EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31978L0055

Richtlijn 78/55/EEG van de Raad van 19 december 1977 tot wijziging van de Richtlijnen 66/400/EEG, 66/401/EEG, 66/402/EEG, 68/193/EEG, 69/208/EEG, 70/458/EEG en 70/457/EEG betreffende het in de handel brengen van bietenzaad, zaaizaad van groenvoedergewassen, zaaigranen, vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken, zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen, groentezaad en de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen

PB L 16 van 20.1.1978, p. 23–29 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1978/55/oj

31978L0055

Richtlijn 78/55/EEG van de Raad van 19 december 1977 tot wijziging van de Richtlijnen 66/400/EEG, 66/401/EEG, 66/402/EEG, 68/193/EEG, 69/208/EEG, 70/458/EEG en 70/457/EEG betreffende het in de handel brengen van bietenzaad, zaaizaad van groenvoedergewassen, zaaigranen, vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken, zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen, groentezaad en de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen

Publicatieblad Nr. L 016 van 20/01/1978 blz. 0023 - 0029
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 19 blz. 0253
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 13 blz. 0185
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 13 blz. 0185
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 9 blz. 0158
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 9 blz. 0158


++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 19 december 1977

tot wijziging van de Richtlijnen 66/400/EEG , 66/401/EEG , 66/402/EEG , 68/193/EEG , 69/208/EEG , 70/458/EEG en 70/457/EEG betreffende het in de handel brengen van bietenzaad , zaaizaad van groenvoedergewassen , zaaigranen , vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken , zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen , groentezaad en de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen

( 78/55/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 43 en 100 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

Overwegende dat om de hierna vermelde redenen sommige van de richtlijnen betreffende het in de handel brengen van zaaizaad en pootgoed dienen te worden gewijzigd ;

Overwegende dat in de thans geldende bepalingen van deze richtlijnen inzake de aanduiding van zaaizaad en pootgoed geen rekening is gehouden met de technische vooruitgang inzake de wijze van etikettering ; dat deze bepalingen derhalve moeten worden aangepast ;

Overwegende dat het voor de hand lijkt te liggen voor bepaalde richtlijnen de lijst van soorten via een versnelde procedure aan te passen voor wat betreft de hybriden die het gevolg zijn van de kruising van soorten en de benamingen van deze soorten ;

Overwegende dat zaaizaad , om als " gecertificeerd zaaizaad " te worden erkend , in principe van " basiszaad " afkomstig moet zijn ; dat in afwijking daarvan bij bovengenoemde richtlijnen voor enkele soorten de erkenning als " gecertificeerd zaaizaad " ook wordt toegestaan voor zaaizaad dat afkomstig is van officieel onderzocht pre-basiszaad ; overwegende dat deze mogelijkheid voor bepaalde soorten , met name voor soorten waarvoor de certificering als gecertificeerd zaaizaad van de 2e vermeerdering is toegestaan , niet voldoende groot is ; dat het derhalve wenselijk is deze mogelijkheid uit te breiden , voor zover voldoende waarborgen worden gegeven ;

Overwegende dat uit de bij de voorziening met zaaizaad van vezelvlas opgedane ervaring blijkt dat het noodzakelijk is de categorie " gecertificeerd zaaizaad van de derde vermeerdering " toe te laten voor nog eens vier jaar ; dat deze termijn de Lid-Staten ook in staat zou moeten stellen de noodzakelijke maatregelen te treffen om in de nabije toekomst een voldoende voorziening met zaaizaad van vezelvlas van de categorieën " gecertificeerd zaaizaad van de eerste vermeerdering " en " gecertificeerd zaaizaad van de tweede vermeerdering " te waarborgen ;

Overwegende dat krachtens Richtlijn 70/457/EEG van de Raad van 29 september 1970 betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen ( 3 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 73/438/EEG ( 4 ) , en Richtlijn 70/458/EEG van de Raad van 29 september 1970 betreffende het in de handel brengen van groentezaad ( 5 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 76/307/EEG ( 6 ) , de Lid-Staten de gelijkwaardigheid van in derde landen uitgevoerde rassenonderzoeken en controles op de instandhouding met ingang van 1 juli 1977 niet meer op nationaal niveau mogen vaststellen ;

