EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31990R3480
Commission Regulation (EEC) No 3480/90 of 30 November 1990 amending Regulation (EEC) No 1725/79 on the rules for granting laid to skimmed milk processes into compound feedingstuffs and skimmed-milk powder intended in particular for feed for calves
Verordening (EEG) nr. 3480/90 van de Commissie van 30 november 1990 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1725/79 met betrekking tot de uitvoeringsbepalingen inzake de toekenning van de steun voor tot mengvoeder verwerkte ondermelk en voor magere-melkpoeder met name bestemd voor kalvervoeding
Verordening (EEG) nr. 3480/90 van de Commissie van 30 november 1990 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1725/79 met betrekking tot de uitvoeringsbepalingen inzake de toekenning van de steun voor tot mengvoeder verwerkte ondermelk en voor magere-melkpoeder met name bestemd voor kalvervoeding
OJ L 336, 1.12.1990, p. 68–70
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)
Special edition in Finnish: Chapter 03 Volume 035 P. 166 - 168
Special edition in Swedish: Chapter 03 Volume 035 P. 166 - 168
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1999
Verordening (EEG) nr. 3480/90 van de Commissie van 30 november 1990 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1725/79 met betrekking tot de uitvoeringsbepalingen inzake de toekenning van de steun voor tot mengvoeder verwerkte ondermelk en voor magere-melkpoeder met name bestemd voor kalvervoeding
Publicatieblad Nr. L 336 van 01/12/1990 blz. 0068 - 0070
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 35 blz. 0166
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 35 blz. 0166
***** VERORDENING ( EEG ) Nr . 3480/90 VAN DE COMMISSIE van 30 november 1990 tot wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 1725/79 met betrekking tot de uitvoeringsbepalingen inzake de toekenning van de steun voor tot mengvoeder verwerkte ondermelk en voor magere-melkpoeder met name bestemd voor kalvervoeding DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten ( 1 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 3117/90 ( 2 ), en met name op artikel 10, lid 3, Overwegende dat in artikel 10, punt 3, van Verordening ( EEG ) nr . 1725/79 van de Commissie ( 3 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2871/90 ( 4 ), is bepaald dat het gehalte een magere-melkpoeder van mengvoeder dat ten minste 50 % magere-melkpoeder bevat, dient te worden bepaald door elk monster ten minste tweemaal te analyseren overeenkomstig de in bijlage III vermelde analysemethode; dat het wenselijk is het toepassingsgebied van dit voorschrift ook mengvoeder dat minder dan 50 % magere-melkpoeder bevat te doen bestrijken; Overwegende dat om fouten te voorkomen, de analysemethode dient te worden gewijzigd; Overwegende dat een correctie van de analysegegevens met een door regressie-analyse verkregen factor tot nauwkeuriger resultaten leidt; Overwegende dat de herhaalbaarheid en de reproduceerbaarheid van de nieuwe methode moeten worden bepaald; Overwegende dat een tolerantiegrens dient opgegeven ten einde de interpretatie van de analyseresultaten te vergemakkelijken; Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD : Artikel 1 Verordening ( EEG ) nr . 1725/79 wordt als volgt gewijzigd : 1 . In artikel 10, punt 3, wordt de eerste alinea gelezen : "3 . De resultaten van de in artikel 2, lid 2, en in punt 2, onder a ), b ) en c ), van het onderhavige artikel bedoelde controles worden door de controle-instantie opgetekend aan de hand van het analyse - en van het controleformulier waarvan de modellen in de bijlagen I en II zijn opgenomen . De bepaling van de hoeveelheid magere-melkpoeder geschiedt ten minste tweemaal door middel van een analyse overeenkomstig de in bijlage III vermelde methode . Wanneer dergelijke controles betrekking hebben op het te gebruiken magere-melkpoeder als zodanig of verwerkt in mengsels, moet met de methode van bijlage IV worden bewezen dat geen lebweipoeder is toegevoegd .". 2 . Bijlage III wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen . Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1991 . Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat . Gedaan te Brussel, 30 november 1990 . Voor de Commissie Ray MAC SHARRY Lid van de Commissie ( 1 ) PB nr . L 148 van 28 . 