This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012DC0209
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE COUNCIL, THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE AND THE COMMITTEE OF THE REGIONS EU State Aid Modernisation (SAM)
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S De modernisering van het EU-staatssteunbeleid
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S De modernisering van het EU-staatssteunbeleid
/* COM/2012/0209 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S De modernisering van het EU-staatssteunbeleid /* COM/2012/0209 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET
EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET
COMITÉ VAN DE REGIO'S De modernisering van het EU-staatssteunbeleid (Voor de EER relevante tekst) 1. Inleiding: het
staatssteuntoezicht binnen de huidige context 1. De Europa 2020-strategie is
de Europese groeistrategie voor dit decennium. In een wereld vol verandering
wil de Europese Commissie met haar beleid van Europa een slimme, duurzame en
inclusieve economie maken. Deze drie, elkaar onderling versterkende
doelstellingen moeten de EU én de lidstaten helpen om betere prestaties neer te
zetten op het gebied van werkgelegenheid, productiviteit en sociale cohesie. 2. Met dat doel voor ogen is de
interne markt Europa's grootste troef om duurzame groei te genereren. Om een
échte interne markt tot stand te brengen, moeten twee instrumenten worden
ingezet: regelgeving om één geïntegreerde markt zonder nationale grenzen tot
stand te brengen, geflankeerd door een mededingingsbeleid (waarvan het staatssteuntoezicht
een onderdeel is) dat ervoor zorgt dat het functioneren van de interne markt
niet wordt doorkruist door concurrentieverstorende gedragingen van
ondernemingen of door lidstaten die bepaalde spelers begunstigen ten koste van
anderen. Concurrentie is een belangrijke aanjager van groei: zij prikkelt
ondernemingen - ook nieuwe spelers - om markten te betreden en te innoveren en
om hun productiviteit en concurrentiepositie in een internationale context te
verstevigen. Het mededingingsbeleid is ook een kostenefficiënte beleidstak,
omdat hiervoor geen publieke of private middelen hoeven te worden uitgegeven. Als
een van de instrumenten van het mededingingsbeleid speelt het
staatssteuntoezicht een cruciale rol bij het beschermen en versterken van de interne
markt. 3. De financieel-economische
crisis heeft de eenheid van de interne markt in gevaar gebracht en heeft het
risico van concurrentieverstorende reacties vergroot. Tegelijk doet de crisis
de vraag luider doorklinken naar een overheid die méér doet om de meest
kwetsbaren in de samenleving te beschermen én om het economisch herstel te
ondersteunen. Maar de crisis heeft de begrotingen van de lidstaten ook onder
druk gezet, nu er behoefte is aan begrotingsconsolidatie en de schaarse
middelen verstandiger moeten worden ingezet. Tot slot heeft het de crisis de
kloof tussen de lidstaten in de mogelijkheden om hun beleid te financieren,
alleen maar groter gemaakt. 4. Het Europese groeipotentieel
kan worden versterkt door een doelgerichtere besteding van publieke middelen en
door de goede voorwaarden te creëren om het herstel weer op gang te brengen én
te houden. Met name dienen de overheidsbestedingen doelmatiger[1] en
doeltreffender te worden en meer in te zetten op groeibevorderende
beleidsinitiatieven die voldoen aan gemeenschappelijke Europese doelstellingen.