Overwegende dat krachtens Richtlijn 70/458/EEG de Lid-Staten de gelijkwaardigheid van in derde landen geoogst zaad met ingang van 1 juli 1977 niet meer op nationaal niveau mogen vaststellen ;

Overwegende dat het echter waarschijnlijk is dat de onderzoeken betreffende de gelijkstelling op communautaire basis niet in alle gevallen waar de gelijkwaardigheid op nationaal niveau werd toegekend , afgesloten zullen zijn binnen bovengenoemde perioden ;

Overwegende dat derhalve de mogelijkheid moet worden geschapen om in bepaalde gevallen door middel van een versnelde procedure inzake een eventuele verlenging van deze termijnen te beslissen , ten einde de lopende handelsbetrekkingen niet te verstoren ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

Richtlijn 66/400/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad ( 7 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 76/331/EEG ( 8 ) , wordt als volgt gewijzigd :

1 . Artikel 11 wordt als volgt gelezen :

" Artikel 11

1 . De Lid-Staten schrijven voor dat verpakkingen van basiszaad en gecertificeerd zaad , behalve kleine verpakkingen EEG van gecertificeerd zaad ,

a ) aan de buitenkant worden voorzien van een nog niet gebruikt officieel etiket dat voldoet aan de vereisten van bijlage III , deel A , en waarvan de gegevens gesteld zijn in een van de officiële talen van de Gemeenschap . De kleur van het etiket is wit voor basiszaad en blauw voor gecertificeerd zaad . Indien in het etiket een gaatje is gemaakt , wordt bij de bevestiging van dat etiket steeds een officieel zegel gebruikt . Indien , in het geval als bedoeld in artikel 4 , sub a ) , het basiszaad niet voldoet aan de voorwaarden van bijlage I , met betrekking tot de kiemkracht , wordt dit op het etiket vermeld . Het gebruik van officiële kleefetiketten is toegestaan . Volgens de procedure van artikel 21 mag worden toegestaan dat de voorgeschreven aanduidingen onder officieel toezicht onuitwisbaar op de verpakking worden aangebracht volgens het model van het etiket ;

b ) een officieel certificaat bevatten in de kleur van het etiket en met ten minste de in bijlage III , deel A I , punten 3 , 4 , 5 , 10 en 11 , voor het etiket voorgeschreven gegevens . Het certificaat moet een zodanige vorm hebben dat het niet kan worden verward met het sub a ) bedoelde etiket . Het certificaat is niet vereist wanneer de gegevens onuitwisbaar op de verpakking zijn aangebracht of wanneer overeenkomstig het bepaalde sub a ) een kleefetiket of een etiket van scheurvrij materiaal wordt gebruikt .

2 . De Lid-Staten mogen voorzien in afwijkingen van lid 1 voor kleine verpakkingen van basiszaad , mits daarop de vermelding " Verhandeling uitsluitend toegestaan in ... ( betrokken Lid-Staat ) " voorkomt . " .

2 . In artikel 11 ter worden na het woord " officieel " de woorden " of onder officieel toezicht " toegevoegd .

3 . In artikel 14 , lid 1 , eerste streepje , wordt de zinsnede " officieel van een aanduiding is voorzien en is gesloten " vervangen door " officieel of onder officieel toezicht van een aanduiding is voorzien en is gesloten " .

4 . In bijlage III , deel A I , wordt het volgende punt toegevoegd :

" 12 . ten minste voor de kiemkracht nacontrole werd verricht , mogen de woorden " Nacontrole verricht ... ( maand en jaar ) " en de voor deze nacontrole verantwoordelijke dienst worden vermeld . Deze gegevens mogen voorkomen op een officieel merkteken dat wordt geplakt op het officiële etiket . " .

Artikel 2

Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 75/444/EEG ( 2 ) , wordt als volgt gewijzigd :

1 . Aan artikel 2 worden de volgende leden toegevoegd :

" 1 . bis . De wijzigingen die in verband met de ontwikkeling van de wetenschappelijke of technische kennis , in de lijst van soorten opgenomen in lid 1 , A , zijn aan te brengen voor wat betreft de hybriden die het gevolg zijn van de kruising van soorten die onder deze richtlijn vallen en de benamingen van deze soorten , worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 21 .

