Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023D1551

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/1551 van de Raad van 25 juli 2023 waarbij Duitsland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van de artikelen 218 en 232 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

    ST/11315/2023/INIT

    PB L 188 van 27/07/2023, p. 42–44 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2023/1551/oj

    27.7.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 188/42


    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/1551 VAN DE RAAD

    van 25 juli 2023

    waarbij Duitsland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te voeren die afwijkt van de artikelen 218 en 232 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 10 november 2022, heeft Duitsland verzocht om een machtiging voor een bijzondere maatregel die afwijkt van de artikelen 218 en 232 van Richtlijn 2006/112/EG, zodat het voor alle transacties tussen op het Duitse grondgebied gevestigde belastingplichtigen elektronische facturering kan verplichten (de “bijzondere maatregel”).

    (2)

    Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 8 februari 2023, heeft Duitsland gespecificeerd dat de gevraagde datum van inwerkingtreding van de bijzondere maatregel 1 januari 2025 is.

    (3)

    Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie bij brieven van 22 februari 2023 het verzoek aan de andere lidstaten toegezonden. Bij brief van 23 februari 2023 heeft de Commissie Duitsland meegedeeld dat ze over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

    (4)

    Duitsland is voornemens de bijzondere maatregel in te voeren als een eerste stap naar de implementatie van een op transacties gebaseerd rapportagesysteem. Een dergelijk rapportagesysteem zou de bestrijding van btw-fraude en -ontduiking ten goede komen. Het zou de belastingautoriteiten in staat stellen sneller btw-fraudeketens in kaart te brengen. Het zou de belastingautoriteiten ook in staat stellen tijdig en automatisch na te gaan of de aangegeven en de verschuldigde btw met elkaar overeenstemmen. Het op transacties gebaseerd rapportagesysteem zou het mogelijk maken dat dergelijke discrepanties in een vroeg stadium opgespoord en gecontroleerd worden. Voorts verwacht Duitsland dat de belastingautoriteiten, door tijdig toegang te krijgen tot factuurgegevens, geen omslachtige verzoeken om facturen meer zullen moeten doen, wat de strijd tegen btw-fraude zal versnellen en vergemakkelijken.

    (5)

    Duitsland meent dat de invoering van de bijzondere maatregel geen bijzondere zware last zal vormen voor belastingplichtigen, aangezien het gebruik van elektronische facturen al ingeburgerd is in talrijke sectoren van de economie in Duitsland en verplicht is op het gebied van overheidsopdrachten. Bovendien zou de bijzondere maatregel belastingplichtigen ten goede komen door de digitalisering van processen en de administratieve lastenverlichting. Ten slotte zou het gebruik van elektronische facturen besparingen op de lange termijn opleveren als gevolg van het wegvallen van papieren facturen, waardoor de kosten voor het uitreiken, verzenden, verwerken en bewaren van facturen zouden dalen.

    (6)

    Op 8 december 2022 heeft de Commissie een voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de btw-regels voor het digitale tijdperk aangenomen. De Commissie stelt voor om artikel 218 van Richtlijn 2006/112/EG te wijzigen en artikel 232 van die richtlijn te schrappen. Het is dan ook mogelijk dat een richtlijn tot wijziging van die artikelen vastgesteld zal worden, waardoor de lidstaten elektronische facturering verplicht kunnen maken en zij niet langer om verdere bijzondere maatregelen voor afwijkingen van Richtlijn 2006/112/EG moeten verzoeken. Vanaf de datum waarop de lidstaten verplicht zouden zijn om nationale bepalingen tot omzetting van de richtlijn waarbij die artikelen gewijzigd worden, toe te passen, mag dit besluit derhalve niet langer van toepassing zijn.

    (7)

    Gezien het brede toepassingsgebied en het vernieuwende karakter van de bijzondere maatregel is het belangrijk het effect ervan op de bestrijding van btw-fraude en -ontduiking en op belastingplichtigen te evalueren. Indien Duitsland een verlenging van de bijzondere maatregel nodig acht, moet het bij de Commissie dan ook een verslag met een evaluatie van de doeltreffendheid van de bijzondere maatregel inzake bestrijding van btw-fraude en -ontduiking en inzake vereenvoudiging van de belastinginning indienen, samen met het verzoek om verlenging.

    (8)

    De bijzondere maatregel mag geen afbreuk doen aan het recht van afnemers om een factuur op papier te ontvangen in het geval van intracommunautaire transacties.

    (9)

    De bijzondere maatregel moet beperkt zijn in de tijd om nadien te kunnen beoordelen of hij passend en effectief was in het licht van de doelstellingen ervan.

    (10)

    De bijzondere maatregel staat in verhouding tot de beoogde doelstellingen aangezien hij beperkt is in de tijd en reikwijdte. Voorts houdt de bijzondere maatregel niet het risico in dat de fraude zal verschuiven naar andere sectoren of andere lidstaten.

    (11)

    De bijzondere maatregel zal geen nadelige gevolgen hebben voor de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik, noch voor de eigen middelen van de Unie uit de btw,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In afwijking van artikel 218 van Richtlijn 2006/112/EG wordt Duitsland gemachtigd om uitsluitend facturen te aanvaarden die uitgereikt zijn door op het Duitse grondgebied gevestigde belastingplichtigen in de vorm van documenten of berichten in elektronisch formaat.

    Artikel 2

    In afwijking van artikel 232 van Richtlijn 2006/112/EG wordt Duitsland gemachtigd te bepalen dat voor het gebruik van elektronische facturen die uitgereikt zijn door op het Duitse grondgebied gevestigde belastingplichtigen, geen goedkeuring vereist is van op het Duitse grondgebied gevestigde ontvangers.

    Artikel 3

    Duitsland stelt de Commissie in kennis van de nationale maatregelen ter uitvoering van de in de artikelen 1 en 2 opgenomen bijzondere maatregel.

    Artikel 4

    1.   Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan.

    2.   Dit besluit is van toepassing vanaf 1 januari 2025 tot en met de vroegste van de volgende twee datums:

    a)

    31 december 2027, of

    b)

    de datum met ingang waarvan de lidstaten nationale bepalingen moeten toepassen die zij moeten aannemen indien een richtlijn vastgesteld wordt tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de btw-regels voor het digitale tijdperk, en met name van de artikelen 218 en 232 van die richtlijn.

    3.   Indien Duitsland een verlenging van de in de artikelen 1 en 2 opgenomen bijzondere maatregel nodig acht, dient het bij de Commissie een verslag in met een evaluatie van de doeltreffendheid van de in artikel 3 bedoelde nationale maatregelen inzake bestrijding van btw-fraude en -ontduiking en inzake vereenvoudiging van de belastinginning, samen met een verzoek om verlenging. In dat verslag wordt ook het effect van die maatregelen op belastingplichtigen geëvalueerd en wordt met name onderzocht of die maatregelen voor hen hogere administratieve lasten en kosten veroorzaken.

    Artikel 5

    Dit besluit is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.

    Gedaan te Brussel, 25 juli 2023.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    L. PLANAS PUCHADES


    (1)  PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1.


    Top