Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020H1563

    Aanbeveling (EU) 2020/1563 van de Commissie van 14 oktober 2020 over energiearmoede

    C/2020/9600

    PB L 357 van 27/10/2020, p. 35–41 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/2020/1563/oj

    27.10.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 357/35


    AANBEVELING (EU) 2020/1563 VAN DE COMMISSIE

    van 14 oktober 2020

    over energiearmoede

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 168 en 194,

    Gezien Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van woensdag 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU (1) (“de herschikte elektriciteitsrichtlijn”), en met name artikel 29,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Energiearmoede is een situatie waarin huishoudens geen toegang hebben tot essentiële energiediensten. Uit het feit dat bijna 34 miljoen Europeanen het zich in 2018 niet konden veroorloven om hun huizen voldoende warm te houden (2), blijkt dat energiearmoede een grote uitdaging is voor de EU.

    (2)

    Zoals de medewetgevers hebben erkend, zijn voldoende warmte, koeling, verlichting en energie voor de aandrijving van apparaten essentiële diensten die een fatsoenlijke levensstandaard en de gezondheid schragen. Toegang tot energiediensten is essentieel voor sociale inclusie. De bestrijding van energiearmoede zou dus meerdere voordelen kunnen opleveren, zoals lagere uitgaven voor gezondheid, minder luchtverontreiniging (door vervanging van verwarmingsbronnen die niet geschikt zijn voor het beoogde doel), meer comfort en welzijn en hogere budgetten voor huishoudens. Samen zouden deze voordelen de economische groei en de welvaart binnen de Europese Unie rechtstreeks ten goede komen.

    (3)

    In de Europese pijler van sociale rechten, die op 17 november 2017 gezamenlijk is afgekondigd door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, is energie een van de essentiële diensten waar iedereen recht op heeft. Wie er behoefte aan heeft, moet steun kunnen verkrijgen voor toegang tot deze diensten (3).

    (4)

    Een eerlijke transitie naar een klimaatneutrale Unie tegen 2050 staat centraal in de Europese Green Deal, die in december 2019 door de Commissie was voorgesteld (4). De renovatiegolf (5) staat centraal in deze Green Deal; dit is een belangrijk initiatief ter bevordering van de structurele renovatie van particuliere en openbare gebouwen, het beperken van emissies, het stimuleren van herstel en het aanpakken van energiearmoede. Een dergelijke structurele renovatie zal de inspanningen van de EU op het gebied van mitigatie van klimaatverandering helpen versterken. Daarom wordt het van essentieel belang geacht dat de renovatiegolf en deze aanbeveling gezamenlijk worden aangenomen, zodat de oproepen om de energiearmoede en de gebouwen met de slechtste energieprestaties aan te pakken, elkaar versterken.

    (5)

    Energiearmoede is een belangrijk concept dat is vastgelegd in het wetgevingspakket “Schone energie voor alle Europeanen”, dat bedoeld is om een rechtvaardige energietransitie te versnellen. Krachtens Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad (6) (“de governanceverordening”) en de herschikte elektriciteitsrichtlijn moet de Commissie indicatieve richtsnoeren verstrekken met passende indicatoren voor het meten van energiearmoede (7) en voor de definitie van een “aanzienlijk aantal huishoudens dat kampt met energiearmoede” (8). Aangezien er geen standaarddefinitie van energiearmoede bestaat, wordt het aan de lidstaten overgelaten om hun eigen criteria te ontwikkelen, in overeenstemming met hun nationale context. Het onlangs aangenomen wetgevingspakket biedt echter nuttige algemene beginselen en inzichten in de mogelijke oorzaken en gevolgen van energiearmoede. In dit pakket wordt ook het belang benadrukt van beleidsmaatregelen om het probleem aan te pakken, met name maatregelen die verband houden met nationale energie- en klimaatplannen en met langetermijnstrategieën inzake renovatie (9).

    (6)

    In hun nationale energie- en klimaatplan moeten de lidstaten het aantal huishoudens dat met energiearmoede kampt, bijhouden. Indien een lidstaat tot de conclusie komt dat er op zijn grondgebied een aanzienlijk aantal huishoudens met energiearmoede kampt, moet zijn plan zowel een nationale doelstelling bevatten als beleidslijnen en maatregelen om de energiearmoede terug te dringen. In het kader van het vijfde verslag over de stand van de energie-unie heeft de Commissie voor elke lidstaat werkdocumenten van de diensten van de Commissie gepubliceerd met individuele beoordelingen van elk definitief nationaal energie- en klimaatplan. In deze werkdocumenten van de diensten van de Commissie wordt ook beoordeeld hoe in de definitieve plannen gevolg is gegeven aan de desbetreffende aanbevelingen van de Commissie van 2019, onder meer inzake energiearmoede, en wordt een leidraad gegeven voor de uitvoering van het nationale energie- en klimaatplan.

