EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007AE1703

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een verordening van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt en tot wijziging van een aantal verordeningen COM(2007) 372 final — 2007/0138 (CNS)

PB C 120 van 16.5.2008, p. 42–46 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

16.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 120/42


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het „Voorstel voor een verordening van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt en tot wijziging van een aantal verordeningen”

COM(2007) 372 final — 2007/0138 (CNS)

(2008/C 120/10)

De Raad heeft op 7 september 2007 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig de artikelen 36 en 37 van het EG-Verdrag te raadplegen over het

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt en tot wijziging van een aantal verordeningen.

De afdeling Landbouw, plattelandsontwikkeling, milieu, die met de voorbereiding van de desbetreffende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 27 november 2007 goedgekeurd. Rapporteur was de heer Kienle.

Het Comité heeft tijdens zijn op 12 en 13 december 2007 gehouden 440e zitting (vergadering van 12 december 2007) onderstaand advies uitgebracht, dat met 109 stemmen voor en 5 stemmen tegen, bij 12 onthoudingen, is goedgekeurd.

1.   Samenvatting van de conclusies en aanbevelingen

1.1

Het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC) is ermee ingenomen dat de Europese Commissie met haar voorstel voor een hervorming van de gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt op hoofdlijnen vasthoudt aan een specifieke GMO voor wijn. Wel had het graag gezien dat de Commissie meer rekening had gehouden met de voorstellen uit zijn advies van 14 december 2006 over de „Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement — Naar een duurzame Europese wijnsector (1).

1.2

Het EESC benadrukt nogmaals dat het hoofddoel van de hervorming moet zijn om het concurrentievermogen van de Europese wijnen te verbeteren en marktaandeel terug te winnen. In dit licht moet de Commissie bij de hervorming en de regelingen voor de internationale handel meer oog hebben voor de positie van de Europese wijnbouwsector als wereldmarktleider.

1.3

Het EESC benadrukt dat wijn en wijnbouw belangrijke en onlosmakelijke bestanddelen van de Europese cultuur en levenswijze vormen. De wijnbouw drukt in vele Europese wijnbouwgebieden zijn stempel op het maatschappelijke en economische klimaat. Daarom hecht het EESC eraan dat er bij de doelstellingen en maatregelen van de hervorming niet alleen gekeken wordt naar de economische implicaties, maar dat ook de gevolgen voor de werkgelegenheid, de sociale situatie, het milieu (met name in het kader van rooiprogramma's), de consumentenbescherming en de volksgezondheid in aanmerking worden genomen. In het verordeningsvoorstel van de Commissie gebeurt dit op onvoldoende wijze.

1.4

De wijnbouw in de EU vormt de bestaansgrond van 1,5 miljoen overwegend kleine gezinsbedrijven en biedt (al dan niet seizoensgebonden) werk aan ruim 2,5 miljoen mensen. Daarom wijst het EESC erop dat er bij de hervorming maatregelen genomen moeten worden die gunstig uitwerken op de inkomens van de wijnbouwers en op de werkgelegenheidsmogelijkheden in de Europese wijnbouw.

1.5

Het EESC prijst het voorstel van de Commissie om de wijnproducerende lidstaten een nationale enveloppe ter beschikking te stellen, omdat hiermee voor meer subsidiariteit wordt gezorgd en meer rekening kan worden gehouden met regionale verschillen. Het pakket aan steuninstrumenten moet echter worden uitgebreid om de doelstellingen van de hervorming te kunnen bereiken.

1.6

De door de Commissie voorgestelde maatregelen inzake consumentenvoorlichting zijn volgens het EESC niet toereikend. Het is ingenomen met de voorstellen ter bevordering van de afzet op exportmarkten, maar acht het noodzakelijk dat deze afzetbevorderingsmaatregelen ook op de interne markt worden toegepast.

