EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000R0849

Verordening (EG) nr. 849/2000 van de Commissie van 27 april 2000 tot herverdeling van niet benutte hoeveelheden van de kwantitatieve contingenten die in 1999 van toepassing zijn op bepaalde producten van oorsprong uit de Volksrepubliek China

PB L 103 van 28.4.2000, p. 14–20 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2000

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2000/849/oj

32000R0849

Verordening (EG) nr. 849/2000 van de Commissie van 27 april 2000 tot herverdeling van niet benutte hoeveelheden van de kwantitatieve contingenten die in 1999 van toepassing zijn op bepaalde producten van oorsprong uit de Volksrepubliek China

Publicatieblad Nr. L 103 van 28/04/2000 blz. 0014 - 0020


Verordening (EG) nr. 849/2000 van de Commissie

van 27 april 2000

tot herverdeling van niet benutte hoeveelheden van de kwantitatieve contingenten die in 1999 van toepassing zijn op bepaalde producten van oorsprong uit de Volksrepubliek China

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 520/94 van de Raad van 7 maart 1994 houdende de totstandbrenging van een communautaire procedure voor het beheer van kwantitatieve contingenten(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 138/96(2), inzonderheid op artikel 2, lid 5, en de artikelen 14 en 24,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Raad heeft bij Verordening (EG) nr. 519/94 van 7 maart 1994 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer uit bepaalde derde landen en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 1765/82, (EEG) nr. 1766/82 en (EEG) nr. 3420/83(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1138/98(4), jaarlijkse kwantitatieve contingenten ingesteld voor bepaalde producten van oorsprong uit de Volksrepubliek China die in bijlage II bij die verordening zijn opgenomen. Het bepaalde in Verordening (EG) nr. 520/94 is van toepassing op die contingenten.

(2) De Commissie heeft derhalve haar goedkeuring gehecht aan Verordening (EG) nr. 738/94(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 983/96(6), waarbij de algemene bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 520/94 worden vastgesteld. Deze bepalingen zijn van toepassing op het beheer van de bovengenoemde contingenten, onder voorbehoud van het bepaalde in onderhavige verordening.

(3) De bevoegde autoriteiten van de lidstaten hebben, overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 520/94, de Commissie in kennis gesteld van de toegewezen, doch niet benutte hoeveelheden van de contingenten voor 1999.

(4) Het is niet mogelijk gebleken de niet benutte hoeveelheden tijdig, zodat deze vóór het einde van het contingentjaar 1999 konden worden benut, toe te wijzen.

(5) Gezien de voor elk product ter kennis gebrachte gegevens, dienen de in het contingentjaar 1999 niet benutte hoeveelheden, zoals deze zijn vermeld in bijlage I bij deze verordening, in 2000 opnieuw te worden toegewezen.

(6) Onderzoek van de verschillende methoden voor het beheer van contingenten waarin Verordening (EG) nr. 520/94 voorziet, heeft aangetoond dat de op de traditionele handelsstromen gebaseerde methode in dit geval het meest geschikt is. Bij toepassing van deze methode worden de tranches van de contingenten in twee delen verdeeld, waarvan het ene aan de traditionele importeurs en het andere aan de overige aanvragers van een vergunning wordt toegewezen.

(7) Dit is de meest geschikte methode gebleken om voor de betrokken importeurs uit de Gemeenschap de continuïteit van de handelsactiviteiten te waarborgen en verstoring van de handelsstormen te voorkomen.

(8) Voor de verdeling van de bij deze verordening opnieuw toe te wijzen hoeveelheden dienen dezelfde criteria te worden gehanteerd als voor de verdeling van de contingenten voor 2000.

(9) Voor de vaststelling van het aan de traditionele importeurs toe te wijzen gedeelte van het contingent dient dezelfde referentieperiode te worden toegepast als voor de verdeling van de contingenten voor 2000, namelijk het jaar 1997 of het jaar 1998, omdat deze periode nog steeds representatief is voor de normale ontwikkeling van de handelsstromen van de betrokken producten. De traditionele importeurs moeten derhalve kunnen aantonen dat zij in 1997 of in 1998 producten van oorsprong uit de Volksrepubliek China hebben ingevoerd waarop deze contingenten betrekking hebben.