1 ter . De Lid-Staten kunnen volgens de procedure van artikel 21 gemachtigd worden zaaizaad van autogame of apomictische soorten , dat voor certificering als basiszaad is aangemeld en rechtstreeks afkomstig is van een niet officieel onderzochte generatie die aar het basiszaad voorafgaat , in afwijking van lid 1 , sub C a ) , als " gecertificeerd zaaizaad " goed te keuren . Deze bepaling geldt niet voor zaad van hybriden . De goedkeuring als " gecertificeerd zaaizaad " mag alleen worden verleend wanneer degene die daarom verzoekt zulks doet met goedkeuring van de kweker en wanneer bij een uiterlijk in de groeiperiode van het aangemelde zaad verrichte officiële nacontrole van officieel genomen monsters is geconstateerd dat het zaad van deze vroegere generatie heeft voldaan aan de voor basiszaad inzake rasechtheid en raszuiverheid gestelde eisen . In dat geval geeft de kweker bij de monsterneming de totale oppervlakte op waarop het zaaizaad van deze vroegere generatie werd verbouwd . Deze voorwaarden kunnen in verband met de ontwikkeling van de wetenschappelijke of technische kennis volgens de procedure van artikel 21 worden gewijzigd .

De Lid-Staten schrijven voor dat op de officiële etiketten van zaaizaad dat in de handel wordt gebracht uit hoofde van de in de vorige alinea bedoelde machtiging , de vermelding " Verhandeling uitsluitend toegestaan in ... ( betrokken Lid-Staat ) " voorkomt ; de Lid-Staten kunnen in dat geval bovendien voorschrijven dat op de officiële etiketten eveneens de vermelding " Uitsluitend bestemd voor vermeerdering " voorkomt . " .

2 . Artikel 10 wordt als volgt gelezen :

" Artikel 10

1 . De Lid-Staten schrijven voor dat verpakkingen van basiszaad , gecertificeerd zaad en handelszaad , behalve kleine verpakkingen EEG B van gecertificeerd zaad en handelszaad ,

a ) aan de buitenkant worden voorzien van een nog niet gebruikt officieel etiket dat voldoet aan de vereisten van bijlage IV , deel A , en waarvan de gegevens gesteld zijn in een van de officiële talen van de Gemeenschap . De kleur van het etiket is wit voor basiszaad , blauw voor gecertificeerd zaad van de eerste vermeerdering vanaf het basiszaad , rood voor gecertificeerd zaad van de volgende vermeerderingen vanaf het basiszaad en bruin voor handelszaad . Indien in het etiket een gaatje is gemaakt , wordt bij de bevestiging van dat etiket steeds een officieel zegel gebruikt . Indien , in het geval als bedoeld in artikel 4 , sub a ) , basiszaad of gecertificeerd zaad niet voldoet aan de voorwaarden van bijlage II , met betrekking tot de kiemkracht , wordt dit op het etiket vermeld . Het gebruik van officiële kleefetiketten is toegestaan . Volgens de procedure van artikel 21 mag worden toegestaan dat de voorgeschreven aanduidingen onder officieel toezicht onuitwisbaar op de verpakking worden aangebracht volgens het model van het etiket ;

b ) een officieel certificaat bevatten in de kleur van het etiket en met ten minste de gegevens die in bijlage IV , deel A I , sub a ) , punten 3 , 4 en 5 , voor het etiket en sub b ) , punten 2 , 4 en 5 voor handelszaad zijn voorgeschreven . Het certificaat moet een zodanige vorm hebben dat het niet kan worden verward met het sub a ) bedoelde etiket . Het certificaat is niet vereist wanneer de gegevens onuitwisbaar op de verpakking zijn aangebracht of wanneer overeenkomstig het bepaalde sub a ) een kleefetiket of een etiket van scheurvrij materiaal wordt gebruikt .

2 . De Lid-Staten mogen voorzien in afwijkingen van lid 1 voor kleine verpakkingen van basiszaad , mits daarop de vermelding " Verhandeling uitsluitend toegestaan in ... ( betrokken Lid-Staat ) " voorkomt . " .

3 . In artikel 10 ter worden na het woord " officieel " de woorden " of onder officieel toezicht " toegevoegd .

