Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021R1352

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1352 van de Commissie van 6 mei 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot nadere invulling van de voorwaarden die moeten garanderen dat de methodologie voor de vaststelling van een benchmark voldoet aan de kwaliteitsvereisten (Voor de EER relevante tekst)

    C/2021/3143

    PB L 291 van 13.8.2021, p. 16–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2021/1352/oj

    13.8.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 291/16


    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/1352 VAN DE COMMISSIE

    van 6 mei 2021

    tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot nadere invulling van de voorwaarden die moeten garanderen dat de methodologie voor de vaststelling van een benchmark voldoet aan de kwaliteitsvereisten

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten en tot wijziging van Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU en Verordening (EU) nr. 596/2014 (1), en met name artikel 12, lid 4,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    In een solide en betrouwbare methodologie voor het vaststellen van een benchmark moet de aard van de gebruikte inputgegevens worden gespecificeerd, alsook eventuele criteria die van toepassing zijn in omstandigheden waarin de kwantiteit of de kwaliteit van de inputgegevens tot onder het niveau zakt dat binnen de methodologie nodig is om de benchmark nauwkeurig en betrouwbaar te kunnen vaststellen. Zij moet ook worden onderworpen aan een beoordeling van het verband tussen de belangrijkste gebruikte aannamen en de gevoeligheid van de met die methodologie berekende benchmark, moet de onderliggende markt of economische realiteit die de benchmark beoogt te meten, kunnen weergeven en moet de factoren omvatten, waaronder parameters en inputgegevens, die het meest relevant zijn om de onderliggende markt te meten.

    (2)

    Een benchmark wordt berekend aan de hand van een formule of andere berekeningsmethode die gebaseerd is op onderliggende waarden. Beheerders beschikken over een mate van keuzevrijheid bij het opstellen van de formule, het uitvoeren van de noodzakelijke berekening en het bepalen van de inputgegevens. Deze mate van keuzevrijheid houdt een risico van manipulatie in. Beheerders moeten daarom over een passend controlesysteem beschikken wanneer zij gebruikmaken van die keuzevrijheid. Verordening (EU) 2016/1011 erkent dat iedere beheerder bij de samenstelling van een benchmarkmethodologie keuzevrijheid kan uitoefenen. Het is belangrijk dat de methodologie duidelijke regels omvat die aangeven hoe en wanneer die keuzevrijheid mag worden uitgeoefend en met name of de keuzevrijheid gebaseerd is op een algoritme of op een vooraf vastgestelde methodologie. Voorts moet de methodologie verduidelijken in welke omstandigheden transactiegegevens in de onderliggende markt als ontoereikend worden beschouwd.

    (3)

    Het is belangrijk dat een beheerder een benchmarkmethodologie kan samenstellen die bestand is tegen verschillende marktomstandigheden en die de berekening van de benchmark in de breedst mogelijke reeks van marktomstandigheden mogelijk maakt. De gebruikte benchmarkmethodologie moet derhalve berusten op adequate en passende historische waarden van de benchmark. Om dezelfde reden, en met name om de berekening van de benchmark te valideren en de prestaties van de methodologie achteraf te evalueren, moet de benchmarkmethodologie achteraf worden getest aan de hand van de beschikbare transactiegegevens. Deze test moet achteraf plaatsvinden, waarbij hetzij gebruik wordt gemaakt van aanvullende beschikbare gegevens die niet voor de berekening van de benchmark zijn gebruikt of van andere bronnen van transactiegegevens, hetzij de historische waarden van de benchmark worden gereconstrueerd. Om ervoor te zorgen dat de benchmarkmethodologie kan worden gevalideerd, is het van belang dat de tests achteraf zowel bij iedere jaarlijkse evaluatie van de benchmarkmethodologie worden uitgevoerd als, afhankelijk van het type benchmark, hetzij na elke materiële wijziging van die methodologie, op doorlopende basis, hetzij bij de eerste aanbieding van de benchmark. De bevindingen van de tests achteraf moeten in de methodologie worden weerspiegeld.

    (4)

    Een veerkrachtige benchmarkmethodologie moet kunnen worden gebruikt voor de berekening van de benchmark in de breedst mogelijke reeks van omstandigheden, waaronder in geval van marktstress. Het is derhalve van belang dat beheerders het effect van verschillende marktomstandigheden op de methodologie beoordelen aan de hand van historische gegevens met betrekking tot gevallen van marktstress die zich hebben voorgedaan en dat voor cruciale benchmarks hypothetische gegevens worden gebruikt met betrekking tot gevallen van marktstress die zich niet hebben voorgedaan.

