Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CN0044

    Zaak C-44/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht München (Duitsland) op 28 januari 2021 — Phoenix Contact GmbH & Co. KG / HARTING Deutschland GmbH & Co. KG en Harting Electric GmbH & Co. KG

    PB C 182 van 10.5.2021, p. 27–28 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    10.5.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 182/27


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht München (Duitsland) op 28 januari 2021 — Phoenix Contact GmbH & Co. KG / HARTING Deutschland GmbH & Co. KG en Harting Electric GmbH & Co. KG

    (Zaak C-44/21)

    (2021/C 182/40)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Landgericht München

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Phoenix Contact GmbH & Co. KG

    Verwerende partijen: HARTING Deutschland GmbH & Co. KG en Harting Electric GmbH & Co. KG

    Prejudiciële vraag

    Is het verenigbaar met artikel 9, lid 1, van richtlijn 2004/48/EG (1) dat het Oberlandesgericht (hoogste rechterlijke instantie op deelstaatniveau), dat in laatste aanleg bevoegd is voor de uitvaardiging van voorlopige maatregelen, in beginsel weigert om voorlopige maatregelen tegen octrooi-inbreuk uit te vaardigen wanneer de geldigheid van het litigieuze octrooi niet is bevestigd door een beslissing in eerste aanleg in een oppositie- of nietigheidsprocedure?


    (1)  Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PB 2004, L 157, blz. 45).


    Top