2.   Voorstellen van de Commissie

2.1

De Commissie stelt voor om de GMO voor wijn op de volgende gebieden te hervormen:

steunmaatregelen uit een nationale enveloppe voor herstructurering en omschakeling van wijngaarden, groen oogsten, onderlinge fondsen, oogstverzekering en bevordering van de afzet op de markten van derde landen;

financiële overdrachten ten behoeve van plattelandsontwikkeling;

verandering van wijnbereidingsvoorschriften, met name inzake oenologische procedés, verhoging van het alcoholgehalte en aanzuring;

wijziging van etiketteringsregels, speciaal wat betreft de oorsprongs- en herkomstaanduiding, en aanpassing van de overige etiketteringsregels;

producenten- en brancheorganisaties;

liberalisering van de aanplantregels vanaf 2013;

programma voor vrijwillige rooiing;

afschaffing van huidige marktbeheersmaatregelen;

overheveling van bevoegdheden van Raad naar Commissie.

3.   Algemene opmerkingen

3.1

Het EESC kan zich grotendeels vinden in de door de Commissie genoemde doelstellingen. De voorgestelde maatregelen dienen echter wel aangepast en verbeterd te worden.

3.2

Het EESC herhaalt dat het zaak is, het concurrentievermogen van de Europese producenten op de interne markt alsook op de exportmarkten op te voeren, de positie van de Europese wijnbouweconomie te versterken, het streven naar kwaliteit te ondersteunen en beter in te spelen op de marktontwikkelingen en op de wensen van de consument. Met deze vereisten wordt in het verordeningsvoorstel van de Commissie onvoldoende rekening gehouden.

3.3

Het EESC wijst er nogmaals op dat de economische doelstellingen concreter moeten worden geformuleerd en met sociale en werkgelegenheidsdoelstellingen moeten worden aangevuld. Hierbij gaat het onder meer om verbetering van de inkomenssituatie voor wijnbouwbedrijven, betere ontwikkelingskansen voor jonge wijnboeren, duurzame werkgelegenheidsmogelijkheden en een passende beloning voor vaste arbeidskrachten en seizoensarbeiders.

3.4

Het EESC herinnert eraan dat het kritisch staat tegenover de overheveling van bevoegdheden (bijv. inzake de goedkeuring van nieuwe wijnbereidingsprocedés) van de Raad naar de Commissie, omdat de Commissie bij de onderhandelingen over bilaterale akkoorden de belangen van de Europese wijnbouwers onvoldoende heeft behartigd.

3.5

Het EESC vindt nog steeds dat het huidige budget moet worden verhoogd om rekening te houden met de toetreding tot de EU van twee nieuwe wijnproducerende landen.

3.6

Opnieuw benadrukt het EESC dat de marktontwikkelingen scherper en uitvoeriger in de gaten moeten worden gehouden om betere informatie over productie, handel en consumptie als basis voor de ordening van de wijnmarkt te vergaren. De algemene gegevens waarvan tot nu toe wordt uitgegaan, zijn belangrijk, maar ontoereikend. Er is ook behoefte aan actuele informatie over veranderingen in productiestructuren, afzetkanalen en consumptiepatronen.

3.7

Net als de Commissie zou het EESC graag zien dat de nieuwe GMO zo snel mogelijk van kracht wordt. Wel zou er een „phasing out”-periode moeten worden vastgesteld, zodat bedrijven zich eventueel stapsgewijs aan de nieuwe randvoorwaarden kunnen aanpassen.

3.8

Het is een goede zaak dat de Commissie haar voorstel voor een rooiprogramma heeft gewijzigd. Het EESC acht het evenwel zinvol dat deze maatregelen in het kader van regionale of nationale structuurprogramma's ten uitvoer worden gelegd, om negatieve gevolgen van afzonderlijke rooimaatregelen (bijv. braakland temidden van wijngaarden) tegen te gaan en voor een ordelijke tenuitvoerlegging te zorgen.

3.9

Het EESC is nog steeds tegen een totale liberalisering van de aanplantingsregels, omdat hiermee de doelstellingen van de GMO-hervorming op economisch en sociaal gebied en op het vlak van milieu en landschapsonderhoud in gevaar zouden komen.

4.   Bijzondere opmerkingen

4.1   Titel II: Steunmaatregelen — Hoofdstuk 1: Steunprogramma's

4.1.1

Het is een goede zaak dat met de invoering van een nationale enveloppe in beginsel is tegemoetkomen aan het verzoek van het EESC om meer rekening te houden met regionale verschillen en om het subsidiariteitsbeginsel in de wijnsector consequenter toe te passen. Het EESC acht de voorgestelde steunmaatregelen echter ontoereikend.

