Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023D1552

Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/1552 van de Raad van 25 juli 2023 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/784 wat betreft de periode van de machtiging voor en het toepassingsgebied van de door Italië genomen bijzondere maatregel die afwijkt van de artikelen 206 en 226 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

ST/11321/2023/INIT

PB L 188 van 27/07/2023, p. 45–47 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2023/1552/oj

27.7.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 188/45


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/1552 VAN DE RAAD

van 25 juli 2023

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/784 wat betreft de periode van de machtiging voor en het toepassingsgebied van de door Italië genomen bijzondere maatregel die afwijkt van de artikelen 206 en 226 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1401 van de Raad (2) werd Italië, tot en met 31 december 2017, gemachtigd te bepalen dat de belasting over de toegevoegde waarde (btw) die is verschuldigd over prestaties aan overheden, door die overheden op een aparte en geblokkeerde bankrekening van de belastingdienst gestort moest worden (de “bijzondere maatregel”). De bijzondere maatregel vormde een afwijking van de artikelen 206 en 226 van Richtlijn 2006/112/EG met betrekking tot de betaling en de facturering van de btw.

(2)

Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/784 van de Raad (3) werd Italië gemachtigd de bijzondere maatregel toe te passen tot en met 30 juni 2020, en het toepassingsgebied van de bijzondere maatregel werd daarbij uitgebreid tot leveringen van goederen en diensten aan bepaalde ondernemingen die onder de zeggenschap van een overheid staan, en aan beursgenoteerde ondernemingen die zijn opgenomen in de Financial Times Stock Exchange Milano Indice di Borsa-index (“FTSE-MIB-index”). De bijzondere maatregel werd nadien bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1105 van de Raad (4) verlengd tot en met 30 juni 2023.

(3)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 26 september 2022, heeft Italië om machtiging verzocht om de bijzondere maatregel tot en met 31 december 2026 te mogen blijven toepassen. Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 8 mei 2023, heeft Italië verzocht om het toepassingsgebied van de bijzondere maatregel met ingang van 1 juli 2025 te beperken tot leveringen van goederen en diensten aan overheden en aan bepaalde ondernemingen die onder de zeggenschap van een overheid staan.

(4)

Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie bij brief van 11 mei 2023 het verzoek van Italië aan de andere lidstaten toegezonden. Bij brief van 12 mei 2023 heeft de Commissie Italië meegedeeld dat ze over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

(5)

De bijzondere maatregel maakt deel uit van een pakket maatregelen dat Italië ingevoerd heeft om belastingfraude en -ontduiking tegen te gaan. Dat pakket maatregelen, waaronder verplichte elektronische facturering waarvoor bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/593 van de Raad (5) machtiging verleend is, is in de plaats gekomen van andere controlemaatregelen en stelt de Italiaanse belastingdienst in staat om verschillende, door belastingplichtigen aangegeven transacties kruislings te controleren en toezicht uit te oefenen op hun btw-betalingen.

(6)

Italië is van mening dat in het kader van het uitgevoerde pakket maatregelen de tijd die de belastingdienst nodig heeft om een potentieel geval van belastingfraude of -ontduiking op het spoor te komen, verkort wordt door de verplichte elektronische facturering. Italië is echter eveneens van mening dat het zonder het mechanisme van gesplitste betaling dat door middel van de bijzondere maatregel ingevoerd is, zou kunnen gebeuren dat de verschuldigde btw, nadat de kruiscontrole verricht is, bij belastingplichtigen die betrokken zijn bij belastingfraude of -ontduiking niet geïnd kan worden omdat die belastingplichtigen ondertussen insolvabel geworden kunnen zijn. Het mechanisme van gesplitste betaling bleek in dat opzicht, als een maatregel vooraf, heel doeltreffend en een aanvulling op de verplichte elektronische facturering, die een maatregel achteraf is.

(7)

Italië heeft herhaaldelijk toegezegd niet te verzoeken om hernieuwing van de bijzondere maatregel na volledige uitvoering van het pakket maatregelen. Italië is echter van mening dat, gezien de doeltreffendheid van de bijzondere maatregel en de synergieën ervan met andere toegepaste maatregelen, met name de verplichte elektronische facturering, de bijzondere maatregel verlengd moet worden om te voorkomen dat de inspanningen om het totale verschil tussen de verwachte btw-inkomsten en het werkelijk geïnde bedrag in Italië te verkleinen, tenietgedaan worden. Om te voldoen aan zijn toezegging om de bijzondere maatregel geleidelijk af te schaffen, heeft Italië niettemin zijn verzoek gewijzigd om leveringen van goederen en diensten aan beursgenoteerde ondernemingen die opgenomen zijn in de FTSE-MIB-index, met ingang van 1 juli 2025 van het toepassingsgebied van de bijzondere maatregel uit te sluiten. Die termijn zal belastingplichtigen die door de beperking van het toepassingsgebied van de bijzondere maatregel getroffen worden, in staat stellen de nodige operationele aanpassingen aan te brengen. Die termijn zal de Italiaanse belastingdienst ook in staat stellen toezicht te houden op de doeltreffendheid van de bijzondere maatregel en mogelijke alternatieve maatregelen naar behoren te evalueren.

