaatse, die gezamenlijk worden uitgevoerd door twee of meer bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU) nr. …/2010 EAEM van het Europees Parlement en de Raad.”.

    (b)

    het volgende lid 2 wordt toegevoegd:

    „2.   Met het oog op een consequente harmonisatie van lid 1 kan de EAEM voorstellen voor regelgevende normen opstellen om te informatie te specificeren die tussen de bevoegde autoriteiten moet worden uitgewisseld wanneer wordt samengewerkt bij toezichtwerkzaamheden, controles ter plaatse en onderzoeken.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde ontwerp regelgevings normen overeenkomstig de artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 goed te keuren. (EU) nr. …/2010 [EAEM].

    Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van lid 1 te garanderen kan de EAEM ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de bevoegde autoriteiten met het oog op de samenwerking bij toezichtwerkzaamheden, controles ter plaatse en onderzoeken.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010.”.

    (11)

    Artikel 58 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    Lid 4 wordt vervangen door:

    „4.   Met het oog op eenvormige toepassing svoorwaarden voor de leden 1 en 2 kan de EAEM voorstellen voor technische uitvoerings normen opstellen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de uitwisseling van informatie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 . .

    (b)

    Lid 5 wordt vervangen door:

    5.    De artikelen 54, 58 en 63 vormen geen belemmering voor een bevoegde autoriteit om aan de EAEM, het bij Verordening (EU) nr. …/ 2010 van het Europees Parlement en de Raad* opgerichte Europees Comité voor systeemrisico’s, de centrale banken, het Europees Stelsel van Centrale Banken en de Europese Centrale Bank in hun hoedanigheid van monetaire autoriteit, alsook, in voorkomend geval, aan andere overheidsinstanties die met het toezicht op betalings- en afwikkelingssystemen belast zijn, voor de uitoefening van hun taak dienstige vertrouwelijke gegevens mede te delen; evenzo wordt het deze autoriteiten of organen niet belet om aan de bevoegde autoriteiten de informatie te doen toekomen die deze voor het vervullen van de hun bij deze richtlijn opgelegde taken nodig kunnen hebben.”

    (11 bis)

    Artikel 59, lid 2, komt als volgt te luiden:

    „2.     „In geval van een dergelijke weigering stelt de bevoegde autoriteit de verzoekende bevoegde autoriteit en de Europese Autoriteit voor effecten en markten daarvan in kennis, waarbij zij zo gedetailleerd mogelijke informatie verstrekt.”

    (12)

    Aan artikel 60 wordt het volgende lid ▐ toegevoegd:

    „4.   Met het oog op eenvormige toepassing svoorwaarden voor de leden 1 en 2 kan de EAEM voorstellen voor technische normen opstellen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de raadpleging van andere bevoegde autoriteiten voordat een vergunning wordt verleend.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoerings normen goed te keuren overeenkomstig ▐ artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM].”.

    (13)

    Artikel 62 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    In lid 1 komt de derde zin van de tweede alinea als volgt te luiden:

    „De Commissie en EAEM worden onverwijld van deze maatregelen in kennis gesteld.”

    (b)

    In lid 2, derde alinea, wordt de tweede zin vervangen door:

    „De Commissie en EAEM worden onverwijld van deze maatregelen in kennis gesteld.”

    c)

    In lid 3, tweede alinea, wordt de tweede zin vervangen door:

    „De Commissie en EAEM worden onverwijld van deze maatregelen in kennis gesteld.”

    (13 bis)

    Het volgende artikel wordt toegevoegd:

    „Artikel 62 bis

    1.     De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met de EAEM, overeenkomstig Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM].

    2.     De bevoegde autoriteiten verstrekken de EAEM onverwijld alle informatie die zij nodig heeft voor de uitoefening van haar taken uit hoofde van deze richtlijn en van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM], overeenkomstig artikel 20 van die verordening.”.

    (14)

    Artikel 63, lid 1, wordt vervangen door:

    „1.   De lidstaten en, overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU) nr. …/2010[EAEM], de EAEM mogen met de bevoegde autoriteiten van derde landen alleen dan samenwerkingsovereenkomsten voor informatie-uitwisseling sluiten als met betrekking tot de verstrekte informatie ten minste gelijkwaardige waarborgen inzake het beroepsgeheim gelden als de in artikel 54 bedoelde waarborgen. Een dergelijke informatie-uitwisseling moet bestemd zijn voor de vervulling van de taken van die bevoegde autoriteiten.

    De lidstaten en de EAEM mogen persoonsgegevens doorgeven aan een derde land in overeenstemming met hoofdstuk IV van Richtlijn 95/46/EG.

    Ook mogen de lidstaten en de EAEM samenwerkingsovereenkomsten voor informatie-uitwisseling sluiten met de bevoegde autoriteiten of instanties van derde landen of met natuurlijke of rechtspersonen die belast zijn met een of meer van de volgende punten:

    (a)

    het toezicht op kredietinstellingen, andere financiële instellingen en verzekeringsondernemingen en het toezicht op de financiële markten;

    (b)

    de liquidatie en het faillissement van beleggingsondernemingen en andere soortgelijke procedures;

    c)

    de wettelijke controle van de jaarrekening van beleggingsondernemingen en andere financiële instellingen, kredietinstellingen en verzekeringsondernemingen, zulks in het kader van de uitoefening van hun toezichttaken of, wat betreft het beheer van compensatiestelsels, in het kader van de uitoefening van hun taken;

    d)

    het toezicht op de instanties die betrokken zijn bij de liquidatie en het faillissement van beleggingsondernemingen en andere soortgelijke procedures;

    e)

    het toezicht op personen die belast zijn met de wettelijke controle van de jaarrekening van verzekeringsondernemingen, kredietinstellingen, beleggingsondernemingen en andere financiële instellingen.

    De in de derde alinea bedoelde samenwerkingsovereenkomsten kunnen alleen ▐ worden gesloten als met betrekking tot de verstrekte gegevens ten minste gelijkwaardige waarborgen inzake het beroepsgeheim gelden als de in artikel 54 bedoelde waarborgen. Een dergelijke uitwisseling van informatie moet bestemd zijn voor de vervulling van de taken van die autoriteiten of instanties of natuurlijke of rechtspersonen.”.

    (14 bis)

    Artikel 64 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    Lid 2 wordt vervangen door:

    „2.     De bevoegdheid om de in artikel 13, lid 2, artikel 4, lid 1, artikel 10 ter lid 1, artikel 13, lid 10, artikelen 18, 19, 21, 22, 24, 25, 27, 28, 29, 30, 40, 44, 45 en artikel 56, lid 2 bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van vier jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn. De Commissie stelt uiterlijk zes maanden voor het einde van de periode van vier jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De delegatie van bevoegdheden wordt automatisch met perioden van eenzelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad die bevoegdheid intrekt overeenkomstig artikel 64 quater.”;

    (b)

    de volgende leden worden ingevoegd:

    „-2 bis.

    Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

    -2 ter.

    De aan de Commissie toegekende bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, is onderworpen aan de voorwaarden die worden gesteld in de artikelen 64 bis en 64 ter.”

    c)

    lid 2 bis wordt vervangen door:

    „2 bis.     De vastgestelde gedelegeerde handelingen mogen de essentiële bepalingen van deze richtlijn niet wijzigen.”

    d)

    lid 4 wordt geschrapt.

    (14 ter)

    De volgende artikelen worden ingevoegd:

    „Artikel 64 bis

    Intrekking van de bevoegdheidsdelegatie

    1.     De in de artikel 2 en artikel 4, artikel 10 ter, lid 1, artikel 13, lid 10, de artikelen18, 19, 21, 22, 24, 25, 27, 28, 29, 30, 40, 44 en 45 en artikel 56, lid 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken.

    2.     De instelling die een interne procedure is begonnen om te besluiten of zij de bevoegdheidsdelegatie wenst in te trekken, beijvert zich om de andere instelling en de Commissie hiervan binnen een redelijke termijn voordat een definitief besluit wordt genomen, op de hoogte te stellen en geeft daarbij aan welke gedelegeerde bevoegdheden mogelijk worden ingetrokken.

    3.     Het besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de bevoegdheden die in dat besluit worden vermeld. Het besluit treedt onmiddellijk of op een latere datum die in het besluit wordt vermeld in werking. Het laat de geldigheid van de reeds in werking zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. Het besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 64 ter

    Bezwaar tegen gedelegeerde handelingen

    1.     Het Europees Parlement en de Raad kunnen tegen een gedelegeerde handeling bezwaar aantekenen binnen drie maanden na de datum van kennisgeving daarvan. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad kan deze termijn met drie maanden worden verlengd.

    2.     Indien noch het Europees Parlement noch de Raad bij het verstrijken van deze termijn bezwaar heeft aangetekend tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de daarin vermelde datum.

    De gedelegeerde handeling kan worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en vóór het verstrijken van de betrokken periode in werking treden indien het Europees Parlement en de Raad beide de Commissie hebben doen weten geen bezwaar te zullen aantekenen.

    3.     Indien het Europees Parlement of de Raad bezwaar aantekent tegen de gedelegeerde handeling, treedt deze niet in werking. Overeenkomstig artikel 296 VWEU geeft de instelling die bezwaar aantekent aan om welke redenen zij dat doet.”.

    Artikel 7

    Wijzigingen in Richtlijn 2004/109/EG

    Richtlijn 2004/109/EG wordt als volgt gewijzigd:

    (-1)

    Artikel 2, lid 3, wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    de eerste alinea wordt vervangen door:

    „3.     Teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten, om een consequente harmonisatie te garanderen en om de in lid 1 bedoelde eisen nader te omschrijven, stelt de Commissie volgens de in artikel 27, leden 2 en 2 bis, bedoelde procedure gedelegeerde handelingen vast voor de in lid 1 vervatte definities.”;

    (b)

    de derde alinea wordt vervangen door:

    „De in de tweede alinea, onder a) en b), genoemde maatregelen worden vastgesteld middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 27, 27 bis en 27 ter.”.

    (-1 bis)

    Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    in lid 2 wordt het volgende punt ingevoegd:

    „(bis bis)

    een bijlage met inbegrip van een overzicht van de jaarrekeningen per land;”;

    (b)

    lid 6 wordt vervangen door:

    „6.     De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 27, 27 bis en 27 ter maatregelen vast om met de technische ontwikkelingen op de financiële markten rekening te houden en een consequente harmonisatie en een eenvormige toepassing van lid 1 te garanderen. De Commissie specificeert met name de technische omstandigheden waaronder een gepubliceerd jaarlijks financieel verslag, met inbegrip van het verslag van de externe accountant, beschikbaar moet blijven voor het publiek. Indien nodig, kan de Commissie ook de in het eerste lid bedoelde periode van vijf jaar aanpassen.”.

    (-1 ter)

    Artikel 5, lid 6, wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    de eerste alinea wordt vervangen door:

    „6.     De Commissie stelt volgens de in artikel 27, leden 2 en 2 bis, bedoelde procedures maatregelen vast om met de technische ontwikkelingen op de financiële markten rekening te houden, om een consequente harmonisatie te garanderen en de voorschriften nader te bepalen, alsmede een eenvormige toepassing van de leden 1 tot en met 5 van dit artikel te garanderen.”

    (b)

    de derde alinea wordt vervangen door:

    „De onder a) bedoelde maatregelen worden vastgesteld volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure. De maatregelen waarvan sprake in de punten b) en c), [… worden vastgesteld via gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 27, 27 bis en 27 ter.”;

    c)

    de vierde alinea wordt vervangen door:

    „Indien nodig, kan de Commissie ook de in het eerste lid bedoelde periode van vijf jaar aanpassen middels een gedelegeerde handeling overeenkomstig de artikelen 27, 27 bis en 27 ter.”.

    (-1 quater)

    Artikel 9, lid 7, wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    de eerste alinea wordt vervangen door:

    „7.     De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 27, 27 bis en 27 ter maatregelen vast om met de technische ontwikkelingen op de financiële markten rekening te houden, een consequente harmonisatie te garanderen en om de in de leden 2, 4 en 5 bedoelde voorschriften nader te omschrijven.”;

    (b)

    De tweede alinea wordt vervangen door:

    „De Commissie specificeert, via gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 27, 27 bis en 27 ter, de maximale lengte van de „korte afwikkelingstermijn”, bedoeld in lid 4 van onderhavig artikel, alsmede de passende mechanismen voor de controle door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst.”.

    (1)

    Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    in lid 8:

    i)

    In de eerste alinea komt de aanhef als volgt te luiden:

    „8.     Teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten, om een consequente harmonisatie te garanderen en om een nadere omschrijving te geven van de voorschriften zoals bedoeld in de leden 1, 2, 4, 5 en 6 van dit artikel, stelt de Commissie door middel van gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 27, 27 bis en 27 ter maatregelen vast:”

    ii)

    punt a) wordt geschrapt;

    iii)

    de tweede alinea wordt geschrapt;

    (b)

    Het volgende lid toegevoegd:

    „9.   Met het oog op eenvormige toepassing svoorwaarden voor ▐ dit artikel en om rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten, kan de EAEM voorstellen voor technische uitvoerings normen opstellen met het oog op de vaststelling ▐ van de standaardformulieren, templates en procedures die moeten worden gebruikt om de uitgevende instelling kennis te geven van de overeenkomstig lid 1 vereiste informatie of om informatie in te dienen overeenkomstig artikel 19, lid 3.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig ▐ artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM].”.