5. Een deel van die
overheidsbestedingen verloopt via staatssteun[2], onder meer in de vorm van rechtstreekse
uitgaven, fiscale prikkels of overheidsgaranties. Een robuuster en
doelgerichter staatssteuntoezicht kan ertoe bijdragen dat slagkrachtigere
groeibevorderende beleidsinitiatieven worden uitgewerkt en kan ervoor helpen te
zorgen dat de concurrentieverstoringen beperkt blijven, zodat de interne markt
open en concurrerend blijft. Het kan ook de kwaliteit van de overheidsfinanciën
helpen te verbeteren. Binnen een kader met een scherpere focus kunnen
lidstaten beter bijdragen aan zowel de tenuitvoerlegging van de Europa
2020-strategie voor duurzame groei als de begrotingsconsolidatie. 6. De modernisering van het
staatssteuntoezicht moet er komen om de kwaliteit van het toezicht door de
Commissie te verbeteren en het om te vormen tot een instrument om publieke
middelen slim in te zetten voor groeigericht beleid en een beperking van de
concurrentieverstoringen, die nefast zijn voor een gelijk speelveld op de
interne markt. Met hun complexiteit zijn de bestaande materiële regels en het
procedurele kader, die gelden voor zowel kleinere als grotere zaken, een van de
uitdagingen voor het toezicht op staatssteun. 7. Ook andere elementen pleiten
voor een breed moderniseringspakket voor het EU-staatssteunbeleid als geheel: het
aflopen van een aantal essentiële staatssteuninstrumenten tegen eind 2013; de
voorbereiding van het meerjarig financieel kader van de EU en van nieuwe regels
voor de EU-Structuurfondsen voor de periode 2014-2020, en niet te vergeten het
versterkte economische en budgettaire toezicht in het kader van het Europees
semester. 8. De doelstellingen van de
modernisering van het staatssteuntoezicht zijn dan ook drievoudig: i) duurzame,
slimme en inclusieve groei bevorderen op een concurrerende interne markt; ii)
het onderzoek door de Commissie concentreren op zaken die de grootste impact op
de interne markt hebben en tegelijk de samenwerking met de lidstaten versterken
op het gebied van de handhaving van de staatssteunregels, en iii) de regels
stroomlijnen en sneller tot beslissingen komen. 9. Deze mededeling tekent een
geïntegreerde strategie uit voor een hervorming om deze doelstellingen te bereiken.
Deze voorstellen grijpen sterk op elkaar in en moeten worden gezien als
geïntegreerde bouwstenen van één hervormingspakket. 2. Doelstellingen van de
modernisering van het staatssteunbeleid en de instrumenten om die waar te maken
2.1. Groei bevorderen op een
versterkte, dynamische en concurrerende interne markt 10. In de Europa 2020-strategie
voor groei wordt erkend dat staatssteun bij het streven naar groei een rol kan
spelen en dat het staatssteunbeleid "de doelstellingen van Europa 2020
dichterbij [kan] brengen door initiatieven voor innovatievere, efficiëntere en
groenere technologie te stimuleren en [te] ondersteunen. Het moet gemakkelijker
worden om overheidssteun te krijgen voor investeringen, durfkapitaal en
financiering voor onderzoek en ontwikkeling."[3] 11. Beleidsinitiatieven om de
Europa 2020-doelstellingen te verwezenlijken, kunnen een belangrijke bijdrage
leveren bij het zoeken naar een uitweg uit de crisis en het opnieuw
aanzwengelen van duurzame groei. De lidstaten en de Unie zullen prioriteit
geven aan daartoe bestemde begrotingsuitgaven, en bij een aantal daarvan zal
het om staatssteun gaan. 12. Een modern staatssteuntoezicht
moet het makkelijker maken om steunmaatregelen te behandelen die goed ontworpen
zijn, toegesneden zijn op het aanpakken van marktfalen en doelstellingen van
gemeenschappelijk belang, en die het minst verstorend werken ("goede
steun"). Dit zal ervoor zorgen dat overheidssteun innovatie, groene
technologie en de ontwikkeling van het menselijk kapitaal stimuleert, schade
aan het milieu helpt te voorkomen en uiteindelijk bijdraagt aan groei, banen en
het concurrentievermogen van de EU. Dit soort steun kan het sterkste bijdragen
tot groei wanneer deze is gericht op marktfalen en zo een aanvulling is op - en
geen vervanging van - particuliere middelen. Met staatssteun kan de gewenste
doelstelling van het overheidsbeleid pas echt worden bereikt wanneer de steun
een stimulerend effect heeft: wanneer de steun de begunstigde ervan ertoe