4 . In artikel 14 , lid 1 , eerste en tweede streepje , wordt de zinsnede " officieel van een aanduiding is voorzien en is gesloten " vervangen door " officieel of onder officieel toezicht van een aanduiding is voorzien en is gesloten " .

5 . In bijlage IV , deel A I , wordt sub a ) het volgende punt toegevoegd :

" 12 . Waar ten minste voor de kiemkracht nacontrole werd verricht , mogen de woorden " Nacontrole verricht ... ( maand en jaar ) " en de voor deze nacontrole verantwoordelijke dienst worden vermeld . Deze gegevens mogen voorkomen op een officieel merkteken dat wordt geplakt op het officiële etiket . " .

6 . In bijlage IV , deel A I , wordt sub b ) het volgende punt toegevoegd :

" 9 . Waar ten minste voor de kiemkracht nacontrole werd verricht , mogen de woorden " Nacontrole verricht ... ( maand en jaar ) " en de voor deze nacontrole verantwoordelijke dienst worden vermeld . Deze gegevens mogen voorkomen op een officieel merkteken dat wordt geplakt op het officiële etiket . " .

7 . In bijlage IV , deel I , wordt sub c ) het volgende punt toegevoegd :

" 7 . Waar ten minste voor de kiemkracht van alle bestanddelen van het mengsel nacontrole werd verricht , mogen de woorden " Nacontrole verricht ... ( maand en jaar ) " en de voor deze nacontrole verantwoordelijke dienst worden vermeld . Deze gegevens mogen voorkomen op een officieel merkteken dat wordt geplakt op het officiële etiket . " .

Artikel 3

Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 75/444/EEG , wordt als volgt gewijzigd :

1 . Aan artikel 2 worden de volgende leden toegevoegd :

" 1 bis . De wijzigingen die in verband met de ontwikkeling van de wetenschappelijke of technische kennis , in de lijst van soorten opgenomen in lid 1 , A , zijn aan te brengen voor wat betreft de hybriden die het gevolg zijn van de kruising van soorten die onder deze richtlijn vallen en de benamingen van deze soorten , worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 21 .

1 ter . De Lid-Staten kunnen volgens de procedure van artikel 21 gemachtigd worden zaaizaad van autogame soorten , dat voor certificering als basiszaad is aangemeld en rechtstreeks afkomstig is van een niet officieel onderzochte generatie die aan het basiszaad voorafgaat , in afwijking van lid 1 , sub F a ) of G a ) , als " gecertificeerd zaaizaad van de eerste vermeerdering " of " gecertificeerd zaaizaad van de tweede vermeerdering " goed te keuren . Deze bepaling geldt niet voor zaad van hybriden . De goedkeuring als " gecertificeerd zaaizaad " mag alleen worden verleend wanneer degene die daarom verzoekt zulks doet met toestemming van de kweker en wanneer bij een uiterlijk in de groeiperiode van het aangemelde zaad verrichte officiële nacontrole van officieel genomen monsters is geconstateerd dat het zaad van deze vroegere generatie heeft voldaan aan de voor basiszaad inzake rasechtheid en raszuiverheid gestelde eisen . In dat geval geeft de kweker bij de monsterneming de totale oppervlakte op waarop het zaaizaad van deze vroegere generatie werd verbouwd . Deze voorwaarden kunnen in verband met de ontwikkeling van de wetenschappelijke of technische kennis volgens de procedure van artikel 21 worden gewijzigd .

De Lid-Staten schrijven voor dat op de officiële etiketten van zaaizaad dat in de handel wordt gebracht uit hoofde van de in de vorige alinea bedoelde machtiging , de vermelding " Verhandeling uitsluitend toegestaan in ... ( betrokken Lid-Staat ) " voorkomt ; de Lid-Staten kunnen in dat geval bovendien voorschrijven dat op de officiële etiketten overeens de vermelding " Uitsluitend bestemd voor vermeerdering " voorkomt . " .