    (2)

    Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    in lid 2 ▐:

    i)

    de eerste alinea wordt vervangen door:

    „2.     De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 27, 27 bis en 27 ter maatregelen vast om met de technische ontwikkelingen op de financiële markten rekening te houden, om een consequente harmonisatie te garanderen en om de in lid 1 bedoelde voorschiften nader te omschrijven. Zij bepaalt met name:”;

    ii)

    punt c) wordt vervangen door:

    „c)

    de inhoud van de te verrichten kennisgeving;”;

    iii)

    de tweede alinea wordt geschrapt;

    (b)

    het volgende lid wordt toegevoegd:

    „3.   Met het oog op ▐ eenvormige toepassing svoorwaarden voor lid 1 van dit artikel en om rekening te houden met de technische ontwikkelingen op de financiële markten, kan de EAEM voorstellen voor technische uitvoerings normen opstellen met het oog op de vaststelling ▐ van de standaardformulieren, templates en procedures die moeten worden gebruikt om de uitgevende instelling kennis te geven van de overeenkomstig lid 1 van dit artikel vereiste informatie of om informatie in te dienen overeenkomstig artikel 19, lid 3.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig ▐ artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM].”.

    (2 bis)

    Artikel 14, lid 2, komt als volgt te luiden:

    „2.     De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 27, 27 bis en 27 ter maatregelen vast om met de technische ontwikkelingen op de financiële markten rekening te houden, om een consequente harmonisatie te garanderen en om de in lid 1 bedoelde voorschiften nader te omschrijven.”.

    (2 ter)

    Artikel 17, lid 4, komt als volgt te luiden:

    „4.     De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 27, 27 bis en 27 ter maatregelen vast om zowel met de technische ontwikkelingen op de financiële markten als met de ontwikkelingen in de informatie- en de communicatietechnologie rekening te houden, om een consequente harmonisatie te garanderen en de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde voorschriften nader te omschrijven. Zij specificeert met name de categorieën financiële instellingen via welke een aandeelhouder de in lid 2, onder c), bedoelde financiële rechten kan uitoefenen.”.

    (2 quater)

    Artikel 18, lid 5, komt als volgt te luiden:

    „5.     De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 27, 27 bis en 27 ter maatregelen vast om zowel met de technische ontwikkelingen op de financiële markten als met de ontwikkelingen in de informatie- en de communicatietechnologie rekening te houden, om een consequente harmonisatie te garanderen en de in de leden 1 t/m 4 bedoelde voorschriften nader te omschrijven. Zij specificeert met name de categorieën financiële instellingen via welke een obligatiehouder de in lid 2, onder c), bedoelde financiële rechten kan uitoefenen.”.

    (2 quinquies)

    Artikel 19, lid 4, komt als volgt te luiden:

    „4.     Om een consequente harmonisatie te garanderen en een nadere omschrijving te geven van de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde voorschriften, stelt de Commissie door middel van gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 27, 27 bis en 27 ter maatregelen vast.

    De Commissie specificeert met name de procedure volgens welke een uitgevende instelling of een houder van aandelen of andere financiële instrumenten, of een persoon als bedoeld in artikel 10, uit hoofde van respectievelijk de leden 1 of 3 informatie bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst moet indienen teneinde:

    (a)

    in de lidstaat van herkomst indiening langs elektronische weg mogelijk te maken;

    (b)

    de indiening van het in artikel 4 van deze richtlijn bedoelde jaarlijks financieel verslag te coördineren met de indiening van de in artikel 10 van Richtlijn 2003/71/EG bedoelde jaarlijks te verstrekken informatie.”.

    (2 sexies)

    Artikel 21, lid 4, komt als volgt te luiden:

    „4.     De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 27, 27 bis en 27 ter maatregelen vast om rekening te houden met de ontwikkelingen in de informatie- en communicatietechnologie en om de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde voorschriften nader te omschrijven.

    De Commissie specificeert met name:

    (a)

    minimumnormen voor de verspreiding van gereglementeerde informatie als bedoeld in lid 1;

    (b)

    minimumnormen voor de mechanismen voor centrale opslag als bedoeld in lid 2.

    De Commissie kan ook een lijst van media voor de verspreiding van informatie onder het publiek opstellen en bijhouden.”.

    (2 septies)

    In artikel 22 wordt de eerste alinea van lid 1 vervangen door:

    „1.     De AEAM stelt overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) nr …/2010 [AEAM] richtsnoeren op ter verdere vergemakkelijking van de toegang van het publiek tot informatie die openbaar moet worden gemaakt op grond van Richtlijn 2003/6/EG, Richtlijn 2003/71/EG en onderhavige Richtlijn.”.

    (2 octies)

    Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    Lid 1 komt als volgt te luiden:

    „1.     Wanneer de statutaire zetel van een uitgevende instelling in een derde land gelegen is, kan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst deze uitgevende instelling ontheffing verlenen van de verplichtingen uit hoofde van de artikelen 4 tot en met 7, en de artikelen 12, lid 6, 14, 15, 16 tot en met 18, mits de wetgeving van het betrokken derde land gelijkwaardige verplichtingen oplegt of de uitgevende instelling zich houdt aan de verplichtingen krachtens de wetgeving van een derde land die door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst als gelijkwaardig wordt beschouwd.

    Vervolgens brengt de bevoegde autoriteit de EAEM op de hoogte van de verleende ontheffing.”;

    (b)

    Lid 4 komt als volgt te luiden:

    „4.     Om een consequente harmonisatie en een uniforme toepassing van lid 1 te garanderen, stelt de Commissie volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure uitvoeringsmaatregelen vast waarin:

    i)

    wordt voorzien in een mechanisme voor het waarborgen van gelijkwaardigheid van de informatie vereist uit hoofde van deze richtlijn, met inbegrip van financiële verklaringen, en van de informatie, met inbegrip van financiële verklaringen, die uit hoofde van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van een derde land is vereist;

    ii)

    wordt bepaald dat het derde land waar de uitgevende instelling haar statutaire zetel heeft, zorg draagt voor de gelijkwaardigheid met de informatievereisten uit hoofde van deze richtlijn door middel van zijn nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen of doordat de aldaar gangbare praktijken of procedures gebaseerd zijn op door internationale organisaties opgestelde internationale standaarden.

    In de context van alinea 1, sub ii), stelt de Commissie ook via gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 27, 27 bis en 27 ter maatregelen vast betreffende de beoordeling van normen die relevant zijn voor de uitgevende instellingen van meer dan één land.

    De Commissie neemt volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure en uiterlijk vijf jaar na de in artikel 31 vermelde datum, de noodzakelijke besluiten inzake de gelijkwaardigheid van standaarden voor jaarrekeningen die overeenkomstig het bepaalde in artikel 30, lid 3, worden gehanteerd door uitgevende instellingen van derde landen. Indien de Commissie van oordeel is dat deze standaarden niet gelijkwaardig zijn, kan zij de betrokken uitgevende instellingen toestemming geven deze standaarden gedurende een gepaste overgangsperiode te blijven hanteren.

    In het kader van de derde alinea, stelt de Commissie middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 27, 27 bis en 27 ter ook maatregelen vast met het oog op de vaststelling van algemene equivalentiecriteria voor boekhoudnormen van uitgevende instellingen in meer dan een land.

    De ontwerpen van gedelegeerde handelingen worden opgesteld door de Europese Autoriteit voor effecten en markten."* PB: 18 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.”.

    c)

    Lid 5 komt als volgt te luiden:

    „5.     Met het oog op een consequente harmonisatie en ter specificering van de in lid 2 vastgelegede voorschriften kan de Commissie middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 27, 27 bis en 27 ter maatregelen vaststellen die het soort in een derde land bekendgemaakte informatie omschrijven die van belang is voor het publiek in de Unie.”.

    d)

    In lid 7 wordt de tweede alinea vervangen door:

    „De Commissie stelt via gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 27, 27 bis en 27 ter tevens maatregelen vast om algemene gelijkwaardigheidscriteria vast te stellen voor lid 1.”.

    e)

    het volgende lid wordt toegevoegd:

    „7 bis.     De AEAM staat de Commissie terzijde bij de uitvoering van haar taken in het kader van dit artikel, overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU) nr. …/2010 [AEAM].”.

    (2 nonies)

    Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    lid 1, eerste alinea, wordt vervangen door:

    „1.     Elke lidstaat wijst de in artikel 21, lid 1, van Richtlijn 2003/71/EG bedoelde centrale autoriteit aan als de centrale bevoegde administratieve autoriteit die ervoor verantwoordelijk is dat de in deze richtlijn omschreven verplichtingen worden vervuld en ervoor moet zorgen dat de uit hoofde van deze richtlijn vastgestelde bepalingen worden toegepast. De lidstaten stellen de Commissie en de AEAM van deze aanwijzing in kennis.”.

    (b)

    Lid 3 komt als volgt te luiden:

    „3.     De lidstaten stellen de Commissie, de EAEM overeenkomstig artikel 13, lid 3, van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM], en de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten in kennis van alle met het oog op de delegatie van taken getroffen regelingen, inclusief de precieze voorwaarden voor het delegeren van taken.”.

    (3)

    ▐ Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    de volgende leden worden ingevoegd:

    „2 bis.     De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met de EAEM, overeenkomstig Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM].

    2 ter.     De bevoegde autoriteiten verstrekken de EAEM onverwijld alle informatie die zij nodig heeft voor de uitoefening van haar taken uit hoofde van deze richtlijn en van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM], overeenkomstig artikel 20 van die verordening.”;

    (b)

    in lid 3 komt de eerste zin als volgt te luiden:

    „Lid 1 belet niet dat tussen de bevoegde autoriteiten uitwisseling van vertrouwelijke informatie plaatsvindt of dat vertrouwelijke informatie wordt bezorgd aan de EAEM en het bij Verordening (EU) nr. …/ 2010 van het Europees Parlement en de Raad* opgerichte Europees Comité voor systeemrisico’s (ECSR ).”

    c)

    Lid 4 komt als volgt te luiden:

    „4.     De lidstaten en de Europese Autoriteit voor effecten en markten kunnen overeenkomstig artikel 18 van Verordening (…/… EAEM) samenwerkingsovereenkomsten voor de uitwisseling van gegevens sluiten met de bevoegde autoriteiten of instanties van derde landen die volgens hun wetgeving in staat zijn om haar taken in het kader van deze Richtlijn uit te voeren die overeenkomstig artikel 24 aan de bevoegde autoriteiten worden toegewezen. De lidstaten dienen de EAEM in kennis te stellen wanneer zij smanwerkingsovereenkomsten sluiten. Met betrekking tot die uitwisseling van gegevens gelden ten minste gelijkwaardige waarborgen inzake het beroepsgeheim als de in dit artikel bedoelde. Een dergelijke uitwisseling van gegevens moet bestemd zijn voor de vervulling van de toezichthoudende taak van de bedoelde autoriteiten of instanties. Gegevens die afkomstig zijn van een andere lidstaat mogen alleen worden doorgegeven met de uitdrukkelijke instemming van de bevoegde autoriteiten die de gegevens hebben meegedeeld en in voorkomend geval alleen worden gebruikt voor de doeleinden waarmee deze autoriteiten ingestemd hebben.”.

    (3 bis)

    Artikel 26 wordt vervangen door:

    „Artikel 26

    Conservatoire maatregelen

    1.     Wanneer de bevoegde autoriteit van een lidstaat van ontvangst tot de bevinding komt dat de uitgevende instelling of de houder van aandelen of andere financiële instrumenten, of wanneer de in artikel 10 bedoelde persoon of entiteit onregelmatigheden heeft begaan, of aan verplichtingen niet heeft voldaan, stelt zij de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst en de EAEM van deze bevindingen in kennis.

    2.     Wanneer de uitgevende instelling of de effectenhouder in weerwil van de door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst getroffen maatregelen, of omdat deze maatregelen ontoereikend zijn, inbreuk blijft plegen op de desbetreffende wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen, neemt de bevoegde autoriteit van de lidstaat van ontvangst, na de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst daarvan in kennis te hebben gesteld, overeenkomstig artikel 3, lid 2, alle passende maatregelen ter bescherming van de beleggers, waarbij zij de Commissie en de EAEM daarvan zo spoedig mogelijk op de hoogte stelt.”.

    (3 ter)

    De titel van hoofdstuk VI wordt vervangen door:

    (3 quater)

    Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    lid 2 bis wordt vervangen door:

    „2 bis.     De bevoegdheid om de in artikel 2, lid 3, artikel 5, lid 6, artikel 9, lid 7, artikel 12, lid 8, artikel 13, lid 2, artikel 14, lid 2, artikel 17, lid 4, artikel 18, lid 5, artikel 19, lid 4, artikel 21, lid 4, artikel 23, lid 5, en artikel 23, lid 7 bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van vier jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn. De Commissie stelt uiterlijk zes maanden voor het einde van de periode van vier jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt automatisch verlengd met dezelfde periode, tenzij het Europees Parlement of de Raad de delegatie intrekt overeenkomstig artikel 27 quater.”.

    (b)

    de volgende leden worden ingevoegd:

    „2 bis bis.     Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

    2 bis ter.     De aan de Commissie toegekende bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, is onderworpen aan de voorwaarden die worden gesteld in de artikel 27 bis en 27 ter.”.

    (3 quinquies)

    De volgende artikelen worden ingevoegd:

    „Artikel 27 bis

    Intrekking van de bevoegdheidsdelegatie

    1.     De in artikel 2, lid 3, artikel 5, lid 6, artikel 9, lid 7, artikel 12, lid 8, artikel 13, lid 2, artikel 14, lid 2, artikel 17, lid 4, artikel 18, lid 5, artikel 19, lid 4, artikel 21, lid 4, artikel 23, lid 5, en artikel 23, lid 7 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan door het Europees Parlement of de Raad te allen tijde worden ingetrokken.

