EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31986D0479

86/479/EEG: Besluit van de Commissie van 18 september 1986 tot instelling van een Raadgevend Comité inzake bescherming van het milieu in ernstig bedreigde gebieden (Middellandse-Zeebekken)

OJ L 282, 3.10.1986, p. 23–24 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)
Special edition in Finnish: Chapter 15 Volume 007 P. 146 - 147
Special edition in Swedish: Chapter 15 Volume 007 P. 146 - 147
Special edition in Czech: Chapter 01 Volume 001 P. 149 - 150
Special edition in Estonian: Chapter 01 Volume 001 P. 149 - 150
Special edition in Latvian: Chapter 01 Volume 001 P. 149 - 150
Special edition in Lithuanian: Chapter 01 Volume 001 P. 149 - 150
Special edition in Hungarian Chapter 01 Volume 001 P. 149 - 150
Special edition in Maltese: Chapter 01 Volume 001 P. 149 - 150
Special edition in Polish: Chapter 01 Volume 001 P. 149 - 150
Special edition in Slovak: Chapter 01 Volume 001 P. 149 - 150
Special edition in Slovene: Chapter 01 Volume 001 P. 149 - 150
Special edition in Bulgarian: Chapter 01 Volume 001 P. 55 - 56
Special edition in Romanian: Chapter 01 Volume 001 P. 55 - 56
Special edition in Croatian: Chapter 01 Volume 002 P. 20 - 21

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1986/479/oj

31986D0479

86/479/EEG: Besluit van de Commissie van 18 september 1986 tot instelling van een Raadgevend Comité inzake bescherming van het milieu in ernstig bedreigde gebieden (Middellandse-Zeebekken)

Publicatieblad Nr. L 282 van 03/10/1986 blz. 0023 - 0024
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 7 blz. 0146
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 7 blz. 0146


*****

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 18 september 1986

tot instelling van een Raadgevend Comité inzake bescherming van het milieu in ernstig bedreigde gebieden (Middellandse-Zeebekken)

(86/479/EEG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Overwegende dat in het door de Raad op 7 februari 1983 vastgestelde actieprogramma van de Europese Gemeenschappen inzake het milieu (1982-1986) (1) uitdrukkelijk wordt gesteld dat het milieu moet worden beschouwd als een grondgegeven dat aan de sociaal-economische ontwikkeling grenzen stelt;

Overwegende dat de Commissie op 11 april 1984 een mededeling heeft aangenomen betreffende de vaststelling van een strategie en een actieprogramma ter bescherming van het milieu in het Middellandse-Zeegebied (2), waarvoor een aantal samenhangende maatregelen moeten worden genomen die de gunstige voorwaarden kunnen scheppen voor een harmonieuze ontwikkeling van de sociaal-economische activiteiten in deze regio;

Overwegende dat het Europese Parlement in zijn resolutie over bovengenoemde mededeling met het voorstel tot oprichting van een Raadgevend Comité instemt (3);

Overwegende dat het Middellandse-Zeebekken een regio is met bijzondere fysieke, sociaal-economische en culturele kenmerken; dat in het communautair beleid met de problemen en de mogelijkheden van deze regio zeer in het bijzonder rekening dient te worden gehouden;

Overwegende dat het dienstig is dat de Commissie over verontreiniging in gebieden met een ernstig bedreigd milieu het advies van deskundigen uit de Lid-Staten kan inwinnen;

Overwegende dat het tevens voor de Gemeenschap dienstig is om over een ontmoetingsplaats voor deskundigen te beschikken, ten einde daar gegevens en de binnen de Lid-Staten aanwezige deskundigheid bijeen te brengen, waardoor de cooerdinatie tussen de genomen of geplande maatregelen op nationaal, internationaal en communautair niveau wordt vergemakkelijkt,

BESLUIT:

Artikel 1

Bij de Commissie wordt een Raadgevend Comité inzake bescherming van het milieu in de ernstig bedreigde gebieden ingesteld, hierna het Comité genoemd.