2 . Artikel 10 wordt als volgt gelezen :

" Artikel 10

1 . De Lid-Staten schrijven voor dat verpakkingen van basiszaad en gecertificeerd zaad van alle soorten

a ) aan de buitenkant worden voorzien van een nog niet gebruikt officieel etiket dat voldoet aan de vereisten van bijlage IV en waarvan de gegevens gesteld zijn in een van de officiële talen van de Gemeenschap . De kleur van het etiket is wit voor basiszaad , blauw voor gecertificeerd zaad en gecertificeerd zaad van de eerste vermeerdering , en rood voor gecertificeerd zaad van de tweede vermeerdering . Indien in het etiket een gaatje is gemaakt , wordt bij de bevestiging van dat etiket steeds een officieel zegel gebruikt . Indien in de gevallen als bedoeld in artikel 4 , lid 1 , sub a ) , en lid 2 , basiszaad of maïszaad niet voldoet aan de voorwaarden van bijlage II , met betrekking tot de kiemkracht , wordt dit op het etiket vermeld . Het gebruik van officiële kleefetiketten is toegestaan . Volgens de procedure van artikel 21 mag worden toegestaan dat de voorgeschreven aanduidingen onder officieel toezicht onuitwisbaar op de verpakkingen worden aangebracht volgens het model van het etiket ;

b ) een officieel certificaat bevatten in de kleur van het etiket en met ten minste de in bijlage IV , deel A , sub a ) , punten 3 , 4 en 5 , voor het etiket voorgeschreven gegevens . Het certificaat moet een zodanige vorm hebben dat het niet kan worden verward met het sub a ) bedoelde etiket . Het certificaat is niet vereist wanneer de gegevens onuitwisbaar op de verpakking zijn aangebracht of wanneer overeenkomstig het bepaalde sub a ) een kleefetiket of een etiket van scheurvrij materiaal wordt gebruikt .

2 . De Lid-Staten mogen voorzien in afwijkingen van lid 1 voor kleine verpakkingen , mits daarop de vermelding " Verhandeling uitsluitend toegestaan in ... ( betrokken Lid-Staat ) " voorkomt .

3 . Volgens de procedure van artikel 21 kunnen de Lid-Staten worden gemachtigd , tot en met 30 juni 1980 de bepalingen te handhaven waardoor zaaigranen in de handel kunnen worden gebracht op de verpakkingen waarvan de voorgeschreven gegevens anders zijn aangebracht dan bedoeld in lid 1 , sub a ) , zesde zin . " .

3 . In artikel 14 , lid 1 , wordt de zinsnede " officieel van een aanduiding werd voorzien en gesloten " vervangen door " officieel of onder officieel toezicht van een aanduiding werd voorzien en gesloten " .

4 . In bijlage IV , deel A , sub a ) wordt het volgende punt toegevoegd :

" 10 . Waar ten minste voor de kiemkracht nacontrole werd verricht , mogen de woorden " Nacontrole verricht ... ( maand en jaar ) " en de voor deze nacontrole verantwoordelijke dienst worden vermeld . Deze gegevens mogen voorkomen op een officieel merkteken dat wordt geplakt op het officiële etiket . " .

5 . In bijlage IV , deel A , sub b ) , wordt het volgende punt toegevoegd :

" 7 . Waar ten minste voor de kiemkracht van alle bestanddelen van het mengsel nacontrole werd verricht , mogen de woorden " Nacontrole verricht ... ( maand en jaar ) " en de voor deze nacontrole verantwoordelijke dienst worden vermeld . Deze gegevens mogen voorkomen op een officieel merkteken dat wordt aangebracht op het officiële etiket . " .

Artikel 4

Aan artikel 10 van Richtlijn 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 74/648/EEG ( 2 ) , wordt het volgende lid 1 bis toegevoegd :

" 1 bis . De Lid-Staten kunnen echter toestaan dat 10 verpakkingen of bundels entwijnstokken en 5 verpakkingen of bundels wortelwijnstokken , met dezelfde eigenschappen , met één enkel etiket worden aangeduid als bedoeld in bijlage IV . In dat geval worden de betrokken verpakkingen of bundels zodanig met elkaar verbonden dat de verbinding bij eventuele scheiding wordt verbroken en niet opnieuw kan worden gebruikt . Het etiket wordt door middel van deze verbinding bevestigd . Er mag geen nieuwe verbinding worden aangebracht . " .