    2.     De instelling die een interne procedure is begonnen om te besluiten of zij de bevoegdheidsdelegatie wenst in te trekken, beijvert zich om de andere instelling en de Commissie hiervan binnen een redelijke termijn voordat een definitief besluit wordt genomen, op de hoogte te stellen en geeft daarbij aan welke gedelegeerde bevoegdheden mogelijk worden ingetrokken.

    3.     Het besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de bevoegdheden die in dat besluit worden vermeld. Het besluit treedt onmiddellijk of op een latere datum die in het besluit wordt vermeld in werking. Het laat de geldigheid van de reeds in werking zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. Het besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 27 ter

    Bezwaar tegen gedelegeerde handelingen

    1.     Het Europees Parlement en de Raad kunnen tegen een gedelegeerde handeling bezwaar aantekenen binnen drie maanden na de datum van kennisgeving daarvan. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad kan deze termijn met drie maanden worden verlengd.

    2.     Indien noch het Europees Parlement noch de Raad bij het verstrijken van deze termijn bezwaar heeft aangetekend tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de daarin vermelde datum.

    De gedelegeerde handeling kan worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en vóór het verstrijken van de betrokken periode in werking treden indien het Europees Parlement en de Raad beide de Commissie hebben doen weten geen bezwaar te zullen aantekenen.

    3.     Indien het Europees Parlement of de Raad bezwaar aantekent tegen de gedelegeerde handeling, treedt deze niet in werking. Overeenkomstig artikel 296 VWEU geeft de instelling die bezwaar aantekent aan om welke redenen zij dat doet.”.

    Artikel 8

    Wijzigingen in Richtlijn 2005/60/EG

    Richtlijn 2005/60/EG wordt als volgt gewijzigd:

    (-1 bis)

    Artikel 11, lid 4, komt als volgt te luiden:

    „4.     De lidstaten stellen elkaar, de ETA's en de Commissie in kennis van de gevallen waarin zij van mening zijn dat een derde land voldoet aan de in leden 1 en 2 bepaalde voorwaarden of van andere situaties die voldoen aan de overeenkomstig artikel 40, lid 1, onder b), vastgestelde technische criteria.”.

    (-1 ter)

    Artikel 16, lid 2, komt als volgt te luiden:

    „2.     De lidstaten stellen elkaar, de ETA’s voorzover dit relevant is voor de toepassing van deze Richtlijn en overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van Verordening (EU) nr …/2010 [EBA], van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAVB], en van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM], alsmede de Commissie in kennis van de gevallen waarin zij van mening zijn dat een derde land voldoet aan de in lid 1, onder b), bedoelde voorwaarden.”.

    (-1 quater)

    Artikel 28, lid 7, wordt vervangen door:

    „7.     De lidstaten stellen elkaar, de ETA’s voorzover dit relevant is voor de toepassing van deze Richtlijn en overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van Verordening (EU) nr …/2010 [EBA], van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAVB], en van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM], alsmede de Commissie in kennis van de gevallen waarin zij van mening zijn dat een derde land voldoet aan de in de leden 3, 4 of 5 bedoelde voorwaarden.”.

    (-1 quinquies)

    Artikel 31, lid 2, komt als volgt te luiden:

    „2.     De lidstaten, de ETA’s voorzover dit relevant is voor de toepassing van deze Richtlijn en overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van Verordening (EU) nr …/2010 [EBA], van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAVB], en van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM], alsmede de Commissie stellen elkaar in kennis van gevallen waarin de wetgeving van het derde land de toepassing van de in lid 1 bedoelde maatregelen in de weg staat en waarin gecoördineerde actie kan worden overwogen om een oplossing te vinden.”.

    (1)

    Aan artikel 31 wordt het volgende lid ▐ toegevoegd:

    „4.    Om een consequente harmonisatie van dit artikel te waarborgen en om rekening te houden met de technische ontwikkelingen in de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme kunnen de bij Verordening (EU) nr. …/2010 EBA] opgerichte Europese Bankautoriteit (EBA), de bij Verordening (EU) nr. …/ 2010 [EAEM] opgerichte Europese Autoriteit voor effecten en markten (EAEM) en de bij Verordening (EU) nr. …/ 2010 [EAVB] opgerichte Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EAVB), rekening houdend met het bestaande kader en, in voorkomend geval, in samenwerking met andere bevoegde EU-organen op het gebied van de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, voorstellen voor technische normen opstellen overeenkomstig artikel 42 van deze verordeningen , ter nadere bepaling van het in lid 3 van dit artikel ▐ bedoelde type extra maatregelen, alsook van de minimale actie die door krediet- en financiële instellingen moet worden ondernomen indien de wetgeving van het derde land de toepassing van de in het kader van de eerste alinea van lid 1 van dit artikel vereiste maatregelen niet toelaat.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 goed te keuren .”.

    (2)

    Aan artikel 34 wordt het volgende lid toegevoegd:

    3.    Met het oog op een consequente harmonisatie van deze richtlijn en om rekening te houden met de technische ontwikkelingen in de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme kunnen de EBA, de EAEM en de EAVB, rekening houdend met het bestaande kader en, in voorkomend geval, in samenwerking met andere bevoegde EU-organen op het gebied van de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, voorstellen voor regelgevende normen opstellen overeenkomstig artikel 42 van Verordening (EU) nr. …/ 2010 [EBA], van Verordening (EU) nr. …/ 2010 [EAEM] en van Verordening nr …/2010 [EAVB] van het Europees Parlement en de Raad om de minimale inhoud van de in lid 2 bedoelde mededeling nader te bepalen .

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 goed te keuren .”.

    (2 bis)

    Het volgende artikel wordt ingevoegd:

    „Artikel 37 bis

    1.     De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met de ETA’s, overeenkomstig Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA], Verordening (EU) nr. …/2010 [EAVB] en Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM].

    2.     De bevoegde autoriteiten verstrekken de ETA’s overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA], van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAVB] en van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] alle informatie die het nodig heeft voor de uitoefening van zijn taken.”.

    (2 ter)

    De titel van hoofdstuk VI wordt vervangen door:

    (2 quater)

    Artikel 40 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    In lid 1:

    i)

    wordt de eerste alinea vervangen door:

    „1.     Teneinde rekening te houden met de technische ontwikkelingen op het gebied van de bestrijding van het witwassen van geld of van financiering van terrorisme, om een consequente harmonisatie te garanderen en om de in deze richtlijn bedoelde voorschriften nader te bepalen, kan de Commissie de volgende maatregelen vaststellen:”

    (ii)

    wordt de tweede alinea vervangen door:

    „De maatregelen worden vastgesteld middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 41, 41 bis en 41 ter.”.

    (b)

    in lid 3 wordt de tweede alinea vervangen door:

    „De maatregelen worden vastgesteld middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 41, 41 bis en 41 ter.”.

    (2 quinquies)

    Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    lid 2, eerste alinea, wordt vervangen door:

    „2.     Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van de bepalingen van artikel 8 van dat besluit, met dien verstande dat de volgens deze procedure vastgestelde maatregelen de essentiële bepalingen van deze richtlijn niet mogen wijzigen.”.

    (b)

    lid 2 bis wordt vervangen door:

    „2 bis.     De bevoegdheid tot vaststelling van de gedelegeerde handelingen bedoeld in artikel 40 wordt aan de Commissie verleend voor een periode van vier jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn. De Commissie stelt uiterlijk zes maanden voor het einde van de periode van vier jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De delegatie van bevoegdheden wordt automatisch met perioden van eenzelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad die bevoegdheid intrekt overeenkomstig artikel 41 bis.”.

    c)

    de volgende leden worden ingevoegd:

    „2 ter.     Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

    2 quater.     De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de voorwaarden die worden gesteld in de artikelen 41 bis en 41 ter.”.

    d)

    lid 3 wordt geschrapt.

    (2 sexies)

    De volgende artikelen worden ingevoegd:

    „Artikel 41 bis

    Intrekking van de bevoegdheidsdelegatie

    1.     De in artikel 40 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken.

    2.     De instelling die een interne procedure is begonnen om te besluiten of zij de bevoegdheidsdelegatie wenst in te trekken, beijvert zich om de andere instelling en de Commissie hiervan binnen een redelijke termijn voordat een definitief besluit wordt genomen, op de hoogte te stellen en geeft daarbij aan welke gedelegeerde bevoegdheden mogelijk worden ingetrokken.

    3.     Het besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de bevoegdheden die in dat besluit worden vermeld. Het besluit treedt onmiddellijk of op een latere datum die in het besluit wordt vermeld in werking. Het laat de geldigheid van de reeds in werking zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. Het besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.”

    ‘Artikel 41 ter

    Bezwaar tegen gedelegeerde handelingen

    1.     Het Europees Parlement en de Raad kunnen tegen een gedelegeerde handeling bezwaar aantekenen binnen drie maanden na de datum van kennisgeving daarvan. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad kan deze termijn met drie maanden worden verlengd.

    2.     Indien noch het Europees Parlement noch de Raad bij het verstrijken van deze termijn bezwaar heeft aangetekend tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de daarin vermelde datum.

    De gedelegeerde handeling kan worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en vóór het verstrijken van de betrokken periode in werking treden indien het Europees Parlement en de Raad beide de Commissie hebben doen weten geen bezwaar te zullen aantekenen.

    3.     Indien het Europees Parlement of de Raad bezwaar aantekent tegen de gedelegeerde handeling, treedt deze niet in werking. Overeenkomstig artikel 296 VWEU geeft de instelling die bezwaar aantekent aan om welke redenen zij dat doet.”.

    Artikel 9

    Wijzigingen in Richtlijn 2006/48/EG

    (1)

    ▐ Artikel 6 komt als volgt te luiden :

    „1.     De lidstaten schrijven voor dat de onder deze richtlijn vallende kredietinstellingen een vergunning moeten hebben verkregen alvorens hun werkzaamheden aan te vangen. Zij stellen daarvoor de voorwaarden vast, onverminderd de artikelen 7 tot en met 12 en brengen deze ter kennis van de Commissie en de bij Verordening (EU) …/2010 [EBA] van het Europees Parlement en van de Raad opgerichte Europese Bankautoriteit (EBA).

    2.    Om een consequente harmonisatie en de eenvormige toepassing van dit artikel te garanderen, ontwikkelt de EBA :

    a)

    ontwerpregelgevingsnormen met betrekking tot de informatie die aan de bevoegde autoriteiten moet worden bezorgd in de vergunningsaanvraag van kredietinstellingen, met inbegrip van het in artikel 7 bedoelde programma van werkzaamheden,

    b)

    ontwerpregelgevingsnormen met betrekking tot de voorwaarden om te voldoen aan het vereiste van artikel 8,

    c)

    voorstellen voor technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures voor dergelijke informatieverstrekking,

    d)

    ontwerpregelgevingsnormen met betrekking tot de voorschriften die van toepassing zijn op de aandeelhouders en vennoten met gekwalificeerde deelnemingen, alsook van de belemmeringen voor de effectieve uitoefening van de toezichthoudende taken van de bevoegde autoriteit, als omschreven in artikel 12.

    De EBA legt de onder letters a), b) en c) bedoelde voorstellen voor technische normen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de onder letters a), c) en d) van het eerste lid bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de in artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA] bedoelde procedure goed te keuren .

    Aan de Commissie wordt eveneens de bevoegdheid verleend de onder letter b) van het eerste lid bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA].”.

    (1 bis)

    In artikel 9, lid 2, wordt letter b) vervangen door:

    „b)

    de betrokken lidstaten de Commissie en de EBA in kennis stellen van de redenen waarom zij van deze mogelijkheid gebruikmaken; en”.

    (2)

    Artikel 14 wordt vervangen door:

    „Artikel 14

    Elke toekenning van een vergunning wordt ter kennis van de EBA gebracht.

    De namen van alle kredietinstellingen waaraan een vergunning is verleend worden vermeld op een lijst. De EBA publiceert deze lijst op haar website en houdt deze actueel.”.

    (2 bis)

    Artikel 17, lid 2, komt als volgt te luiden:

    „2.     Elke intrekking van een vergunning wordt ter kennis van de Commissie en de EBA gebracht en met redenen omkleed. De betrokken personen worden in kennis gesteld van deze redenen.”.

    (3)

    Aan artikel 19 wordt het volgende lid ▐ toegevoegd:

    „Om de consequente harmonisatie van deze richtlijn te garanderen, ontwikkelt de EBA ontwerpregelgevingsnormen ter vaststelling van een uitputtende lijst van de informatie, als bedoeld in artikel 19 bis, lid 4, die kandidaat-verwervers in hun kennisgeving moeten opnemen, onverminderd artikel 19, lid 3.

    De EBA legt deze voorstellen voor technische normen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 goed te keuren.

    Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze richtlijn te garanderen, ontwikkelt de EBA voorstellen voor technische uitvoeringsnormen met het oog op de vaststelling van de gemeenschappelijke procedures, formulieren en templates voor het overlegproces tussen de relevante bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 19 ter .

    De EBA legt deze voorstellen voor technische normen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de vierde alinea bedoelde voorstellen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA] .”.

