EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006E0304

Gemeenschappelijk Optreden 2006/304/GBVB van de Raad van 10 april 2006 betreffende de instelling van een planningsteam van de EU (EUPT Kosovo) met betrekking tot een mogelijke EU-crisisbeheersingsoperatie op het gebied van de rechtsstaat en eventueel op andere gebieden in Kosovo

PB L 112 van 26.4.2006, p. 19–23 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 270M van 29.9.2006, p. 415–419 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 14/06/2008

ELI: http://data.europa.eu/eli/joint_action/2006/304/oj

26.4.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 112/19


GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2006/304/GBVB VAN DE RAAD

van 10 april 2006

betreffende de instelling van een planningsteam van de EU (EUPT Kosovo) met betrekking tot een mogelijke EU-crisisbeheersingsoperatie op het gebied van de rechtsstaat en eventueel op andere gebieden in Kosovo

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14 en artikel 25, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig Resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad werd met de benoeming van Martti Ahtisaari tot VN-gezant voor de status van Kosovo begin november 2005 een aanvang gemaakt met het proces om de toekomstige status van Kosovo vast te stellen. Het welslagen van dit proces is van wezenlijk belang om de bevolking van Kosovo duidelijker vooruitzichten te bieden, alsmede om de algemene stabiliteit van de regio te garanderen.

(2)

De Verenigde Naties zullen zich ten volle blijven inzetten in Kosovo tot het verstrijken van Resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad. Zij hebben evenwel aangegeven dat zij niet langer een leidende rol zullen spelen bij de aanwezigheid na de bepaling van de status. Voor de EU is het welslagen van dit proces van vitaal belang, en de EU heeft de verantwoordelijkheid en de middelen om tot dat positief resultaat bij te dragen. De EU zal waarschijnlijk, samen met andere partners, een voorname bijdrage leveren. De EU zal derhalve een belangrijke rol moeten spelen in Kosovo, in complexe omstandigheden. De EU zou de verantwoordelijkheid op zich kunnen nemen voor belangrijke operaties, in het bijzonder op het gebied van politie en van de rechtsstaat.

(3)

Het stabilisatie- en associatieproces (hierna „het SAP” genoemd) is het strategisch kader voor het beleid van de Europese Unie ten aanzien van de westelijke Balkan, en Kosovo kan gebruikmaken van de instrumenten ervan, waaronder een Europees partnerschap, politieke en technische dialoog in het kader van het voortgangsbewakingsmechanisme van het SAP, onder meer wat betreft de normen op het gebied van de rechtsstaat, en daarmee verband houdende bijstandsprogramma's van de Gemeenschap.

(4)

De Europese Raad heeft in juni 2005 benadrukt dat in Kosovo op de middellange termijn een civiele en militaire aanwezigheid nodig zal zijn om de veiligheid en, in het bijzonder, de bescherming van minderheden te garanderen, de permanente naleving van normen te helpen bewerkstelligen en passend toezicht uit te oefenen op de naleving van de bepalingen in de regeling betreffende de status van Kosovo. In dit verband heeft de Europese Raad benadrukt dat de EU bereid is om daaraan, in nauwe samenwerking met de partners en de betrokken internationale organisaties, ten volle deel te nemen.

(5)

De Raad heeft zich op 7 november 2005 ingenomen betoond met de algehele beoordeling door ambassadeur Kai Eide van de situatie in Kosovo en heeft zijn volle steun uitgesproken voor het voornemen van de VN-secretaris-generaal om een politiek proces op gang te brengen, teneinde de toekomstige status van Kosovo vast te stellen.

(6)

Met het oog op een eventuele versterking van het EU-engagement in Kosovo, verzocht de Raad de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger (hierna „de SG/HV”) tevens op 7 november 2005 om met de Commissie voort te werken aan de omschrijving van de mogelijke toekomstige rol en bijdrage van de EU, ook op het gebied van politie, rechtsstaat en economie, en in de nabije toekomst gezamenlijke voorstellen in te dienen bij de Raad.