    (7)

    Op grond van de herschikte elektriciteitsrichtlijn moeten de lidstaten passende maatregelen nemen teneinde energiearmoede, waar deze wordt vastgesteld, te bestrijden, met inbegrip van maatregelen in de bredere context van armoedebestrijding. De lidstaten moeten ook kwetsbare afnemers beschermen, met name afnemers in afgelegen gebieden. Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad (10) bevat soortgelijke bepalingen.

    (8)

    Een nieuw element in het nieuwe wetgevingskader is dat het aantal huishoudens dat met energiearmoede kampt, moet worden vastgesteld. Artikel 29 van de herschikte elektriciteitsrichtlijn verwijst naar de verplichting van de lidstaten om het aantal huishoudens in energiearmoede vast te stellen en bepaalt dat zij de criteria voor deze beoordeling moeten vaststellen en bekendmaken. Wanneer er aanzienlijke aantallen huishoudens zijn die met energiearmoede kampen, moeten de lidstaten in hun nationale energie- en klimaatplannen een indicatieve doelstelling opnemen voor de vermindering van energiearmoede, een tijdschema verstrekken en relevante beleidsmaatregelen uiteenzetten. Vervolgens moeten zij overeenkomstig de governanceverordening verslag uitbrengen aan de Commissie over de vooruitgang die zij boeken in de richting van de doelstelling om het aantal huishoudens dat met energiearmoede kampt, terug te dringen.

    (9)

    De energie-efficiëntierichtlijn, Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad (11), zoals gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/2002 (12), verplicht de lidstaten om in het kader van hun energie-efficiëntieverplichtingen rekening te houden met de noodzaak om energiearmoede te verminderen. Krachtens artikel 7, lid 11, moet in redelijkheid worden geëist dat een deel van de energie-efficiëntiemaatregelen bij voorrang wordt uitgevoerd ten gunste van kwetsbare huishoudens, met inbegrip van huishoudens die door energiearmoede worden getroffen (13). De governanceverordening bevat ook soortgelijke verplichtingen.

    (10)

    In het kader van de herziene versie van Richtlijn (EU) 2018/844 betreffende de energieprestatie van gebouwen moeten de lidstaten relevante nationale maatregelen vaststellen om energiearmoede te verlichten, als onderdeel van hun langetermijnrenovatiestrategieën ter ondersteuning van de renovatie van het nationale bestand van al dan niet voor bewoning bestemde gebouwen (14).

    (11)

    Het wetgevingskader van de EU bevat ook waarborgen om ervoor te zorgen dat de maatregelen die worden genomen om energiearmoede aan te pakken, de openstelling en de werking van de markt niet in de weg staan. Goed functionerende detailhandelsmarkten zijn essentieel voor een eerlijke transitie. Deze waarborgen zijn vastgelegd in artikel 28 van de herschikte elektriciteitsrichtlijn en zijn voornamelijk in artikel 5, lid 5, van de herschikte elektriciteitsrichtlijn uitgewerkt.

    (12)

    Artikel 27 van de herschikte elektriciteitsrichtlijn versterkt het beginsel door de lidstaten te verplichten ervoor te zorgen dat alle huishoudelijke afnemers, en, indien de lidstaten dit dienstig achten, kleine ondernemingen, aanspraak kunnen maken op universele dienstverlening, dat wil zeggen het recht op levering van elektriciteit van een bepaalde kwaliteit tegen concurrerende, eenvoudig en duidelijk vergelijkbare, doorzichtige en niet-discriminerende prijzen op hun grondgebied. Om de universele dienstverlening te waarborgen, kunnen de lidstaten een noodleverancier aanwijzen.

    (13)

    In overweging 59 van de herschikte elektriciteitsrichtlijn wordt herhaald dat energiearmoede ontstaat als gevolg van een combinatie van een laag inkomen, hoge energie-uitgaven en de gebrekkige energie-efficiëntie van woningen. De gevolgen van de schommelende energieprijzen en de gebrekkige energie-efficiëntie, met name wat de energieprestaties van gebouwen betreft, in combinatie met een breed scala aan sociaaleconomische factoren die verband houden met algemene armoede en problemen die voortvloeien uit huursystemen, maken het moeilijk om deze kwestie aan te pakken.

