Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014R0113

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 113/2014 van de Commissie van 4 februari 2014 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

PB L 38 van 7.2.2014, p. 20–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 25/04/2019; opgeheven door 32019R0648

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2014/113/oj

7.2.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 38/20


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 113/2014 VAN DE COMMISSIE

van 4 februari 2014

tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1), en met name artikel 9, lid 1, onder a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 is gevoegd, dienen bepalingen voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen te worden vastgesteld.

(2)

Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke EU-wetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer.

(3)

Volgens deze algemene regels dienen de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen te worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen.

(4)

Er dient te worden bepaald dat een bindende tariefinlichting die is afgegeven voor onder deze verordening vallende goederen en die in strijd is met deze verordening, door de houder van die inlichting nog gedurende een bepaalde periode mag worden gebruikt op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (2). Die periode moet worden vastgesteld op drie maanden.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code.

Artikel 2

Een bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met deze verordening, mag op grond van artikel 12, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 nog gedurende een periode van drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening worden gebruikt.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 4 februari 2014.

Voor de Commissie, namens de voorzitter,

Algirdas ŠEMETA

Lid van de Commissie


(1)  PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.

(2)  Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1).


BIJLAGE

Omschrijving

Indeling

(GN-code)

Motivering

(1)

(2)

(3)

Een rechthoekig apparaat (een zogenaamde „hogesnelheidscamera”) omvattende een lens en elektronische schakelingen, met afmetingen van circa 12 × 12 × 11 cm.

Het apparaat beschikt over een vluchtig intern geheugen van 2 GB voor de tijdelijke opslag van serieopnames van maximaal 1,54 seconden met een snelheid van 1 000 beelden per seconde (frames per second — fps) bij een maximale resolutie. De vastgelegde beelden gaan verloren wanneer de camera wordt uitgeschakeld.

Er is een verbinding met een kabel naar een automatische gegevensverwerkende machine nodig om de camera te bedienen en de beelden in de automatische gegevensverwerkende machine te registreren.

Het apparaat is uitgerust met een CMOS-sensor met een elektronische global snapshot shutter, ook bekend als „korte flashtijd” of „stroboscopische beeldvorming”.

De camera is ontworpen om opeenvolgende beelden vast te leggen met een beeldsnelheid van 60 tot 1 000 fps bij een maximale resolutie van 1 024 × 1 024 pixels of een beeldsnelheid van 109 500 fps bij een lagere resolutie van 128 × 16 pixels. De vastgelegde beelden kunnen afzonderlijk worden bekeken of als video worden afgespeeld, bijvoorbeeld in slow motion.

De beelden kunnen in een laboratorium of een soortgelijke omgeving worden geanalyseerd ter bestudering van, bijvoorbeeld, gebeurtenissen die zich met uiterst hoge snelheid afspelen, zoals crashtests in de automobielsector.

8525 80 19

De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de bewoordingen van de GN-codes 8525, 8525 80 en 8525 80 19.

Tijdelijke opslag op een vluchtig geheugen wordt niet beschouwd als opname in de camera omdat de beelden verloren gaan bij het uitschakelen van de camera. Indeling onder onderverdeling 8525 80 30 als digitale fototoestellen of onder onderverdeling 8525 80 91 als videocamera-opnametoestellen enkel voorzien van een opnamemogelijkheid van het door de televisiecamera geregistreerde beeld en geluid is daarom uitgesloten (zie ook de GS-toelichtingen bij post 8525, eerste en vijfde alinea van groep (B)).

Het apparaat moet bijgevolg worden ingedeeld onder GN-code 8525 80 19 als andere televisiecamera’s (zie ook de GS-toelichtingen bij post 8525, vierde alinea van groep (B)).


Top