This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52005AE0123
Opinion of the European Economic and Social Committee on the Proposal for a Regulation of the European Parliament and the Council on the implementation of the deployment and commercial operating phases of the European programme of satellite radionavigation (COM(2004) 477 final — 2004/0156 (COD))
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de tenuitvoerlegging van de stationeringsfase en de exploitatiefase van het Europees programma voor radionavigatie per satelliet (COM(2004) 477 def. — 2004/0156 (COD))
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de tenuitvoerlegging van de stationeringsfase en de exploitatiefase van het Europees programma voor radionavigatie per satelliet (COM(2004) 477 def. — 2004/0156 (COD))
PB C 221 van 8.9.2005, p. 28–32
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
8.9.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 221/28 |
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake de tenuitvoerlegging van de stationeringsfase en de exploitatiefase van het Europees programma voor radionavigatie per satelliet
(COM(2004) 477 def. — 2004/0156 (COD))
(2005/C 221/06)
De Raad heeft op 16 november 2004 besloten het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig art. 156 van het EG-Verdrag te raadplegen over voornoemd voorstel.
De gespecialiseerde afdeling „Vervoer, energie, infrastructuur, informatiemaatschappij”, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 17 januari 2005 goedgekeurd; rapporteur was de heer RANOCCHIARI.
Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn 414e zitting op 9 en 10 februari 2005 (vergadering van 9 februari 2005) het volgende advies uitgebracht, dat met 134 stemmen vóór, bij 3 onthoudingen, is goedgekeurd:
1. Inleiding
1.1 |
Het EESC is van begin af aan getuige geweest van het ontstaan en de ontwikkeling van het Europese GALILEO-programma voor radionavigatie en positionering per satelliet, en heeft onmiddellijk erkend dat dit programma van fundamenteel strategisch belang is voor het Europese concurrentievermogen, zowel vanwege de gunstige economische, sociale en werkgelegenheidseffecten als vanwege de bijdrage die GALILEO kan leveren tot het verbeteren van de levenskwaliteit van de burgers. (1) Het EESC heeft er tevens op gewezen dat particuliere actoren al vanaf de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming GALILEO (2) bij de ontwikkeling en exploitatie van het systeem moeten worden betrokken, om zo een voortdurende ondersteuning tijdens de ontwikkelings- en stationeringsfase te waarborgen. (3) |
1.2 |
Zoals het EESC in een eerder advies over dit onderwerp (4) heeft onderstreept, werd uiteindelijk op 26 mei 2003 door de Raad van het Europees Ruimteagentschap een akkoord bereikt over de financiële bijdrage van de leden en kon het GALILEO-programma van start gaan. Het EESC wees er tevens op dat het GALILEO-programma bijzonder relevant is voor de onafhankelijke positie van de Europese Unie en een belangrijke rol speelt wat betreft de technologische en wetenschappelijke capaciteit, de economie en, niet in de laatste plaats, de ruimtevaartsector in de Unie. |
2. Stand van zaken en verwachte ontwikkelingen
2.1 |
Het is zinvol eraan te herinneren dat het GALILEO-programma vier fasen omvat:
|
2.2 |
Na afloop van de definitiefase is in mei 2002 de gemeenschappelijke onderneming GALILEO opgericht voor een periode van vier jaar, met als doel „de eenheid van het beheer en de financiële controle van het project voor de onderzoeks-, ontwikkelings- en demonstratiefase van het Galileo-programma te waarborgen en met het oog daarop de financiële middelen ten behoeve van dit programma bijeen te brengen”. |
2.3 |