(7)

De SG/HV en de Commissie hebben op 6 december 2005 hun verslag „De toekomstige rol en bijdrage van de EU in Kosovo” bij de Raad ingediend. Het verslag geeft een concept in overweging voor de toekomstige rol van de EU in Kosovo. Het beklemtoont de wens om de betrekkingen van de EU met Kosovo zoveel mogelijk te normaliseren door gebruik te maken van alle instrumenten die in het kader van het SAP ter beschikking staan. Voorts beklemtoont het verslag dat voorbereidingen moeten worden getroffen voor een toekomstige EVDB-missie, onder meer door tijdig een vast planningsteam in te stellen en in te zetten, zodat een aanvang kan worden gemaakt met de EU-planning voor een geïntegreerde EU-missie, onder meer op het gebied van rechtsstaat en politie.

(8)

De Raad sprak op 12 december 2005 andermaal zijn volledige steun uit voor het politieke proces om de toekomstige status van Kosovo te bepalen, en voor de heer Martti Ahtisaari, VN-gezant voor de status van Kosovo. Hij herhaalde tevens dat hij vastbesloten is volwaardig deel te nemen aan de bepaling van de status van Kosovo en dat hij bereid is nauw betrokken te worden bij de onderhandelingen over en de uitvoering van de toekomstige status van Kosovo, via de vertegenwoordiger van de EU voor het proces ter bepaling van de toekomstige status van Kosovo. De Raad wees nogmaals op het doorslaggevende belang van naleving van de normen, nu en in de toekomst, om de assimilatie van Europese normen te vergemakkelijken. Met name dienen de voorlopige instellingen voor zelfbestuur verdere vooruitgang te boeken op het gebied van bescherming van minderheden, volledige eerbiediging van de rechtsstaat, een transparant ambtelijk apparaat zonder politieke inmenging, een klimaat dat terugkeer in de hand werkt en de bescherming van plaatsen van cultureel of religieus belang.

(9)

De Raad verklaarde tevens op 12 december 2005 ingenomen te zijn met het gezamenlijk verslag van de SG/HV en de Commissie over de toekomstige rol en bijdrage van de EU in Kosovo. Hij verzocht de SG/HV en de Commissie deze zaak in coördinatie met andere internationale actoren te blijven bespreken, met name op het vlak van politie en rechtsstaat (met inbegrip van het uitwerken van strategische noodplannen voor een eventuele EVDB-missie), economische ontwikkeling en bevordering van het Europees perspectief voor Kosovo, en de bevoegde Raadsinstanties actief hierbij te betrekken om te zorgen voor een gestage tijdige voorbereiding van een rol van de EU in Kosovo.

(10)

Van 19 tot en met 27 februari 2006 heeft een gezamenlijke onderzoeksmissie van de Raad en de Commissie in Kosovo plaatsgevonden, met betrekking tot een mogelijk toekomstig EVDB- en Gemeenschapsengagement op het ruimere gebied van de rechtsstaat in Kosovo. De onderzoeksmissie heeft in haar verslag onder meer aanbevolen dat de EU een planningsteam zou instellen dat de besluitvorming van de EU een solide en doordachte basis moet bieden, afgestemd op het proces ter bepaling van de toekomstige status van Kosovo.

(11)

De speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN, Jessen-Petersen, sprak in een brief aan de SG/HV d.d. 4 april 2006 zijn tevredenheid uit over de inzet van de EU bij de besprekingen over het toekomstige internationale engagement in Kosovo en verzocht hij de EU om een planningsteam („EUPT Kosovo”) voor Kosovo in Pristina in te zetten.

(12)

Tijdens de onderzoeksmissie en ander overleg met de EU hebben de voorlopige instellingen voor zelfbestuur aangegeven dat zij ingenomen zouden zijn met de instelling van een EU-planningsteam, dat noodplannen zou moeten opstellen voor een mogelijke EVBD-missie op het gebied van de rechtsstaat in Kosovo.