aanzet om activiteiten te ontplooien die deze zonder de steun niet had
ontplooid. En staatssteun kan pas het grootste effect op de groei hebben
wanneer deze zodanig is vormgegeven dat concurrentieverstoringen beperkt worden
en de interne markt er concurrerend en open door blijft. Daarom is staatssteuntoezicht
van cruciaal belang om de doelmatigheid en doeltreffendheid van
overheidsbestedingen in de vorm van staatssteun te versterken. De doelstelling
die daarbij steeds voor ogen moet worden gehouden, is het stimuleren van meer
groei op de interne markt, hetgeen alleen mogelijk is door de mededinging te
versterken. Staatssteun die niet inzet op het aanpakken van marktfalen en die
niet stimulerend werkt, is niet alleen een verkeerde besteding van publieke
middelen, maar werkt ook remmend voor de groei, doordat de concurrentiewerking
op de interne markt verder wordt aangetast. 13. Het staatssteunbeleid werkt nu
al flankerend voor de vlaggenschipinitiatieven van de Europa 2020-strategie. Zo
bevatten de breedbandrichtsnoeren voorwaarden voor doelmatige staatssteun bij
de snelle uitrol van breedband en dragen zij bij aan het bereiken van de
doelstellingen van de "Digitale agenda voor Europa". Overheidssteun
voor de uitbouw van infrastructuur kan ook helpen om de doelstelling te
bereiken van slimme, gemoderniseerde en goed op elkaar aangesloten vervoers- en
energie-infrastructuur zoals die is geformuleerd in het vlaggenschipinitiatief
"Europa dat efficiënt gebruikmaakt van hulpbronnen". Het steunkader
voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (O&O&I) helpt de
doelstellingen te behalen van zowel het vlaggenschipinitiatief
"Innovatie-Unie" als het vlaggenschipinitiatief "Industriebeleid
in een tijd van mondialisering". Doordat de richtsnoeren milieusteun
focussen op het afdwingen van het beginsel "de vervuiler betaalt",
maar ook door de mogelijkheden die zij bieden om ondernemingen te steunen zodat
zij verder gaan dan verplichte EU-milieunormen of om energie-efficiëntie te
stimuleren, zijn zij een van de instrumenten om het vlaggenschipinitiatief
"Europa dat efficiënt gebruikmaakt van hulpbronnen" concreet gestalte
te geven. De mogelijkheden om opleiding te steunen met overheidsmiddelen,
dragen dan weer bij aan de doelstellingen van "Een agenda voor nieuwe
vaardigheden en banen". In het kader van de richtsnoeren reddings- en
herstructureringssteun kan de overheid noodlijdende bedrijven alleen onder
strikte voorwaarden steun verlenen en onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat
het bedrijf op lange termijn opnieuw levensvatbaar wordt. Hiermee wordt het
verdwijnen van ondoelmatige bedrijven aangemoedigd en worden ondernemingen
gewapend tegen de internationale concurrentie, hetgeen bijdraagt tot het
vlaggenschipinitiatief "Industriebeleid in een tijd van
mondialisering". De band die er bestaat tussen de doelstellingen en
vlaggenschipinitiatieven van de Europa 2020-strategie en de staatssteunregels
dient verder te worden versterkt om de instrumenten te stroomlijnen die de
Commissie ter beschikking staan en om lidstaten aan te moedigen de schaarse
publieke middelen in te zetten voor gemeenschappelijke prioriteiten. 14. Door de nadruk op de kwaliteit
en de efficiëntie van steun te leggen, kan het staatssteuntoezicht de lidstaten
ook helpen hun begrotingsdiscipline te versterken en de kwaliteit van hun
overheidsfinanciën te verbeteren, hetgeen tot een beter gebruik van het geld
van de belastingbetalers leidt. Het is van bijzonder belang om tot een slimme
begrotingsconsolidatie te komen, waarbij de rol die doelgerichte
overheidsbestedingen bij het genereren van groei kunnen spelen, wordt verzoend
met de dwingende noodzaak om begrotingen onder controle te brengen. Daarnaast
dienen het staatssteuntoezicht en ruimere aandachtspunten uit het
mededingingsbeleid beter te worden geïntegreerd in de procedure van het
Europees Semester. 15. Krachtig
staatssteuntoezicht is eveneens van essentieel belang om te borgen dat de
interne markt goed functioneert. Krachtig toezicht gaat hand in hand met de
daadwerkelijke toepassing van de EU-regels voor de interne markt en is van
bijzonder belang voor markten die nog maar pas zijn opengesteld en waar grote
gevestigde spelers met steun van de overheid nog steeds een belangrijke rol