Artikel 5

Richtlijn 69/208/EEG van de Raad van 30 juni 1969 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 75/444/EEG , wordt als volgt gewijzigd :

1 . Aan artikel 2 worden de volgende leden toegevoegd :

" 1 bis . De wijzigingen die in verband met de ontwikkeling van de wetenschappelijke of technische kennis in de lijst van soorten , opgenomen in lid 1 , A , zijn aan te brengen voor wat betreft de hybriden die het gevolg zijn van de kruising van soorten die onder deze richtlijn vallen en de benamingen van deze soorten , worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 20 .

1 ter . De Lid-Staten kunnen volgens de procedure van artikel 20 gemachtigd worden zaaizaad van autogame soorten , dat voor certificering als basiszaad is aangemeld en rechtstreeks afkomstig is van een niet officieel onderzochte generatie die aan het basiszaad voorafgaat , in afwijking van lid 1 , sub D a ) , of E a ) , als " gecertificeerd zaad van de eerste vermeerdering " of " gecertificeerd zaad van de tweede vermeerding " goed te keuren . Deze bepaling geldt niet voor zaad van hybriden . De goedkeuring als " gecertificeerd zaaizaad " mag alleen worden verleend wanneer degene die daarom verzoekt zulks doet met toestemming van de kweker en wanneer bij een uiterlijk in de groeiperiode van het aangemelde zaad verrichte officiële nacontrole van officieel genomen monsters is geconstateerd dat het zaad van deze vroegere generatie heeft voldaan aan de voor basiszaad inzake rasechtheid en raszuiverheid gestelde eisen . In dat geval geeft de kweker bij de monsterneming de totale oppervlakte op waarop het zaaizaad van deze vroegere generatie werd verbouwd . Deze voorwaarden kunnen in verband met de ontwikkeling van de wetenschappelijke of technische kennis , volgens de procedure van artikel 20 worden gewijzigd .

De Lid-Staten schrijven voor dat op de officiële etiketten van zaaizaad dat in de handel wordt gebracht uit hoofde van de in de vorige alinea bedoelde machtiging , de vermelding " Verhandeling uitsluitend toegestaan in ... ( betrokken Lid-Staat ) " voorkomt ; de Lid-Staten kunnen in dat geval bovendien voorschrijven dat op de officiële etiketten eveneens de vermelding " Uitsluitend bestemd voor vermeerdering " voorkomt . " .

2 . In artikel 2 , lid 2 , sub c ) , wordt 30 juni 1978 vervangen door 30 juni 1982 .

3 . Artikel 10 , lid 1 en lid 2 , wordt als volgt gelezen :

" 1 . De Lid-Staten schrijven voor dat verpakkingen van basiszaad , gecertificeerd zaad van alle soorten en handelszaad

a ) aan de buitenkant worden voorzien van een nog niet gebruikt officieel etiket dat voldoet aan de vereisten van bijlage IV , en waarvan de gegevens gesteld zijn in een van de officiële talen van de Gemeenschap . De kleur van het etiket is wit voor basiszaad , blaw voor gecertificeerd zaad van de eerste vermeerdering vanaf basiszaad , rood voor gecertificeerd zaad van volgende vermeerderingen vanaf basiszaad en bruin voor handelszaad . Indien in het etiket een gaatje is gemaakt , wordt bij de bevestiging van dat etiket steeds een officieel zegel gebruikt . Indien , in het geval als bedoeld in artikel 4 , sub a ) , het basiszaad niet voldoet aan de voorwaarden van bijlage II met betrekking tot de kiemkracht , wordt dit op het etiket vermeld . Het gebruik van officiële kleefetiketten is toegestaan . Volgens de procedure van artikel 20 mag worden toegestaan dat de voorgeschreven aanduidingen onder officieel toezicht onuitwisbaar op de verpakking worden aangebracht volgens het model van het etiket ;

b ) een officieel certificaat bevatten in de kleur van het etiket en met ten minste de gegevens die in bijlage IV , deel A , sub a ) , punten 4 , 5 en 6 , voor het etiket en sub b ) , punten 2 , 5 en 6 , voor handelszaad zijn voorgeschreven . Het certificaat moet een zodanige vorm hebben dat het niet kan worden verward met het sub a ) bedoelde etiket . Het certificaat is niet vereist wanneer de gegevens onuitwisbaar op de verpakking zijn aangebracht of wanneer overeenkomstig het bepaalde sub a ) een kleefetiket of een etiket van scheurvrij materiaal wordt gebruikt .

