This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32019D1276
Commission Implementing Decision (EU) 2019/1276 of 29 July 2019 repealing Commission Implementing Decision 2012/627/EU on the recognition of the legal and supervisory framework of Australia as equivalent to the requirements of Regulation (EC) No 1060/2009 of the European Parliament and of the Council on credit rating agencies (Text with EEA relevance.)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1276 van de Commissie van 29 juli 2019 tot intrekking van Uitvoeringsbesluit 2012/627/EU van de Commissie betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Australië als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus (Voor de EER relevante tekst.)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1276 van de Commissie van 29 juli 2019 tot intrekking van Uitvoeringsbesluit 2012/627/EU van de Commissie betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Australië als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus (Voor de EER relevante tekst.)
C/2019/5800
PB L 201 van 30/07/2019, p. 17–19
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
30.7.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 201/17 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/1276 VAN DE COMMISSIE
van 29 juli 2019
tot intrekking van Uitvoeringsbesluit 2012/627/EU van de Commissie betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Australië als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus (1), en met name artikel 5, lid 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op grond van artikel 5, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 kan de Commissie een gelijkwaardigheidsbesluit nemen waarin zij verklaart dat het juridische en toezichtkader van een derde land waarborgt dat in dat derde land toegelaten of geregistreerde ratingbureaus voldoen aan juridisch bindende vereisten die gelijkwaardig zijn aan de in die verordening vastgestelde vereisten en dat zij onderworpen zijn aan feitelijk toezicht en effectieve handhaving in dat derde land. Om als gelijkwaardig te worden beschouwd, moet het juridische en toezichtkader ten minste voldoen aan de voorwaarden in artikel 5, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1060/2009. |
(2) |
Op 5 oktober 2012 heeft de Commissie Uitvoeringsbesluit 2012/627/EU (2) aangenomen, waarbij zij heeft vastgesteld dat aan deze drie voorwaarden is voldaan en dat het Australische juridische en toezichtkader inzake ratingbureaus gelijkwaardig is aan de vereisten van de op dat moment geldende Verordening (EG) nr. 1060/2009. |
(3) |
Het Australische juridische en toezichtkader voldoet nog steeds aan de drie voorwaarden die oorspronkelijk in artikel 5, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 waren neergelegd. Verordening (EU) nr. 462/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) heeft aanvullende vereisten voor in de Unie geregistreerde ratingbureaus ingevoerd, waardoor het juridische en toezichtkader voor die ratingbureaus strenger is geworden. Deze aanvullende vereisten omvatten juridisch bindende regels inzake ratingoutlooks, beheer van belangenconflicten, vertrouwelijkheidsvereisten, de kwaliteit van ratingmethodologieën en de presentatie en openbaarmaking van ratings. |
(4) |
Artikel 2, tweede alinea, punt 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 462/2013 bepaalt dat de aanvullende vereisten met ingang van 1 juni 2018 van toepassing zijn bij de beoordeling van de gelijkwaardigheid van de juridische en toezichtkaders van derde landen. |
(5) |
Tegen deze achtergrond heeft de Commissie op 13 juli 2017 de Europese Autoriteit voor effecten en markten (“ESMA”) om advies gevraagd over de gelijkwaardigheid van het juridische en toezichtkader van onder meer Australië met deze bij Verordening (EU) nr. 462/2013 ingevoerde aanvullende vereisten, en naar haar oordeel gevraagd over het materiële belang van eventuele verschillen. |
(6) |
In haar op 17 november 2017 gepubliceerde technische advies heeft de ESMA geconcludeerd dat het Australische juridische en toezichtkader niet voldoende bepalingen bevat die zouden kunnen voldoen aan de doelstellingen van de bij Verordening (EU) nr. 462/2013 ingevoerde aanvullende vereisten. |
(7) |
Bij artikel 3, lid 1, onder w), wordt een definitie van “ratingoutlook” ingevoerd, en bij Verordening (EG) nr. 1060/2009 worden bepaalde vereisten die op ratings van toepassing zijn, nu uitgebreid tot ratingoutlooks. Ratingoutlooks worden in het Australische juridische en toezichtkader niet expliciet erkend, maar volgens de Australian Securities and Investments Commission vallen ratingoutlooks onder de definitie van “advies over financiële producten” en zijn ze dus onderworpen aan dezelfde vereisten als ratings. |
(8) |
Om de perceptie van onafhankelijkheid van ratingbureaus ten opzichte van beoordeelde entiteiten te verbeteren, worden de regels inzake belangenconflicten bij Verordening (EU) nr. 462/2013 in artikel 6, lid 4, artikel 6 bis en artikel 6 ter van Verordening (EG) nr. 1060/2009 uitgebreid tot belangenconflicten die worden veroorzaakt door aandeelhouders of leden die een significante positie binnen het ratingbureau bekleden. Overeenkomstig het Australische juridische en toezichtkader moeten ratingbureaus passende regelingen treffen voor het beheer van belangenconflicten die zich voordoen in het kader van hun bedrijfsactiviteit. Belangenconflicten met betrekking tot aandeelhouders komen echter niet expliciet aan bod. Er zijn bijgevolg geen soortgelijke vereisten op grond waarvan het een ratingbureau verboden is een rating af te geven aan een entiteit die een deelneming van meer dan 10 % heeft in het ratingbureau, of consultancy- of adviesdiensten te verlenen aan een entiteit die een deelneming van meer dan 5 % heeft in het ratingbureau. |