(10) Het is wenselijk de formaliteiten te vereenvoudigen voor traditionele importeurs die reeds houder zijn van een invoervergunning die is afgegeven bij de verdeling van de communautaire contingenten voor 2000. De bevoegde administratieve autoriteiten beschikken namelijk reeds voor elk van deze traditionele importeurs over de vereiste bewijsstukken ten aanzien van de invoer in 1997 of 1998. Het is derhalve voldoende dat de genoemde importeurs bij hun nieuwe aanvraag een kopie van hun vorige vergunning voegen.

(11) Maatregelen dienen te worden genomen om zo gunstig mogelijke voorwaarden te scheppen voor de toewijzing van het deel van de contingenten dat voor niet-traditionele importeurs is bestemd, teneinde tot een optimaal gebruik van de contingenten te komen. De toewijzing van dat deel van de contingenten dient daartoe plaats te vinden in verhouding tot de aangevraagde hoeveelheden, door middel van een gelijktijdig onderzoek van de ingediende aanvragen, en dit deel dient te worden voorbehouden aan importeurs die kunnen aantonen dat hun voor het contingentjaar 1999 een invoervergunning voor het desbetreffende product is verleend en dat zij die vergunning voor ten minste 80 % hebben benut, en aan importeurs aan wie voor het desbetreffende product voor het contingentjaar 1999 geen invoervergunning is verleend. Niet-traditionele importeurs moeten bovendien slechts tot een bepaalde hoeveelheid of waarde verzoeken kunnen indienen.

(12) Een termijn dient te worden vastgesteld waarbinnen de traditionele en andere importeurs hun aanvragen voor invoervergunningen moeten indienen, willen zij voor de toewijzing van een deel van het contingent in aanmerking komen.

(13) Met het oog op een optimaal gebruik van de contingenten, in vergunningaanvragen voor de invoer van schoeisel, indien de contingenten betrekking hebben op diverse onderverdelingen van de GN-code, dient de voor elke onderverdeling van de GN-code gevraagde hoeveelheid te worden gespecificeerd.

(14) De lidstaten dienen de Commissie, overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 520/94, in kennis te stellen van de aanvragen voor invoervergunningen die zij hebben ontvangen. De gegevens betreffende de vroegere invoer van de traditionele importeurs per referentiejaar moeten worden opgegeven, in de eenheid waarin het betrokken contingent is vastgesteld.

(15) Op basis van de ervaring met het contingentenbeheer wordt het, teneinde voor ondernemingen de administratieve formaliteiten bij invoer te vereenvoudigen, en gezien het feit dat niet benutte hoeveelheden slechts eenmaal naar het volgende jaar mogen worden overgedragen, waardoor het risico van excessieve accumulatie van de invoer wordt vermeden, wenselijk geacht in het kader van de herverdeling de uiterste datum van geldigheid van de invoervergunningen vast te stellen op 31 december 2000, een en ander onverminderd de resultaten van nader onderzoek dat in dit verband in de toekomst wenselijk zou kunnen zijn.

(16) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité contingentenbeheer dat op grond van artikel 22 van Verordening (EG) nr. 520/94 is opgericht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bij deze verordening worden de specifieke bepalingen vastgesteld voor de herverdeling in 2000 van in het contingentjaar 1999 niet benutte hoeveelheden van de kwantitatieve contingenten die bedoeld zijn in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 519/94.

De in het contingentjaar 1999 niet benutte hoeveelheden worden herverdeeld volgens de in bijlage I vermelde hoeveelheden of waarden.

Verordening (EG) nr. 738/94 tot vaststelling van een aantal bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 520/94 is van toepassing onder voorbehoud van de bijzondere bepalingen van deze verordening.

Artikel 2

1. De in artikel 1 bedoelde kwantitatieve contingenten worden toegewezen volgens de op de traditionele handelsstromen gebaseerde methode bedoelde in artikel 2, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 520/94.

2. De respectievelijk aan traditionele importeurs en aan de overige importeurs toe te wijzen gedeelten van elk contingent worden aangegeven in bijlage II.