4.1.2

Het EESC is het met de Commissie eens dat er moet worden vastgehouden aan een samenhangend en toereikend communautair kader. Binnen dit kader moeten de lidstaten bevoegd zijn voor de keuze van de maatregelen voor hun wijnbouwgebieden. In dit verband kunnen producentenorganisaties, brancheverenigingen, regelgevingsorganisaties en instanties met dienovereenkomstige doelstellingen een belangrijke rol spelen.

4.1.3

Het EESC spreekt zich uit voor een omvangrijker maatregelenpakket om de doelstellingen van de GMO te kunnen verwezenlijken. Het verwijst naar zijn eerdere adviezen over de GMO voor wijn (2), waarin het reeds heeft aangedrongen op o.m. programma's om kwaliteitsproducten in de wijnbouw, wijnbereiding, afzet en consumentenvoorlichting te bevorderen, op maatregelen ten behoeve van probleemgebieden, en op de mogelijkheid om rechtstreekse areaalsteun te verlenen.

4.1.4

Het EESC pleit nogmaals voor samenhangende en geïntegreerde maatregelen, teneinde zoveel mogelijk effect te sorteren. Dergelijke maatregelen moeten derhalve deel uitmaken van plannen die de gehele productieketen bestrijken, van de wijngaard via de verwerking tot de uiteindelijke afzet van het product. Het gaat hierbij ook om maatregelen inzake het aanboren van alternatieve afzetmarkten voor alle producten van de wijndruif.

4.1.5

Het EESC dringt opnieuw met klem aan op een speciaal programma ter ondersteuning van de wijnbouw in probleemgebieden (bijv. op steile heuvels en hellingen) en in gebieden die met extreme klimaatsomstandigheden te maken hebben.

4.1.6

Het EESC is verheugd dat de Commissie binnen de nationale enveloppe een belangrijke rol heeft toegekend aan exportbevorderingsmaatregelen. Daarnaast zijn er maatregelen nodig om de consumenten op de interne markt te informeren over de wijnbouwcultuur en hen in het bijzonder voor te lichten over de gunstige effecten van een gematigde consumptie van wijn en over de gevaren van misbruik. Het bepleit nogmaals dat de oprichting van een Europese waarnemingspost wordt ondersteund.

4.1.7

Onmiddellijke afschaffing van de interventiemaatregelen is volgens het EESC onaanvaardbaar. Daarom raadt het aan dat er in het kader van de nationale enveloppe in de „phasing out”-periode 2008-2010 steun kan worden verleend voor distillatie voor de vervaardiging van drinkalcohol en voor particuliere opslag.

4.1.8

In het kader van de nationale enveloppe moeten er ook maatregelen voor crisisbeheer worden gepland waarbij wordt uitgegaan van medeverantwoordelijkheid van de producenten. De tot dusverre geplande maatregelen (oogstverzekering en onderlinge fondsen) zijn ontoereikend om conjuncturele crises het hoofd te bieden. Daarom moet worden nagegaan of de tot nu toe doorgevoerde crisisdistillaties aan de verwachtingen hebben voldaan en of een crisisdistillatie binnen de nationale enveloppe kan worden gepland.

4.1.9

Het huidige verbod op intense persing van druiven, pulp en wijnmoer is zinvol gebleken om de kwaliteit van de wijnproducten te garanderen en eventueel misbruik tegen te gaan. Het moet dan ook van kracht blijven. De lidstaten zouden gemachtigd moeten worden om het te distilleren percentage van de productie in bepaalde jaren te verhogen.

4.1.10

Het EESC neemt er kennis van dat de Commissie een voorstel heeft uitgewerkt inzake de verdeling van het budget voor de nationale enveloppen. Voor de nieuwe lidstaten, ten aanzien waarvan er geen historische referenties zijn, zou een eigen verdeelsleutel op basis van het wijnbouwareaal moeten worden vastgesteld.