(9) |
Verordening (EU) nr. 462/2013 voert nieuwe bepalingen in om ervoor te zorgen dat vertrouwelijke informatie alleen wordt gebruikt voor doeleinden in verband met ratingactiviteiten en wordt beschermd tegen fraude, diefstal of misbruik. Daartoe moeten ratingbureaus op grond van artikel 10, lid 2 bis, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 ratings, ratingoutlooks en daaraan gelieerde informatie als voorwetenschap behandelen tot aan de openbaarmaking. Het Australische juridische en toezichtkader voorziet in gedetailleerde vereisten met betrekking tot de maatregelen die ratingbureaus moeten nemen om vertrouwelijke informatie over uitgevende instellingen te beschermen. Er is dus een geloofwaardig kader voor de bescherming tegen misbruik van vertrouwelijke informatie. |
(10) |
Verordening (EU) nr. 462/2013 is erop gericht het niveau van transparantie en kwaliteit van ratingmethodologieën te verhogen. Zij voert in bijlage I, afdeling D, onderafdeling I, punt 3, bij Verordening (EG) nr. 1060/2009 een verplichting voor ratingbureaus in aan een beoordeelde entiteit de mogelijkheid te bieden om vóór de publicatie van de rating of de ratingoutlook te attenderen op eventuele feitelijke fouten. Het Australische juridische en toezichtkader bevat geen expliciet vereiste voor ratingbureaus om een beoordeelde entiteit te informeren over een rating vóór de publicatie ervan. In plaats daarvan zou een ratingbureau overeenkomstig het Australische juridische en toezichtkader een beoordeelde entiteit slechts informeren wanneer dat haalbaar en passend is, zonder dat een minimale antwoordtermijn geldt. |
(11) |
Verordening (EU) nr. 462/2013 voert in Verordening (EG) nr. 1060/2009 in artikel 8, lid 5a, lid 6, onder a bis) en a ter), en lid 7, waarborgen in om ervoor te zorgen dat wijzigingen in ratingmethodologieën niet leiden tot minder strenge methodologieën. Het Australische juridische en toezichtkader vereist dat beoordeelde entiteiten die worden getroffen door wijzigingen in een methodologie, worden geïnformeerd. Ratingbureaus zijn echter niet verplicht overleg te plegen met marktdeelnemers alvorens een wezenlijke wijziging in een methodologie aan te brengen, de toezichthouder daarvan in kennis te stellen of in een ratingmethodologie vastgestelde fouten te melden op de website van het ratingbureau. |
(12) |
Verordening (EU) nr. 462/2013 versterkt de vereisten inzake de presentatie en openbaarmaking van ratings. Overeenkomstig artikel 8, lid 2, en bijlage I, afdeling D, onderafdeling I, punt 2a, van/bij Verordening (EG) nr. 1060/2009 moet een ratingbureau bij de gepubliceerde informatie over de ratingmethodologieën, modellen en belangrijke aan ratings ten grondslag liggende aannamen duidelijke en eenvoudig te begrijpen richtsnoeren voegen waarin de aannamen, parameters, beperkingen en onzekerheden van de in het ratingproces gebruikte modellen en methodologieën worden toegelicht. Hoewel ratingbureaus op grond van het Australische juridische en toezichtkader verplicht zijn aan te geven of een rating was aangevraagd en of de beoordeelde entiteit heeft deelgenomen, alsook informatie te verstrekken over eventuele beperkingen van ratings, hoeven zij dergelijke richtsnoeren over de methodologie achter de rating niet aan het publiek te verstrekken. |
(13) |
Om in de ratingsector de mededinging te versterken en de mogelijkheden voor belangenconflicten te beperken, voert Verordening (EU) nr. 462/2013 in bijlage I, afdeling E, onderafdeling II, bij Verordening (EG) nr. 1060/2009 een vereiste in dat de vergoedingen die ratingbureaus voor ratings en nevendiensten in rekening brengen, niet discriminerend mogen zijn en op werkelijke kosten moeten zijn gebaseerd. Zij schrijft voor dat ratingbureaus bepaalde financiële informatie openbaar moeten maken. Op grond van het Australische juridische en toezichtkader zijn ratingbureaus verplicht informatie over de inkomstenstromen aan het publiek openbaar te maken en bepaalde informatie door middel van een jaarverslag aan de toezichthouder te verstrekken; deze verplichting geldt niet voor kleine ratingbureaus. Bovendien zijn ratingbureaus niet verplicht voorlopige ratings aan het publiek bekend te maken en hun vergoedingsschema's of vergoedingen die aan klanten in rekening worden gebracht, aan de toezichthouder te melden. Voorts is er geen vereiste dat de vergoedingen die aan klanten in rekening worden gebracht, op kosten zijn gebaseerd en niet discriminerend zijn. |
(14) |
Gezien de onderzochte factoren voldoet het Australische juridische en toezichtkader voor ratingbureaus niet aan alle in artikel 5, lid 6, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 vastgestelde voorwaarden voor gelijkwaardigheid. Het kan daarom niet worden beschouwd als gelijkwaardig aan het juridische en toezichtkader dat bij die verordening is ingesteld. |
(15) |
Uitvoeringsbesluit 2012/627/EU moet derhalve worden ingetrokken. |
(16) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Europees Comité voor het effectenbedrijf, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Uitvoeringsbesluit 2012/627/EU wordt ingetrokken.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 29 juli 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 302 van 17.11.2009, blz. 1.
(2) Uitvoeringsbesluit 2012/627/EU van de Commissie van 5 oktober 2012 betreffende de erkenning van het juridische en toezichtkader van Australië als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad inzake ratingbureaus (PB L 274 van 9.10.2012, blz. 30).
(3) Verordening (EU) nr. 462/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1060/2009 inzake ratingbureaus (PB L 146 van 31.5.2013, blz. 1).