Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011L0097

Richtlijn 2011/97/EU van de Raad van 5 december 2011 tot wijziging van Richtlijn 1999/31/EG met betrekking tot specifieke criteria voor opslag van metallisch kwik dat als afval wordt beschouwd

PB L 328 van 10/12/2011, p. 49–52 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2011/97/oj

10.12.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 328/49


RICHTLIJN 2011/97/EU VAN DE RAAD

van 5 december 2011

tot wijziging van Richtlijn 1999/31/EG met betrekking tot specifieke criteria voor opslag van metallisch kwik dat als afval wordt beschouwd

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1102/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 inzake het verbod op de uitvoer van metallisch kwik en andere kwikverbindingen en -mengsels en de veilige opslag van metallisch kwik (1), en met name artikel 4, lid 3, en Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999 betreffende het storten van afvalstoffen (2), en met name artikel 16,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens Verordening (EG) nr. 1102/2008 mag in afwijking van artikel 5, lid 3, onder a), van Richtlijn 1999/31/EG metallisch kwik dat als afval wordt beschouwd, in een adequate omhulling tijdelijk gedurende meer dan een jaar of permanent worden opgeslagen in bepaalde soorten stortplaatsen.

(2)

De opslag van metallisch kwik dat als afval wordt beschouwd, wordt reeds geregeld bij uniale wetgeving betreffende afvalbeheer.

(3)

Voor de opslag gedurende ten hoogste een jaar van metallisch kwik dat als afval wordt beschouwd, zijn de voorschriften inzake vergunningen van artikel 23 van Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen (3) van toepassing.

(4)

Richtlijn 1999/31/EG en Beschikking 2003/33/EG van de Raad van 19 december 2002 tot vaststelling van criteria en procedures voor het aanvaarden van afvalstoffen op stortplaatsen overeenkomstig artikel 16 van en bijlage II bij Richtlijn 1999/31/EG (4) zijn overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1102/2008 van toepassing op faciliteiten voor opslag van metallisch kwik gedurende meer dan een jaar.

(5)

Dit betekent in het bijzonder dat voor alle faciliteiten voor opslag van metallisch kwik gedurende meer dan een jaar een vergunning overeenkomstig de artikelen 7, 8 en 9 van Richtlijn 1999/31/EG is vereist en dat deze faciliteiten onderworpen zijn aan de in artikel 12 van die richtlijn vervatte voorschriften inzake controle en toezicht, en in het geval van ondergrondse opslagplaatsen, aan de voorschriften inzake veiligheidsbeoordeling overeenkomstig bijlage A bij Beschikking 2003/33/EG.

(6)

Voorts vallen deze faciliteiten onder de algemene bepalingen inzake het bijhouden van registers als neergelegd in Richtlijn 2008/98/EG.

(7)

Daarnaast zijn de bepalingen van Richtlijn 96/82/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken (5), overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1102/2008, van toepassing op faciliteiten voor tijdelijke bovengrondse opslag.

(8)

Deze bepalingen zijn echter niet volledig afgestemd op de specifieke kenmerken van metallisch kwik en daarom zijn aanvullende voorschriften noodzakelijk.

(9)

Deze aanvullende voorschriften moeten rekening houden met het onderzoek naar mogelijkheden tot veilige verwijdering, waaronder de omzetting van metallisch kwik in een vaste stof. Er is vooruitgang geboekt bij de ontwikkeling van milieuvriendelijke mogelijkheden tot omzetting in vaste stoffen maar het is te vroeg om de haalbaarheid van de grootschalige toepassing van deze mogelijkheden in te schatten.

(10)

Aanvullende evaluatie van het gedrag op lange termijn van metallisch kwik in ondergrondse opslag is noodzakelijk om deugdelijke en op kennis gebaseerde voorschriften voor permanente opslag vast te stellen. De in deze richtlijn neergelegde voorschriften moeten daarom worden beperkt tot tijdelijke opslag; zij worden aangemerkt als passend en in overeenstemming met de beste beschikbare technieken voor de veilige opslag van metallisch kwik gedurende een periode tot vijf jaar.

(11)

Richtlijn 1999/31/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(12)

Het in artikel 16 van Richtlijn 1999/31/EG bedoelde comité heeft geen advies uitgebracht. Het is derhalve passend dat de Raad deze richtlijn vaststelt,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlagen I, II en III bij Richtlijn 1999/31/EG worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 15 maart 2013 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.

Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 5 december 2011.

Voor de Raad

De voorzitter

W. PAWLAK


(1)  PB L 304 van 14.11.2008, blz. 75.

(2)  PB L 182 van 16.7.1999, blz. 1.

(3)  PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3.

(4)  PB L 11 van 16.1.2003, blz. 27.

(5)  PB L 10 van 14.1.1997, blz. 13.


BIJLAGE

Bijlagen I, II en III bij Richtlijn 1999/31/EG worden als volgt gewijzigd:

1)

Aan bijlage I wordt het volgende punt toegevoegd:

„8.   Tijdelijke opslag van metallisch kwik

Op de tijdelijke opslag gedurende meer dan een jaar van metallisch kwik zijn de volgende voorschriften van toepassing:

metallisch kwik moet apart van andere afvalstoffen worden opgeslagen;

de vaten moeten worden opgeslagen in verzamelbekkens die op passende wijze gecoat zijn zodat zij vrij zijn van scheuren en gaten en geen metallisch kwik doorlaten, en waarvan de capaciteit toereikend is voor de opgeslagen hoeveelheid kwik;

de opslaglocatie moet voorzien zijn van kunstmatige of natuurlijke barrières die geschikt zijn om het milieu tegen kwikemissies te beschermen en waarvan de capaciteit toereikend is voor de totale opgeslagen hoeveelheid kwik;

de vloeren van de opslaglocatie moeten bedekt zijn met een kwikbestendig dichtingsproduct. Er moet een hellend oppervlak met een vergaarbekken voorhanden zijn;

de opslaglocatie moet zijn uitgerust met een brandbeveiligingssysteem;

de opslag moet zodanig worden ingericht dat alle vaten gemakkelijk bereikbaar zijn.”.