    (3 bis)

    Aan artikel 22 worden de volgende leden toegevoegd:

    „2 bis.     Teneinde de voorschriften van dit artikel nader te bepalen en de toezichtpraktijken te harmoniseren, kan de EBA ontwerpregelgevingsnormen opstellen ter nadere bepaling van de in lid 1 bedoelde systemen en procedures, met inachtneming van de in lid 2 bedoelde beginselen inzake evenredigheid en gedetailleerde uitwerking.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de in artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 bedoelde procedure goed te keuren.

    2 ter.     Teneinde de toepassing van lid 2 bis van dit artikel en de beginselen inzake beloningsbeleid die zijn vastgelegd in punt 22 en punt 22 bis van bijlage V te vergemakkelijken, en om de consistentie van de in het kader hiervan verzamelde informatie te verzekeren, mag de EBA ontwerpregelgevingsnormen ontwikkelen om de in lid 1 bedoelde regelingen, procedures en mechanismen nader te bepalen, met inachtneming van de in lid 2 bedoelde beginselen inzake evenredigheid en gedetailleerde uitwerking.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de in artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 bedoelde procedure goed te keuren.

    De EAEM werkt nauw met de EBA samen bij de uitwerking van dergelijke technische normen voor het beloningsbeleid van de categorieën van medewerkers die betrokken zijn bij het verrichten van beleggingsdiensten en -activiteiten in de zin van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten.”.

    (4)

    Aan artikel 26 wordt het volgende lid ▐ toegevoegd:

    „5.   Om de eenvormige toepassing van artikel 25 en van dit artikel te garanderen ▐, ontwikkelt de EBA:

    a)

    ontwerpregelgevingsnormen om de informatie te bepalen die moet worden verstrekt overeenkomstig artikel 25 en dit artikel, en

    b)

    voorstellen voor technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures voor dergelijke informatieverstrekking.

    De EBA legt deze voorstellen voor technische normen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de onder letter a) van de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de in artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA] bedoelde procedure goed te keuren . Aan de Commissie wordt eveneens de bevoegdheid verleend de onder letter b) van de eerste alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA].”.

    (5)

    Aan artikel 28 wordt het volgende lid ▐ toegevoegd:

    „4.   Om een consequente harmonisatie en de eenvormige toepassing van dit artikel te garanderen, ontwikkelt de EBA:

    a)

    ontwerpregelgevingsnormen om de informatie te bepalen die moet worden verstrekt overeenkomstig dit artikel, en

    b)

    voorstellen voor technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures voor dergelijke informatieverstrekking.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de onder letter a) van de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de in artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 bedoelde procedure goed te keuren . Aan de Commissie wordt eveneens de bevoegdheid verleend de onder letter b) van het eerste lid bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA].”.

    (6)

    In artikel 33 wordt de eerste alinea vervangen door:

    „Alvorens de in artikel 30 bedoelde procedure toe te passen kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst in spoedeisende gevallen de conservatoire maatregelen treffen die onontbeerlijk zijn voor de bescherming van de belangen van inleggers, beleggers of andere personen voor wie diensten worden verricht. De Commissie, de EBA en de bevoegde autoriteiten van de overige betrokken lidstaten moeten zo spoedig mogelijk van die maatregelen op de hoogte worden gebracht.”.

    (6 bis)

    Artikel 36 komt als volgt te luiden:

    „Artikel 36

    De lidstaten stellen de Commissie en de EBA in kennis van het aantal en de aard van de gevallen waarin overeenkomstig de artikelen 25 en 26, leden 1 tot en met 3 een weigering is uitgesproken of waarin overeenkomstig artikel 30, lid 3, maatregelen zijn genomen.”.

    (6 ter)

    Artikel 38, lid 2, komt als volgt te luiden:

    „2.     De bevoegde autoriteiten geven de Commissie, de EBA en het Europees Comité voor het bankwezen kennis van de vergunningen voor bijkantoren die aan de kredietinstellingen met hoofdkantoor buiten de Europese Unie zijn verleend.”.

    (6 quater)

    In artikel 39, lid 2, wordt de volgende letter ingevoegd:

    „(b bis)

    de EBA in staat is om van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de informatie te verkrijgen die zij krijgen van de nationale autoriteiten van derde landen, overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA];”.

    (6 quinquies)

    Aan artikel 39 wordt het volgende lid toegevoegd:

    „3 bis.     De EBA staat de Commissie bij voor de toepassing van dit artikel, overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA].”.

    (7)

    Aan artikel 42 wordt het volgende lid toegevoegd:

    „Om de eenvormige toepassing van dit artikel te garanderen, ontwikkelt de EBA:

    a)

    ontwerpregelgevingsnormen om de informatie die erin is opgenomen te bepalen,

    b)

    voorstellen voor technische uitvoeringsnormen om standaardformulieren, templates en procedures vast te stellen voor de informatie-uitwisselingsvereisten ▐ die waarschijnlijk een bevorderlijk effect zullen hebben op het toezicht op de kredietinstellingen.

    De EBA legt die voorstellen voor technische normen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de onder letter a) van de tweede alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de in artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 bedoelde procedure goed te keuren . Aan de Commissie wordt eveneens de bevoegdheid verleend de onder letter a) van de tweede alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA].”.

    (8)

    In artikel 42 bis, lid 1, wordt na de vierde alinea het volgende toegevoegd:

    „Indien een van de betrokken bevoegde autoriteiten aan het einde van de eerste periode van twee maanden, de zaak heeft doorverwezen naar de Europese Bankautoriteit overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA], schorten de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst hun beslissing op en wachten zij het door de Europese Bankautoriteit overeenkomstig artikel 11, lid 3, van die verordening genomen besluit af. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst nemen hun besluit in overeenstemming met het besluit van de Autoriteit . De periode van twee maanden wordt beschouwd als verzoeningsperiode in de zin van die verordening. De Europese Bankautoriteit neemt haar besluit binnen één maand. De zaak wordt niet meer doorverwezen naar de Autoriteit na het einde van de eerste periode van twee maanden of nadat een gezamenlijk besluit is genomen.”.

    (9)

    Artikel 42 ter wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    lid 1 wordt vervangen door:

    „1.   Bij de uitoefening van hun taken houden de bevoegde autoriteiten rekening met de convergentie van de toezichtinstrumenten en -praktijken bij de toepassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die overeenkomstig deze richtlijn zijn vastgesteld. Daartoe zorgen de lidstaten ervoor dat:

    a)

    de bevoegde autoriteiten deelnemen aan de werkzaamheden van de EBA ,

    b)

    de bevoegde autoriteiten rekening houden met de richtsnoeren en aanbevelingen van de EBA , en de redenen geven indien zij dit niet doen,

    c)

    nationale mandaten die aan de bevoegde autoriteiten worden toegekend, hun taakvervulling als leden van de EBA in het kader van deze richtlijn niet in de weg staan.”.

    (b)

    lid 2 wordt geschrapt.

    (10)

    Artikel 44, lid 2, wordt vervangen door:

    „2.   Lid 1 belet niet dat overeenkomstig deze richtlijn en andere richtlijnen die van toepassing zijn op kredietinstellingen , alsook artikelen 16 en 20 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA], tussen de bevoegde autoriteiten van de verschillende lidstaten informatie wordt uitgewisseld of bezorgd aan de EBA . Deze informatie valt onder het in lid 1 bedoelde beroepsgeheim.”.

    (11)

    ▐ Artikel 46 ▐ wordt vervangen door:

    Artikel 46

    De lidstaten en de EBA kunnen overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA] met de bevoegde autoriteiten van derde landen of met de autoriteiten of instanties van derde landen, zoals gedefinieerd in artikel 47 en artikel 48, lid 1, van deze richtlijn alleen dan samenwerkingsovereenkomsten voor de uitwisseling van gegevens sluiten, als met betrekking tot de meegedeelde gegevens ten minste gelijkwaardige waarborgen inzake het beroepsgeheim gelden als de in artikel 44, lid 1, van deze richtlijn bedoelde waarborgen. Dergelijke uitwisseling van informatie moet geschieden ten behoeve van het uitoefenen van de toezichthoudende taken van de genoemde autoriteiten of instanties.

    Informatie die afkomstig is van een andere lidstaat mag alleen worden doorgegeven met de uitdrukkelijke instemming van de autoriteiten die de informatie hebben meegedeeld en in voorkomend geval alleen worden gebruikt voor de doeleinden waarmee deze autoriteiten hebben ingestemd .”.

    (12)

    Artikel 49 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    ▐ De eerste alinea komt als volgt te luiden :

    „De bepalingen van deze afdeling houden geen belemmering voor een bevoegde autoriteit in om voor de uitoefening van hun taak dienstige gegevens mede te delen aan:

    a)

    de centrale banken van het Europese stelsel van centrale banken en andere instanties met een soortgelijke taak in hun hoedanigheid van monetaire autoriteit als deze informatie van belang is voor de uitoefening van hun wettelijke taken, waaronder het voeren van monetair beleid en de daarmee samenhangende beschikbaarstelling van liquide middelen, de uitoefening van toezicht op betalings-, clearing- en afwikkelingssystemen en de waarborging van de stabiliteit van het financiële stelsel;

    b)

    in voorkomend geval, andere overheidsinstanties die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op betalingssystemen;

    c)

    het Europees Comité voor systeemrisico’s (ECSR) , als die informatie van belang is voor de uitoefening van zijn wettelijke taken in het kader van Verordening (EU) nr. …/2010 van het Europees Parlement en de Raad ▐.

    De bepalingen van deze afdeling houden voor de in de eerste alinea bedoelde autoriteiten of instanties geen belemmering in om aan de bevoegde autoriteiten de informatie toe te zenden die deze nodig hebben ter uitvoering van artikel 45.”;

    (b)

    De vierde alinea komt als volgt te luiden:

    „In een noodsituatie als bedoeld in artikel 130, lid 1, staan de lidstaten de bevoegde autoriteiten toe dat zij onverwijld gegevens toezenden aan centrale banken van het Europese stelsel van centrale banken als die gegevens van belang zijn voor de uitoefening van hun wettelijke taken, waaronder het voeren van monetair beleid en de daarmee samenhangende beschikbaarstelling van liquide middelen, de uitoefening van toezicht op betalings-, clearing- en afwikkelingssystemen en waarborging van de stabiliteit van het financiële stelsel, en aan het ECSR krachtens Verordening (EU) nr. …/2010 [ECSR] als die gegevens van belang zijn voor de uitoefening van zijn wettelijke taken.”.

    (13)

    Artikel 63 bis wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    Lid 4 komt als volgt te luiden:

    „4.   De bepalingen die voor het instrument gelden, schrijven voor dat de hoofdsom en niet-uitgekeerde rente of dividend van dien aard moeten zijn dat verliezen ermee worden opgevangen en dat ze geen beletsel vormen voor de herkapitalisatie van de kredietinstelling met passende, door de EBA krachtens lid 6 uit te werken mechanismen.”.

    (b)

    Lid 6 komt als volgt te luiden:

    „6.   Om de te zorgen voor een consequente harmonisatie en om de convergentie van de toezichtpraktijken te garanderen, ontwikkelt de EBA voorstellen voor technische regelgevingsnormen ter nadere bepaling van de voorschriften die van toepassing zijn op de in lid 1 van dit artikel bedoelde instrumenten. De Autoriteit legt die voorstellen voor technische regelgevingsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de voorgaande alinea bedoelde voorstellen voor technische regelgevingsnormen overeenkomstig de in artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA] bedoelde procedure goed te keuren .

    De EBA geeft ook richtsnoeren met betrekking tot de in artikel 57, lid 1, onder a), bedoelde instrumenten.

    De EBA houdt toezicht op de toepassing van deze richtsnoeren .”.

    (14)

    In artikel 74, lid 2, wordt de tweede alinea vervangen door:

    Met het oog op een eenvormige toepassing van deze richtlijn gebruiken de bevoegde autoriteiten vanaf 31 december 2012 voor de mededeling van deze berekeningen van kredietinstellingen eenvormige formaten, frequenties, talen en data. Om de eenvormige toepassing van de richtlijn te garanderen, ontwikkelt de EBA voorstellen voor technische uitvoeringsnormen om in de Europese Unie eenvormige formaten (met desbetreffende instructies) , frequenties ▐ en data te introduceren vóór 1 januari 2012. De rapporteringsformaten dienen in verhouding te staan tot de aard, de schaal en de complexiteit van de activiteiten van de kredietinstellingen.

    Met het oog op een eenvormige toepassing van deze richtlijn, stelt de EBA tevens voorstellen voor uitvoeringsnormen op met betrekking tot de op deze rapportage toe te passen IT-oplossingen.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de tweede en derde alinea bedoelde voorstellen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA].”.

    (15)

    Aan artikel 81, lid 2, worden de volgende alinea's toegevoegd:

    „Om de consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, ontwikkelt de EBA , in overleg met de EAEM , ontwerpregelgevingsnormen om de beoordelingsmethode voor kredietbeoordelingen te bepalen. De EBA legt deze voorstellen voor technische normen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de onder letter a) van de tweede alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de in artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA] bedoelde procedure goed te keuren .”

    (16)

    Aan artikel 84, lid 2, worden de volgende alinea's toegevoegd:

    „Om de consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, ontwikkelt de EBA , in overleg met de EAEM , ontwerpregelgevingsnormen om de beoordelingsmethode voor kredietbeoordelingen te bepalen . De EBA legt deze voorstellen voor technische normen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de onder letter a) van de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de in artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA] bedoelde procedure goed te keuren .”.

