EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31996D0413

96/413/EG: Besluit van de Raad van 25 juni 1996 betreffende de uitvoering van een communautair actieprogramma ten behoeve van het concurrentievermogen van de Europese industrie

OJ L 167, 6.7.1996, p. 55–57 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
Special edition in Czech: Chapter 13 Volume 017 P. 5 - 7
Special edition in Estonian: Chapter 13 Volume 017 P. 5 - 7
Special edition in Latvian: Chapter 13 Volume 017 P. 5 - 7
Special edition in Lithuanian: Chapter 13 Volume 017 P. 5 - 7
Special edition in Hungarian Chapter 13 Volume 017 P. 5 - 7
Special edition in Maltese: Chapter 13 Volume 017 P. 5 - 7
Special edition in Polish: Chapter 13 Volume 017 P. 5 - 7
Special edition in Slovak: Chapter 13 Volume 017 P. 5 - 7
Special edition in Slovene: Chapter 13 Volume 017 P. 5 - 7

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 28/11/2006; opgeheven door 32006D1639

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1996/413/oj

31996D0413

96/413/EG: Besluit van de Raad van 25 juni 1996 betreffende de uitvoering van een communautair actieprogramma ten behoeve van het concurrentievermogen van de Europese industrie

Publicatieblad Nr. L 167 van 06/07/1996 blz. 0055 - 0057


BESLUIT VAN DE RAAD van 25 juni 1996 betreffende de uitvoering van een communautair actieprogramma ten behoeve van het concurrentievermogen van de Europese industrie (96/413/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130, lid 3,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (3),

(1) Overwegende dat de Staatshoofden en Regeringsleiders, op 10 en 11 december 1993 te Brussel in het kader van de Europese Raad bijeen, het Witboek inzake concurrentievermogen, groei en werkgelegenheid hebben vastgesteld als referentiekader voor het optreden van de Europese Unie en haar Lid-Staten, ter ondersteuning van een aanpak van de industriële ontwikkeling die berust op het mondiale concurrentievermogen als factor voor groei en werkgelegenheid;

(2) Overwegende dat de Raad op 22 april 1994 conclusies heeft vastgesteld inzake de verbetering van het concurrentievermogen van de Europese industrie, op basis van het Witboek;

(3) Overwegende dat de Raad op basis van een mededeling van de Commissie van september 1994 de resolutie van 21 november 1994 (4) ter versterking van het concurrentievermogen van de industrie van de Gemeenschap heeft aangenomen, waarin in het bijzonder wordt benadrukt dat een concurrerende en innoverende industrie van de Gemeenschap de basis vormt voor economische groei en nieuwe werkgelegenheid; dat de randvoorwaarden voor het concurrentievermogen en voor de mededinging moeten worden verbeterd, zodat de Europese Unie als vestigingsplaats voor de industrie haar aantrekkingskracht behoudt en aantrekkelijk wordt voor nieuwe investeringen waardoor nieuwe bedrijven kunnen ontstaan en nieuwe arbeidsplaatsen kunnen worden gecreëerd;

(4) Overwegende dat de Raad op 10 oktober 1994 een resolutie heeft aangenomen ter ondersteuning van het geïntegreerd programma van de Commissie ten behoeve van het midden- en kleinbedrijf en de ambachtelijke sector;

(5) Overwegende dat de Europese Raad van Cannes van 26 en 27 juni 1995 met grote belangstelling nota heeft genomen van het verslag van de adviesgroep (Groupe Ciampi) over het concurrentievermogen;

(6) Overwegende dat het Europees Parlement op 29 juni 1995 een resolutie heeft goedgekeurd over de mededeling van de Commissie inzake een beleid van industrieel concurrentievermogen voor de Europese Unie;

(7) Overwegende dat industriële produktie en dienstverlening steeds meer complementair zijn en dat een concurrerende industriële sector derhalve absoluut noodzakelijk is voor een optimale benutting van de mogelijkheden voor het creëren van arbeidsplaatsen in de dienstensector;

(8) Overwegende dat de interne markt voor energie en voor telecommunicatie tot stand moet komen met het oog op een snelle verbetering van het concurrentievermogen van deze sector en van de industrie in het algemeen;

(9) Overwegende dat de economische en sociale samenhang en het concurrentievermogen van de Europese industrie met elkaar in verband staan omdat een concurrerende Europese industrie de samenhang in de hand kan werken en deze voor de industrie de voordelen van een bredere commerciële en geografische basis kan opleveren;

(10) Overwegende dat het veilig stellen en verbeteren van het concurrentievermogen in de eerste plaats de taak van het bedrijfsleven is en dat de Gemeenschap en de Lid-Staten ervoor moeten zorgen dat aan de noodzakelijke voorwaarden wordt voldaan; dat het bijzondere belangrijk is dat de Gemeenschap en haar Lid-Staten in het kader van hun respectieve bevoegdheden daartoe maatregelen treffen;

(11) Overwegende dat de versnelde technische vooruitgang, de toenemende mondialisering van de markten, de intensivering van de internationale concurrentie en het toenemend belang van de milieubescherming van allen, die verantwoordelijkheid dragen in de economie, de politiek en de maatschappij, grotere inspanningen vergen om de noodzakelijke structuurhervormingen te vergemakkelijken met name om een duurzame ontwikkeling te waarborgen en nieuwe arbeidsplaatsen te creëren;