    (5)

    Een benchmarkmethodologie die traceerbaar en verifieerbaar is, moet een voortdurende controle van en toezicht op elke berekening van de benchmark mogelijk maken. De traceerbaarheid moet de documentatie van de verschillende stappen van de methodologie omvatten en moet de basis vormen voor de verifieerbaarheid die het mogelijk maakt de historische waarden van de benchmark te reconstrueren.

    (6)

    Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel mogen beheerders van niet-significante benchmarks en van benchmarks op basis van gereguleerde gegevens niet worden onderworpen aan een buitensporige administratieve last. Het is daarom passend dat die beheerders de mogelijkheid hebben om voor die benchmarks af te zien van bepaalde kwaliteitsvereisten. Wanneer dit gerechtvaardigd is in het licht van de aard, de omvang en de complexiteit van hun activiteiten, de waarschijnlijkheid dat er een belangenconflict ontstaat tussen het aanbieden van de benchmark en de andere activiteiten van de beheerder en de mate van keuzevrijheid waarvan sprake is bij het aanbieden van de benchmark, moeten bepaalde benchmarkbeheerders bovendien kunnen afzien van bepaalde vereisten met betrekking tot de veerkracht van de benchmarkmethodologie.

    (7)

    Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten (European Securities and Markets Authority, ESMA) bij de Commissie heeft ingediend.

    (8)

    ESMA heeft open publieke raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, heeft de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd en heeft de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (2) opgerichte Stakeholdergroep effecten en markten om advies verzocht.

    (9)

    Om te zorgen voor samenhang met de datum van toepassing van artikel 5 van Verordening (EU) 2019/2175 van het Europees Parlement en de Raad (3), waarbij artikel 12, lid 4, werd ingevoegd in Verordening (EU) 2016/1011, moet de onderhavige verordening van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2022,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voorwaarden die moeten garanderen dat de benchmarkmethodologie solide en betrouwbaar is

    1.   Een benchmarkmethodologie als bedoeld in artikel 12, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2016/1011:

    a)

    is in staat de onderliggende markt of economische realiteit die de benchmark beoogt te meten, weer te geven en omvat de factoren, met inbegrip van parameters en inputgegevens, die het meest relevant zijn om de onderliggende markt te meten;

    b)

    wordt onderworpen aan een beoordeling van het verband tussen de belangrijkste gebruikte aannamen en de gevoeligheid van de met die methodologie berekende benchmark;

    c)

    specificeert de aard van de in de methodologie gebruikte inputgegevens;

    d)

    specificeert eventuele criteria die van toepassing zijn in omstandigheden waarin de kwantiteit of de kwaliteit van de inputgegevens tot onder het niveau zakt dat binnen de methodologie nodig is om de benchmark nauwkeurig en betrouwbaar te kunnen vaststellen.

    2.   Beheerders van niet-significante benchmarks kunnen ervoor kiezen lid 1, punt b), niet toe te passen voor die benchmarks.

    3.   Beheerders van benchmarks op basis van gereguleerde gegevens kunnen ervoor kiezen lid 1, punten b) en c), niet toe te passen voor die benchmarks.

    Artikel 2

    Voorwaarden die moeten garanderen dat de benchmarkmethodologie duidelijke regels heeft die aangeven hoe en wanneer keuzevrijheid kan worden uitgeoefend bij het vaststellen van de benchmark

    Een benchmarkmethodologie als bedoeld in artikel 12, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2016/1011 specificeert alle volgende elementen:

    a)

    de stap in de berekening van de benchmark waarin keuzevrijheid wordt uitgeoefend;

    b)

    de criteria die moeten worden gehanteerd bij de uitoefening van de keuzevrijheid;

    c)

    de inputgegevens waarmee rekening moet worden gehouden;

    d)

    in voorkomend geval, een niet-uitputtende lijst van de omstandigheden waarin:

    i)

    transactiegegevens in de onderliggende markt als ontoereikend moeten worden beschouwd en transactiegegevens in gerelateerde markten moeten worden gebruikt;

    ii)

    de toepassing van de methodologie geen resultaat oplevert en keuzevrijheid moet worden uitgeoefend om de benchmark vast te stellen;

    e)

    het type gerelateerde markten dat voor de toepassing van punt d), i), passend moet worden geacht.