spelen, zoals in het vervoer, de postdiensten of, in een beperkter aantal
gevallen, de energiesector. De modernisering van het staatssteunbeleid kan de
interne markt beter helpen te functioneren dankzij een slagkrachtiger beleid om
concurrentieverstoringen te beperken, een gelijk speelveld in stand te houden
en protectionisme te bestrijden. Deze opdracht van het staatssteunbeleid zal
alleen maar aan belang winnen nu het volledige potentieel van de interne markt
moet worden ingezet voor groei. 16. De internationale context
houdt kansen en uitdagingen in voor Europese ondernemingen. Internationaal
gezien lopen de mededingingsstelsels sterk uiteen. Toch bieden de
EU-staatssteunregels, verhoudingsgewijs, een transparanter, coherenter en
groeigerichter kader, terwijl toch vergelijkbare steunvolumes mogelijk zijn[4]. Door de
gemoderniseerde EU-staatssteunregels sterker op groeibevorderende
doelstellingen te richten en de interne markt toch goed te laten functioneren,
kan het concurrentievermogen van EU-ondernemingen worden versterkt, ook buiten
de EU. 17. In de specifieke
omstandigheden waarbij subsidies van een derde land tot een verstoring van de
mededinging leiden, bieden de WTO-regels een basiskader met oplossingen voor de
specifieke gevolgen van onrechtmatige buitenlandse subsidies voor EU-spelers. Daarnaast
kunnen bilaterale vrijhandelsovereenkomsten die de EU met derde landen sluit,
ook regels over subsidies bevatten, om specifieke kwesties aan te pakken die
niet onder het WTO-kader vallen (zoals bijvoorbeeld in de
vrijhandelsovereenkomst met Korea). Instrumenten van het handelsbeleid kunnen
worden ingezet om die regels ten uitvoer te leggen. 18. De voorstellen voor de
modernisering van het staatssteunbeleid die bijdragen aan de
groeidoelstellingen, zijn: (a)
het uitwerken en vastleggen van gemeenschappelijke
beginselen die van toepassing zijn op de beoordeling van de verenigbaarheid
die de Commissie voor alle steunmaatregelen uitvoert. Dergelijke horizontale
beginselen moeten een duidelijker beeld geven van hoe de Commissie
gemeenschappelijke kenmerken beoordeelt die in de verschillende richtsnoeren en
steunkaders momenteel niet op dezelfde manier worden behandeld. Deze beginselen
zouden zo hanteerbaar mogelijk moeten zijn en zouden ook kunnen ingaan op de
definitie en beoordeling van reëel marktfalen, op het stimulerende effect en de
negatieve gevolgen van overheidsmaatregelen, eventueel zelfs overwegingen over
de algemene impact van de steun; (b)
de richtsnoeren staatssteun herzien en
stroomlijnen om ze te laten aansluiten op deze
gemeenschappelijke beginselen. Bij de herziening wordt een algemene benadering
gevolgd die is gebaseerd op het versterken van de interne markt en op het
bevorderen van een doeltreffender gebruik van publieke middelen (staatssteun
alleen gebruiken wanneer die echt toegevoegde waarde oplevert). Een scherpere
aflijning van het marktfalen dat moet worden aangepakt en een diepgaander
onderzoek van het stimulerende effect spelen een belangrijke rol in dat
verband, om ervoor zorgen dat de ingezette middelen optimaal renderen en om
verstoringen te vermijden. Ook moet wordt gewerkt aan een stelselmatigere
beoordeling van de eventuele negatieve effecten van staatssteun - met name op
het punt van verstoringen van de allocatieve en dynamische efficiëntie,
subsidiewedlopen en marktmacht. Zo zullen bijvoorbeeld de richtsnoeren
reddings- en herstructureringssteun voor ondernemingen buiten de financiële
sector een zeer belangrijk instrument worden om toezicht te houden op dit sterk
verstorende soort steun en om te verzekeren dat overheidsoptreden het
mechanisme van ondernemingen die de markt verlaten, alleen doorkruist wanneer daar
een goede reden voor is. Ook zullen, wanneer de marktomstandigheden dat
toelaten, voor de redding en herstructurering van financiële instellingen in de
periode ná de crisis nieuwe regels worden uitgewerkt, die sporen met
toekomstige voorstellen voor EU-crisisbeheer en de afwikkeling van banken. Ten
slotte moet het vastleggen van goede praktijken ten aanzien van de prioriteiten
bij uitgaven in het kader van de Europa 2020-strategie het mogelijk maken om
snel groen licht te geven voor kostenefficiënte en groeibevorderende steun. Wat