    (14)

    In 2018 was 6,8 % van de mensen in particuliere huishoudens in de EU (30,3 miljoen mensen (15)) niet in staat om hun huur of energierekeningen te voldoen, waardoor het risico bestond dat hun energievoorziening zou worden afgesloten. Verder had meer dan 7,3 % van de bevolking van de EU (37,4 miljoen mensen) te maken met oncomfortabele omgevingstemperaturen in hun huizen.

    (15)

    Door de COVID‐19-crisis is het duidelijk geworden dat energiearmoede dringend moet worden aangepakt om een sociaal Europa tot stand te brengen dat tegemoetkomt aan de behoeften van al zijn inwoners. De mate van energiearmoede in alle lidstaten zal in de schijnwerpers komen te staan, aangezien meer Europeanen moeite zouden kunnen hebben om toegang te krijgen tot essentiële energie, met name door de stijgende werkloosheid. Tegen deze achtergrond is het van cruciaal belang dat de mijlpalen van de Europese Green Deal worden bereikt, ondanks de huidige ongekende verstoringen van de Europese economieën.

    (16)

    Het NextGenerationEU (16)-herstelpakket werd gepresenteerd om “een duurzamer, veerkrachtiger en eerlijker Europa voor de volgende generatie op te bouwen”. De Europese herstelplannen moeten gebaseerd zijn op de beginselen van ecologische duurzaamheid, solidariteit, cohesie en convergentie, en de vastbeslotenheid om geen enkele lidstaat, regio of individu achter te laten. NextGenerationEU bevestigt de rol van de renovatiegolf als één van de belangrijkste facilitators van het groene herstel.

    (17)

    Nationale langetermijnstrategieën inzake renovatie en andere instrumenten die zijn ontworpen om de energie-efficiëntiedoelstellingen voor 2030 en 2050 te halen, moeten er op gericht zijn om energiearme huishoudens te beschermen en kwetsbare energieconsumenten mondiger te maken door mensen te helpen geld te besparen op energierekeningen, gezondere levensomstandigheden te bieden en energiearmoede terug te dringen.

    (18)

    Huishoudens identificeren die het meest behoefte hebben aan bescherming en woningen die het meest behoefte hebben aan renovatie zal bijdragen tot doelgerichtheid en beter beheer van overheidsinterventies, waardoor praktische resultaten voor de consument worden gegenereerd, de energie-efficiëntie wordt verbeterd en eventuele verstoringen van de werking van de interne energiemarkt tot een minimum worden beperkt.

    (19)

    Door deze aanbeveling te verstrekken en de richtsnoeren van de Commissie inzake energiearmoede ter beschikking van de lidstaten te stellen in een begeleidend werkdocument van de diensten van de Commissie, voldoet de Commissie aan bovengenoemde verplichting en helpt zij de lidstaten bij het omzetten van de nieuwe bepalingen inzake energiearmoede. De Commissie verstrekt ook informatie over nieuwe goede praktijken (17).

    (20)

    De grootste moeilijkheid voor elke definitie is hoe betrouwbare numerieke gegevens kunnen worden verkregen. Een reeks statistische indicatoren is ontwikkeld om de waarschijnlijke oorzaken van energiearmoede en de gevolgen daarvan op EU-niveau te meten. Dit zijn geaggregeerde indicatoren. Aangezien energiearmoede een multidimensionaal probleem is, kan geen enkele indicator alle aspecten ervan volledig weergeven.

    (21)

    Er zijn geaggregeerde indicatoren op Europees niveau ontwikkeld die zijn opgenomen in de bijlage bij deze aanbeveling. Deze indicatoren zijn ontwikkeld door het Bureau voor de statistiek van de Europese Unie (Eurostat) en de EU-waarnemingspost voor energiearmoede (EPOV) en zijn gebaseerd op geharmoniseerde gegevensverzamelingen van de EU; de indicatoren maken het mogelijk de situatie in de hele EU te volgen en nationale specifieke kenmerken in kaart te brengen, evenals om efficiënter wederzijds leren en de uitwisseling van beste praktijken te bevorderen. Nationale indicatoren kunnen bijdragen aan de aanvulling hiervan en, indien relevant, de vaststelling van energiearmoede verfijnen.