Met Verordening (EG) nr. 1321/2004 (5) tot oprichting van een Europese toezichtautoriteit voor het wereldwijd satellietnavigatiesysteem (GNSS) en het Gemeenschappelijk optreden 2004/552/GBVB (6), beide van 12 juli 2004, zijn de operationele structuren van het systeem vastgelegd, om toe te zien op de behartiging van de met de programma's verbonden openbare belangen en om de veiligheid en bescherming van het GALILEO-systeem te waarborgen. |
2.4 |
In internationaal verband hebben de Europese Unie en de Verenigde Staten op 26 juni 2004, na vier jaar onderhandelen, een uiterst belangrijke overeenkomst gesloten over GALILEO en GPS (7), inzake de bevordering, de levering en het gebruik van de diensten van de twee systemen voor plaatsbepaling en navigatie per satelliet en de daarmee verbonden toepassingen, op een wijze die volledig compatibel en interoperabel is: ieder systeem functioneert parallel aan het andere systeem, zonder interferentie van signalen. Dankzij deze overeenkomst kan GALILEO binnen het wereldwijde satellietnavigatiesysteem GNSS de internationale standaard worden voor open signalen voor burgerlijk en commercieel gebruik (anders dan GPS, dat oorspronkelijk voor militair gebruik is), en kan het tevens toegankelijk en aantrekkelijk worden gemaakt voor de huidige GPS-gebruikers, met behulp van één en dezelfde ontvanger. |
2.5 |
Verder zijn op respectievelijk 30 oktober 2003 en 13 juli 2004 samenwerkingsovereenkomsten getekend met China en Israël. Ook zijn al jarenlang onderhandelingen aan de gang om de interoperabiliteit met het Russische Glonass-systeem (8) te bewerkstelligen; deze zijn al ver gevorderd, met name wat betreft de acquisitie van frequenties en het gebruik van Russische draagraketten voor satellieten. Ook de onderhandelingen over samenwerkingsovereenkomsten met de Russische federatie, Oekraïne en India zijn in een ver gevorderd stadium. Bovendien zijn er op dit vlak contacten gelegd met Australië, Brazilië, Mexico en Zuid-Korea. Ook Zwitserland, Noorwegen en Canada denken na over een mogelijke financiële bijdrage. |
2.6 |
Tijdens de Euro-mediterrane conferentie van ministers van buitenlandse zaken (Valencia, april 2002) is een actieplan voor het Middellandse-Zeegebied gelanceerd voor mediterrane samenwerking op het gebied van radionavigatie en plaatsbepaling per satelliet. Meer recent heeft de gemeenschappelijke onderneming GALILEO in Caïro het project EURO-med GNSS uitgevaardigd, voor demonstratie, opleiding en coördinatie van het regionale GNSS-plan. Het doel hiervan is, samen met de Meda-partners de impact van EGNOS (9) (een geostationaire satelliet, de voorganger van GALILEO) te meten. |
2.7 |
Als het GALILEO-systeem straks eenmaal operationeel is, zal het vijf soorten diensten omvatten:
|
2.8 |
Gezien het civiel gebruik en beheer van het GALILEO-systeem en de hoofdzakelijk civiele, commerciële en beroepstoepassingen ervan verwacht de Commissie dat de potentiële markt van het systeem tegen 2010 rond de drie miljard ontvangers zal liggen, met een jaarlijks investeringsrendement van circa 250 miljard euro en een toename van nieuwe ondernemingen en hooggekwalificeerde arbeidsplaatsen voor honderdduizenden werknemers, waarvan meer dan 150 000 in Europa. |
2.9 |
De gemeenschappelijke onderneming GALILEO heeft in september 2004 de mededingings- en onderhandelingsfase afgerond en voorstellen ontvangen van twee naar het concessiehouderschap dingende consortia (Eurely (11) en Inavsat (12)); zij heeft deze voorstellen getoetst aan drie criteria: ondernemerscapaciteiten en financiële draagkracht; technische capaciteiten; juridische en contractuele aspecten. |
2.10 |