2)

Aan bijlage II wordt het volgende punt toegevoegd:

„6.   Specifieke voorschriften voor metallisch kwik

Op de tijdelijke opslag gedurende meer dan een jaar van metallisch kwik zijn de volgende voorschriften van toepassing:

A.

Samenstelling van het kwik

Metallisch kwik moet voldoen aan de volgende specificaties:

kwikgehalte hoger dan 99,9 gewichtsprocent;

geen onzuiverheden die koolstofstaal of roestvrij staal kunnen corroderen (bv. salpeterzuuroplossing, chlorideoplossingen).

B.

Omhulling

Vaten die voor opslag van metallisch kwik worden gebruikt, moeten corrosie- en schokbestendig zijn. Lasverbindingen moeten daarom worden vermeden. De vaten moeten daarom in het bijzonder voldoen aan de volgende eisen:

materiaal van het vat: koolstofstaal (ten minste ASTM A36) of roestvrij staal (AISI 304, 316L);

de vaten moeten gas- en vloeistofdicht zijn;

de buitenkant van het vat moet bestand zijn tegen de opslagomstandigheden;

het ontwerptype van het vat moet met succes de valproef en de dichtheidsproef doorstaan, zoals omschreven in de hoofdstukken 6.1.5.3 en 6.1.5.4 van de UN Recommendations on the Transport of Dangerous Goods, Manual of Tests and Criteria.

De vullingsgraad van het vat mag ten hoogste 80 volumeprocent bedragen, zodat er voldoende vrije ruimte beschikbaar is en er geen lekkage of permanente vervorming van het vat kan optreden ten gevolge van expansie van de vloeistof door hoge temperatuur.

C.

Aanvaardingsprocedures

Alleen vaten met een certificaat dat aan de in dit punt vastgestelde voorschriften voldoet, mogen aanvaard worden.

De aanvaardingsprocedures moeten voldoen aan de volgende voorschriften:

alleen metallisch kwik dat aan de bovengenoemde minimumcriteria voor aanvaarding voldoet, mag worden aanvaard;

de vaten moeten vóór opslag visueel onderzocht worden. Beschadigde, lekkende of gecorrodeerde vaten mogen niet worden aanvaard;

de vaten moeten een duurzaam merkteken dragen (aangebracht door ponsing), waarop het identificatienummer van het vat, het constructiemateriaal, het leeggewicht, de referentie van de fabrikant en de datum van fabricage vermeld staan;

de vaten moeten een permanent op het vat bevestigd plaatje dragen waarop het identificatienummer van het certificaat vermeld staat.

D.

Certificaat

Het onder C vermelde certificaat moet de volgende gegevens bevatten:

naam en adres van de afvalproducent;

naam en adres van de voor het vullen verantwoordelijke persoon;

plaats en datum van vullen;

hoeveelheid kwik;

de zuiverheid van het kwik en, indien relevant, een beschrijving van de onzuiverheden, inclusief het analyserapport;

de bevestiging dat de vaten uitsluitend voor het vervoer/de opslag van kwik zijn gebruikt;

de identificatienummers van de vaten;

eventuele specifieke opmerkingen.

De certificaten worden afgegeven door de producent van de afvalstoffen of, bij gebreke daaraan, door de persoon die verantwoordelijk is voor het beheer ervan.”.

3)

Aan bijlage III wordt het volgende punt toegevoegd:

„6.   Specifieke voorschriften voor metallisch kwik

Op de tijdelijke opslag gedurende meer dan een jaar van metallisch kwik zijn de volgende voorschriften van toepassing:

A.

Voorschriften inzake toezicht, inspectie en noodsituaties

Op de opslaglocatie moet een permanent meetsysteem voor kwikdamp met een gevoeligheid van ten minste 0,02 mg kwik/m3 moet worden geïnstalleerd. Sensoren moeten op het grondniveau en op hoofdhoogte worden opgesteld. Dit systeem moet een visueel en akoestisch alarmmechanisme omvatten. Het moet jaarlijks onderhouden worden.

De opslaglocatie en de vaten moeten ten minste eenmaal per maand visueel onderzocht worden door een bevoegde persoon. Wanneer lekken worden vastgesteld, moet de exploitant onmiddellijk het nodige ondernemen om elke kwikemissie in het milieu te voorkomen en de veiligheid van de opslag van het kwik te herstellen. Elk lek wordt geacht significante nadelige milieueffecten te hebben als bedoeld in artikel 12, onder b).

Noodplannen en passende beschermende uitrusting voor het hanteren van metallisch kwik moeten op de locatie ter beschikking staan.

B.

Bijhouden van registers

Alle documenten die de in punt 6 van bijlage II en punt A van deze afdeling bedoelde informatie bevatten, inclusief het certificaat dat het vat begeleidt, alsmede de registers met betrekking tot het uitslaan en de verzending van metallisch kwik na de tijdelijke opslag ervan en de bestemming en voorgenomen behandeling, moeten gedurende ten minste drie jaar na het einde van de opslag worden bewaard.”.


Top