3. De toewijzing van het voor de overige importeurs bestemde gedeelte geschiedt in verhouding tot de gevraagde hoeveelheden, waarbij de hoeveelheid die door elke importeur kan worden gevraagd niet hoger mag zijn dan in bijlage III is aangegeven. Aanvragen voor een invoervergunning kunnen uitsluitend worden ingediend door importeurs die kunnen aantonen dat zij ten minste 80 % hebben ingevoerd van de hoeveelheid waarvoor op grond van Verordening (EG) nr. 2297/98(7) en/of Verordening (EG) nr. 1469/1999(8) van de Commissie een invoervergunning voor het desbetreffende product is afgegeven, alsmede door importeurs die verklaren dat hun geen invoervergunning is verleend op grond van Verordening (EG) nr. 2297/98 en/of Verordening (EG) nr. 1469/1999.

Artikel 3

Aanvragen voor invoervergunningen kunnen bij de in bijlage IV vermelde bevoegde administratieve instanties worden ingediend met ingang van de dag volgende op die van de bekendmaking van deze verordening in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, tot 26 mei 2000 om 15.00 uur (plaatselijke tijd te Brussel).

Artikel 4

1. Voor de toewijzing van het voor traditionele importeurs bestemde gedeelte van elk contingent worden als zodanig die importeurs beschouwd, die kunnen aantonen dat zij gedurende het kalenderjaar 1997 of het kalenderjaar 1998 invoer hebben verricht.

2. De in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 520/94 bedoelde bewijsstukken dienen betrekking te hebben op in het kalenderjaar 1997 of het kalenderjaar 1998, als door de importeur aangegeven, in het vrije verkeer gebrachte producten van oorsprong uit de Volksrepubliek China waarvoor de kwantitatieve contingenten gelden waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft.

3. In plaats van de in artikel 7, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 520/94 bedoelde bewijsstukken:

- kan de aanvrager zijn vergunningsaanvraag vergezeld doen gaan van een door de bevoegde nationale instanties opgesteld en gewaarmerkt bewijsstuk, gebaseerd op de douanegegevens waarover deze beschikken, met betrekking tot de betrokken producten die in het kalenderjaar 1997 of het kalenderjaar 1998 werden ingevoerd, ofwel door de aanvrager zelf, ofwel, indien van toepassing, door een handelaar wiens activiteiten hij heeft voortgezet;

- kan een aanvrager die reeds houder is van een invoervergunning die voor 2000 is afgegeven op grond van Verordening (EG) nr. 2201/1999 van de Commissie(9) en betrekking heeft op de producten waarvoor de aanvraag voor een vergunning wordt ingediend, bij zijn vergunningaanvraag een kopie van de vorige vergunning voegen. In dat geval vermeldt hij in de vergunningaanvraag de totale hoeveelheid van de betrokken producten die hij gedurende de gekozen referentiepriode heeft ingevoerd.

Artikel 5

De lidstaten delen de Commissie uiterlijk op 9 juni 2000 om 10.00 uur (plaatselijke tijd te Brussel) het aantal ontvangen aanvragen voor invoervergunningen en de totale gevraagde hoeveelheid respectievelijk waarde mede, alsmede, ten aanzien van aanvragen van traditionele importeurs, de hoeveelheden die gedurende de gekozen referentieperiode, als bedoeld in artikel 4, lid 1, van deze verordening, door traditionele importeurs werden ingevoerd.

Artikel 6

Uiterlijk 20 dagen nadat de Commissie alle onder artikel 5 vereiste informatie heeft ontvangen stelt de Commissie de kwantitatieve criteria vast aan de hand waarvan de bevoegde nationale autoriteiten bepalen of aan de aanvraag van een importeur kan worden voldaan.

Artikel 7

De invoervergunningen zijn geldig tot en met 31 december 2000. De geldigheidsduur kan niet worden verlengd.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 april 2000.

Voor de Commissie

Pascal Lamy

Lid van de Commissie

(1) PB L 66 van 10.3.1994, blz. 1.

(2) PB L 21 van 27.1.1996, blz. 6.

(3) PB L 67 van 10.3.1994, blz. 89.

(4) PB L 159 van 3.6.1998, blz. 1. (Verordening gerectificeerd in PB L 241 van 29.8.1998, blz. 27.

(5) PB L 87 van 31.3.1994, blz. 47.

