EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023D1553

Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/1553 van de Raad van 25 juli 2023 waarbij Roemenië wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van de artikelen 218 en 232 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

ST/11330/2023/INIT

PB L 188 van 27/07/2023, p. 48–50 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2023/1553/oj

27.7.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 188/48


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/1553 VAN DE RAAD

van 25 juli 2023

waarbij Roemenië wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van de artikelen 218 en 232 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 14 januari 2022, heeft Roemenië verzocht om een machtiging voor een bijzondere maatregel die afwijkt van de artikelen 178, 218 en 232 van Richtlijn 2006/112/EG, zodat het voor alle transacties tussen op het Roemeense grondgebied gevestigde belastingplichtigen elektronische facturering kan verplichten (de “bijzondere maatregel”). De bijzondere maatregel werd gevraagd voor de periode van 1 juli 2022 tot en met 31 december 2025.

(2)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 30 september 2022, heeft Roemenië de Commissie meegedeeld dat het de gevraagde afwijking van artikel 178 van Richtlijn 2006/112/EG niet langer nodig heeft. Daarnaast heeft Roemenië gevraagd de machtiging te verlenen voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 31 december 2026 en niet voor de periode die het oorspronkelijk gevraagd had.

(3)

Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie bij brieven van 8 december 2022 het verzoek van Roemenië aan de andere lidstaten toegezonden. Bij brief van 9 december 2022 heeft de Commissie Roemenië meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

(4)

Roemenië stelt dat verplichte elektronische facturering voor transacties tussen in Roemenië gevestigde belastingplichtigen, in combinatie met de verplichting om de gegevens over die transacties aan de belastingdienst te rapporteren, de bestrijding van btw-fraude en -ontduiking ten goede zou komen. Het zou de belastingautoriteiten in staat stellen tijdig en automatisch na te gaan of de aangegeven en de verschuldigde btw met elkaar overeenstemmen. Dergelijke automatische verificatie zou het analytische vermogen van de Roemeense belastingautoriteiten sterk verbeteren. Met de invoering van verplichte elektronische facturering zouden de belastingautoriteiten ook een krachtig instrument krijgen om frauduleuze btw-ketens in real time te volgen, waardoor zij onmiddellijk actie zouden kunnen ondernemen om de bij dergelijke frauduleuze activiteiten betrokken belastingplichtigen te identificeren en tegen te houden.

(5)

Roemenië meent dat de invoering van de bijzondere maatregel ook belastingplichtigen ten goede zou komen door de digitalisering van factureringsprocessen en de verlichting van hun administratieve lasten, terwijl tegelijkertijd eerlijke concurrentie tussen belastingplichtigen gewaarborgd wordt. De digitalisering van factureringsprocessen zou leiden tot snellere betalingen, lagere verzendkosten, snelle en goedkope verwerking van factuurgegevens en lagere archiveringskosten voor belastingplichtigen. De invoering van de bijzondere maatregel zou leiden tot afschaffing van de huidige verplichting om informatie over binnenlandse prestaties te verstrekken, en zodoende tot minder administratieve lasten voor belastingplichtigen.

(6)

Op 8 december 2022 heeft de Commissie een voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de btw-regels voor het digitale tijdperk aangenomen. De Commissie stelt voor om artikel 218 van Richtlijn 2006/112/EG te wijzigen en artikel 232 van die richtlijn te schrappen. Het is dan ook mogelijk dat een richtlijn tot wijziging van die artikelen vastgesteld zal worden, waardoor de lidstaten elektronische facturering verplicht kunnen maken en zij niet langer om verdere bijzondere maatregelen voor afwijkingen van Richtlijn 2006/112/EG moeten verzoeken. Vanaf de datum waarop de lidstaten verplicht zouden zijn om nationale bepalingen tot omzetting van de richtlijn waarbij die artikelen gewijzigd worden, toe te passen, mag dit besluit derhalve niet langer van toepassing zijn.

(7)

Gezien het brede toepassingsgebied en het vernieuwende karakter van de bijzondere maatregel is het belangrijk het effect ervan op de bestrijding van btw-fraude en -ontduiking en op belastingplichtigen te evalueren. Indien Roemenië verlenging van de bijzondere maatregel nodig acht, moet het bij de Commissie dan ook een verslag met een evaluatie van de doeltreffendheid van de bijzondere maatregel inzake bestrijding van btw-fraude en -ontduiking en inzake vereenvoudiging van de belastinginning indienen, samen met het verzoek om verlenging.

(8)

De bijzondere maatregel mag geen afbreuk doen aan het recht van afnemers om een factuur op papier te ontvangen in het geval van intracommunautaire transacties.

(9)

De bijzondere maatregel moet beperkt zijn in de tijd om nadien te kunnen beoordelen of hij passend en doeltreffend is geweest in het licht van de doelstellingen ervan.

(10)

De bijzondere maatregel staat in verhouding tot de beoogde doelstellingen aangezien hij beperkt is in de tijd en reikwijdte. Voorts houdt de bijzondere maatregel niet het risico in dat de fraude zal verschuiven naar andere sectoren of andere lidstaten.

(11)

De bijzondere maatregel zal geen nadelige gevolgen hebben voor de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik, noch voor de eigen middelen van de Unie uit de btw,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van artikel 218 van Richtlijn 2006/112/EG wordt Roemenië gemachtigd om uitsluitend facturen te aanvaarden die uitgereikt zijn door op het Roemeense grondgebied gevestigde belastingplichtigen in de vorm van documenten of berichten in elektronisch formaat.

Artikel 2

In afwijking van artikel 232 van Richtlijn 2006/112/EG wordt Roemenië gemachtigd te bepalen dat voor het gebruik van elektronische facturen die uitgereikt zijn door op het Roemeense grondgebied gevestigde belastingplichtigen, geen goedkeuring vereist is van op het Roemeense grondgebied gevestigde ontvangers.

Artikel 3

Roemenië stelt de Commissie in kennis van de nationale maatregelen ter uitvoering van de in de artikelen 1 en 2 opgenomen bijzondere maatregel.

Artikel 4

1.   Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan.

2.   Dit besluit is van toepassing vanaf 1 januari 2024 tot en met de vroegste van de volgende twee datums:

a)

31 december 2026, of

b)

de datum met ingang waarvan de lidstaten nationale bepalingen moeten toepassen die zij moeten aannemen indien er een richtlijn vastgesteld wordt tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de btw-regels voor het digitale tijdperk, en met name van de artikelen 218 en 232 van die richtlijn.

3.   Indien Roemenië een verlenging van de in de artikelen 1 en 2 opgenomen bijzondere maatregel nodig acht, dient het bij de Commissie een verslag in met een evaluatie van de doeltreffendheid van de in artikel 3 bedoelde nationale maatregelen inzake bestrijding van btw-fraude en -ontduiking en inzake vereenvoudiging van de belastinginning, samen met een verzoek om verlenging. In dat verslag wordt ook het effect van die maatregelen op belastingplichtigen geëvalueerd en wordt met name onderzocht of die maatregelen voor hen hogere administratieve lasten en kosten veroorzaken.

Artikel 5

Dit besluit is gericht tot Roemenië.

Gedaan te Brussel, 25 juli 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

L. PLANAS PUCHADES


(1)  PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.


Top