betreft de stroomlijning van de richtsnoeren, zouden in een eerste fase diverse
richtsnoeren en steunkaders - onder meer die voor regionale steun, voor steun
ten behoeve van onderzoek, ontwikkeling en innovatie (O&O&I), milieusteun,
risicokapitaalsteun en steun voor de uitrol van breedband (steuntypes die meer
dan twee derden van de in de EU verstrekte steun vertegenwoordigen) - tegen
eind 2013 kunnen worden afgestemd op en mogelijk zelfs geconsolideerd worden in
deze gemeenschappelijke beginselen. Dit biedt ook de mogelijkheid om op zoek te
gaan naar synergie-effecten tussen de verschillende steunvoorschriften en in te
spelen op meervoudige doelstellingen. In deze periode zullen geleidelijk aan de
verschillende richtsnoeren en steunkaders zo snel mogelijk worden goedgekeurd. Andere
richtsnoeren en steunkaders zouden dan in een volgende fase geleidelijk daarop
worden afgestemd en daarin worden geconsolideerd. 2.2. Het handhavingsbeleid
toespitsen op zaken met de grootste impact op de interne markt 19. De ontwikkeling in de richting
van doelmatigere bestedingen mag niet verworden tot detailcontrole van alle
publieke uitgaven, maar moet leiden tot het stellen van prioriteiten en tot
een diepgaander onderzoek van steun met een aanzienlijke impact op de
eengemaakte markt, zoals maatregelen waarbij het gaat om aanzienlijke en
potentieel verstorende steun (daaronder begrepen fiscale steun). Parallel
hiermee dient de beoordeling te worden vereenvoudigd voor zaken die meer lokaal
van aard zijn en het handelsverkeer minder sterk beïnvloeden. Dit kan worden
bereikt door proportionelere en meer gedifferentieerde regels uit te werken en
door de procedures voor het staatssteuntoezicht te moderniseren, waarbij
lidstaten een grotere verantwoordelijkheid krijgen bij het vormgeven en ten
uitvoer leggen van steunmaatregelen. Dit vergt wel helder omschreven regels en
een versterkte monitoring achteraf door de Commissie, om te garanderen dat de
regels correct worden nageleefd. Hierdoor zal, in zaken waar het om kleinere
steunbedragen gaat, ook de regeldruk voor overheden en begunstigden afnemen. 20. De voorstellen om dankzij een
modernisering van het staatssteunbeleid tot het bepalen van duidelijkere
prioriteiten te komen, zijn: (a)
een mogelijke herziening van de de-minimisverordening,
om na te gaan of de huidige drempel nog wel beantwoordt aan de
marktomstandigheden. Deze herziening zou gebeuren op basis van een
gedetailleerde effectbeoordeling, waarin de situatie zowel in de verschillende
lidstaten als op de interne markt in zijn geheel mee in rekening wordt genomen,
maar ook de begrotingseffecten van deze herziening; (b)
mogelijke aanpassingen aan de machtigingsverordening
van de Raad waardoor de Commissie bepaalde categorieën steun verenigbaar
kan verklaren met de interne markt, zodat deze zijn vrijgesteld van de
verplichting tot voorafgaande aanmelding. Daardoor zou dan weer het aantal
soorten steun dat volgens de ervaring van de Commissie in aanmerking komt voor
dit vereenvoudigde toezicht, toenemen zonder dat een en ander ten koste gaat
van een doelmatig toezicht of van de monitoring achteraf door de Commissie. Nieuwe
soorten steun die onder de toepassing van de machtigingsverordening kunnen
worden gebracht, zijn bijvoorbeeld steun voor cultuur, steun tot herstel van de
schade veroorzaakt door natuurrampen, of steun voor (deels) door de
EU-gefinancierde projecten zoals steun in het kader van het JESSICA-initiatief; (c)
een herziening en mogelijk zelfs verruiming van de algemene
groepsvrijstellingsverordening tot de categorieën steun die onder de
herziene machtigingsverordening vallen, om er mee te helpen voor zorgen dat
publieke middelen beter doorstromen naar bepaalde, helder omschreven
doelstellingen en om tegelijk de administratieve procedure voor goed ontworpen
maatregelen met betrekkelijk lage steunbedragen te vereenvoudigen. 21. Mocht de Commissie besluiten
om de omvang en het soort steunmaatregelen dat van de verplichting tot
aanmelding is vrijgesteld, te verruimen, dan zouden de lidstaten een grotere
verantwoordelijkheid krijgen bij het garanderen van een correcte toepassing van
de staatssteunregels. Wanneer meer maatregelen worden vrijgesteld van de
verplichting tot aanmelding, zullen de lidstaten ervoor moeten zorgen dat