(6) PB L 131 van 1.6.1996, blz. 47.

(7) PB L 287 van 24.10.1998, blz. 10.

(8) PB L 170 van 6.7.1999, blz. 12.

(9) PB L 268 van 16.10.1999, blz. 10.

BIJLAGE I

Opnieuw toe te wijzen hoeveelheden

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

Toewijzing van de contingenten

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE III

Maximale door niet-traditionele importeurs aan te vragen hoeveelheid

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE IV

BEVOEGDE NATIONALE INSTANTIES

1. BELGIQUE/BELGIË

Ministère des affaires économiques Administration des relations économiques, 4e division: Mise en oeuvre des politiques commerciales. "Services licences" Ministerie van Economische Zaken Bestuur van de Economische Betrekkingen, 4e afdeling: Toepassing van de Handelspolitiek. Dienst Vergunningen Rue Général Leman 60/Generaal Lemanstraat 60 B - 1040 Bruxelles/Brussel Tél./Tel. (32-2) 206 58 16 Télécopieur/Fax (32-2) 230 83 22/231 14 84

2. DANMARK

Erhvervsfremme Styrelsen Søndergade 25 DK - 8600 Silkeborg Tlf. (45) 35 46 60 00 Fax (45) 35 46 64 01

3. DEUTSCHLAND

Bundesamt für Wirtschaft Frankfurter Straße 29-31 D - 65760 Eschborn Tel. (49) 619 64 04-0 Fax: (49) 619 69 42 26

4. GREECE

Ministry of National Economy 1, Kornarou Street GR - 105 63 Athens Tel. (30-1) 328 60 31/328 60 32 Fax (30-1) 328 60 94/328 60 59

5. ESPAÑA

Ministerio de Economía y Hacienda Dirección General de Comercio Exterior Paseo de la Castellana, 162 E - 28071 Madrid Tel. (34) 913 49 38 94/913 49 37 78 Fax (34) 913 49 38 32

6. FRANCE

Service des titres du commerce extérieur 8, rue de la Tour-des-Dames F - 75436 Paris Cedex 09 Tél. (33-1) 55 07 46 69/95 Télécopieur: (33-1) 55 07 46 59

7. IRELAND

Department of Enterprise, Trade and Employment Licencing Unit Kildare Street Dublin 2 Ireland Tel. (353-1) 631 21 21 Fax (353-1) 676 61 54

8. ITALIA

Ministero del Commercio con l'estero Direzione generale delle importazioni e delle esportazioni Viale America 341 I - 00144 Roma Tel. (39) 065 99 31 Telefax (39) 06 59 93 26 31/06 59 93 22 35 Telex 610083 - 610471 - 614478

9. LUXEMBOURG

Ministère des affaires étrangères Office des licences Boîte postale 113 L - 2011 Luxembourg Tél. (352) 22 61 62 Télécopieur: (352) 46 61 38

10. NEDERLAND

Centrale Dienst voor In- en Uitvoer Engelse Kamp 2 Postbus 30003 9700 RD Groningen Nederland Tel. (31-50) 523 91 11 Fax (31-50) 526 06 98/523 92 37

11. ÖSTERREICH

Bundesministerium für wirtschaftliche Angelegenheiten Landstrasser Hauptstraße 55/57 A - 1031 Wien Tel. (43) 171 10 23 61 Fax (43) 17 15 83 47

12. PORTUGAL

Ministério da Economia Direcção Geral das Relações Económicas Internacionais Avenida da República, 79 1069-059 Lisboa Tel.: (351-21) 791 18 00 Fax: (351-21) 796 37 23

13. SUOMI

Tullihallitus PL 512 Aleksanterinkatu, 4 FIN - 00101 Helsinki P. (358) 961 41 F. (358) 96 14 28 52

14. SVERIGE

Kommerskollegium Box 6803 S - 113 86 Stockholm Tfn (46-8) 690 48 00 Fax (46-8) 30 67 59

15. UNITED KINGDOM

Department of Trade and Industry Import Licencing Branch Queensway House, West Precinct Billingham Stockton on Tees TS23 2NF United Kingdom Tel. (44-1642) 36 43 33/36 43 34 Fax (44-1642) 53 35 57

Top