    (17)

    Aan artikel 97, lid 2, worden de volgende alinea's toegevoegd:

    „Om de consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, ontwikkelt de EBA , in overleg met de EAEM , ontwerpregelgevingsnormen om de beoordelingsmethode voor kredietbeoordelingen te bepalen. De EBA legt deze voorstellen voor technische normen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de onder letter a) van de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de in artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA] bedoelde procedure goed te keuren .”.

    (18)

    Aan artikel 105, lid 1, worden de volgende alinea's toegevoegd:

    „Om de consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, kan de EBA ontwerpregelgevingsnormen ontwikkelen om de beoordelingsmethode te bepalen aan de hand waarvan de bevoegde autoriteiten kredietinstellingen toestaan de geavanceerde meetbenadering te gebruiken.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de onder letter a) van de tweede alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de in artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 ▐ bedoelde procedure goed te keuren .”.

    (19)

    In artikel 106, lid 2, wordt de tweede alinea vervangen door:

    „Om de consequente harmonisatie van dit lid te garanderen, ontwikkelt de EBA ontwerpregelgevingsnormen ter nadere bepaling van de vrijstellingen in punt c) en d) , alsook van de voorwaarden die worden gebruikt om uit te maken of er sprake is van een groep van verbonden cliënten, als omschreven in lid 3 . De EBA legt deze voorstellen voor technische normen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de onder letter a) van de tweede alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de in artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA] bedoelde procedure goed te keuren .”.

    (20)

    Artikel 110, lid 2, wordt vervangen door:

    „2.   De lidstaten schrijven voor dat de mededeling ten minste tweemaal per jaar moet plaatsvinden. De bevoegde autoriteiten gebruiken vanaf 31 december 2012 eenvormige formaten, frequenties ▐ en data voor de mededeling. Om de eenvormige toepassing van de richtlijn te garanderen, ontwikkelt de EBA voorstellen voor technische uitvoeringsnormen om in de Europese Unie eenvormige formaten (met desbetreffende instructies) , frequenties ▐ en data te introduceren vóór 1 januari 2012. De rapporteringsformaten dienen in verhouding te staan tot de aard, de schaal en de complexiteit van de activiteiten van de kredietinstellingen.

    Met het oog op een eenvormige toepassing van deze richtlijn stelt de EBA tevens voorstellen voor technische uitvoeringsnormen op met betrekking tot de op deze rapportage toe te passen IT-oplossingen.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste en tweede alinea bedoelde voorstellen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA].”.

    (20 bis)

    In artikel 111, lid 1, wordt de vierde alinea vervangen door:

    „De lidstaten kunnen een limiet vaststellen die lager is dan 150 miljoen euro, en stellen de EBA daarvan in kennis.”.

    (21)

    Artikel 122 bis, lid 10, wordt vervangen door:

    „10.   De EBA brengt jaarlijks aan de Commissie verslag uit over de naleving van dit artikel door de bevoegde autoriteiten.

    Om de consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, ontwikkelt de EBA ontwerpregelgevingsnormen ten behoeve van de convergentie van de toezichtspraktijken met betrekking tot dit artikel, met inbegrip van de maatregelen die worden genomen in het geval van een inbreuk op de verplichtingen inzake zorgvuldigheid en risicobeheer. De EBA legt deze voorstellen voor technische normen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de onder letter a) van de tweede alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de in artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA] bedoelde procedure goed te keuren .”.

    (22)

    Aan artikel 124 wordt het volgende lid ▐ toegevoegd:

    „6.   Om de consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, kan de EBA voorstellen ontwikkelen voor ontwerpregelgevingsnormen om dit artikel en een gemeenschappelijke risicobeoordelingsprocedure en -methodologie te bepalen.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de onder letter a) van de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de in artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA] bedoelde procedure goed te keuren .”.

    (22 bis)

    Artikel 126, lid 4, wordt vervangen door:

    „4.     Als de bevoegde autoriteiten in het kader van lid 3 onderling afspraken hebben gemaakt, brengen zij de EBA en de Commissie daarvan op de hoogte.”.

    (22 ter)

    In artikel 129, lid 1, wordt na de eerste alinea de volgende alinea ingevoegd:

    „Indien de consoliderende toezichthouder nalaat de in de eerste alinea bedoelde taken uit te voeren, of indien de bevoegde autoriteiten onvoldoende samenwerken met de consoliderende toezichthouder om de in de eerste alinea bedoelde taken uit te voeren, mag iedere betrokken bevoegde autoriteit de zaak onder de aandacht van de EBA brengen, die kan optreden in overeenstemming met artikel 11 van Verordening …/2010 [EBA].”.

    (23)

    In artikel 129, lid 2, komt de vijfde alinea als volgt te luiden:

    „▐

    Indien een van de betrokken bevoegde autoriteiten aan het einde van de periode van zes maanden, de zaak heeft doorverwezen naar de EBA overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA], stelt de consoliderende toezichthouder zijn besluit uit en wacht hij een eventueel door de EBA overeenkomstig artikel 11, lid 3, van die verordening genomen besluit over zijn besluit af en neemt hij een besluit in overeenstemming met het besluit van de EBA . De periode van zes maanden wordt beschouwd als verzoeningsperiode in de zin van die verordening. De EBA neemt haar besluit binnen één maand. De zaak wordt niet meer doorverwezen naar de EBA na het einde van de periode van zes maanden of nadat een gezamenlijk besluit is genomen.”.

    (23 bis)

    Aan artikel 129, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:

    „Met het oog op eenvormige toepassingsvoorwaarden voor het in dit lid omschreven gezamenlijke besluitproces, kan de EBA voorstellen voor technische uitvoeringsnormen opstellen, met betrekking tot de verzoeken om toestemming die zijn bedoeld in artikel 84, lid 1, artikel 87, lid 9, en artikel 105, alsook in bijlage III, deel 6, met het oog op het faciliteren van de gezamenlijke besluiten.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de twee voorgaande alinea's bedoelde voorstellen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA].”.

    (24)

    Artikel 129, lid 3, wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    In de derde alinea wordt de benaming „het Comité van Europese bankentoezichthouders” vervangen door „de Europese Bankautoriteit”.

    (b)

    De vierde alinea komt als volgt te luiden:

    „Als de bevoegde autoriteiten niet binnen vier maanden tot een gezamenlijk besluit komen, wordt het besluit over de toepassing van de artikelen 123 en 124 en artikel 136, lid 2, op geconsolideerde basis genomen door de consoliderende toezichthouder nadat hij de door de relevante bevoegde autoriteiten verrichte risicobeoordeling van de dochterondernemingen naar behoren in overweging heeft genomen. Indien een van de betrokken bevoegde autoriteiten op het einde van de periode van vier maanden de zaak overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA] naar de EBA heeft doorverwezen, stelt de consoliderende toezichthouder zijn besluit uit en wacht hij een eventueel door de EBA overeenkomstig artikel 11, lid 3, van die verordening genomen besluit af, en neemt hij zijn besluit in overeenstemming met het besluit van de EBA . De periode van vier maanden wordt beschouwd als verzoeningsperiode in de zin van die verordening. De EBA neemt haar besluit binnen één maand. De zaak wordt niet meer doorverwezen naar de EBA na het einde van de periode van vier maanden of nadat een gezamenlijk besluit is genomen.”.

    (c)

    De vijfde alinea komt als volgt te luiden:

    „Het besluit over de toepassing van de artikelen 123 en 124 en artikel 136, lid 2, wordt op individuele of gesubconsolideerde basis genomen door de respectieve bevoegde autoriteiten die belast zijn met het toezicht op dochterondernemingen van een EU-moederkredietinstelling of een financiële EU-moederholding, nadat naar behoren rekening is gehouden met de standpunten en reserves van de consoliderende toezichthouder. Indien een van de betrokken bevoegde autoriteiten op het einde van de periode van vier maanden de zaak overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA] naar de EBA heeft doorverwezen, stellen de bevoegde autoriteiten hun besluit uit en wachten zij een eventueel door de EBA overeenkomstig artikel 11, lid 3, van die verordening genomen besluit af, en nemen zij hun besluit in overeenstemming met het besluit van de EBA . De periode van vier maanden wordt beschouwd als verzoeningsperiode in de zin van die verordening. De EBA neemt haar besluit binnen één maand. De zaak wordt niet meer doorverwezen naar de EBA na het einde van de periode van vier maanden of nadat een gezamenlijk besluit is genomen.”.

    (d)

    De zevende alinea komt als volgt te luiden:

    „Indien de EBA werd geraadpleegd, houden alle bevoegde autoriteiten rekening met haar advies en geven zij de redenen voor elke significante afwijking daarvan.”.

    (e)

    De tiende alinea komt als volgt te luiden:

    „▐ De EBA kan voorstellen voor technische uitvoeringsnormen ontwikkelen om te zorgen voor eenvormige toepassingsvoorwaarden voor het in dit lid bedoelde gezamenlijke besluitproces, met betrekking tot de toepassing van artikel 123, artikel 124 en artikel 136, lid 2, met het oog op het faciliteren van gezamenlijke besluiten. ▐

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde voorstellen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA].”.

    (25)

    In artikel 130, lid 1, worden de eerste twee alinea's vervangen door:

    „130.   Als zich in een bankgroep een noodsituatie voordoet, met inbegrip van een situatie als bedoeld in artikel 10 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA], waaronder ongunstige ontwikkelingen op de ▐ markten, die de liquiditeit van de markt en de stabiliteit van het financiële stelsel kan ondermijnen in een van de lidstaten waar aan entiteiten van de groep vergunning is verleend of significante bijkantoren als bedoeld in artikel 42 bis zijn gevestigd, waarschuwt de consoliderende toezichthouder, behoudens hoofdstuk 1, afdeling 2, zo spoedig mogelijk de EBA, het ECSR en de in artikel 49, vierde alinea, en artikel 50 genoemde autoriteiten en deelt hij alle informatie mee die voor de uitoefening van hun taken van essentieel belang is. Dit geldt voor alle bevoegde autoriteiten die in de artikelen 125 en 126 worden genoemd, alsmede voor de bevoegde autoriteit die in lid 1 van artikel 129 wordt genoemd.

    Als de in artikel 49, vierde alinea, genoemde autoriteit kennis krijgt van een situatie als beschreven in de eerste alinea van dit lid, waarschuwt zij zo spoedig mogelijk de in de artikelen 125 en 126 bedoelde bevoegde autoriteiten en de EBA .”.

    (26)

    In artikel 131 wordt de derde alinea vervangen door:

    „De bevoegde autoriteiten die vergunning hebben verleend aan de dochteronderneming van een moederonderneming die een kredietinstelling is, mogen bij bilaterale overeenkomst en in overeenstemming met artikel 13 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA] hun toezichthoudende verantwoordelijkheden overdragen aan de bevoegde autoriteiten die vergunning hebben verleend aan en toezicht uitoefenen op de moederonderneming, opdat deze autoriteiten het toezicht op de dochteronderneming op zich nemen overeenkomstig deze richtlijn. De EBA wordt op de hoogte gebracht van het bestaan en de inhoud van dergelijke overeenkomsten. Zij licht de bevoegde autoriteiten van de overige lidstaten en het Europees Comité voor het bankwezen hierover in.”.

    (27)

    Artikel 131 bis wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    Lid 1 wordt vervangen door:

    „1.     De consoliderende toezichthouder richt colleges van toezichthouders op om de uitoefening van de in artikel 129 en artikel 130, lid 1, genoemde taken te vergemakkelijken, onverminderd het confidentiële karakter van de vereisten van lid 2 van dit artikel en in overeenstemming met de EU-wetgeving, om, waar dat nodig is, te zorgen voor passende coördinatie en samenwerking met relevante bevoegde autoriteiten van derde landen.

    De EBA neemt initiatief om de efficiënte, effectieve en consistente werking van de colleges van toezichthouders waarvan sprake is in dit artikel te verzekeren, te bevorderen en te volgen, in overeenstemming met artikel 12 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA]. Daarvoor neemt de EBA voor zover zij dit passend acht deel, en wordt ze in het kader daarvan beschouwd als „bevoegde autoriteit”.

    Colleges van toezichthouders bieden een kader waarbinnen de consoliderende toezichthouder, de EBA en de andere betrokken bevoegde autoriteiten de volgende taken verrichten:

    a)

    onderling uitwisselen van informatie overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA];

    b)

    in voorkomend geval tot overeenstemming komen over een toewijzing van taken en overdracht van verantwoordelijkheden op basis van vrijwilligheid;

    c)

    op basis van een overeenkomstig artikel 124 verrichte risicobeoordeling van de groep programma’s voor toezichtonderzoek vaststellen;

    d)

    de efficiëntie van het toezicht vergroten door te snoeien in onnodige duplicatie van toezichtvereisten, ook met betrekking tot gevraagde informatie als bedoeld in artikel 130, lid 2, en artikel 132, lid 2;

    e)

    de prudentiële vereisten in het kader van de richtlijn consequent toepassen op alle entiteiten in een bankgroep, onverminderd de keuzemogelijkheden en de speelruimte die de EU-wetgeving biedt;

    f)

    bij de toepassing van artikel 129, lid 1, punt c), rekening houden met het werk van andere fora die eventueel op dit gebied zijn opgericht.

    De bevoegde autoriteiten en de EBA die deelnemen aan de colleges van toezichthouders, werken nauw samen. De geheimhoudingsvereisten uit hoofde van hoofdstuk 1, afdeling 2, beletten de bevoegde autoriteiten niet binnen colleges van toezichthouders vertrouwelijke informatie uit te wisselen. De oprichting en werking van colleges doen geen afbreuk aan de rechten en plichten van de bevoegde autoriteiten in het kader van deze richtlijn.”.