Artikel 2

Het Comité heeft tot taak de Commissie bij te staan bij de uitvoering van het in de mededeling over de bescherming van het milieu in het Middellandse-Zeegebied vastgelegde programma en in het bijzonder:

1. gegevens te verzamelen over de reeds bestaande en de te voorziene milieuproblemen en over de lopende of geplande maatregelen;

2. vast te stellen welke uitvoerbaarheidsstudies, beschrijvende analyses en proef- of demonstratieprojecten in aanmerking komen voor financiële deelneming door de Commissie in het kader van de beschikbare begrotingskredieten voor rechtstreekse acties van de Gemeenschap in regio's waar het milieu ernstig wordt bedreigd, en daarover advies uit te brengen;

3. zich te richten op bestudering en behandeling van vraagstukken die de inzet van meer geëigende instrumenten vergen en waarbij eerst op langere termijn resultaten kunnen worden geboekt;

4. met behulp van genoemde instrumenten ter bescherming van het milieu in het Middellandse-Zeebekken een strategie en een actieprogramma op middellange en lange termijn te ontwikkelen.

Artikel 3

Het Comité bestaat uit niet meer dan 16 hooggekwalificeerde deskundigen op de in artikel 2 omschreven gebieden.

Artikel 4

De deskundigen worden op voordracht van de Lid-Staten door de Commissie benoemd.

Artikel 5

Voor elk van de leden van het Comité wordt, op de in artikel 4 beschreven wijze, een plaatsvervanger benoemd. Overminderd het bepaalde in artikel 9 neemt de plaatsvervanger aan de vergaderingen van het Comité en aan de werkzaamheden daarvan slechts deel in geval van verhindering van het lid dat hij vervangt.

Artikel 6

Het mandaat van de leden van het Comité strekt zich uit over twee jaar. Na het verstrijken van de periode van twee jaar blijven de leden van het Comité in functie, totdat zij zijn vervangen of hun mandaat is verlengd. Het mandaat van een lid of een plaatsvervanger neemt vóór het verstrijken van de periode van twee jaar een einde in geval van overlijden of aftreden van de betrokkene, of indien de regering, die de betrokkene heeft voorgedragen, om zijn

vervanging verzoekt. Voor de resterende duur van het mandaat wordt, volgens de in artikel 4 genoemde procedure, een opvolger benoemd.

Voor het bekleden van de functies wordt geen bezoldiging toegekend.

Artikel 7

De lijst van de leden en de plaatsvervangers wordt door de Commissie ter informatie in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen gepubliceerd.

Artikel 8

Het Comité wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie.

Artikel 9

De voorzitter kan eenieder, die met betrekking tot een op de agenda geplaatst onderwerp bijzonder bevoegd is, uitnodigen als deskundige aan de werkzaamheden van het Comité deel te nemen.

Deze deskundigen nemen uitsluitend deel aan de beraadslagingen over het onderwerp, waarvoor zij op de vergadering aanwezig zijn.

Artikel 10

Desgewenst kan de Commissie één of meer leden, die een bijzondere deskundigheid op een bepaald gebied bezitten, op persoonlijke titel uitnodigen.

Artikel 11

Vertegenwoordigers van de betrokken diensten van de Commissie nemen aan de werkzaamheden van het Comité deel.

Het secretariaat van het Comité wordt door de diensten van de Commissie verzorgd.

Artikel 12

Het Comité stelt, voor zover nodig, zijn reglement van orde vast.

Artikel 13

Onverminderd artikel 214 van het Verdrag zijn de leden van het Comité gehouden de inlichtingen, waarvan zij door de werkzaamheden van het Comité kennis hebben verkregen, niet openbaar te maken, wanneer de Commissie hen ervan in kennis stelt dat het gevraagde advies of de gestelde vraag betrekking heeft op een zaak die van vertrouwelijke aard is. In dit geval worden de vergaderingen uitsluitend bijgewoond door de leden van het Comité en de vertegenwoordigers van de diensten van de Commissie.

Artikel 14

Dit besluit wordt van kracht op 18 september 1986.

Gedaan te Brussel, 18 september 1986.

Voor de Commissie

Stanley CLINTON DAVIS

Lid van de Commissie

(1) PB nr. C 46 van 17. 2. 1983, blz. 1.

(2) PB nr. C 133 van 21. 5. 1984, blz. 12.

(3) PB nr. C 141 van 10. 6. 1985, blz. 493.

Top