(13)

De instelling van een EU-planningsteam voor Kosovo loopt op generlei wijze vooruit op de resultaten van het proces ter bepaling van de toekomstige status van Kosovo, of enig daaruit voortvloeiend besluit van de EU om een EVDB-missie in Kosovo te starten.

(14)

Overeenkomstig de richtsnoeren van de Europese Raad van Nice van 7 tot en met 9 december 2000 moet in dit gemeenschappelijk optreden de rol van de SG/HV worden bepaald, overeenkomstig artikel 18, lid 3, en artikel 26 van het Verdrag.

(15)

Volgens artikel 14, lid 1, van het Verdrag moet voor de gehele duur van de uitvoering van het gemeenschappelijk optreden een financieel referentiebedrag worden aangegeven. De indicatie van uit de algemene begroting van de Europese Unie te financieren bedragen illustreert de bereidheid van de wetgevende autoriteit, en is onderworpen aan de beschikbaarheid van vastleggingskredieten tijdens het betrokken begrotingsjaar.

(16)

In de mate van het mogelijke moet worden getracht materieel in te zetten dat overblijft van andere, lopende of beëindigde, operationele EU-activiteiten, met name EUPOL PROXIMA, EUPAT en EUPM, rekening houdend met de operationele behoeften en met de beginselen van gezond financieel beheer.

(17)

Het mandaat van het EUPT Kosovo zal worden uitgeoefend in het kader van een situatie waarin de rechtsstaat niet ten volle gegarandeerd is en die de doelstellingen van het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid als uiteengezet in artikel 11 van het Verdrag kan schaden,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

Artikel 1

Doel

1.   De Europese Unie stelt hierbij een planningsteam van de Europese Unie (EUPT Kosovo) in, met betrekking tot een mogelijke EU-crisisbeheersingsoperatie in Kosovo.

2.   Het EUPT Kosovo heeft de volgende doelstellingen:

een aanvang te maken met het opstellen van plannen, inclusief de nodige aanbestedingsprocedures, teneinde te zorgen voor een soepele overgang van geselecteerde taken van UNMIK naar een mogelijke EU-crisisbeheersingsoperatie op het gebied van de rechtsstaat en andere gebieden die door de Raad in het kader van het proces ter bepaling van de toekomstige status kunnen worden vastgesteld;

waar nodig technisch advies te verstrekken, zodat de EU een bijdrage kan leveren en steun kan verlenen aan UNMIK en de dialoog met UNMIK gaande kan houden, wat betreft de plannen voor inkrimping van UNMIK en de overdracht van bevoegdheden aan de plaatselijke instellingen.

Artikel 2

Taken

Bij het nastreven van de doelstellingen verricht het EUPT Kosovo met name de volgende taken.

1)

Aanknopen van een dialoog met de internationale gemeenschap, de instellingen van Kosovo en de plaatselijke belanghebbenden over hun standpunten en overwegingen met betrekking tot operationele aangelegenheden in verband met toekomstige regelingen.

2)

Op de voet volgen en analyseren van de UNMIK-planning naar het einde van het mandaat toe, en actief advies verstrekken.

3)

Een aanvang maken met het opstellen van plannen teneinde te zorgen voor een soepele overdracht van geselecteerde taken van UNMIK naar een toekomstige EU-crisisbeheersingsoperatie, op het gebied van de rechtsstaat en andere gebieden die door de Raad in het kader van het proces ter bepaling van de toekomstige status kunnen worden vastgesteld.

4)

Een aanvang maken met de werkzaamheden om te bepalen welke elementen in aanmerking kunnen komen voor de omschrijving van mogelijke mandaten, doelstellingen, specifieke taken, programma's en personeelssterkte voor een mogelijke EU-crisisbeheersingsoperatie, met inbegrip van een ontwerp-begroting; de resultaten van die werkzaamheden kunnen worden gebruikt als basis voor de latere besluitvorming van de EU; in dit verband zal het EUPT Kosovo een aanvang maken met beraadslagingen over de ontwikkeling van exit-strategieën.

5)

Opstellen van teksten en voorbereiden van alle mogelijke aspecten in verband met de vereisten voor aanbestedingen voor de mogelijke EU-crisisbeheersingsoperatie.