2 . De Lid-Staten mogen voorzien in afwijkingen van lid 1 voor kleine verpakkingen , mits daarop de vermelding " Verhandeling uitsluitend toegestaan in ... ( betrokken Lid-Staat ) " voorkomt . " .

4 . In artikel 13 , lid 1 , worden de woorden " officieel van een aanduiding werd voorzien en gesloten " telkens vervangen door " officieel of onder officieel toezicht van een aanduiding werd voorzien en gesloten " .

5 . In bijlage IV , deel A , sub a ) , wordt het volgende punt toegevoegd :

" 11 . Waar ten minste voor de kiemkracht nacontrole werd verricht , mogen de woorden " Nacontrole verricht ... ( maand en jaar ) " en de voor deze nacontrole verantwoordelijke dienst worden vermeld . Deze gegevens mogen voorkomen op een officieel merkteken dat wordt geplakt op het officiële etiket . " .

6 . In bijlage IV , deel A , sub b ) , wordt het volgende punt toegevoegd :

" 10 . Waar ten minste voor de kiemkracht nacontrole werd verricht , mogen de woorden " Nacontrole verricht ... ( maand en jaar ) " en de voor deze nacontrole verantwoordelijke dienst worden vermeld . Deze gegevens mogen voorkomen op een officieel merkteken dat wordt geplakt op het officiële etiket . " .

Artikel 6

Aan artikel 21 , lid 2 , van Richtlijn 70/457/EEG wordt de volgende zin toegevoegd :

" Volgens de procedure van artikel 23 kan deze periode voor derde landen worden verlengd indien en zolang de beschikbare gegevens geen constatering volgens lid 1 toelaten . " .

Artikel 7

Richtlijn 70/458/EEG wordt als volgt gewijzigd :

1 . Aan artikel 2 worden de volgende leden toegevoegd :

" 1 bis . De wijzigingen die in verband met de ontwikkeling van de wetenschappelijke of technische kennis in de lijst van soorten opgenomen in lid 1 , A , zijn aan te brengen voor wat betreft de hybriden die het gevolg zijn van de kruising van soorten die onder deze richtlijn vallen en de benamingen van deze soorten , worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 40 .

1 ter . De Lid-Staten kunnen volgens de procedure van artikel 40 gemachtigd worden zaaizaad van autogame soorten dat ter certificering als basiszaad is aangemeld en rechtstreeks afkomstig is van een niet officieel onderzochte generatie die aan het basiszaad voorafgaat , in afwijking van lid 1 , sub C a ) als " gecertificeerd zaad " goed te keuren . Deze bepaling geldt niet voor zaad van hybriden . De goedkeuring als " gecertificeerd zaaizaad " mag alleen worden verleend wanneer degene die daarom verzoekt zulks doet met toestemming van de kweker en wanneer bij een uiterlijk in de groeiperiode van het aangemelde zaad verrichte officiële nacontrole van officieel genomen monsters is geconstateerd dat het zaad van deze vroegere generatie heeft voldaan aan de voor basiszaad inzake rasechtheid en raszuiverheid gestelde eisen . In dat geval geeft de kweker bij de monsterneming de totale oppervlakte op waarop het zaaizaad van deze vroegere generatie werd verbouwd . Deze voorwaarden kunnen in verband met de ontwikkeling van de wetenschappelijke of technische kennis volgens de procedure van artikel 40 worden gewijzigd .

De Lid-Staten schrijven voor dat op de officiële etiketten van zaaizaad dat in de handel wordt gebracht uit hoofde van de in de vorige alinea bedoelde machtiging , de vermelding " Verhandeling uitsluitend toegestaan in ... ( betrokken Lid-Staat ) " voorkomt ; de Lid-Staten kunnen in dat geval bovendien voorschrijven dat op de officiële etiketten eveneens de vermelding " Uitsluitend bestemd voor vermeerdering " voorkomt . " .