4.2   Hoofdstuk 2: Financiële overdrachten

4.2.1

In tal van adviezen heeft het EESC de nadruk gelegd op de betekenis van de tweede pijler voor de toekomstige ontwikkeling van het platteland, waartoe ook de Europese wijnbouwgebieden behoren. Mede in het licht van deze essentiële doelstelling en met het oog op de oplossing van de problemen van de wijnbouwsector bepleit het EESC dat alle maatregelen die in het kader van de wijnmarkthervorming zijn besproken, gefinancierd worden uit de wijnbegroting. Daarom mag het budget niet worden verlaagd, noch door bezuinigingen, noch door overheveling van middelen.

4.3   Titel III: Regelgevingsmaatregelen — Hoofdstuk 2: Oenologische procedés en beperkingen

4.3.1

Het is absoluut noodzakelijk dat er een internationaal aanvaarde definitie van het product wijn wordt opgesteld. Dit vereist tevens dat erkende productiemethoden worden vastgelegd. Duidelijk moet worden gemaakt dat de GMO geen betrekking heeft op zgn. vruchtenwijnen.

4.3.2

Het streven om de wijnbereidingsprocedés af te stemmen op de OIV-regels moet een vastere plaats krijgen in de strategische koers van bilaterale of internationale handelsovereenkomsten. Het toestaan bij importwijnen van alle wijnbereidingsprocedés die ergens ter wereld zijn erkend, strookt niet met het voornemen om de bepalingen meer te doen aansluiten bij de regels van de OIV voor Europese wijnen en zou tot verdere scheeftrekking van de concurrentie leiden. Ook is het EESC tegen het voorstel om bij de export van wijnen oenologische procedés toe te staan die bij de afzet op de interne markt verboden zijn.

4.3.3

Het EESC zou graag zien dat een lijst van toegestane oenologsche procedés als bijlage bij de thans voorgestelde verordening wordt opgenomen. De Raad zou bevoegd moeten blijven om deze procedés aan te passen en om nieuwe procedés toe te staan.

4.3.4

Het EESC juicht toe dat de Commissie afgezien heeft van het plan om in Europa toe te staan, ingevoerde druivenmost of mostconcentraat tot wijn te verwerken en wijn uit de EU te versnijden met wijn uit derde landen.

4.3.5

Het EESC dringt er bij de Commissie op aan, bij haar voorstellen voor de productieregels rekening te houden met de plaatselijke verschillen en met de uiteenlopende klimatologische en weersomstandigheden in de EU. Het gaat hier om een zeer gevoelig thema. Voorkomen moet worden dat de Europese wijnsector in twee kampen uiteenvalt of dat de hervormingsvoorstellen worden geblokkeerd. Het EESC is er voorstander van dat alle oenologische procedés strenger worden gecontroleerd om de kwaliteit van wijn te bevorderen en te garanderen.

4.3.6

Daarom gaat het EESC bij de beoordeling van de Commissievoorstellen uit van zijn eerdere advies ter zake, de door de Commissie gepresenteerde analyses, de voorgestelde liberalisering van de wijnbereidingsmethoden, de erkenning van wijnbereidingsprocedés in bilaterale overeenkomsten, en de doelstellingen van de hervorming, met name de opvoering van het concurrentievermogen en de terugdringing van de productiekosten. Na afweging van de voors en tegens van het Commissievoorstel pleit het EESC voor algemene voortzetting van de bestaande regelingen inzake het gebruik van sacharose en de steun voor mostconcentraat.

4.4   Hoofdstuk 3: Oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen

4.4.1

Het EESC is ermee ingenomen dat de Commissie haar voorstellen over de benaming van wijnen op basis van hun herkomst heeft gepreciseerd. Terecht stelt de Commissie dat het begrip kwaliteitswijn uit de EU onder meer gebaseerd is op de specifieke eigenschappen die teruggaan tot de geografische oorsprong van de wijn. Het is van groot belang dat oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen worden beschermd. Oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen zouden dan ook alleen gebruikt mogen worden als de wijn binnen het afgebakende geografische gebied is bereid.