    (22)

    Dit vraagt om een nauwe samenwerking tussen de betrokken bevoegde autoriteiten, en vooral om goed gecoördineerde inspanningen op regionaal en lokaal niveau, zodat elke analyse op basis van indicatoren op EU- of nationaal niveau wordt tegengegaan en aangevuld met een bottom-upbenadering. De regionale en lokale overheden verkeren in een goede positie om de belangrijkste financiële en sociale uitdagingen voor huishoudens in energiearmoede te identificeren en om een belangrijke rol te spelen bij het ontwerpen en uitvoeren van een groene transitie die eerlijk, inclusief en duurzaam is voor iedereen in Europa.

    (23)

    De Commissie zal de uitwisseling van goede praktijken tussen de lidstaten blijven ondersteunen, onder andere door samen te werken met het Comité voor sociale bescherming. De financieringsprogramma’s van de EU, waaronder het cohesiebeleid, het instrument voor technische ondersteuning en andere vormen van steun, kunnen worden ingezet om de vastgestelde uitdagingen aan te pakken; onder meer via de platforms van de Europese waarnemingspost voor energiearmoede en het initiatief van het Burgemeestersconvenant.

    (24)

    In het vierde verslag van de Europese Commissie over energieprijzen en -kosten wordt ook aandacht besteed aan de bijzondere situatie van kwetsbare consumenten en mensen die in energiearmoede leven (18). De Commissie zal ook bijzondere aandacht besteden aan de wijze waarop de lidstaten uitvoering geven aan artikel 5 van de herschikte elektriciteitsrichtlijn, dat overheidsingrijpen in de prijsstelling voor de levering van elektriciteit aan energiearme afnemers of kwetsbare huishoudens toestaat,

    BEVEELT AAN DAT DE LIDSTATEN:

    1.

    een systematische aanpak ontwikkelen voor de liberalisering van de energiemarkten, om te zorgen voor energiebesparing voor alle geledingen van de samenleving, met name de meest behoeftigen;

    2.

    in het bijzonder rekening houden met het begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie, dat richtsnoeren bevat voor zowel indicatoren inzake energiearmoede als de definitie van wanneer er sprake is van een aanzienlijke hoeveelheid huishoudens die met energiearmoede kampt. Gebruikmaken van de begeleiding van de Commissie bij de uitvoering en actualisering van hun huidige nationale energie- en klimaatplannen overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EU) 2018/1999 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie;

    3.

    gebruikmaken van de in de bijlage uiteengezette indicatoren bij hun beoordelingen van energiearmoede;

    4.

    geïntegreerde beleidsoplossingen ontwikkelen als onderdeel van het energiebeleid en het sociaal beleid, overeenkomstig overweging 60 van de herschikte elektriciteitsrichtlijn. Sociale beleidsmaatregelen en verbeteringen van de energie-efficiëntie die elkaar versterken behoren daartoe, met name op het gebied van huisvesting;

    5.

    de verdelingseffecten van de energietransitie beoordelen, met name energie-efficiëntiemaatregelen in de nationale context, en beleid vaststellen en uitvoeren om daarmee samenhangende problemen aan te pakken. Er moet hierbij voldoende aandacht worden besteed aan de belemmeringen voor investeringen in energie-efficiënte woningen en aan het profiel van woningen die renovatie het meest nodig hebben, in overeenstemming met de nationale langetermijnstrategieën inzake renovatie;

    6.

    alle beleidsmaatregelen ontwikkelen met als doel om energiearmoede aan te pakken op basis van zinvolle en verantwoorde processen van publieke deelneming en brede betrokkenheid van belanghebbenden;

    7.

    maatregelen ontwikkelen om energiearmoede aan te pakken op basis van nauwe samenwerking tussen alle bestuursniveaus, met name door een nauwe samenwerking mogelijk te maken tussen regionale en lokale overheden enerzijds en maatschappelijke organisaties en entiteiten uit de particuliere sector anderzijds;

    8.

    optimaal gebruikmaken van de beschikbare financiering en programma’s van de Unie, waaronder het cohesiebeleid, om energiearmoede aan te pakken door de verdelingseffecten van projecten voor energietransitie te analyseren en prioriteit te geven aan maatregelen die gericht zijn op kwetsbare groepen om de toegang tot ondersteuning te waarborgen;

    9.

    bij de toewijzing van overheidsmiddelen, met name vergoedingen, zich richten op huishoudens met een laag inkomen in de categorieën begunstigden met zeer beperkte eigen middelen en beperkte toegang tot commerciële leningen. Onderzoek doen naar de rol van energiediensten (ESCO’s) en energieprestatiecontracten wanneer deze renovatiefinancieringsoplossingen bieden voor energiearme huishoudens om deze kwetsbare huishoudens in staat stellen de hoge aanloopkosten te boven te komen.