    Artikel 3

    Voorwaarden die moeten garanderen dat de benchmarkmethodologie zorgvuldig en continu is en kan worden gevalideerd, indien nodig met inbegrip van tests achteraf aan de hand van de beschikbare transactiegegevens

    1.   Een benchmarkmethodologie als bedoeld in artikel 12, lid 1, punt c), van Verordening (EU) 2016/1011 omvat alle volgende elementen:

    a)

    een beoordeling van de adequaatheid en geschiktheid van de historische waarden van de met die methodologie berekende benchmark;

    b)

    betrouwbare inputgegevens, met inbegrip van een passende omvang van de gegevensreeksen, indien van toepassing.

    2.   Benchmarkbeheerders zorgen ervoor dat de tests waaraan de benchmarkmethodologie wordt onderworpen, achteraf plaatsvinden en betrekking hebben op een passende tijdspanne.

    De tests achteraf worden ten minste verricht bij elke jaarlijkse evaluatie van de benchmarkmethodologie en na elke wezenlijke wijziging van die methodologie. Voor benchmarks op basis van gereguleerde gegevens vinden de tests achteraf plaats bij de eerste aanbieding van de benchmark. Voor cruciale benchmarks wordt een maandelijkse test achteraf verricht.

    De benchmarkmethodologie omvat een beoordeling van de resultaten van de tests achteraf, met inbegrip van processen om ervoor te zorgen dat systemische afwijkingen die bij die tests aan het licht komen, worden geïdentificeerd en naar behoren worden aangepakt.

    Artikel 4

    Voorwaarden die moeten garanderen dat de benchmarkmethodologie veerkrachtig is en ervoor zorgt dat de benchmark kan worden berekend in de breedst mogelijke reeks van omstandigheden zonder de integriteit ervan in het gedrang te brengen

    1.   Beheerders beoordelen het effect van verschillende marktomstandigheden op de methode aan de hand van historische gegevens met betrekking tot gevallen van marktstress. Wanneer er geen passende historische gegevens beschikbaar zijn, maken de beheerders van cruciale benchmarks gebruik van hypothetische gegevens die marktstress weergeven.

    2.   Beheerders maken gebruik van parameters en aannamen in de methodologie om een verscheidenheid aan historische of, in het geval van beheerders van cruciale benchmarks, hypothetische omstandigheden te weerspiegelen, met inbegrip van de meest volatiele perioden die de markten hebben doorgemaakt en rekening houdend met een verscheidenheid aan hypothesen voor de correlatie tussen onderliggende activa.

    3.   Beheerders van niet-significante benchmarks en van benchmarks op basis van gereguleerde gegevens kunnen ervoor kiezen lid 2 niet toe te passen met betrekking tot die benchmarks.

    4.   Beheerders kunnen ervoor kiezen de vereisten van de leden 1 en 2 niet toe te passen, rekening houdend met het volgende:

    a)

    de aard, de omvang en de complexiteit van het aanbieden van de benchmarks;

    b)

    de waarschijnlijkheid dat zich een belangenconflict voordoet bij het aanbieden van de benchmarks;

    c)

    de mate van keuzevrijheid waarvan sprake is bij het aanbieden van benchmarks.

    Artikel 5

    Voorwaarden die moeten garanderen dat de benchmarkmethodologie traceerbaar en verifieerbaar is

    Benchmarkbeheerders houden een gedocumenteerd controlespoor bij van de berekening van de benchmark, met inbegrip van iedere beoordeling van de veerkracht van de methodologie en de resultaten van de tests achteraf.

    Artikel 6

    Inwerkingtreding en toepassing

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2022.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 6 mei 2021.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 171 van 29.6.2016, blz. 1.

    (2)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

    (3)  Verordening (EU) 2019/2175 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), Verordening (EU) nr. 1094/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), Verordening (EU) nr. 1095/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten, Verordening (EU) 2016/1011 betreffende indices die worden gebruikt als benchmarks voor financiële instrumenten en financiële overeenkomsten of om de prestatie van beleggingsfondsen te meten en Verordening (EU) 2015/847 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie (PB L 334 van 27.12.2019, blz. 1).


    Top