    (b)

    In lid 2:

    (i)

    wordt de tweede alinea vervangen door:

    „Om de consequente harmonisatie van dit artikel en van artikel 42 bis, lid 3, te garanderen, kan de EBA voorstellen ontwikkelen voor ontwerpregelgevingsnormen om algemene voorwaarden voor het functioneren van colleges vast te leggen .

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de onder letter a) van de tweede alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de in artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA] bedoelde procedure goed te keuren.”.

    (ii)

    wordt de zesde alinea vervangen door:

    „De consoliderende toezichthouder stelt, onverminderd de geheimhoudingsvereisten in het kader van hoofdstuk 1, afdeling 2, de EBA in kennis van de activiteiten van het college van toezichthouders, met inbegrip van de activiteiten in noodsituaties, en deelt de EBA alle informatie mee die voor de convergentie van het toezicht van bijzonder belang is.”.

    (27 bis)

    In artikel 132, lid 1, worden na de eerste alinea de volgende alinea's ingevoegd:

    „De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met de EBA, overeenkomstig Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA].

    De bevoegde autoriteiten verstrekken de EBA alle informatie die zij nodig heeft voor de uitoefening van haar taken uit hoofde van deze richtlijn en van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA], overeenkomstig artikel 20 van die verordening.”.

    (27 ter)

    In artikel 140 wordt de derde alinea vervangen door:

    „3.     De met het toezicht op geconsolideerde basis belaste bevoegde autoriteiten stellen een lijst op van de in artikel 71, lid 2, bedoelde financiële holdings. Deze lijsten worden aan de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten, aan de EBA en aan de Commissie gezonden.”.

    (28)

    Artikel 143, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    De volgende zin wordt aan het einde van de eerste alinea toegevoegd:

    „De EBA staat de Commissie en het Europees Comité voor het bankwezen bij het uitvoeren van die taken bij, ook wat betreft de vraag of die richtsnoeren dienen te worden bijgewerkt.”.

    (b)

    De tweede alinea komt als volgt te luiden:

    „De bevoegde autoriteit die de in de eerste alinea van lid 1 bedoelde verificatie uitvoert, houdt rekening met die richtsnoeren. De bevoegde autoriteit raadpleegt daartoe de EBA voordat zij een besluit neemt.”.

    (28 bis)

    De vierde alinea van artikel 143, lid 3, wordt vervangen door:

    „De toezichtmethoden moeten de mogelijkheid bieden de doeleinden van het toezicht op geconsolideerde basis als omschreven in dit hoofdstuk te verwezenlijken, en moeten aan de overige betrokken bevoegde autoriteiten, de EBA en de Commissie worden medegedeeld.”

    (29)

    Aan artikel 144 wordt de volgende alinea toegevoegd:

    „Om de eenvormige toepassing van dit artikel te garanderen, ontwikkelt de Europese Bankautoriteit voorstellen voor technische uitvoeringsnormen om ▐ het formaat, de structuur, de inhoudsopgave en de jaarlijkse publicatiedatum van de in dit artikel bedoelde openbaarmaking te bepalen . De Autoriteit legt die voorstellen voor technische normen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde voorstellen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA].”.

    (30)

    Artikel 150 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    Het volgende lid 3 wordt toegevoegd:

    „3.    Met het oog op een eenvormige toepassing van deze richtlijn stelt de EBA voorstellen voor technische uitvoeringsnormen op ter bepaling van :

    a)

    de toepassingsvoorwaarden voor de punten 15 tot en met 17 van bijlage V;

    b)

    de toepassingsvoorwaarden voor deel 2 van bijlage VI met betrekking tot de in punt 12 bedoelde kwantitatieve factoren, de in punt 13 bedoelde kwalitatieve factoren en de in punt 14 bedoelde referentiewaarde;

    De EBA legt deze voorstellen voor technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde voorstellen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA].”.

    (31)

    ▐ Artikel 156 wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    De benaming „het Comité van Europese bankentoezichthouders” wordt vervangen door „de Europese Bankautoriteit”.

    (b)

    De eerste alinea wordt vervangen door:

    „De Commissie onderzoekt in samenwerking met de EBA en de lidstaten en rekening houdend met de bijdrage van de Europese Centrale Bank op gezette tijden of deze richtlijn, in combinatie met Richtlijn 2006/49/EG, van grote invloed is op de conjuncturele cyclus, en gaat in het licht van dat onderzoek na of maatregelen om dit te verhelpen gerechtvaardigd zijn.”.

    Artikel 10

    Wijzigingen in Richtlijn 2006/49/EG

    Richtlijn 2006/49/EG wordt als volgt gewijzigd:

    (1)

    Aan artikel 18 ▐ wordt het volgende lid toegevoegd:

    „5.   ▐ De bij Verordening (EU) nr. …/2010 van het Europees Parlement en de Raad opgerichte Europese Bankautoriteit (EBA) kan ontwerpregelgevingsnormen opstellen ter nadere bepaling van de beoordelingsmethode aan de hand waarvan de bevoegde autoriteiten kredietinstellingen toestaan interne modellen te gebruiken voor de berekening van het kapitaalvereiste in het kader van deze richtlijn.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de onder letter a) van de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de in artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 bedoelde procedure goed te keuren .”.

    (1 bis)

    Aan artikel 22, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

    „Wanneer de bevoegde autoriteiten ontheffing verlenen van de toepassing van kapitaalvereisten op geconsolideerde basis als bedoeld in dit artikel, stellen zij de EBA en de Commissie daarvan in kennis.”.

    (1 ter)

    Artikel 32, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

    (a)

    De tweede alinea wordt vervangen door:

    „De bevoegde autoriteiten geven de EBA, de Raad en de Commissie kennis van die procedures.”.

    (b)

    Het volgende lid wordt toegevoegd:

    „3 bis.     De Europese Bankautoriteit geeft richtsnoeren met betrekking tot de in het eerste lid van dit artikel bedoelde procedures.”.

    (1 quater)

    Artikel 36, lid 1, komt als volgt te luiden:

    „1.     De lidstaten wijzen de autoriteiten aan die bevoegd zijn om de in deze richtlijn omschreven taken te vervullen. Zij stellen de EBA en de Commissie van deze aanwijzing in kennis, onder vermelding van een eventuele taakverdeling.”.

    (1 quinquies)

    Aan artikel 38, lid 1, worden de volgende alinea's toegevoegd:

    „1.     De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met de EBA, overeenkomstig Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA].

    2.     De bevoegde autoriteiten verstrekken de EBA onverwijld alle informatie die zij nodig heeft voor de uitoefening van haar taken uit hoofde van deze richtlijn en van Verordening (EU) nr. …/2010 [EBA], overeenkomstig artikel 20 van die verordening.”.

    Artikel 11

    Wijzigingen in Richtlijn 2009/65/EG (icbe's)

    Richtlijn 2009/65/EG wordt als volgt gewijzigd:

    (1)

    Aan artikel 5 wordt het volgende lid ▐ toegevoegd:

    „8.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, kan de ▐ EAEM ontwerpregelgevingsnormen ontwikkelen met het oog op de specificering van de informatie die aan de bevoegde autoriteiten moet worden bezorgd bij de aanvraag van een vergunning voor een icbe.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de in artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 bedoelde procedure goed te keuren .”.

    (1 bis)

    Aan artikel 6, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

    „Elke vergunning die wordt verleend, wordt ter kennis gebracht van de Europese Autoriteit voor effecten en markten, die op haar website een lijst publiceert en bijwerkt van beheermaatschappijen waaraan een vergunning is verleend.”.

    (2)

    Aan artikel 7 wordt het volgende lid ▐ toegevoegd:

    „6.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen, kan de EAEM ontwerpregelgevingsnormen ontwikkelen om :

    a)

    de informatie te bepalen die bij de bevoegde autoriteiten moet worden ingediend in de aanvraag voor de vergunning van de beheermaatschappij, inclusief het programma van werkzaamheden;

    b)

    de voorschriften vast te leggen die van toepassing zijn op de beheermaatschappij in de zin van artikel 7, lid 2, alsook de informatie voor de in artikel 7, lid 2, bedoelde kennisgevingen;

    c)

    de voorschriften te bepalen die van toepassing zijn op de aandeelhouders en vennoten met gekwalificeerde deelnemingen, alsook de belemmeringen voor de effectieve uitoefening van de toezichthoudende taken van de bevoegde autoriteit, in de zin van artikel 8, lid 1, en artikel 10, leden 1 en 2, van Richtlijn 2004/39/EG, en zoals bedoeld in artikel 11 van deze richtlijn.

    De Autoriteit legt de onder a) en b) bedoelde voorstellen voor technische regelgevingsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de onder a), b) en c) bedoelde voorstellen voor technische regelgevingsnormen overeenkomstig de artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 goed te keuren.

    Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel te garanderen ontwikkelt de EAEM ontwerpen van technische uitvoeringsnormen om standaardformulieren, templates en procedures voor de kennisgeving of informatieverstrekking in alinea 1, onder a) en b) vast te stellen.

    De Autoriteit legt deze ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 1 januari 2014 voor aan de Commissie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in alinea 4 bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010.”.

    (2 bis)

    Artikel 9, lid 2, komt als volgt te luiden:

    „2.     De lidstaten stellen de Europese Autoriteit voor effecten en markten en de Commissie in kennis van de algemene moeilijkheden die de icbe’s ondervinden bij het in de handel brengen van hun rechten van deelneming in enig derde land.

    De Commissie bekijkt deze moeilijkheden zo snel mogelijk, om er een passende oplossing voor te vinden. Europese Autoriteit voor effecten en markten staat haar in de uitvoering van deze taak bij.”.

    (2 ter)

    Aan artikel 11 wordt het volgende lid toegevoegd:

    „3.     Om een consequente harmonisatie van deze richtlijn te garanderen kunnen de ETA's ontwerpregelgevingsnormen ontwikkelen met het oog op de vaststelling van een uitputtende lijst van de informatie die kandidaat-verwervers krachtens dit artikel, onder verwijzing naar artikel 10 ter, lid 4, van Richtlijn 2004/39/EG, in hun kennisgeving moeten opnemen, onverminderd artikel 10 bis, lid 2, van die richtlijn.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 goed te keuren.

    Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel te garanderen kan de EAEM ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen voor de vaststelling van standaardformulieren, templates en procedures voor de modaliteiten van het overlegproces tussen de relevante bevoegde autoriteiten als bedoeld in dit artikel, onder verwijzing naar artikel 10, lid 4, van Richtlijn 2004/39/EG.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde voorstellen voor technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010.”.

    (2 quater)

    Artikel 12, lid 3, wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    de eerste alinea wordt vervangen door:

    „3.     Onverminderd de bepalingen van artikel 116 stelt de Commissie uiterlijk 1 juli 2010 middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 112, 112 bis en 112 ter maatregelen vast ter specificering van de procedures en regelingen zoals bepaald in lid 1, tweede alinea, onder a), alsook van structuren en organisatorische eisen ter beperking van belangenconflicten zoals bepaald in lid 1, tweede alinea, onder b).”;

    b)

    de tweede alinea wordt geschrapt.

    (3)

    In artikel 12 wordt het volgende lid ▐ toegevoegd:

    „4.   Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel te garanderen kan de EAEM ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen ter bepaling van de gedelegeerde handelingen die de Commissie vaststelt met betrekking tot de in lid 3 bedoelde procedures, schikkingen, structuren en organisatorische vereisten.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 .”.

    (3 bis)

    Artikel 14, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    in de eerste alinea wordt de inleidende formule vervangen door:

    „2.     Onverminderd de bepalingen van artikel 116 stelt de Commissie bij wege van gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 112, 112 bis en 112 ter maatregelen vast om ervoor te zorgen dat de beheermaatschappij voldoet aan de in lid 1 geschetste taken, met name om:”;

    b)

    de tweede alinea wordt geschrapt.

    (4)

    Aan artikel 14 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

    „3.   Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel te garanderen kan de EAEM ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen ter bepaling van de gedelegeerde handelingen die de Commissie vaststelt met betrekking tot de in de lid 2, onder a), b) en c) bedoelde criteria, beginselen en maatregelen .

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 .”.

    (4 bis)

    Aan artikel 17 wordt het volgende lid toegevoegd:

    „10.     Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen kan de EAEM ontwerpregelgevingsnormen ontwikkelen met het oog op de specificering van de informatie die overeenkomstig de leden 1, 2, 3, 8 en 9 moet worden verstrekt.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 goed te keuren.

    Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel te garanderen kan de EAEM ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de overzending van de informatie overeenkomstig de leden 3 en 9.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010.”.

    (4 ter)

    Aan artikel 18 wordt het volgende lid toegevoegd:

    „4 bis.     Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen kan de EAEM ontwerpregelgevingsnormen ontwikkelen met het oog op de specificering van de informatie die overeenkomstig de leden 1, 2 en 4 moet worden verstrekt.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 goed te keuren.

    Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel te garanderen kan de EAEM ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de overzending van de informatie overeenkomstig de leden 2 en 4.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010.”.

    (4 quater)

    Aan artikel 20 wordt het volgende lid toegevoegd:

    „4 bis.     Om een consequente harmonisatie en een eenvormige toepassing van dit artikel te garanderen ontwikkelt de bij Verordening (EU) nr. …/2010 van het Europees Parlement en de Raad opgerichte Europese Autoriteit voor effecten en markten ontwerpen (kan zij die ontwikkelen) van technische regelgevingsnormen ter bepaling van de informatie die bij de bevoegde autoriteiten moet worden ingediend in de aanvraag voor een vergunning voor het beheer van een icbe die in een andere lidstaat is gevestigd.