4.4.2

Het is een goede zaak dat de Commissie haar voorstellen ondertussen in die zin heeft toegelicht en gepreciseerd dat waardevol gebleken kwaliteitsbeleidsregelingen die niet of niet uitsluitend op het beginsel van oorsprongsbenamingen stoelen, in stand kunnen worden gehouden. Met name de controle op kwaliteitswijnen is in tal van lidstaten doeltreffend gebleken, voor de producenten en zeker ook voor de consumenten.

4.4.3

In weerwil van dit alles blijven er nog vele vragen bestaan over de verenigbaarheid met Verordening (EG) nr. 753/2002 van de Commissie van 29 april 2002 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad wat betreft de omschrijving, de aanduiding, de aanbiedingsvorm en de bescherming van bepaalde wijnbouwproducten (3). Het EESC verzoekt de Commissie daarom een concordantietabel voor te leggen om de gevolgen voor geografische en traditionele benamingen te kunnen vaststellen.

4.5   Hoofdstuk IV: Etikettering

4.5.1

Het EESC vindt de voorstellen zeer complex. Het verzoekt de Commissie een nauwkeurige simulatie te maken van de gevolgen van de voorgestelde wijzigingen.

4.5.2

De wetgeving inzake benamingen is, na jarenlange discussies, pas onlangs gewijzigd. Het EESC verzoekt de Commissie toe te lichten welke nieuwe factoren er zijn opgetreden die bij de net afgeronde discussie niet aan de orde zijn gekomen.

4.5.3

Wanneer etiketteringsregels vereenvoudigd worden om de consument beter te informeren, kan het EESC dat alleen maar toejuichen. Zulke wijzigingen mogen echter niet tot een grotere kans op concurrentiescheeftrekking of misleiding van de consument of tot een stroom juridische geschillen leiden. In dit licht moeten tevens vraagtekens worden geplaatst bij het voorstel van de Commissie om voor wijnen zonder oorsprongsbenaming of geografische aanduiding, druivenras en oogstjaar facultatief te laten vermelden. Dit voorstel kan alleen worden geaccepteerd als er, om de consument te beschermen en misleiding en oneerlijke concurrentie te voorkomen, gezorgd wordt voor een controle- en certificeringssysteem waarmee de traceerbaarheid van deze wijnen wordt gegarandeerd.

4.5.4

In een alsmaar grotere Unie neemt het aantal talen toe, waardoor handelsbelemmeringen kunnen ontstaan, zoals nu bijv. het geval is bij de vermelding van het gebruik van sulfiet. Waar het gaat om zaken die verplicht op het etiket dienen te worden aangeduid (bijv. ingrediënten), moet het daarom mogelijk worden om voor iedereen begrijpelijke symbolen te gebruiken.

4.6   Titel V: Productiepotentieel

4.6.1

Het EESC is ermee ingenomen dat de Commissie haar voorstellen inzake rooiregelingen gewijzigd heeft en het geplande budget heeft verlaagd. Het erkent het belang van rooiing als een marktordeningsinstrument dat als onderdeel van regionale of nationale structuurprogramma's binnen het algehele EU-kader gedurende een beperkte periode van drie tot vijf jaar moet worden aangeboden. Rooiing zou als vrijwillige maatregel moeten worden aangeboden om wijnstokken op areaal dat niet voor de wijnbouw geschikt is te verwijderen en de sluiting van bedrijven zonder toekomstperspectieven in sociaal opzicht te begeleiden.

4.6.2

Het EESC stelt tot zijn tevredenheid vast dat de Commissie haar oorspronkelijke tijdschema voor de liberalisering van de aanplantregels heeft gewijzigd. Het EESC blijft echter tegen een volledige liberalisering — ook in een later stadium — gekant, omdat hiermee de doelstellingen van de GMO-hervorming op economisch en sociaal gebied en op het vlak van milieu en landschapsonderhoud in gevaar zouden komen. Gezien de algemene verantwoordelijkheid voor de werkgelegenheid, de economie en de infrastructuur van de wijnbouwregio's, voor de sociale structuur, het milieu en de natuurbescherming kan er niet worden ingestemd met de verplaatsing van wijnbouw van cultureel waardevolle wijnlandschappen naar gebieden waar de teelt goedkoper is.

