32004R0825

Verordening (EG) nr. 825/2004 van de Raad

van 26 april 2004

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2042/2000 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op televisiecamerasystemen uit Japan

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap(1) (hierna "de basisverordening" genoemd),

Gezien het voorstel dat de Commissie na overleg in het Raadgevend Comité heeft ingediend,

Overwegende hetgeen volgt:

A. VOORAFGAANDE PROCEDURES

(1) Bij Verordening (EG) nr. 1015/94(2) werd een definitief antidumpingrecht ingesteld op televisiecamerasystemen uit Japan.

(2) De professionele camerasystemen die in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1015/94 zijn vermeld, werden bij artikel 1, lid 3, onder e), van deze verordening uitdrukkelijk van het toepassingsgebied van het antidumpingrecht uitgesloten. Het betreft hier professionele camera's van het hoogste marktsegment die uit technisch oogpunt onder de productomschrijving in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1015/94 vallen, maar niet als uitzendtelevisiecamera's kunnen worden aangemerkt.

(3) In oktober 1995 heeft de Raad bij Verordening (EG) nr. 2474/95(3)Verordening (EG) nr. 1015/94 gewijzigd, met name wat betreft de omschrijving van het product en wat betreft bepaalde modellen professionele camerasystemen die uitdrukkelijk waren vrijgesteld van het definitieve antidumpingrecht.

(4) In oktober 1997 heeft de Raad bij Verordening (EG) nr. 1952/97(4) de percentages gewijzigd van het definitieve antidumpingrecht voor twee betrokken ondernemingen, namelijk Sony Corporation en Ikegami Tsushinki Co. Ltd, overeenkomstig artikel 12 van de basisverordening. Voorts heeft de Raad bepaalde nieuwe modellen professionele camera's uitdrukkelijk uitgesloten van het toepassingsgebied van het antidumpingrecht door deze aan de bijlage toe te voegen.

(5) In januari 1999 en 2000 heeft de Raad bij Verordening (EG) nr. 193/1999(5)respectievelijk Verordening (EG) nr. 176/2000 de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1015/94 gewijzigd door daarin bepaalde nieuwe modellen professionele camerasystemen te vermelden en deze aldus uit te sluiten van het toepassingsgebied van het definitieve antidumpingrecht.

(6) In september 2000 heeft de Raad bij Verordening (EG) nr. 2042/2000(6) de definitieve antidumpingrechten gewijzigd die waren ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1015/94 (zoals gewijzigd) overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening.

(7) In januari en in mei 2001 heeft de Raad bij Verordening (EG) nr. 198/2001(7) respectievelijk Verordening (EG) nr. 951/2001(8) de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2042/2000 gewijzigd door daarin bepaalde nieuwe modellen professionele camerasystemen te vermelden en deze aldus uit te sluiten van het toepassingsgebied van het definitieve antidumpingrecht.

(8) In september 2001 heeft de Raad bij Verordening (EG) nr. 1900/2001(9) het niveau van het definitieve antidumpingrecht bevestigd ten aanzien van de producent/exporteur Hitachi Denshi Ltd in het kader van een tussentijdse herzieningsprocedure overeenkomstig artikel 11, lid 3, van de basisverordening.

(9) Ten slotte heeft de Raad bij Verordening (EG) nr. 1696/2002 de bijlage bij Verordening (EG) nr. 2042/2000 opnieuw gewijzigd door daarin bepaalde nieuwe modellen professionele camerasystemen te vermelden en deze aldus uit te sluiten van het toepassingsgebied van het definitieve antidumpingrecht.

B. ONDERZOEK NAAR NIEUWE MODELLEN VAN PROFESSIONELE CAMERASYSTEMEN

1. Procedure

(10) Drie Japanse producenten/exporteurs, namelijk Sony Corporation ("Sony"), Ikegami Tsushinki Co. Ltd ("Ikegami") en Matsushita, hebben de Commissie meegedeeld dat zij voornemens waren nieuwe modellen van professionele camera's op de markt van de Gemeenschap te brengen en verzochten de Commissie deze nieuwe modellen van professionele camera's en hun toebehoren toe te voegen aan de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1015/94 met het oog op vrijstelling van antidumpingrechten.

(11) De Commissie heeft de producenten van de Gemeenschap van dit verzoek in kennis gesteld en is met een onderzoek begonnen dat uitsluitend betrekking heeft op de vraag of de betrokken producten binnen het toepassingsgebied van de antidumpingrechten vallen en of het dispositief van Verordening (EG) nr. 2042/2000 dienovereenkomstig moet worden aangepast.

2. Onderzochte modellen

(12) De verzoeken tot vrijstelling, vergezeld van de desbetreffende technische gegevens, hadden betrekking op de volgende modellen camerasystemen:

i) Sony:

- Besturingseenheid met afstandsbediening RM-M7E;

ii) Ikegami:

- Camerakop HDL-20

- Camerakop MKC-501

- Camerakop MKC-501B;

iii) Matsushita:

- Camerakop AW-E650

- Camerakop AW-E655

- Camerakop AW-E750.

Al deze modellen zouden onderdelen zijn van professionele camerasystemen die specifiek zijn ontworpen voor de professionele videomarkt, of nieuwe modellen van professionele camerasystemen die reeds zijn vrijgesteld van de thans geldende antidumpingmaatregel.