vooraf vast staat dat de staatssteunregels in acht worden genomen bij
de-minimismaatregelen en bij steunregelingen en steunzaken die onder een
groepsvrijstellingsverordening vallen. Dit alles zal dienen te verlopen in
nauwe coördinatie met de Commissie, die achteraf toezicht op dit soort
maatregelen zal blijven uitoefenen. De Commissie verwacht dan ook een betere
medewerking van de lidstaten wat betreft de kwaliteit en de snelheid waarmee
informatie worden ingediend en bij de uitwerking van de aanmelding. Ook moeten
er doeltreffende nationale systemen (waaronder ook particuliere handhaving)
worden opgezet die garanderen dat staatssteunmaatregelen die van de
verplichting tot voorafgaande aanmelding zijn vrijgesteld, aan het EU-recht
voldoen. Een verlaging van de regeldruk door minder aanmeldingsverplichtingen
kan alleen worden overwogen indien deze gepaard gaat door een grotere inzet en
meer concrete resultaten van de nationale autoriteiten waar het gaat om de
inachtneming van de regels. Het toezicht achteraf door de Commissie zal dus
moeten worden versterkt, ook omdat uit de huidige resultaten van de monitoring
op de tenuitvoerlegging door de lidstaten van maatregelen in het kader van
groepsvrijstellingsverordeningen, vaak blijkt dat de staatssteunregels niet in
acht worden genomen. Alleen zo is een krachtig handhavingsbeleid gegarandeerd. 2.3. Gestroomlijnde regels en
snellere besluitvorming 22. Over de jaren heen zijn de
staatssteunregels tot een complex juridisch kader uitgegroeid. Er is ruimte om
de regels te verduidelijken en te vereenvoudigen, de samenhang ervan te
versterken en het beoordelingsproces te stroomlijnen. De concepten uit het
staatssteunbeleid moeten beter worden uitgelegd en de horizontale en materiële
rechtsregels moeten worden geconsolideerd. 23. Momenteel is de Commissie
verplicht alle verklaringen na te trekken dat mogelijk steun is verleend,
zonder dat zij in de praktijk prioriteiten kan vastleggen. Bovendien is de
Commissie niet altijd in staat volledige en correcte informatie van de partijen
te verkrijgen, hetgeen de procedure kan vertragen. De procedures moeten dus
worden gestroomlijnd en hervormd om besluiten binnen voor ondernemingen
relevante termijnen vast te stellen, dit in nauwe samenwerking met de
lidstaten. Onderdelen van het pakket die deze doelstellingen kunnen helpen waar
te maken, zijn: (a)
verduidelijking en betere toelichting van het begrip
"staatssteun": het begrip is een objectief concept dat
rechtstreeks door het Verdrag in artikel 107 wordt omschreven als alle
maatregelen die het gevolg zijn van overheidsoptreden of met staatsmiddelen
worden bekostigd, die het handelsverkeer tussen lidstaten ongunstig kunnen
beïnvloeden, die een voordeel opleveren aan de begunstigde ervan, en die de
mededinging verstoren of dreigen te verstoren. De rol van de Commissie blijft
in dit verband tot het verschaffen van duidelijkheid over de wijze waarop zij
de Verdragsbepalingen begrijpt en toepast, in het licht van de uitlegging
daarvan door het Hof van Justitie. Binnen die marges zal de Commissie meer
duidelijkheid geven over de sleutelbegrippen met betrekking tot het begrip
"steun", om deze gemakkelijker in de praktijk te helpen brengen; (b)
een modernisering van de procedureverordening op
het gebied van staatssteun wat betreft de behandeling van klachten en
instrumenten inzake marktinformatie, zodat de Commissie haar optreden beter kan
richten op zaken die het meest van belang zijn voor de interne markt. De
Commissie moet dus de mogelijkheid krijgen om prioriteiten te bepalen met
betrekking tot de afhandeling van klachten, zodat voorrang wordt gegeven aan
verklaringen over eventuele steun met een grote impact op de mededinging en het
handelsverkeer binnen de interne markt. Parallel hiermee moet de Commissie, wil
zij steunzaken met een aanzienlijke impact daadwerkelijk kunnen onderzoeken,
doeltreffendere instrumenten krijgen om tijdig alle vereiste informatie van
marktdeelnemers te krijgen, zodat zij binnen voor ondernemingen relevante
termijnen besluiten kan vaststellen. Met deze modernisering van de procedures
zou de Commissie ook meer ambtshalve onderzoek kunnen voeren naar aanzienlijke
concurrentieverstoringen die het functioneren van de interne markt doorkruisen.