Overeenkomstig haar mandaat heeft de gemeenschappelijke onderneming allereerst een verslag voorgelegd aan de Commissie, die vervolgens een mededeling aan het Parlement en de Raad (13) heeft uitgebracht inzake de overgang op de stationerings- en de exploitatiefase. Het verslag en de mededeling moeten „de weg vrijmaken voor de beleidsrichtsnoeren ten aanzien van de publieke financiering van de volgende programmafasen en de openbare-dienstverleningstaak, in het bijzonder de vaststelling van het dienstenpakket”. Op grond hiervan kan de gemeenschappelijke onderneming een voorstel doen voor de ondertekening van het concessiecontract door de Toezichtautoriteit, die feitelijk verantwoordelijk is voor de uitvoering van het contract in de zin van Verordening (EG) nr. 1321/2004. |
2.11 |
Het Comité vraagt zich af of deze procedure niet te ingewikkeld zal zijn, en zal leiden tot mogelijke overlappingen en dubbele controles, die noch werkbaar noch duidelijk zijn. |
2.12 |
De Toezichtautoriteit die in de onderhavige ontwerpverordening wordt genoemd en die daarin wordt gedefinieerd als een communautair agentschap dat wordt belast met het beheer van de openbare belangen in verband met het Europese programma voor radionavigatie per satelliet (vastgesteld bij Verordening (EG) nr 1321/2004), zal pas in 2005 operationeel worden. |
3. Het voorstel van de Europese Commissie
3.1 |
Het onderhavige voorstel voor een verordening beantwoordt aan de behoefte aan een specifiek juridisch instrument dat voorziet in een aparte begrotingslijn voor het programma, en vandaar ook een beter financieel beheer en de monitoring van de stationerings- en de exploitatiefase van GALILEO, ook ten opzichte van de concessiehouder. |
3.2 |
Met dit voorstel wordt gepoogd de modaliteiten van de financiële bijdrage van de Gemeenschap aan de uitvoering van de stationerings- en exploitatiefase vast te stellen. Het voorstel richt zich met name op: |
3.2.1 |
de noodzaak van het communautaire optreden, om het evenwicht te waarborgen tussen de financiële bijdrage van de Gemeenschap zelf en de middelen die door de concessiehouder worden opgestreken:
|
3.2.2 |
de geschiktheid van het institutionele systeem voor het beheer en de controle door de toezichtautoriteit. |
4. Algemene opmerkingen
4.1 |
Het EESC acht het van belang de technische kenmerken van de verschillende soorten diensten nader te bestuderen. Zo moeten open normen worden gewaarborgd die de toegang voor andere service providers en innovatieve diensten mogelijk moeten maken, en wordt voorkómen dat — met name kleinere — nieuwkomers worden afgeschrikt door kunstmatige barrières of hoge kosten. |
4.2 |
Met betrekking tot het evenwicht binnen het financiële referentiekader, hoopt het EESC dat de nieuwe financiële vooruitzichten van de Gemeenschapsbegroting zo snel mogelijk worden goedgekeurd, en staat het achter het verzoek van de Commissie om voor het GALILEO-programma 1 miljard euro vrij te maken, via een specifieke begrotingslijn die niet afhangt van andere begrotingslijnen. Bovendien dringt het EESC erop aan dat dit bedrag, zo nodig, wordt verhoogd om de ontwikkeling van EGNOS en diens integratie in het GALILEO-programma mogelijk te maken. Verder acht het EESC het van belang dat ook in het zevende KP voor OTO&D middelen worden gereserveerd voor het onderzoek naar het wereldwijd satellietnavigatiesysteem GNSS. |
4.3 |
Het EESC vraagt zich overigens af hoe eventuele bijdragen van openbare instanties uit derde landen die hebben aangegeven een financiële bijdrage aan het GALILEO-systeem te willen leveren, in dat raamwerk zullen worden geïntegreerd. |
4.4 |