    Gedaan te Brussel, 14 oktober 2020

    Voor de Commissie

    Kadri SIMSON

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 158 van 14.6.2019, blz. 125.

    (2)  Gegevens uit 2018. Eurostat, SILC [ilc_mdes01])

    (3)  EPSR, beginsel 20 “Toegang tot essentiële diensten”: https://ec.europa.eu/commission/priorities/deeper-and-fairer-economic-and-monetary-union/european-pillar-social-rights/european-pillar-social-rights-20-principles_nl

    (4)  COM(2019) 640 final — Mededeling van de Commissie over de Europese Green Deal.

    (5)  Communication from the Commission to the European Parliament, the Council, the European Economic and Social Committee, the Committee of the Regions ‘A Renovation Wave for Europe — greening our buildings, creating jobs, improving lives’ COM(2020) 662 final.

    (6)  Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie, tot wijziging van Richtlijn 94/22/EG, Richtlijn 98/70/EG, Richtlijn 2009/31/EG, Verordening (EG) nr. 663/2009, Verordening (EG) nr. 715/2009, Richtlijn 2009/73/EG, Richtlijn 2009/119/EG van de Raad, Richtlijn 2010/31/EU, Richtlijn 2012/27/EU, Richtlijn 2013/30/EU en Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 525/2013 (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 1).

    (7)  Artikel 3, lid 3, onder d), van Verordening (EU) 2018/1999.

    (8)  Artikel 29 van Richtlijn (EU) 2019/944.

    (9)  Zoals bepaald in artikel 2 bis van Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de energieprestatie van gebouwen (PB L 153 van 18.6.2010, blz. 13), gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/844 (PB L 156 van 19.6.2018, blz. 75).

    (10)  Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 94).

    (11)  Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van Richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de Richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (PB L 315 van 14.11.2012, blz. 1).

    (12)  Richtlijn (EU) 2018/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 houdende wijziging van Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie (PB L 328 van 21.12.2018, blz. 210).

    (13)  Dit bouwt voort op de bestaande verplichtingen uit hoofde van Richtlijn 2012/27/EU. Zie ook de bijlage bij de aanbeveling van de Commissie over de omzetting van de energiebesparingsverplichting uit hoofde van de gewijzigde energie-efficiëntierichtlijn, C(2019) 6621 final.

    (14)  Dit bouwt voort op de bestaande verplichtingen uit hoofde van artikel 4 van Richtlijn 2012/27/EU betreffende energie-efficiëntie, die zijn overgeheveld naar de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen en versterkt wat betreft de noodzaak energiearmoede aan te pakken. Overweging 11 van Richtlijn (EU) 2018/844 luidt: “De noodzaak om energiearmoede te verminderen moet in aanmerking worden genomen overeenkomstig de door de lidstaten vastgestelde criteria. De lidstaten omschrijven de nationale maatregelen die bijdragen tot de vermindering van energiearmoede in hun renovatiestrategieën, en hebben het recht te bepalen wat zij relevante acties vinden.”

    (15)  Op basis van een geschatte bevolking van de EU‐27 van 446 miljoen inwoners op 1 januari 2018: http://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php/Population_and_population_change_statistics

    (16)  Europese Commissie, mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's — Het moment van Europa: herstel en voorbereiding voor de volgende generatie, 27 mei 2020.

    (17)  In overweging 59 van Richtlijn (EU) 2019/944 wordt gesteld dat de Commissie de uitvoering van de bepalingen van die richtlijn inzake energiearmoede actief moet ondersteunen door de uitwisseling van goede praktijken tussen de lidstaten te bevorderen.

    (18)  Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over energieprijzen en ‐kosten in Europa (COM(2020) 951) en het bijbehorende werkdocument van de diensten van de Commissie (SWD(2020) 951).


    BIJLAGE

    INDICATOREN VOOR ENERGIEARMOEDE

    De onderstaande indicatoren zijn beschikbaar bij het Bureau voor de statistiek van de Europese Unie en de Europese waarnemingspost voor energiearmoede, zodat de lidstaten deze kunnen raadplegen bij de beoordeling van de nationale mate van energiearmoede.