6)

Zorgen voor passende logistieke steun voor een mogelijke EU-crisisbeheersingsoperatie, onder meer door te voorzien in ruimte voor de opslag, het onderhoud en de reparatie van uitrusting, onder meer uitrusting die wordt overgedragen uit andere huidige of voormalige EU-crisisbeheersingsoperaties, wanneer dit bijdraagt tot de algemene doeltreffendheid en efficiëntie van de mogelijke EU-crisisbeheersingsoperaties.

7)

Onder de aansturing van het EU-SITCEN en de dienst Beveiliging van het secretariaat-generaal van de Raad dreigings- en risicoanalysen opstellen en voorbereiden voor de diverse samenstellende delen van een mogelijke EU-crisisbeheersingsoperatie in Kosovo, en een indicatieve begroting voor de beveiligingskosten opstellen (voortbouwend op de ervaring van OMIK en UNMIK).

8)

Bijdragen aan een alomvattende geïntegreerde EU-benadering, rekening houdend met de bijstand op politieel en justitieel gebied in het kader van het SAP.

9)

In het kader van het opstellen van noodplannen voor een mogelijke EU-crisisbeheersingsoperatie, zo nodig specifieke bijstand uitwisselen met EU-missies voor crisisbeheersingsoperaties of EU-onderzoeks- of voorbereidingsmissies, met het oog op het opzetten van EU-crisisbeheersingsoperaties. Die — in de tijd beperkte — bijstand is afhankelijk van een uitdrukkelijk akkoord met het hoofd van het EUPT Kosovo.

Artikel 3

Structuur

1.   Het EUPT Kosovo heeft in beginsel de volgende structuur:

een bureau van het hoofd van het EUPT Kosovo,

een politieteam,

een justitieel team,

een bestuursteam.

2.   Het EUPT Kosovo stelt de volgende bureaus in:

een bureau in Pristina,

een coördinatiebureau in Brussel.

Artikel 4

Hoofd van het EUPT Kosovo en personeel

1.   Het hoofd van het EUPT Kosovo is verantwoordelijk voor het beheer en de coördinatie van de activiteiten van het EUPT Kosovo.

2.   Het hoofd van het EUPT Kosovo draagt zorg voor het dagelijks beheer van het EUPT Kosovo en is verantwoordelijk voor personeels- en tuchtzaken. Voor gedetacheerd personeel worden tuchtrechtelijke maatregelen uitgevoerd door de betrokken nationale of EU-autoriteit.

3.   Het hoofd van het EUPT Kosovo wordt aangeworven op contractbasis bij de Commissie.

4.   Het EUPT Kosovo bestaat voornamelijk uit civiel personeel dat door de lidstaten of EU-instellingen is gedetacheerd. Elke lidstaat of EU-instelling draagt de kosten in verband met elk door hem of haar gedetacheerd personeelslid, met inbegrip van salarissen, ziektekosten, kosten voor vervoer van en naar Kosovo, en vergoedingen met uitzondering van dagvergoedingen.

5.   Het EUPT Kosovo kan ook naar gelang van de behoeften internationaal personeel en lokaal personeel op contractbasis aannemen.

6.   Alle personeelsleden van het EUPT Kosovo blijven onder het gezag staan van hun respectieve lidstaat of EU-instelling, maar vervullen hun taken en handelen uitsluitend in het belang van het ondersteunend optreden van de EU. Alle personeelsleden eerbiedigen de beginselen en minimumnormen voor de beveiliging die zijn vastgesteld bij Besluit 2001/264/EG van de Raad van 19 maart 2001 tot vaststelling van beveiligingsvoorschriften van de Raad (1) (hierna „de beveiligingsvoorschriften van de Raad” genoemd).

7.   Het EUPT Kosovo wordt geleidelijk ingezet, te beginnen met een kernteam vanaf eind april 2006, waarbij het de bedoeling is dat het gehele team voor 1 september 2006 ter plaatse is.