(12) Overwegende dat het voor alle industriële activiteiten van de Europese Unie van doorslaggevend belang is dat in het onderzoeksbeleid beter rekening wordt gehouden met de behoeften van de markt en dat de informatiemaatschappij tot stand wordt gebracht;

(13) Overwegende dat verstoringen van de concurrentie moeten worden vermeden, en dat de openstelling van de markten zowel binnen als buiten de Gemeenschap moet worden bevorderd;

(14) Overwegende dat de ontwikkeling van het menselijk potentieel, met name door middel van beroepsopleiding, een essentieel aspect vormt van de structurele aanpassingen die nodig zijn voor een groter industrieel concurrentievermogen;

(15) Overwegende dat het noodzakelijk is de rechtsgrondslagen te preciseren van de acties die op industrieel gebied zijn ontwikkeld voor de tenuitvoerlegging van de in de mededeling over een concurrentiebeleid op industriegebied voor de Europese Unie aangekondigde initiatieven;

(16) Overwegende dat de strategische rol die investeringen spelen bij de versterking van de industriële samenwerking die door haar sneeuwbaleffect een prioritair instrument voor de sociaal-economische ontwikkeling en het nader tot elkaar brengen van de naties is,

BESLUIT:

Artikel 1

Hierbij worden de richtsnoeren van het in de bijlage opgenomen actieprogramma vastgesteld. Met dit programma dat ten doel heeft het concurrentievermogen van de Europese industrie te versterken, waarmee de grondslag wordt gelegd voor de economische groei en het scheppen van werkgelegenheid en een bijdrage wordt geleverd aan de economische en sociale samenhang, worden de volgende doelstellingen nagestreefd:

a) het moderniseren van de industriële rol van de overheid, inzonderheid om nodeloze bureaucratie voor de bedrijven, met name voor het midden- en kleinbedrijf uit de weg te ruimen;

b) het waarborgen van een eerlijke concurrentie, zowel in als buiten de Gemeenschap;

c) het versterken van de industriële samenwerking;

d) het bevorderen van de immateriële concurrentiefactoren.

Artikel 2

De Commissie doet het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's jaarlijks een beoordelingsverslag over de verkregen resultaten toekomen, waarbij eventueel passende voorstellen worden gevoegd.

Gedaan te Luxemburg, 25 juni 1996.

Voor de Raad

De Voorzitter

M. PINTO

(1) PB nr. C 308 van 20. 11. 1995, blz. 470.

(2) PB nr. C 39 van 12. 2. 1996, blz. 1.

(3) PB nr. C 100 van 2. 4. 1996, blz. 14.

(4) PB nr. C 343 van 6. 12. 1994, blz. 1.

BIJLAGE

ACTIEPROGRAMMA TER VERSTERKING VAN HET CONCURRENTIEVERMOGEN VAN DE INDUSTRIE IN DE EUROPESE UNIE

Voornaamste richtsnoeren

1. Concretisering van de initiatieven die zijn aangekondigd in de mededeling over een concurrentiebeleid op industriegebied voor de Europese Unie:

- immateriële investeringen,

- industriële samenwerking,

- industrie en mededinging,

- modernisering van de rol van de overheid in de industrie;

2. Stimulering van de "learning society" in opkomst, met name door bevordering van de permanente educatie;

3. Ontwikkeling van de industriële samenwerking, rekening houdend met de bijzondere situatie van

- de landen van Midden- en Oost-Europa, de Baltische landen en de landen van het GOS,

- de landen van het Middellandse-Zeegebied en van Latijns-Amerika,

- de landen van Azië,

- de ACS landen en de landen van Zuidelijk Afrika;

4. Intensivering en versterking van de betrekkingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten, met name door middel van steun voor de Trans-Atlantic Business Dialogue;

5. Oprichting, in samenwerking met het voor handelspolitiek bevoegde Comité, de nationale administraties en de industrie, van een databank waarin gegevens worden opgeslagen over de belemmeringen die de Europese ondernemingen op de verschillende markten in derde landen ondervinden;

6. Bestudering van het vraagstuk van de verplaatsing van de industriële activiteiten en de diensten en verslag daarover aan de Directeuren-generaal van de departementen voor Industrie;

7. Verbetering van de werking van de interne markt, meer bepaald teneinde het proces van standaardisering te versnellen en de inspanningen op te voeren op het gebied van de coördinatie van de nationale initiatieven voor steun aan bedrijven die in de Unie met handelsbelemmeringen af te rekenen hebben;

8. Onderzoek naar en benutting van de complementariteit tussen de industriële activiteiten en de daarmee verbonden diensten;

9. Jaarlijks verslag over de ontwikkeling van het concurrentievermogen van de industrie in Europa - met name op grond van de voor het "Panorama van de Europese industrie" verzamelde gegevens;

10. Periodiek verslag aan de Directeuren-generaal Industrie over de stand van het onderhavig actieprogramma en over de eventuele aanpassing van dit programma voor de komende jaren.

Top