This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019CN0030
Case C-30/19: Request for a preliminary ruling from the Högsta domstolen (Sweden) lodged on 10 January 2019 — Diskrimineringsombudsmannen v Braathens Regional Aviation AB
Zaak C-30/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Högsta domstol (Zweden) op 10 januari 2019 — Diskrimineringsombudsmannen / Braathens Regional Aviation AB
Zaak C-30/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Högsta domstol (Zweden) op 10 januari 2019 — Diskrimineringsombudsmannen / Braathens Regional Aviation AB
PB C 103 van 18.3.2019, p. 16–16
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
18.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 103/16 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Högsta domstol (Zweden) op 10 januari 2019 — Diskrimineringsombudsmannen / Braathens Regional Aviation AB
(Zaak C-30/19)
(2019/C 103/16)
Procestaal: Zweeds
Verwijzende rechter
Högsta domstolen
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Diskrimineringsombudsmannen
Verwerende partij: Braathens Regional Aviation AB
Prejudiciële vraag
Is aan het in artikel 15 van richtlijn 2000/43/EG (1) vastgestelde vereiste van doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties enkel voldaan indien een lidstaat in een zaak betreffende een overtreding van een in die richtlijn neergelegd verbod waarin de benadeelde persoon schadevergoeding wegens discriminatie vordert, altijd onderzoekt of discriminatie heeft plaatsgevonden — indien daarom wordt verzocht door de benadeelde persoon — en in voorkomend geval voor recht verklaart dát discriminatie heeft plaatsgevonden, ongeacht of de van discriminatie beschuldigde persoon heeft erkend dat hij de benadeelde persoon gediscrimineerd heeft?
(1) Richtlijn 2000/43/EG van de Raad van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming (PB 2000, L 180, blz. 22).