(8)

Een van de gevolgen van de bijzondere maatregel is dat leveranciers van goederen en diensten belastingplichtig zijn en de btw die zij zelf betaald hebben op de goederen en diensten die ze inkopen, niet kunnen verrekenen met de btw die zij ontvangen voor de door hen verrichte prestaties. Dergelijke leveranciers kunnen daardoor constant in een crediteurenpositie verkeren en moeten de belastingdienst daarom misschien vragen om daadwerkelijke teruggaaf van de btw die zij betaald hebben op hun inkopen. Volgens de door Italië verstrekte informatie kunnen belastingplichtigen die transacties verrichten die onder de bijzondere maatregel vallen, bij voorrang aanspraak maken op betaling van de desbetreffende btw-kredieten, binnen de grenzen van het krediet dat met die transacties opgebouwd is. Die praktijk houdt in dat teruggaafverzoeken die betrekking hebben op de bijzondere maatregel, met voorrang afgewikkeld worden, zowel tijdens de fase van het vooronderzoek als wanneer de verschuldigde bedragen in verband met niet-prioritaire teruggaven betaald worden.

(9)

De gevraagde verdere verlenging van de machtiging om de bijzondere maatregel toe te passen moet beperkt zijn in de tijd om nadien te kunnen beoordelen of de bijzondere maatregel passend en doeltreffend was. De machtiging om de bijzondere maatregel toe te passen, moet derhalve tot en met 30 juni 2026 verlengd worden. Dat zou voldoende tijd moeten geven om te beoordelen of de maatregelen die door Italië uitgevoerd zijn om de belastingontduiking in de betrokken sectoren te beperken, doeltreffend waren.

(10)

Teneinde de nodige follow-up in het kader van de bijzondere maatregel te waarborgen, en met name het effect op de btw-teruggaaf aan de onder de bijzondere maatregel vallende belastingplichtigen te beoordelen, moet Italië verplicht worden uiterlijk in september 2024 bij de Commissie een verslag in te dienen. In dat verslag moet ingegaan worden op de algemene situatie in verband met de btw-teruggaaf aan belastingplichtigen, en met name de tijd die daarvoor gemiddeld nodig is, en op de doeltreffendheid van de bijzondere maatregel en van eventuele andere maatregelen die door Italië uitgevoerd zijn om de belastingontduiking in de betrokken sectoren te beperken. In dat verslag moet ook een lijst van die maatregelen opgenomen worden, samen met de datum van hun inwerkingtreding.

(11)

De bijzondere maatregel staat in verhouding tot de beoogde doelstellingen aangezien hij beperkt is in de tijd en uitsluitend geldt voor sectoren waarin een aanzienlijk risico op belastingontduiking bestaat. De bijzondere maatregel houdt ook niet het risico in dat de belastingontduiking zal verschuiven naar andere sectoren of naar andere lidstaten.

(12)

De bijzondere maatregel zal geen nadelige gevolgen hebben voor de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik, noch voor de eigen middelen van de Unie uit de btw.

(13)

Teneinde ervoor te zorgen dat de door de bijzondere maatregel beoogde doelstellingen verwezenlijkt worden, met inbegrip van de ononderbroken toepassing van de bijzondere maatregel, en dat rechtszekerheid over het belastingtijdvak geboden wordt, is het passend machtiging te verlenen voor de verlenging van de bijzondere maatregel met ingang van 1 juli 2023. Aangezien Italië op 26 september 2022 om machtiging verzocht heeft om de bijzondere maatregel te mogen blijven toepassen en het met ingang van 1 juli 2023 de in zijn nationale recht op basis van Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/784 vastgestelde wettelijke regeling is blijven toepassen, worden de gewettigde verwachtingen van de betrokken personen naar behoren geëerbiedigd.

(14)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/784 moet daarom dienovereenkomstig gewijzigd worden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/784 van de Raad wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 1 wordt het derde streepje geschrapt.

2)

In artikel 3, tweede alinea, wordt de datum “30 september 2021” vervangen door de datum “30 september 2024”.

3)

In artikel 5 wordt de datum “30 juni 2023” vervangen door de datum “30 juni 2026”.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan.

Artikel 1, punt 1), is evenwel van toepassing met ingang van 1 juli 2025.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Italiaanse Republiek.

Gedaan te Brussel, 25 juli 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

L. PLANAS PUCHADES


(1)  PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.

(2)  PB L 217 van 18.8.2015, blz. 7.

(3)  PB L 118 van 6.5.2017, blz. 17.

(4)  PB L 242 van 28.7.2020, blz. 4.

(5)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/593 van de Raad van 16 april 2018 waarbij de Italiaanse Republiek wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van de artikelen 218 en 232 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 99 van 19.4.2018, blz. 14).


Top