2 . Artikel 26 , lid 1 , wordt als volgt gelezen :

" 1 . De Lid-Staten schrijven voor dat verpakkingen van basiszaad en gecertificeerd zaad , behalve kleine verpakkingen van gecertificeer zaad ,

a ) aan de buitenkant worden voorzien van een nog niet gebruikt officieel etiket dat voldoet aan de vereisten van bijlage IV , deel A , en waarvan de gegevens gesteld zijn in een van de officiële talen van de Gemeenschap . Bij doorzichtige verpakkingen mag het etiket zich aan de binnenkant bevinden , indien het door de verpakking heen gelezen kan worden . De kleur van het etiket is wit voor basiszaad en blauw voor gecertificeerd zaad . Indien in het etiket een gaatje is gemaakt , wordt bij de bevestiging van dat etiket steeds een officieel zegel gebruikt . Indien , in het geval als bedoeld in artikel 21 , het basiszaad niet voldoet aan de voorwaarden van bijlage II , met betrekking tot de kiemkracht , wordt dit op het etiket vermeld . Het gebruik van officiële kleefetiketten is toegestaan . Volgens de procedure van artikel 40 mag worden toegestaan dat de voorgeschreven aanduidingen onder officieel toezicht onuitwisbaar op de verpakkingen worden aangebracht volgens het model van het etiket ;

b ) een officieel certificaat bevatten in de kleur van het etiket en met ten minste de in bijlage IV , deel A , sub a ) , punten 4 , 5 , 6 en 7 voor het etiket voorgeschreven gegevens . Het certificaat moet een zodanige vorm hebben dat het niet kan worden verward met het sub a ) bedoelde etiket . Het certificaat is niet vereist wanneer de gegevens onuitwisbaar op de verpakking zijn aangebracht of wanneer , overeenkomstig het bepaalde sub a ) , het etiket zich aan de binnenkant van de verpakking bevindt dan wel een kleefetiket of een etiket van scheurvrij materiaal wordt gebruikt . " .

3 . Aan artikel 26 wordt het volgende lid toegevoegd :

" 1 bis . De Lid-Staten mogen voorzien in afwijkingen van lid 1 voor kleine verpakkingen van basiszaad , mits daarop de vermelding " Verhandeling uitsluitend toegestaan in ... ( betrokken Lid-Staat ) " voorkomt . " .

4 . In artikel 30 , lid 1 , worden de woorden " officieel van een aanduiding werd voorzien en gesloten " vervangen door " officieel of onder officieel toezicht van een aanduiding werd voorzien en gesloten " .

5 . Aan artikel 32 , lid 2 , wordt de volgende zin toegevoegd :

" Volgens de procedure van artikel 40 kan deze periode voor derde landen worden verlengd indien en zolang de beschikbare gegevens geen vaststelling volgens lid 1 toelaten . " .

Artikel 8

De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om

- op 1 juli 1977 , aan artikel 6 en artikel 7 , punt 5 , en

- op 1 juli 1978 , aan artikel 5 , punt 2 ,

- uiterlijk op 1 juli 1979 , aan de overige bepalingen van deze richtlijn

te voldoen .

Artikel 9

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 19 december 1977 .

Voor de Raad

De Voorzitter

H . SIMONET

( 1 ) PB nr . C 183 van 1 . 8 . 1977 , blz . 64 .

( 2 ) PB nr . C 180 van 28 . 7 . 1977 , blz . 29 .

( 3 ) PB nr . L 225 van 12 . 10 . 1970 , blz . 1 .

( 4 ) PB nr . L 356 van 27 . 12 . 1973 , blz . 79 .

( 5 ) PB nr . L 225 van 12 . 10 . 1970 , blz . 7 .

( 6 ) PB nr . L 72 van 18 . 3 . 1976 , blz . 16 .

( 7 ) PB nr . 125 van 11 . 7 . 1966 , blz . 2290/66 .

( 8 ) PB nr . L 83 van 30 . 3 . 1976 , blz . 34 .

( 9 ) PB nr . 125 van 11 . 7 . 1966 , blz . 2298/66 .

( 10 ) PB nr . L 196 van 26 . 7 . 1975 , blz . 6 .

( 11 ) PB nr . 125 van 11 . 7 . 1966 , blz . 2309/66 .

( 12 ) PB nr . L 93 van 17 . 4 . 1968 , blz . 15 .

( 13 ) PB nr . L 352 van 28 . 12 . 1974 , blz . 43 .

( 14 ) PB nr . L 169 van 10 . 7 . 1969 , blz . 3 .

Top