    De Commissie kan de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische normen goedkeuren overeenkomstig de in artikel 7 van Verordening (EU) nr. …/2010 EAEM] bedoelde procedure.

    Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel te garanderen kan de EAEM ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de verstrekking van deze informatie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de derde alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010.”.

    (5)

    In artikel 21, lid 7, wordt de eerste alinea vervangen door:

    „7.   Alvorens de in de leden 3, 4 of 5 bedoelde procedure toe te passen, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst van een beheermaatschappij in spoedeisende gevallen de conservatoire maatregelen treffen die noodzakelijk zijn ter bescherming van de belangen van de beleggers en andere personen voor wie diensten worden verricht. De Commissie, de EAEM en de bevoegde autoriteiten van de overige betrokken lidstaten moeten zo spoedig mogelijk van die maatregelen op de hoogte worden gebracht.”.

    (5 bis)

    In artikel 21, lid 7, wordt de tweede alinea vervangen door:

    „De Commissie kan, na raadpleging van de bevoegde autoriteiten van de belanghebbende lidstaten, besluiten dat de betrokken lidstaat deze maatregelen moet wijzigen of intrekken, onverminderd de bevoegdheden van de EAEM op grond van artikel 9 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM]”.

    (5 ter)

    In artikel 21 wordt de eerste alinea van lid 9 vervangen door:

    „9.     De lidstaten stellen de Europese Autoriteit voor effecten en markten en de Commissie in kennis van het aantal en de aard van de gevallen waarin zij een vergunning op grond van artikel 17 of een aanvraag op grond van artikel 20 weigeren en van alle maatregelen die overeenkomstig lid 5 van dit artikel zijn genomen.”.

    (5 quater)

    Artikel 23, lid 6, wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    de eerste alinea wordt vervangen door:

    „6.     De Commissie kan middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 112, 112 bis en 112 ter maatregelen vaststellen met betrekking tot de maatregelen die door een bewaarder moeten worden genomen om te voldoen aan zijn verplichtingen met betrekking tot een icbe die wordt beheerd door een in een andere lidstaat gevestigde beheermaatschappij, en die ook de gegevens dienen te omvatten welke moeten worden opgenomen in de standaardovereenkomst die overeenkomstig lid 5 door de bewaarder en de beheermaatschappij moeten worden gebruikt.”;

    b)

    In artikel 23, lid 6, wordt de tweede alinea geschrapt.

    (6)

    Aan artikel 29 worden de volgende alinea's toegevoegd:

    „5.   Om een consequente harmonisatie van deze richtlijn te garanderen kunnen de ETA's ontwerpregelgevingsnormen ontwikkelen ter specificering van :

    a)

    de informatie die bij de bevoegde autoriteiten moet worden ingediend in de aanvraag voor de vergunning van de beleggingsmaatschappij, inclusief het programma van werkzaamheden, en

    b)

    de belemmeringen voor de effectieve uitoefening van de toezichthoudende taken van de bevoegde autoriteit, als omschreven in artikel 29, lid 1, onder c).

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 goed te keuren.

    6.     Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel te garanderen kan de EAEM ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen met het oog op de vaststelling van de standaardformulieren, templates en procedures voor de verstrekking van de informatie in lid 5, onder a).

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM].”.

    (6 bis)

    Artikel 32, lid 6, komt als volgt te luiden:

    „6.     De lidstaten delen de Europese Autoriteit voor effecten en markten en de Commissie de identiteit mede van de beleggingsmaatschappijen waarvoor de in de leden 4 en 5 bedoelde afwijkingen gelden.”.

    (6 ter)

    Artikel 33, lid 6, wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    de eerste alinea wordt vervangen door:

    „6.     De Commissie kan middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 112, 112 bis en 112 ter maatregelen vaststellen met betrekking tot de maatregelen die door een bewaarder moeten worden genomen om te voldoen aan zijn verplichtingen met betrekking tot een icbe die wordt beheerd door een in een andere lidstaat gevestigde beheermaatschappij, en die ook de gegevens dienen te omvatten welke moeten worden opgenomen in de standaardovereenkomst die overeenkomstig lid 5 door de bewaarder en de beheermaatschappij moeten worden gebruikt.”;

    b)

    de tweede alinea wordt geschrapt.

    (6 quater)

    Artikel 43, lid 5, wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    de eerste alinea wordt vervangen door:

    „5.     De Commissie kan middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 112, 112 bis en 112 ter maatregelen vaststellen voor de inhoud, de vorm en de wijze waarop de in de leden 1 en 3 bedoelde informatie wordt verstrekt.”;

    b)

    de tweede alinea wordt geschrapt.

    (7)

    Aan artikel 43 wordt het volgende lid 6 toegevoegd:

    „6.   Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel te garanderen kan de EAEM ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen ter bepaling van de gedelegeerde handelingen die de Commissie vaststelt met betrekking tot de inhoud, het formaat en de methode waarop de in de leden 1 en 3 van dit artikel bedoelde informatie moet worden verstrekt.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM].”.

    (8)

    Aan artikel 50 wordt het volgende lid ▐ toegevoegd:

    „4.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen kan de EAEM ontwerpregelgevingsnormen ontwikkelen ter nadere omschrijving van de bepalingen betreffende de categorieën van activa waarin icbe’s overeenkomstig dit artikel en de door de Commissie in verband met die bepalingen vastgestelde gedelegeerde handelingen kunnen beleggen.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] goed te keuren ”.

    (9)

    Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd :

    a)

    Aan lid 1 wordt de volgende alinea toegevoegd:

    „De nationale bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat alle ingevolge lid 1 ontvangen informatie voor alle beheermaatschappijen en beleggingsondernemingen waarop zij toezicht houden, in geaggregeerde vorm kan worden ingezien door de EAEM en het ECSR ten behoeve van het toezicht op systeemrisico's op Unieniveau.”;

    b)

    De vierde alinea wordt door de volgende tekst vervangen:

    „4.     Onverminderd de bepalingen van artikel 116 stelt de Commissie bij wege van gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 112, 112 bis en 112 ter maatregelen vast voor:

    a)

    criteria voor de beoordeling van de deugdelijkheid van de door de beheermaatschappij overeenkomstig de eerste alinea van lid 1 hierboven toegepaste risicobeheerprocedure;

    b)

    gedetailleerde voorschriften voor de accurate en onafhankelijke evaluatie van de waarde van OTC-derivaten; en

    c)

    gedetailleerde regels betreffende de inhoud van en de procedure voor de kennisgeving van de informatie als bedoeld in de derde alinea van lid 1 aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van de beheermaatschappij.”;

    c)

    Het volgende lid 5 wordt toegevoegd:

    „5.   Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel te garanderen kan de EAEM ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen ter bepaling van de gedelegeerde handelingen die de Commissie vaststelt met betrekking tot de in de punten a), b) en c) van lid 4 bedoelde criteria en regels.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig ▐ artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM].”.

    (9 bis)

    Artikel 52, lid 4, derde alinea, komt als volgt te luiden:

    „De lidstaten delen de Commissie en de Europese Autoriteit voor effecten en markten de lijst mede van de categorieën van de in de eerste alinea bedoelde obligaties, samen met een lijst van de categorieën uitgevende instellingen die krachtens de wet en de in die alinea genoemde voorschriften inzake toezicht, bevoegd zijn obligaties uit te geven die aan de bovengenoemde criteria voldoen. Bij deze lijsten wordt een nota gevoegd waarin de juridische aard van de geboden garanties wordt toegelicht. De Commissie en de Europese Autoriteit voor effecten en markten sturen deze informatie onmiddellijk door naar de andere lidstaten,, zo nodig voorzien van hun opmerkingen, en stellen de informatie ter beschikking van het publiek op hun website. Over deze mededeling kan in het in artikel 112, lid 1, bedoelde Europees Comité voor het effectenbedrijf van gedachten worden gewisseld.”.

    (10)

    ▐ Artikel 60 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    in lid 6

    i)

    de eerste alinea wordt vervangen door:

    „6.     De Commissie kan middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 112, 112 bis en 112 ter maatregelen vaststellen ter specificering van:”;

    ii)

    de tweede alinea wordt geschrapt;

    b)

    Het volgende lid 7 toegevoegd:

    „7.   Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel te garanderen kan de EAEM ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen ter bepaling van de gedelegeerde handelingen die de Commissie vaststelt betreffende de in de punten a), b) en c) van lid 6 bedoelde overeenkomst, maatregelen en procedures.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig ▐ artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 .”.

    (11)

    ▐ Artikel 61 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    lid 3 wordt vervangen door:

    „3.     De Commissie kan middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 112, 112 bis en 112 ter maatregelen vaststellen voor:

    a)

    de gegevens die moeten worden opgenomen in de in lid 1 bedoelde overeenkomst; en

    b)

    de soorten onregelmatigheden als bedoeld in lid 2, die geacht worden een ongunstig effect te sorteren op de feeder-icbe”.

    b)

    Het volgende lid toegevoegd:

    „4.   Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel te garanderen kan de EAEM ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen ter bepaling van de gedelegeerde handelingen die de Commissie vaststelt betreffende de in de punten a) en b) van lid 3 bedoelde overeenkomst , maatregelen en soorten onregelmatigheden.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig ▐ artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 .”.

    (11 bis)

    Artikel 62, lid 4, komt als volgt te luiden:

    „4.     De Commissie kan bij wege van gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 112, 112 bis en 112 ter maatregelen vaststellen voor de inhoud van de in lid 1, eerste alinea, bedoelde overeenkomst.”.

    (11 ter)

    Artikel 64, lid 4, komt als volgt te luiden:

    „4.     De Commissie kan middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 112, 112 bis en 112 ter maatregelen vaststellen ter specificering van:

    a)

    de vorm waarin en de wijze waarop de in lid 1 genoemde informatie moet worden verstrekt; of

    b)

    de procedure die in het geval dat de activa van de feeder-icbe in hun geheel overgaan op de master-icbe in ruil voor rechten van deelneming, moet worden gevolgd voor de beoordeling en auditing van zo’n bijdrage in natura en de rol van de bewaarder van de feedericbe in deze procedure.”.

    (12)

    Aan artikel 64 wordt het volgende lid ▐ toegevoegd:

    „5.   Om voor de uitvoering van dit artikel eenvormige voorwaarden te garanderen waarin de informatie wordt verstrekt , kan de EAEM ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen ter bepaling van de gedelegeerde handelingen die de Commissie vaststelt betreffende vorm en wijze van de verstrekte informatie en de procedure in de punten a) en b) van lid 4 ▐.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig ▐ artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 .”.

    (13)

    Aan artikel 69 wordt het volgende lid ▐ toegevoegd:

    „5.   Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen ▐ kan de EAEM ontwerpen van regelgevende normen ontwikkelen ter nadere omschrijving van de bepalingen betreffende de inhoud van het prospectus, het jaarverslag en het halfjaarlijks verslag als bedoeld in bijlage I, en het formaat van deze documenten.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 goed te keuren .”.

    (13 bis)

    Artikel 75, lid 4, komt als volgt te luiden:

    „4.     De Commissie kan middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 112, 112 bis en 112 ter maatregelen vaststellen waarin wordt aangegeven aan welke voorwaarden moet worden voldaan als het prospectus wordt verstrekt op een andere duurzame drager dan papier of via een website die geen duurzame drager vormt.”.

    (13 ter)

    Artikel 78, lid 7, komt als volgt te luiden:

    „7.     De Commissie stelt bij wege van gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 112, 112 bis en 112 ter maatregelen vast voor het volgende:

    a)

    de gedetailleerde en volledige inhoud van de aan beleggers te verstrekken essentiële beleggersinformatie als bedoeld in de leden 2, 3 en 4;

    b)

    de gedetailleerde en volledige inhoud van de essentiële beleggersinformatie die in de volgende gevallen aan beleggers moet worden verstrekt:

    i)

    voor icbe’s met verschillende beleggingscompartimenten: de essentiële beleggersinformatie die moet worden verstrekt aan beleggers die op een bepaald beleggingscompartiment inschrijven, waaronder informatie over de wijze waarop van het ene naar het andere beleggingscompartiment kan worden overgestapt, en over de kosten die daaraan verbonden zijn;

    ii)

    voor icbe’s die verschillende categorieën van aandelen aanbieden: de essentiële beleggersinformatie die moet worden verstrekt aan beleggers die op een bepaalde aandelencategorie inschrijven;

    iii)

    de essentiële beleggersinformatie die moet worden verstrekt aan beleggers die inschrijven op een icbe die zelf belegt in andere icbe's of andere instellingen voor collectieve belegging als bedoeld in artikel 50, lid 1, onder e);

    iv)

    voor master-feederconstructies: de essentiële beleggersinformatie die moet worden verstrekt aan beleggers die op een feeder-icbe inschrijven; en

    v)

    voor gestructureerde icbe's, icbe's met kapitaalbescherming en andere vergelijkbare icbe's: de essentiële beleggersinformatie die moet worden verstrekt aan beleggers in verband met de bijzondere kenmerken van dergelijke icbe's; en

    c)

    de specifieke details betreffende de vorm en inhoud van de essentiële beleggersinformatie die overeenkomstig lid 5 aan beleggers moet worden verstrekt.”.

    (14)

    Aan artikel 78 wordt het volgende lid 8 toegevoegd:

    „8.   Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van dit artikel te garanderen ▐ kan de EAEM ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen ter bepaling van de gedelegeerde handelingen die de Commissie overeenkomstig lid 7 vaststelt betreffende de in lid 3 bedoelde informatie.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig ▐ artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/ 20100 .”.