4.6.3

Als de Europese aanplantregeling, gekoppeld aan een verbod op nieuwe aanplant, niet wordt voortgezet, dan moet er een kader worden geschapen waarmee het voor wijnbouwregio's mogelijk wordt om hun aanplantrechten en -regelingen te behouden of vorm te geven in overeenstemming met de doelstellingen van de GMO voor wijn.

4.7   Nieuwe titel: Afzetbevordering en voorlichting

4.7.1

Volgens het EESC zijn de Commissievoorstellen ontoereikend om op de interne markt marktaandeel te heroveren op wijnen uit derde landen, met name uit de „nieuwe wereld”.

4.7.2

Het EESC dringt er bij de Commissie op aan, binnen de nationale enveloppe ondersteunende maatregelen te plannen inzake consumentenvoorlichting en bevordering van de afzet, niet alleen op exportmarkten, maar ook op de interne markt. Daarbij moet speciale aandacht uitgaan naar uitgebreide voorlichting over de gunstige effecten van een matige wijnconsumptie als onderdeel van een gezond voedingspatroon en een moderne levensstijl.

4.7.3

De voorlichtings- en afzetbevorderingsmaatregelen moeten betrekking hebben op alle wijnbouwproducten.

4.7.4

Het EESC beveelt aan om in het communicatiebeleid voor wijnbouwproducten ook aandacht te besteden aan toerisme, gastronomie en andere producten uit wijnbouwstreken.

Brussel, 12 december 2007.

De voorzitter

van het Europees Economisch en Sociaal Comité

D. DIMITRIADIS


(1)  PB C 325 van 30 december 2006, blz. 29.

(2)  PB C 101 van 12 april 1999, blz. 60-64 + idem voetnoot 1.

(3)  PB L 118 van 4 april 2002, blz. 1-54.


BIJLAGE

bij het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité

De volgende wijzigingsvoorstellen zijn verworpen, hoewel ze minstens een kwart van de stemmen hebben gekregen:

Paragraaf 4.3.6

Door de volgende tekst te vervangen:

Na afweging van de voors en tegens van het Commissievoorstel is het EESC tot de conclusie gekomen dat landen die van oudsher al op legale wijze sacharose gebruiken, hiermee door moeten kunnen gaan. Om evenwel te garanderen dat alle wijnproducenten overal in de EU gelijk worden behandeld, moet de steun voor gerectificeerde geconcentreerde most behouden blijven en aangepast worden aan de nieuwe marktcondities waar het gaat om de lagere suikerprijzen. Deze steun, die nodig is om ook in de toekomst min of meer gelijke kosten te waarborgen, mag niet van invloed zijn op de nationale enveloppen, maar moet een aparte begrotingspost inzake de wijnbouw vormen. ”.

Motivering

De reeds doorgevoerde hervorming van de GMO voor suiker en de algehele hervorming van de GMO voor wijn leiden tot een heel andere kostenstructuur bij de productie van wijn. Wil men daadwerkelijk aan de eerder bestaande situatie vasthouden en eerlijke concurrentievoorwaarden garanderen (bij de verrijking van wijn zijn suiker en most immers concurrenten van elkaar), dan dient daarom te worden overwogen de steun voor most ofwel aan te passen, ofwel begrotingstechnisch buiten de nationale enveloppen te houden.

Stemuitslag

Stemmen voor: 25 Stemmen tegen: 54 Onthoudingen: 8

Nieuwe paragraaf 4.3.7

De volgende nieuwe paragraaf in te voegen:

4.3.7

Het gebruik van sacharose voor de verrijking van wijn houdt in dat er een product wordt toegevoegd dat niet vrijkomt bij de verwerking van de wijndruif. Omdat het EESC altijd aandacht heeft gevraagd voor een transparante etikettering en bescherming van de consument, is het van mening dat het oenologische procedé waarbij wijn aldus wordt verrijkt, op het etiket moet worden vermeld. ”.

Motivering

Het EESC heeft ontegensprekelijk tot taak ervoor te zorgen dat consumenten altijd zo volledig mogelijk worden geïnformeerd over producten en levensmiddelen.

Stemuitslag

Stemmen voor: 30 Stemmen tegen: 70 Onthoudingen: 21


Top