Artikel 5

Commandostructuur

1.   Het EUPT Kosovo heeft een eengemaakte commandostructuur.

2.   Het PVC oefent politieke controle uit op en geeft strategische aansturing aan het EUPT Kosovo.

3.   De SG/HV geeft het hoofd van het EUPT Kosovo aansturing.

4.   Het hoofd van het EUPT Kosovo leidt het EUPT Kosovo en draagt zorg voor het dagelijks beheer ervan.

5.   Het hoofd van het EUPT Kosovo rapporteert aan de SG/HV.

Artikel 6

Politieke controle en strategische aansturing

1.   Het PVC oefent, onder de verantwoordelijkheid van de Raad, de politieke controle uit op en geeft strategische aansturing aan het EUPT Kosovo.

2.   In dat verband machtigt de Raad het PVC de relevante besluiten te nemen overeenkomstig artikel 25 van het Verdrag. Deze machtiging omvat de bevoegdheid om, op voordracht van de SG/HV, een hoofd van het EUPT Kosovo te benoemen. De beslissingsbevoegdheid met betrekking tot de doelstellingen en de beëindiging van de opdracht van het EUPT Kosovo blijven berusten bij de Raad.

3.   Het PVC ontvangt op geregelde tijdstippen verslagen van het hoofd van het EUPT Kosovo en kan deze om specifieke verslagen verzoeken, betreffende de uitvoering van de in artikel 2 genoemde taken en de in artikel 10 bedoelde coördinatie met andere actoren. Het PVC mag het hoofd van het EUPT Kosovo in voorkomend geval op zijn vergaderingen uitnodigen.

4.   Het Politiek en Veiligheidscomité rapporteert op geregelde tijdstippen aan de Raad.

Artikel 7

Deelname door derde landen

Onder volledige eerbiediging van de beslissingsautonomie van de EU en het ene institutionele kader van de Unie worden toetredende staten uitgenodigd om bij te dragen aan de EUPT Kosovo, met dien verstande dat zij de kosten dragen van het door hen gedetacheerde personeel, met inbegrip van salarissen, ziektekosten, vergoedingen, verzekering tegen grote risico's en kosten voor vervoer van en naar het missiegebied, en dat zij in voorkomend geval in een deel van de bedrijfskosten van de EUPT Kosovo bijdragen.

Artikel 8

Beveiliging

1.   Het hoofd van het EUPT Kosovo is verantwoordelijk voor de beveiliging van het EUPT Kosovo en is, in overleg met de dienst Beveiliging van het secretariaat-generaal van de Raad, verantwoordelijk voor de naleving van de minimumbeveiligingsvereisten ten aanzien van de missie.

2.   Het EUPT Kosovo beschikt over een speciaal voor de missie bestemde beveiligingsbeambte die aan het hoofd van het EUPT Kosovo rapporteert.

Artikel 9

Financiële regelingen

1.   Het financiële referentiebedrag dat de uitgaven in verband met het EUPT Kosovo moet dekken bedraagt 3 005 000 EUR.

2.   De uitgaven die met het in lid 1 genoemde bedrag worden gefinancierd, worden beheerd overeenkomstig de voorschriften en procedures die van toepassing zijn op de algemene begroting van de EU, met als uitzondering dat eventuele prefinancieringen niet het eigendom van de Gemeenschap blijven.

3.   Het hoofd van het EUPT Kosovo brengt over de in het kader van zijn contract ondernomen activiteiten volledig verslag uit aan de Commissie, onder wier toezicht hij staat.

4.   De financiële regelingen moeten voldoen aan de operationele vereisten van het EUPT Kosovo, met inbegrip van de verenigbaarheid van uitrusting en de interoperabiliteit van zijn teams.

5.   Uitgaven komen voor financiering in aanmerking vanaf de datum waarop dit gemeenschappelijk optreden in werking treedt.