Het EESC stelt vast dat in de financiële bepalingen tevens de voordelen voor de concessiehouder worden genoemd die voortvloeien uit zijn functie van dienstverlener die in het genot is gesteld van vergunningen en IPR (14). In dat verband maakt het EESC zich zorgen over het eventuele ontstaan van een machts- of monopoliepositie van de concessiehouder, met mogelijke concurrentiedistorsies of beperkingen van de vrije markt tot gevolg. |
4.5 |
Met betrekking tot de geschiktheid van het institutionele systeem voor het beheer en de controle door een extern Europees agentschap (de Europese toezichtautoriteit voor het wereldwijde satellietnavigatiesysteem), onderstreept het Comité de volgende punten: |
4.5.1 |
In de raad van bestuur van de Europese toezichtautoriteit GNSS is geen plaats voor vertegenwoordigers van het Europees Ruimteagentschap, die wel in de huidige raad van bestuur van de gemeenschappelijke onderneming zitten. |
4.5.2 |
De verantwoordelijkheid op het gebied van beheer en controle wordt van de gemeenschappelijke onderneming overgedragen aan de Europese toezichtautoriteit GNSS: deze beheert de middelen voor GALILEO, treedt op als autoriteit die de concessiecontracten toekent, ziet toe op de naleving van de contractverplichtingen, verleent de concessiehouder het recht om de goederen voor de duur van het contract te gebruiken, beheert de overeenkomst met de EGNOS-operator, coördineert de initiatieven van de lidstaten m.b.t. de frequenties die nodig zijn om het systeem te laten functioneren, waarborgt de conformiteit van de certificaties van de onderdelen en zorgt ervoor dat de veiligheidsbepalingen worden nageleefd, met inbegrip van de voorschriften die voortvloeien uit het Gemeenschappelijk optreden 2004/552/GBVB. |
4.5.3 |
Het EESC kan niet verhullen dat het zich zorgen maakt over de fase waarin de verantwoordelijkheid wordt overgedragen van de gemeenschappelijke onderneming, die in mei 2006 zal ophouden te bestaan, en de nieuwe Europese toezichtautoriteit GNSS, die in het eerste halfjaar van 2005 operationeel zou moeten worden. |
4.5.4 |
Het EESC dringt er derhalve bij de Commissie en de Raad op aan waakzaam te blijven tijdens deze overgangsfase, waarin de twee organisaties naast elkaar zullen bestaan. |
4.5.5 |
De bepalingen van het Gemeenschappelijk optreden 2004/552/GBVB en de Verordening tot oprichting van de Europese toezichtautoriteit GNSS, die voorziet in een Comité voor de veiligheid en beveiliging van het systeem, regelen de interne veiligheid van GALILEO. Volgens het EESC zou moeten worden gekeken naar de banden van het GALILEO-systeem met andere Europese initiatieven op dit gebied, zoals het GMES-systeem (Global monitoring for environment and security), het KOSPAS-SARSAT-systeem (15) voor opsporings- en reddingsoperaties, de netwerken voor justitie en binnenlandse zaken, multimediale GRID-netwerken, enz. |
4.5.6 |
Het EESC onderstreept net als in zijn eerdere adviezen (16) dat naast het thema veiligheid ook aandacht moet worden besteed aan de bescherming van de privacy en de persoonsgegevens, door waar mogelijk het Europees agentschap voor de grondrechten (17) hiermee te belasten, of hiervoor een speciaal raadgevend orgaan op te richten. De verwijzing in art. 19 van Verordening (EG) nr. 1321/2004 tot oprichting van een Europese toezichtautoriteit voor het wereldwijd satellietnavigatiesysteem (GNSS) naar Verordening (EG) nr. 45/2001 is niet voldoende. De bescherming van de privacy en de persoonsgegevens moet expliciet gewaarborgd zijn; het Comité acht dit even belangrijk als de veiligheid om het GALILEO-systeem tot een succes te maken en de onvoorwaardelijke steun van het maatschappelijk middenveld te krijgen. |
4.5.7 |