    (14 bis)

    Artikel 81, lid 2, komt als volgt te luiden:

    „2.     De Commissie kan middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 112, 112 bis en 112 ter maatregelen vaststellen waarin wordt aangegeven aan welke voorwaarden moet worden voldaan als de essentiële beleggersinformatie wordt verstrekt op een andere duurzame drager dan papier of via een website die geen duurzame drager vormt.”.

    (14 ter)

    Aan artikel 83 wordt het volgende lid toegevoegd:

    „3.     Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen kan de EAEM ontwerpregelgevingsnormen ontwikkelen ter specificering van de voorschriften van dit artikel betreffende het aangaan van leningen.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 goed te keuren.”.

    (15)

    Aan artikel 84 wordt het volgende lid ▐ toegevoegd:

    4.    Om een consequente harmonisatie van dit artikel te garanderen ▐ kan de EAEM ontwerpregelgevingsnormen ontwikkelen ter nadere bepaling van de voorwaarden waaraan de icbe's moeten voldoen na goedkeuring van de in lid 2, onder a), bedoelde tijdelijke opschorting van de inkoop of terugbetaling van hun rechten van deelneming ▐ zodra besloten is tot opschorting over te gaan.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde ontwerpregelgevingsnormen overeenkomstig de artikelen 7 tot 7 quinquies van Verordening (EU) nr. …/2010 goed te keuren .”.

    (15 bis)

    Artikel 95, lid 1, komt als volgt te luiden:

    „1.     De Commissie kan middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 112, 112 bis en 112 ter maatregelen vaststellen ter specificering van:

    a)

    het toepassingsgebied van de in artikel 91, lid 3, bedoelde informatie, en

    b)

    de vergemakkelijking overeenkomstig artikel 93, lid 7, van de toegang van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst van icbe’s tot de informatie en/of documenten als bedoeld in artikel 93, leden 1, 2 en 3.”.

    (16)

    Artikel 95, lid 2, komt als volgt te luiden:

    „2.   Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van artikel 93 te garanderen ▐ kan de EAEM ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ontwikkelen ter bepaling van :

    a)

    vorm en inhoud van een door een icbe te gebruiken standaardmodel voor de in artikel 93, lid 1, bedoelde kennisgeving, met inbegrip van een vermelding naar welke documenten de vertalingen verwijzen;

    b)

    de vorm en inhoud van een door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten te gebruiken standaardmodel voor de in artikel 93, lid 3, bedoelde verklaring;

    c)

    de procedure voor de uitwisseling van informatie en voor de gebruikmaking van elektronische communicatie tussen de bevoegde autoriteiten in verband met de kennisgeving ingevolge artikel 93.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig ▐ artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 .”.

    (16 bis)

    Artikel 97, lid 1, komt als volgt te luiden:

    „1.     De lidstaten wijzen de bevoegde autoriteiten aan die de in deze richtlijn vermelde taken moeten uitoefenen. Zij stellen de Europese Autoriteit voor effecten en markten en de Commissie daarvan in kennis onder opgave van de eventuele verdeling van hun bevoegdheden.”.

    (16 ter)

    In artikel 101 wordt het volgende lid ingevoegd:

    „2 bis.     De bevoegde autoriteiten werken voor de toepassing van deze richtlijn samen met de EAEM, overeenkomstig Verordening …/… [EAEM].

    De bevoegde autoriteiten verstrekken de EAEM overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] onverwijld alle informatie die zij nodig heeft voor de uitoefening van haar taken.”.

    (17)

    In artikel 101 komen de leden 8 en 9 als volgt te luiden:

    „8.   De bevoegde autoriteiten kunnen de EAEM op de hoogte brengen indien een verzoek:

    a)

    om uitwisseling van informatie overeenkomstig artikel 109 is afgewezen of niet binnen een redelijke termijn is gehonoreerd;

    b)

    om een onderzoek of een verificatie ter plaatse overeenkomstig artikel 110 is afgewezen of niet binnen een redelijke termijn is gehonoreerd; of

    c)

    om toestemming dat hun eigen functionarissen de functionarissen van de bevoegde autoriteit van de andere lidstaat vergezellen, is afgewezen of niet binnen een redelijke termijn is gehonoreerd.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 258 van het VWEU, kan de EAEM in dergelijke gevallen handelen overeenkomstig de haar bij artikel 11 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] verleende bevoegdheden, zulks onverlet de mogelijkheid om een verzoek om informatie of een onderzoek, bedoeld in lid 6, af te wijzen en de mogelijkheid voor de EAEM om in deze gevallen op te treden overeenkomstig artikel 9 van de genoemde verordening.”

    9.    Met het oog op een eenvormige toepassing van dit artikel ▐ kan de EAEM ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen met het oog op de vaststelling van gemeenschappelijke procedures voor de bevoegde autoriteiten betreffende de samenwerking bij de verificaties en ▐ onderzoeken ter plaatse, bedoeld in de leden 4 en 5.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig ▐ artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] ▐.”.

    (18)

    Artikel 102 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    In lid 2 wordt de eerste alinea vervangen door:

    „2.   Lid 1 belet niet dat tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten overeenkomstig deze richtlijn of andere ▐ wetgeving van de Unie die van toepassing is op icbe’s of ondernemingen die bij hun bedrijf betrokken zijn, informatie wordt uitgewisseld of bezorgd aan de EAEM overeenkomstig Verordening (EU) nr. …/2010 of aan het bij Verordening (EU) nr. …/2010 van het Europees Parlement en de Raad opgerichte Europees Comité voor systeemrisico’s. Deze gegevens vallen onder het in lid 1 van dit artikel bedoelde beroepsgeheim.” ;

    b)

    In lid 5 wordt het volgende punt ▐ toegevoegd:

    „d)

    de bij Verordening (EU) nr. …/2010 van het Europees Parlement en de Raad opgerichte Europese Autoriteit voor effecten en markten (EAEM), de bij Verordening (EU) nr. …/2010 van het Europees Parlement en de Raad opgerichte Europese Bankautoriteit (EBA), de bij Verordening (EU) nr. …/2010 van het Europees Parlement en de Raadopgerichte Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EAVB), en het ECSR.”.

    (18 bis)

    Artikel 103, lid 3, komt als volgt te luiden:

    „3.     De lidstaten delen de Europese Autoriteit voor effecten en markten, de Commissie en de overige lidstaten de identiteit mede van de autoriteiten die op grond van lid 1 informatie mogen ontvangen.”.

    (18 ter)

    Artikel 103, lid 7, komt als volgt te luiden:

    „7.     De lidstaten delen de Europese Autoriteit voor effecten en markten, de Commissie en de overige lidstaten de identiteit mede van de autoriteiten of instanties die op grond van lid 4 informatie mogen ontvangen.”.

    (19)

    Artikel 105 wordt vervangen door:

    „Artikel 105

    Om de eenvormige toepassing van de bepalingen betreffende de uitwisseling van informatie in deze richtlijn te garanderen, kan de Europese Autoriteit voor effecten en markten voorstellen voor technische normen ontwikkelen om de toepassingsvoorwaarden te bepalen met betrekking tot de procedures voor de uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten onderling en tussen de bevoegde autoriteiten en de Europese Autoriteit voor effecten en markten.

    Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde ontwerpen van technische uitvoeringsnormen goed te keuren overeenkomstig ▐ artikel 7 sexies van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] ▐.”.

    (20)

    In artikel 108, lid 5, onder b) worden de eerste en de tweede alinea vervangen door:

    „b)

    zij brengen de zaak zo nodig onder de aandacht van de EAEM , die kan handelen overeenkomstig de haar bij artikel 11 van Verordening (EU) nr. …/2010 [EAEM] toevertrouwde bevoegdheden.

    De Commissie en de Europese Autoriteit voor effecten en markten worden onverwijld op de hoogte gebracht van alle overeenkomstig punt a) van de eerste alinea genomen maatregelen.”.

    (20 bis)

    De titel van hoofdstuk XIII wordt vervangen door:

    (20 ter)

    Artikel 111 komt als volgt te luiden:

    „Artikel 111

    De Commissie kan technische wijzigingen van deze richtlijn vaststellen op de hierna genoemde gebieden:

    a)

    verduidelijking van de definities om overal in de Gemeenschap een consequente harmonisatie en de eenvormige toepassing van de richtlijn te waarborgen, of

    b)

    aanpassing van de terminologie en formulering van de definities aan latere voorschriften inzake icbe’s en aanverwante zaken.

    Deze maatregelen worden vastgesteld middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig de artikelen 112, 112 bis en 112 ter.”.

    (20 quater)

    Artikel 112 komt als volgt te luiden:

    „Artikel 112

    1.     De Commissie wordt bijgestaan door het bij Besluit 2001/528/EG van de Commissie ingestelde Europees Comité voor het effectenbedrijf.

    2.     De bevoegdheid om de in de artikelen 12, 14, 23, 33, 43, 51, 60, 61, 62, 64, 75, 78, 81, 95 en 111 bedoelde gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van vier jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn. De Commissie stelt uiterlijk zes maanden voor het einde van de periode van vier jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De delegatie van bevoegdheden wordt automatisch met perioden van eenzelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad die bevoegdheid intrekt overeenkomstig artikel 64 quater.

    2 bis.     Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft gesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

    2 ter.     De aan de Commissie toegekende bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, is onderworpen aan de voorwaarden die worden gesteld in de artikelen 112 bis en 112 ter.

    3.     Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van de bepalingen van artikel 8 van dat besluit.”.

    (20 quinquies)

    De volgende artikelen worden ingevoegd:

    „Artikel 112 bis

    Intrekking van de bevoegdheidsdelegatie

    1.     De in de artikelen 12, 14, 23, 33, 43, 51, 60, 61, 62, 64, 75, 78, 81, 95 en 111 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan op elk moment door het Europees Parlement of de Raad worden ingetrokken.

    2.     De instelling die een interne procedure is begonnen om te besluiten of zij de bevoegdheidsdelegatie wenst in te trekken, beijvert zich om de andere instelling en de Commissie hiervan binnen een redelijke termijn voordat een definitief besluit wordt genomen, op de hoogte te stellen en geeft daarbij aan welke gedelegeerde bevoegdheden mogelijk worden ingetrokken.

    3.     Het besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de bevoegdheden die in dat besluit worden vermeld. Het besluit treedt onmiddellijk of op een latere datum die in het besluit wordt vermeld in werking. Het besluit laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. Het besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 112 ter

    Bezwaar tegen gedelegeerde handelingen

    1.     Het Europees Parlement en de Raad kunnen tegen een gedelegeerde handeling bezwaar aantekenen binnen drie maanden na de datum van kennisgeving daarvan. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad kan deze termijn met drie maanden worden verlengd.

    2.     Indien noch het Europees Parlement noch de Raad bij het verstrijken van deze termijn bezwaar heeft aangetekend tegen de gedelegeerde handeling, wordt deze bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en treedt zij in werking op de daarin vermelde datum.

    De gedelegeerde handeling kan worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie en vóór het verstrijken van de betrokken periode in werking treden indien het Europees Parlement en de Raad beide de Commissie hebben doen weten geen bezwaar te zullen aantekenen.

    3.     Indien het Europees Parlement of de Raad bezwaar aantekent tegen de gedelegeerde handeling, treedt deze niet in werking. Overeenkomstig artikel 296 VWEU geeft de instelling die bezwaar aantekent aan om welke redenen zij dat doet.”.

    Artikel 11 bis

    Herziening

    Uiterlijk op 1 januari 2014 legt de Commissie een verslag voor aan het Europees Parlement en de Raad waarin wordt gespecificeerd of de ETA's de ontwerpen van technische normen waarin deze richtlijn voorziet, hebben ingediend, waar deze indiening verplicht of facultatief is, met eventuele adequate voorstellen.

    Artikel 12

    Omzetting

    1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2010 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

    Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

    2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van internrecht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

    Artikel 13

    Inwerkingtreding

    Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 14

    Adressaten

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te

    Voor het Europees Parlement

    De Voorzitter

    Voor de Raad

    De Voorzitter


    (1)  De zaak werd terugverwezen naar de commissie overeenkomstig artikel 57, lid 2, tweede alinea (A7-0163/2010).

    (2)  Amendementen: nieuwe of vervangende tekst staat in vet en cursief , schrappingen zijn met het symbool ▐ aangegeven.

    (3)  Advies van 18 maart 2010 (nog niet in het Publicatieblad verschenen).

    (4)  Standpunt van het Europees Parlement van ….

    (5)  COM(2009)0114.

    (6)  COM(2009)0252.

    (7)  PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.

    (8)  PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.

    (9)  PB L 345 van 31.12.2003, blz. 64.

    (10)   PB L 166 van 11.6.1998, blz. 45.

    (11)   PB L 235 van 23.9.2003, blz. 10.

    (12)  PB L 166 van 11.6.1998, blz. 45.

    (13)  PB L 35 van 11.2.2003, blz. 1.

    (14)  PB L 96 van 12.4.2003, blz. 16.

    (15)  PB L 235 van 23.9.2003, blz. 10.

    (16)  PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38.

    (17)  PB L 309 van 25.11.2005, blz. 15.

    (18)  PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.

    (19)  PB L 177 van 30.6.2006, blz. 201.

    (20)   PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32.

    (21)  PB L”.

    (22)  PB L”.

    (23)  PB L 222 van 14.8.1978, blz. 11.


    Top