6 . 1968, blz . 13 . ( 2 ) PB nr . L 303 van 31 . 10 . 1990, blz . 5 . ( 3 ) PB nr . L 199 van 7 . 8 . 1979, blz . 1 . ( 4 ) PB nr . L 275 van 5 . 10 . 1990, blz . 20 . BIJLAGE Wijziging van bijlage III bij Verordening ( EEG ) nr . 1725/79 De volgende punten worden gewijzigd : 1.22 . In plaats van "50 %" wordt gelezen : "10 %". 3.3 . De woorden "Richtlijn 72/199/EEG van de Commissie van 27 april 1972" worden vervangen door : "IDF 20A 1986"; na "27,5 %" worden de woorden "( zie 9.1 )" ingevoegd . 4.2 . Dit punt wordt als volgt gelezen : 1.2.3 // "4.2 . Calciumchloride ( 2M-oplossing ). Weeg 20,018 g CaCO3 ( pro analyse kwaliteit ) of in een porseleinen capsule van vereiste grootte ( 150-200 ml ) of in een bekerglas . Bedek met gedestilleerd water en breng over naar een kokend waterbad . Voeg langzaam 50-60 ml HCl-oplossing toe ( concentratie HCl : water = 1 : 1 ) om het carbonaat volledig op te lossen . // // Laat het kokend-waterbad staan tot de CaCl2 is gedroogd, ten einde de HCl die niet heeft gereageerd, af te scheiden . Decanteer met gedestilleerd water in een maatfles van 100 ml en verdun tot aan het merkteken . Controleer de pH-waarde, die niet lager mag zijn dan 4.0 . Bewaar de oplossing in een koelkast .". 1.24.6 . De woorden "Richtlijn 72/199/EEG van de Commissie van 27 april 1972" worden vervangen door "IDF 20A 1986 ". 6.3.1 . In plaats van "1 ml" wordt gelezen : "3,4 ml ". 6.3.2 . tot en met 6.4.1 worden vervangen door de volgende tekst : 1.2.3"6.3.2 . Breng de vloeistof over in één ( of twee ) centrifugebuizen en centrifugeer bij 2 000 g gedurende 10 minuten, ten einde neerslag te verwijderen . Decanteer het supernatans, zonder het neerslag te wassen, in één ( of twee ) centrifugebuizen . // 6.3.3 . Breng de temperatuur van het supernatans opnieuw op 37 *C . Voeg aan het extract al roerend, druppelsgewijs 0,5 ml vloeibaar stremsel ( 4.5 ) toe . Coagulatie treedt op binnen één of twee minuten . // 6.3.4 . Plaats het monster opnieuw in het waterbad bij 37 *C gedurende 15 minuten . Neem het monster uit het bad en breek dan het coagulum door roeren . Centrifugeer bij 2 000 g gedurende 10 minuten . Filtreer de bovenstaande vloeistof op een geschikt filtreerpapier (*), Whatman nr . 541 of dergelijke, bewaar het filtreerpapier . Was het neerslag in de centrifugebuis met 50 ml water bij ongeveer 35 *C door het neerslag te roeren . // // Centrifugeer opnieuw bij 2 000 g gedurende 10 minuten . Filtreer de bovenstaande vloeistof op het bewaarde filtreerpapier . // // // // // (*) Er dient een snel filtrerend asvrij papier te worden gebruikt . // 6.4 . Bepaling van caseïne-stikstof . // 6.4.1 . Breng het neerslag na het wassen kwantitatief over op het filtreerpapier dat is bewaard van 6.3.4, met gebruik van gedestilleerd water . Breng het filtreerpapier over naar de Kjeldahl-kolf . Bepaal de stikstof volgens de Kjeldahl-methode, beschreven in IDF 20A 1986 .". 1.27.1 . De woorden "Richtlijn 72/199/EEG van de Commissie van 27 april 1972" worden vervangen door "IDF 20A 1986 ". 9.1 . Dit punt wordt als volgt gelezen : 1.2.3 // "9.1 . Het percentage magere-melkpoeder in het mengvoeder wordt berekend aan de hand van de volgende formule : 1.2.3.4.5.6.7 // // ( N x 6,38 27,5 x 100 ) _ 2,81 1.2.3,7 // % MMP = // // // 0,908 1.2waarin N het percentage paracaseïne-stikstof is en 27,5 de omzettingsfactor om de bepaalde caseïne om te zetten in het percentage magere-melkpoeder; 2,81 en 0,908 zijn correctiefactoren die bij regressieanalyse zijn verkregen .". 1.210.1 . Herhaalbaarheid : // In plaats van "90 %" wordt gelezen : "95 %"; // In plaats van "2 g" wordt gelezen : "2,3 g ". 10.2 . Reproduceerbaarheid : // In plaats van "90 %" wordt gelezen : "95 %". // In plaats van "5 g" wordt gelezen : "6,5 g ". Het volgende punt 11 wordt ingevoegd : "11 . Tolerantiegrens De CrD95-waarde ( kritisch verschil; 95 % betrouwbaarheidsgrens ) wordt berekend aan de hand van de formule ( ISO 5725 ): 1.2.3.4.5.6.7CrD95 = 1 § 2 § R2 _ r2 ( n_1 n ) ( R : reproduceerbaarheid; r : herhaalbaarheid ) Dubbele bepaling : CrD95 = 4,5 g Wanneer het verschil tussen de uitkomst van de chemische analyse en de opgegeven hoeveelheid magere-melkpoeder niet meer dan 4,5 g bedraagt ( dubbele bepaling ), wordt de partij mengvoeder geacht te voldoen aan het betrokken voorschrift .". Punt 11 wordt vernummerd tot punt 12 .