Met betrekking tot het maatschappelijk middenveld vindt het EESC het opvallend dat een dermate belangrijk Europees initiatief als GALILEO bij de meeste Europese burgers nog vrijwel onbekend is. In dit verband hoopt het EESC dat de communautaire instellingen en de nationale regeringen zo spoedig mogelijk de aanzet zullen geven tot een gezamenlijke voorlichtings- en bewustmakingscampagne die dit uitstekende product van de Europese onderzoek- en industriesector in de schijnwerpers zet, en de Europese burgers tevens geruststelt over de naleving en bescherming van hun privacyrechten. |
5. Bijzondere opmerkingen
5.1 |
In aansluiting op bovenstaande opmerkingen beveelt het EESC aan om in de „overwegingen” van de voorgestelde verordening de volgende aanpassingen te maken: |
5.1.1 |
Nieuwe overweging 3 bis: „Vanwege de mogelijke impact van het programma op het leven van de Europese burgers, zal de Commissie ervoor zorgen dat het Europees agentschap voor de grondrechten, of een ander raadgevend „ad hoc”-orgaan, zal worden belast met de bescherming van de privacy en de persoonsgegevens bij de verlening van GALILEO-diensten, om een doorzichtige ontwikkeling en een voortdurende dialoog met potentiële gebruikers en het maatschappelijk middenveld te waarborgen.” |
5.1.2 |
In overweging 12, de volgende tekst toevoegen: „Daarnaast moeten op dezelfde begrotingslijn extra Gemeenschapsmiddelen worden vrijgemaakt om de ontwikkeling van EGNOS en diens integratie in het GALILEO-programma mogelijk te maken, en dienen in het zevende KP voor OTO&D voldoende ruimte en middelen te worden gereserveerd voor radionavigatie per satelliet en de integratie in bestaande netwerken.” |
5.1.3 |
Nieuwe overweging 13 bis: „De Commissie en de Raad dragen er zorg voor dat de overgang van de gemeenschappelijke onderneming GALILEO naar de nieuwe Europese toezichtautoriteit GNSS zo transparant mogelijk verloopt, om mogelijke overlappingen, vertragingen of, erger nog, marktrestricties te voorkómen.” |
5.1.4 |
Nieuwe overweging 14 bis: „De Commissie zal erop toezien dat de eventuele inhoudelijke en financiële bijdragen van instanties uit derde landen aan de Europese toezichtautoriteit GNSS de wederzijdse belangen en het bestaande evenwicht geen geweld aandoen, en dat hiertoe speciale overeenkomsten worden gesloten die moeten worden voorgelegd aan de Raad en het Europees Parlement.” |
6. Conclusies
6.1 |
Het EESC bevestigt met klem zijn volledige steun voor het GALILEO-programma en voor de versnelde uitvoering van de twee laatste ontwikkelingsfasen, zodat het systeem in 2008 in alle opzichten operationeel kan worden. |
6.2 |
De Commissie zou de ex-ante evaluatie van de bijkomende voordelen voor de concessiehouder, die voortvloeien uit de dienstverlening en de intellectuele eigendomsrechten, moeten voortzetten, en zou tevens duidelijke en punctuele informatie moeten verspreiden over de resultaten van deze evaluatie. |
6.3 |
Het EESC is van mening dat essentiële vooruitgang is geboekt met de totstandbrenging van een wereldwijde infrastructuur, zeker met de samenwerkingsovereenkomst EU/VS die de volledige compatibiliteit en interoperabiliteit van de bestaande systemen voor radionavigatie en plaatsbepaling per satelliet moet waarborgen. |
6.4 |
Het EESC onderstreept het belang van de internationale samenwerking met China en Israël en is van mening dat al het mogelijke moet worden gedaan om overeenkomsten in wederzijds belang te sluiten met Zwitserland en Noorwegen, de Russische federatie, Oekraïne, India, Australië, Mexico, Brazilië en Zuid-Korea. Het is van mening dat het Middellandse-Zeegebied een bijzondere positie inneemt, omdat het nu al gebruik kan maken van de EGNOS-diensten, en van strategisch belang is voor de vrede, stabiliteit en duurzame ontwikkeling in Europa. |
6.5 |
In dat verband is het EESC ervan overtuigd dat de openstelling van GALILEO voor derde landen een belangrijke bijdrage levert tot de externe dimensie van het EU-beleid. |
6.6 |