3. Bevindingen

(13) De Commissie heeft een technisch onderzoek verricht. Hieruit bleek dat geen van bovenstaande modellen als uitzend- of televisiecamerasystemen kunnen worden beschouwd.

i) Besturingseenheid met afstandsbediening RM-M7E (Sony), camerakop AW-E650, AW-E655 and AW-E750 (Matsushita)

(14) Vastgesteld werd dat de besturingseenheid met afstandsbediening RM-M7E, camerakop AW-E650, AW-E655 en AW-E750 professionele camerasystemen zijn die vallen onder artikel 1, lid 3, onder e), van Verordening (EG) nr. 2042/2000. Zij moeten dienovereenkomstig worden opgenomen in de bijlage met het oog op een vrijstelling van het definitieve antidumpingrecht.

(15) In overeenstemming met de vaste praktijk van de EG-instellingen moeten alle bovenstaande modellen worden vrijgesteld van het antidumpingrecht vanaf de datum waarop de diensten van de Commissie het desbetreffende verzoek tot vrijstelling hebben ontvangen. Bijgevolg moeten de volgende cameramodellen die werden ingevoerd op of na de onderstaande datum, worden vrijgesteld van het antidumpingrecht.

Sony:

- Besturingseenheid met afstandsbediening RM-M7E 6 augustus 2002;

Matsushita:

- Camerakop AW-E650 30 oktober 2003

- Camerakop AW-E655 30 oktober 2003

- Camerakop AW-E750 30 oktober 2003.

ii) Camerakoppen MKC-501 en MKC-501B (Ikegami)

(16) Wat de camera MKC-501 en het nieuwe model MKC-501B betreft, werd vastgesteld dat deze modellen uitsluitend waren bestemd voor industriële en medische toepassingen. Ze maken deel uit van de reeks medische camera's van Ikegami die specifiek zijn ontworpen voor gebruik in de medische sector. De camerakop is dus "ultracompact", heeft geen functie zonder de bijbehorende camerabestuurseenheid en kan niet worden gekoppeld aan een zoeker. De C-mount-lensverbinding is alleen geschikt voor industriële lenzen, microscopen en endoscopen; lenzen voor tv-camera's kunnen dus niet worden aangekoppeld. Voorts zijn de bovenvermelde modellen - in het bijzonder met het oog op hun aanwending in een medische omgeving - van een antibacteriële verflaag voorzien. Bijgevolg is besloten dat de MKC-501 en het nieuwe model MKC-501B van het antidumpingrecht zijn vrijgesteld op grond van artikel 1, lid 3, onder d), van Verordening (EG) nr. 2042/2000.

(17) Aangezien beide bovenmelde camera's onder artikel 1, lid 3, onder d), van Verordening (EG) nr. 2042/2000 vallen, zijn ze per definitie vrijgesteld van het definitieve antidumpingrecht, ongeacht hun invoerdatum.

iii) Camerakop HDL-20 (Ikegami)

(18) Wat de camerakop HDL-20 betreft, werd vastgesteld dat de productomschrijving van artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2042/2000 hierop niet van toepassing is. In het bijzonder is de camerakop slechts uitgerust met twee sensoren (2/3 inch), terwijl artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2042/2000 een camerakop omschrijft als uitgerust met "met drie of meer sensoren". De conclusie was dat dit type camera niet valt onder de productomschrijving en dus van het toepassingsgebied van het antidumpingrecht is uitgesloten. Het is dus niet noodzakelijk dit type camera uitdrukkelijk vrij te stellen van het antidumpingrecht door het aan de bijlage toe te voegen.

4. Informatie aan belanghebbenden en conclusies

(19) De Commissie heeft de producenten van de Gemeenschap en de exporteurs van de televisiecamerasystemen op de hoogte gebracht van haar bevindingen en hen in de gelegenheid gesteld hun standpunt kenbaar te maken. Geen van de partijen maakte bezwaar tegen de bevindingen van de Commissie.

(20) Op basis van het bovenstaande moet Verordening (EG) nr. 2042/2000 dienovereenkomstig worden aangepast.

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 2042/2000 wordt vervangen door de tekst in bijlage dezes.

Artikel 2

1. Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2. Deze verordening is van toepassing op de volgende modellen die door de volgende producenten/exporteurs worden vervaardigd en naar de Gemeenschap uitgevoerd:

a) Sony Corporation vanaf 6 augustus 2002:

- Besturingseenheid met afstandsbediening RM-M7E;

b) Matsushita vanaf 30 oktober 2003:

- Camerakop AW-E650

- Camerakop AW-E655

- Camerakop AW-E750.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 26 april 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

B. Cowen

(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 416/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).

(2) PB L 111 van 30.4.1994, blz. 106. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 176/2000 (PB L 22 van 27.1.2001, blz. 29).

(3) PB L 255 van 25.10.1995, blz. 11.

(4) PB L 276 van 9.10.1997, blz. 20.

(5) PB L 22 van 29.1.1999, blz. 10.

(6) PB L 244 van 29.9.2000, blz. 38. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1696/2002 (PB L 259 van 27.9.2002, blz. 1).

(7) PB L 30 van 1.2.2001, blz. 1.

(8) PB L 134 van 17.5.2001, blz. 18.

(9) PB L 261 van 29.9.2001, blz. 3.

BIJLAGE

"BIJLAGE

Professionele camerasystemen die geen televisiecamerasystemen (uitzendcamerasystemen) zijn en die van de maatregelen zijn uitgesloten

>RUIMTE VOOR DE TABEL>"