This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62020CN0066
Case C-66/20: Request for a preliminary ruling from the Procura della Repubblica di Trento (Italy) lodged on 24 January 2020 — Criminal proceedings against XK
Zaak C-66/20: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Procura della Repubblica di Trento (Italië) op 24 januari 2020 — Strafzaak tegen XK
Zaak C-66/20: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Procura della Repubblica di Trento (Italië) op 24 januari 2020 — Strafzaak tegen XK
PB C 209 van 22.6.2020, p. 5–5
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
22.6.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 209/5 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Procura della Repubblica di Trento (Italië) op 24 januari 2020 — Strafzaak tegen XK
(Zaak C-66/20)
(2020/C 209/08)
Procestaal: Italiaans
Verwijzende rechter
Procura della Repubblica di Trento
Partij in de strafzaak
XK
Andere partij
Finanzamt Münster
Prejudiciële vraag
Moet artikel 2, lid 1, onder c), ii), van richtlijn 2014/41/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende het Europees onderzoeksbevel in strafzaken (1), voor zover daarin is bepaald dat kan worden beschouwd als uitvaardigende autoriteit “iedere andere door de uitvaardigende staat aangeduide bevoegde autoriteit, die in de zaak in kwestie optreedt als strafrechtelijke onderzoeksautoriteit en overeenkomstig de nationale wetgeving bevoegd is opdracht te geven tot bewijsgaring”, waarbij evenwel is bepaald dat in dat geval “[v]oordat het Europees onderzoeksbevel wordt toegezonden aan de uitvoerende autoriteit, […] het [wordt] gevalideerd door een rechter, een rechtbank, een onderzoeksrechter of een officier van justitie in de uitvaardigende staat, na onderzoek of het aan de voorwaarden voor het uitvaardigen van een Europees onderzoeksbevel uit hoofde van deze richtlijn, in het bijzonder de in artikel 6, lid 1, gestelde voorwaarden, voldoet”, aldus worden uitgelegd dat een lidstaat een bestuurlijke autoriteit mag vrijstellen van de verplichting een Europees onderzoeksbevel te laten valideren, door deze autoriteit aan te merken als “rechterlijke autoriteit in de zin van artikel 2 van de richtlijn”?