Het EESC hoopt dat de Europese Commissie over een speciale begrotingslijn zal kunnen beschikken voor een voorlichtings- en bewustmakingscampagne om dit uitstekende product van de Europese onderzoek- en industriesector in de schijnwerpers te zetten, en de Europese burgers tevens gerust te stellen over de naleving en bescherming van hun privacyrechten. |
6.7 |
Ten slotte hoopt het EESC dat zijn opmerkingen en suggesties m.b.t. enkele „overwegingen” bij de voorgestelde verordening (bescherming van de privacy, verhoging van de financiële middelen, overgangsperiode en bijdragen van derde landen) weerklank zullen vinden. Deze suggesties zijn bedoeld om de duidelijkheid en doorzichtigheid van het initiatief te vergroten, en ervoor te zorgen dat voldoende middelen worden vrijgemaakt, wat zowel in het belang is van de Europese instellingen als van het maatschappelijk middenveld. |
Brussel, 9 februari 2005
De voorzitter
van het Europees Economisch en Sociaal Comité
Anne-Marie SIGMUND
(1) PB C 311 van 17-11-01, blz. 19
(2) De gemeenschappelijke onderneming GALILEO is opgericht in de zin van art. 171 van het EG-verdrag bij Verordening EG 876/2002 van 21 mei 2002. Zij staat in voor het beheer van de ontwikkelingsfase van het GALILEO-programma en de voorbereiding van de stationerings- en exploitatiefase van het programma. De gemeenschappelijke onderneming is gevestigd te Brussel. Oprichtende leden zijn: de Europese Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Commissie, en het Europees Ruimteagentschap.
(3) PB C 48 van 21-02-02, blz. 42.
(4) EESC-advies over de „Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Stand van zaken bij het onderzoeksprogramma GALILEO aanvang 2004”, PB C 302 van 7-12-2004
(5) Verordening (EG) nr. 1321/2004 van de Raad van 12 juli 2004 inzake de beheersstructuren van de Europese programma's voor radionavigatie per satelliet. PB L 246 van 20-07-2004
(6) Zie PB L 246 van 20-07-2004.
(7) US GPS: United States Global Positioning System, dat door het Amerikaanse leger wordt beheerd.
(8) Glonass: global navigation satellite system.
(9) EGNOS: European Geostationary Navigation Overlay Service: een systeem dat is gebaseerd op de correctie van het GPS-signaal d.m.v. een netwerk van grondstations en geostationaire satellieten. EGNOS, dat in 1996 van start is gegaan, geldt als voorloper van GALILEO en zou hierin moeten worden geïntegreerd, ook wat betreft het concessiehouderschap.
(10) Zie de Concessie van de stationeringfase en de exploitatiefase van het Galileoprogramma - 2003/S 200-179789 (publicatiedatum: 17 oktober 2003).
(11) Eurely: consortium opgericht door Alcatel, Finmeccanica en Vinci.
(12) INAVSAT: opgericht door EADS Space, Inmarsat ventures en de Thales-groep.
(13) COM(2004) 636 def. van 6 oktober 2004
(14) IPR: intellectual property rights.
(15) KOSPAS (Russische afkorting voor „Kosmitsjeskaja Sistema Poiska Avarijnich Sudov,” oftewel „Ruimtesysteem voor het opsporen van schepen in nood” - SARSAT („Search and Rescue Satellite-Aided Tracking”: Opsporen en redden met behulp van satellieten); dit is een internationaal systeem voor de opsporing, identificatie en redding per satelliet, voor humanitaire doeleinden. In de periode 1982-2003 konden dankzij het systeem wereldwijd meer dan 15 000 personen worden gered.
(16) Zie het EESC-advies over het „Voorstel voor een verordening van de Raad tot oprichting van een gemeenschappelijke onderneming Galileo”, par. 3.5, PB C 48 van 21-2-2002.
(17) Zie COM(2004) 693 van 25/10/2004, Mededeling van de Commissie waarin zij voorstelt in 2005 een dergelijk agentschap op te richten, waaraan dan tevens de bescherming van natuurlijke personen m.b.t. de behandeling van hun persoonsgegevens zou worden toevertrouwd.