Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CA0029

Zaak C-29/20: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 14 oktober 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Köln — Duitsland) — Biofa AG/Sikma D. Vertriebs GmbH und Co. KG [Prejudiciële verwijzing – Verordening (EU) nr. 528/2012 – Artikel 3, lid 1, onder a) en c) – Begrippen “biocide” en “werkzame stof” – Voorwaarden – Werking op een andere dan louter fysieke of mechanische wijze – Artikel 9, lid 1, onder a) – Goedkeuring van een werkzame stof – Draagwijdte van de goedkeuring]

PB C 502 van 13.12.2021, p. 6–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

13.12.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 502/6


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 14 oktober 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Köln — Duitsland) — Biofa AG/Sikma D. Vertriebs GmbH und Co. KG

(Zaak C-29/20) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Verordening (EU) nr. 528/2012 - Artikel 3, lid 1, onder a) en c) - Begrippen “biocide” en “werkzame stof” - Voorwaarden - Werking op een andere dan louter fysieke of mechanische wijze - Artikel 9, lid 1, onder a) - Goedkeuring van een werkzame stof - Draagwijdte van de goedkeuring)

(2021/C 502/09)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Oberlandesgericht Köln

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Biofa AG

Verwerende partij: Sikma D. Vertriebs GmbH und Co. KG

Dictum

Artikel 3, lid 1, onder a), eerste streepje, van verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden, zoals gewijzigd bij verordening (EU) nr. 334/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2014, gelezen in samenhang met artikel 3, lid 1, onder c), ervan, moet aldus worden uitgelegd dat een product dat als doel heeft schadelijke organismen te vernietigen, af te schrikken of onschadelijk te maken, en dat een werkzame stof bevat die bij een uitvoeringsverordening van de Commissie is goedgekeurd overeenkomstig artikel 9, lid 1, onder a), van die verordening, niet reeds louter op grond van die goedkeuring valt onder het begrip “biocide” in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), eerste streepje, van die verordening, zodat het aan de bevoegde nationale rechter staat om na te gaan of dit product voldoet aan alle in laatstgenoemde bepaling gestelde voorwaarden om onder dit begrip te vallen. Indien de samenstelling van dat product evenwel identiek is aan die van het biocide dat bij de aanvraag tot goedkeuring van deze werkzame stof als representatief werd voorgesteld, moet deze rechter oordelen dat dit product onder dat begrip valt.


(1)  PB C 191 van 8.6.2020.


Top