Hiermee zou zij ook snel de effecten van steunmaatregelen op de markt moeten
kunnen nagaan, waardoor de besluitvorming kan worden versneld. 3. Hoe nu verder? 24. De hierboven geschetste
modernisering van het staatssteunbeleid moet een duidelijkere en coherentere
opbouw van het staatssteuntoezicht opleveren. De verschillende mogelijke
maatregelen die hierboven werden geschetst, vormen geïntegreerde bouwstenen van
één hervormingspakket. 25. De voorstellen zoals zij hier
zijn uitgetekend, grijpen op elkaar in om ruimere doelstellingen te bereiken –
zij ondersteunen elkaar wederzijds en zijn onderling nauw verweven. Zo zou met
deze voorstellen voor hervormingen van de procedure de besluitvorming kunnen
worden versneld en zou de Commissie zich bij haar handhavingsbeleid kunnen
concentreren op wat voor de EU van bijzonder belang is. Eenzelfde benadering
geldt voor de verruiming van de algemene groepsvrijstellingsverordening via een
aanpassing van de machtigingsverordening. 26. Omdat de doelstellingen en
onderdelen van het pakket onderling nauw verweven zijn en om maximaal resultaat
te behalen met deze modernisering van het staatssteunbeleid, dienen de
belangrijkste onderdelen van die hervorming best ook op hetzelfde tijdstip van
kracht te worden. Daarom zullen de verschillende procedures van start gaan
zodra deze mededeling is vastgesteld en dienen de belangrijkste instrumenten
van het pakket, waaronder de wetgevingshandelingen van de Raad, vóór eind 2013
te zijn vastgesteld. 27. Om die doelstelling te halen,
dienen de voorstellen van de Commissie voor de procedureverordening en de
machtigingsverordening in het najaar 2012 te worden goedgekeurd. De Commissie
zal trachten de rest van het pakket in de komende maanden uit te werken zodat
de geleidelijke herziening en stroomlijning van de belangrijkste
wetgevingshandelingen en richtsnoeren tegen eind 2013 is afgerond. De Commissie
is voornemens de lidstaten te raadplegen en wil een open dialoog aangaan met
het Europees Parlement en andere stakeholders, met het oog op reacties voor een
debat over deze voorstellen voor een modernisering van het staatssteunbeleid. [1] Dit zou
ook een afbouw betekenen van subsidies die resulteren in ondoelmatig gebruik
van hulpbronnen of milieuschade, in lijn met de mededeling van de Commissie
"Stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa", COM(2011) 571
definitief, blz. 10. [2] Een
overzicht van de overheiduitgaven voor staatssteun is te vinden in het
"Scorebord staatssteun - Verslag over door de EU-lidstaten verleende
staatssteun", COM(2011) 848 definitief. [3] Mededeling
van de Commissie "Europa 2020 - Een strategie voor slimme, duurzame en
inclusieve groei", COM(2010) 2020 definitief van 3.3.2010, blz. 23. [4] Uit een vergelijkende studie die de WTO in 2006 heeft
gemaakt, blijkt dat het volume steun dat EU-lidstaten verlenen te vergelijken
valt met de steunvolumes zoals die door de belangrijkste EU-handelspartners
worden verleend (subsidies uitgedrukt als percentage van het bbp). Zie World
Trade Organization, World Trade Report 2006. Exploring the links between
subsidies, trade and the WTO, beschikbaar onder: http://www.wto.org/english/res_e/booksp_e/anrep_e/world_trade_report06_e.pdf Zie hoofdstuk II "Subsidies, Trade and the
WTO", deel E "The incidence of Subsidies".