    De Commissie verstrekt richtsnoeren voor de lidstaten bij het interpreteren van dergelijke indicatoren, die op EU-niveau zijn ontwikkeld, om het begrip “aanzienlijk aantal energiearme huishoudens”, dat aan de hand van nationale definities van energiearmoede is vastgesteld, beter te kwantificeren (1).

    Lidstaten kunnen een aantal van de indicatoren uit de punten 1 en 2 verder uitsplitsen om de oorzaken van energiearmoede op nationaal niveau nader te onderzoeken.

    De indicatoren kunnen worden verdeeld in vier groepen:

    a)

    indicatoren om uitgaven aan energie te vergelijken met inkomen: deze kwantificeren energiearmoede door de hoeveelheden die huishoudens aan energie besteden te vergelijken met een inkomensmaat (bijv. het percentage of aantal huishoudens dat meer dan een bepaald deel van hun beschikbaar inkomen besteedt aan huishoudelijke energiediensten);

    b)

    indicatoren gebaseerd op zelfbeoordeling: huishoudens wordt rechtstreeks gevraagd in welke mate zij zich energie kunnen veroorloven (bijv. of ze in staat zijn om de woning in de winter warm genoeg te houden en het in de zomer voldoende te kunnen koelen);

    c)

    indicatoren gebaseerd op directe meting: deze indicatoren meten de fysieke variabelen om de toereikendheid van energiediensten (bijv. kamertemperatuur) te bepalen;

    d)

    indirecte indicatoren: deze meten energiearmoede aan de hand van gerelateerde factoren, zoals betalingsachterstanden voor nutsvoorzieningen, het aantal onderbrekingen van de voorziening en de kwaliteit van de huisvesting.

    1.   Indicatoren voor de betaalbaarheid van energiediensten

    Aandeel van de bevolking waarvoor armoede dreigt (minder dan 60 % van het nationale gestandaardiseerde besteedbare mediaaninkomen) en die het niet lukt om hun huis voldoende warm te houden, gebaseerd op de vraag “Kan uw huishouden het zich veroorloven om het huis voldoende warm te houden?” (Eurostat, SILC [ilc_mdes01]).

    Aandeel van de totale bevolking die hun huis niet voldoende warm kan houden, gebaseerd op de vraag “Kan uw huishouden het zich veroorloven om het huis voldoende warm te houden?” (Eurostat, SILC [ilc_mdes01]).

    Betalingsachterstanden bij rekeningen van nutsbedrijven: aandeel van de bevolking dat met armoede wordt bedreigd (minder dan 60 % van het nationale gestandaardiseerde besteedbare mediaaninkomen) met achterstallige energiefacturen (Eurostat, SILC, [ilc_mdes07]).

    Betalingsachterstanden bij rekeningen van nutsbedrijven: aandeel van de bevolking met achterstallige betalingen op elektriciteitsrekeningen (Eurostat, SILC, [ilc_mdes07]).

    Uitgaven voor elektriciteit, gas en andere brandstoffen als aandeel van de totale huishoudelijke uitgaven.

    Aantal huishoudens met een aandeel in de energie-uitgaven in het inkomen van meer dan het dubbele van het nationale mediane aandeel (bron: Eurostat, Household Budget Surveys, 2015).

    Aandeel huishoudens waarvan de absolute energie-uitgaven minder dan de helft van de nationale mediaan bedraagt (Eurostat, Household Budget Surveys, 2015).

    2.   Aanvullende indicatoren

    Elektriciteitsprijzen voor alle huishoudelijke afnemers — gemiddelde verbruikscategorie (Eurostat, [nrg_pc_204]).

    Gasprijzen voor alle huishoudelijke afnemers — gemiddelde verbruikscategorie (Eurostat, [nrg_pc_202]).

    Gasprijzen voor alle huishoudelijke afnemers, laagste verbruikscategorie (Eurostat, [nrg_pc_202]).

    Aandeel van de bevolking waarvoor armoede dreigt (minder dan 60 % van het nationale mediaan gestandaardiseerd besteedbaar inkomen) met lekkages, vochtigheid of rotting in hun woning (Eurostat, SILC [ilc_mdho01]).

    Aandeel van de bevolking met lekkages, vochtigheid of rotting in hun woning — totale bevolking (Eurostat SILC, [TESSI292]).

    Finaal energieverbruik per vierkante meter in de woningsector, gecorrigeerd voor het klimaat (Odyssee-MURE-project database).


    (1)  SWD(2020) 960“EU-richtsnoeren inzake energiearmoede”.


    Top