Artikel 10

Coördinatie met andere actoren

1.   De complementariteit van en de synergie tussen de inspanningen van de internationale gemeenschap blijven verzekerd door de nauwe coördinatie tussen de EU en alle relevante actoren, onder meer de VN/UNMIK, de OVSE, de NAVO/KFOR, alsmede andere cruciale actoren zoals de Verenigde Staten en Rusland. Alle EU-lidstaten worden ten volle op de hoogte gehouden van het coördinatieproces.

2.   Het hoofd van het EUPT Kosovo zal bij de uitvoering van zijn taken deelnemen aan de in Pristina, Kosovo, gebaseerde EU-coördinatiemechanismen.

Artikel 11

Status van het personeel van het EUPT

1.   Waar nodig wordt over de status van het EUPT Kosovo-personeel in Kosovo, in voorkomend geval inclusief de voorrechten, immuniteiten en overige waarborgen die nodig zijn voor de uitvoering en de soepele werking van het EUPT Kosovo, overeenstemming bereikt volgens de procedure van artikel 24 van het Verdrag. De SG/HV, die het voorzitterschap bijstaat, kan namens het voorzitterschap over een dergelijke overeenkomst onderhandelen.

2.   De lidstaat of EU-instelling die een personeelslid heeft gedetacheerd, is verantwoordelijk voor de afhandeling van met de detachering verband houdende schade-eisen van of betreffende het personeelslid. De betrokken lidstaat of EU-instelling stelt in voorkomend geval vorderingen tegen het gedetacheerd personeelslid in.

3.   De arbeidsvoorwaarden en de rechten en verplichtingen van het internationale en het plaatselijke tijdelijke personeel zijn vervat in contracten tussen het hoofd van het EUPT Kosovo en het betrokken personeelslid.

Artikel 12

Optreden van de Gemeenschap

De Raad en de Commissie zorgen, overeenkomstig hun onderscheiden bevoegdheden, voor de samenhang tussen de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden en het externe optreden van de Gemeenschap, overeenkomstig artikel 3, tweede alinea, van het EU-Verdrag. De Raad en de Commissie werken daartoe samen.

Artikel 13

Vrijgave van gerubriceerde gegevens

1.   De SG/HV is gemachtigd om gerubriceerde gegevens en documenten van de EU tot op het niveau „CONFIDENTIEL UE” die ten behoeve van het optreden zijn opgesteld, overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad vrij te geven aan de NAVO/KFOR.

2.   De SG/HV is gemachtigd om, naar gelang van de operationele behoeften van het EUPT Kosovo, gerubriceerde gegevens en documenten van de EU tot op het niveau „RESTREINT UE” die ten behoeve van het optreden zijn opgesteld, overeenkomstig de beveiligingsvoorschriften van de Raad vrij te geven aan de VN/UNMIK en de OVSE. Te dien einde zullen plaatselijke regelingen worden vastgesteld.

3.   De SG/HV is gemachtigd om door de EU niet-gerubriceerde documenten betreffende de beraadslagingen van de Raad over het optreden die onder de geheimhoudingsplicht van artikel 6, lid 1, van Besluit 2004/338/EG, Euratom van de Raad van 22 maart 2004 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (2) vallen, vrij te geven aan derden die bij dit gemeenschappelijk optreden zijn betrokken.

Artikel 14

Toetsing

De Raad gaat uiterlijk op 31 oktober 2006 na of de opdracht van het EUPT Kosovo moet worden verlengd na 31 december 2006, en houdt er daarbij rekening mee dat de overgang naar een mogelijke EU-crisisbeheersingsoperatie in Kosovo soepel moet verlopen.

Artikel 15

Inwerkingtreding en beëindiging

1.   Dit gemeenschappelijk optreden treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

2.   Het verstrijkt op 31 december 2006.

Artikel 16

Bekendmaking

Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 10 april 2006.

Voor de Raad

De voorzitster

U. PLASSNIK


(1)  PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2005/952/EG (PB L 346 van 29.12.2005, blz. 18).

(2)  PB L 106 van 15.4.2004, blz. 22. Besluit laatstelijk gewijzigd bij Besluit 2006/34/EG, Euratom (PB L 22 van 26.1.2006, blz. 32).


Top