Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019TN0006

    Zaak T-6/19: Beroep ingesteld op 4 januari 2019 — Irish Wind Farmers’ Association en andere / Commissie

    PB C 93 van 11.3.2019, p. 69–69 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    11.3.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 93/69


    Beroep ingesteld op 4 januari 2019 — Irish Wind Farmers’ Association en andere / Commissie

    (Zaak T-6/19)

    (2019/C 93/89)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partijen: Irish Wind Farmers’ Association Clg (Kilkenny, Ierland), Carrons Windfarm Ltd (Shanagolden, Ierland), Foyle Windfarm Ltd (Dublin, Ierland) en Greenoge Windfarm Ltd (Bunclody, Ierland) (vertegenwoordigers: M. Segura Catalán en M. Clayton, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    Nietigverklaring van de brief van de Europese Commissie van 25 oktober 2018 betreffende zaak SA.44671 Ierland — Vermeende onrechtmatige staatssteun aan de sector fossiele brandstoffen in de vorm van verlaagde tarieven voor belasting op onroerende goederen;

    Verwijzing van de Commissie in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoekers een middel aan, namelijk dat de Commissie heeft nagelaten de formele onderzoeksprocedure krachtens artikel 108, lid 2, VWEU en artikel 4, lid 4, van verordening 2015/1589 (1) in te leiden, ondanks de twijfels over het bestaan van staatssteun, zodat verzoekers hun procedurele rechten zijn ontzegd. Dit middel bestaat uit twee onderdelen:

    1.

    Eerste onderdeel: de Commissie had een formeel besluit moeten nemen. De Commissie heeft de klacht niet naar behoren onderzocht, zoals vereist krachtens haar eigen regels, en de bestreden handeling is vastgesteld in strijd met het bepaalde in verordening 2015/1589.

    2.

    Tweede onderdeel: de Commissie had ernstige twijfels moeten hebben over de kwalificatie van de maatregel als steun en had dienovereenkomstig het formele onderzoek moeten inleiden op grond van artikel 4, lid 4, van verordening 2015/1589, in het bijzonder en onder meer omdat de Commissie de strekking van de klacht verkeerd heeft begrepen, heeft nagelaten om alle informatie die door de klager in het kader van de klacht werd verstrekt op passende wijze te onderzoeken, de maatregel niet naar behoren heeft onderzocht, de verkeerde benadering heeft gevolgd met betrekking tot de beoordeling van selectiviteit en de andere vereisten van artikel 107 VWEU niet heeft onderzocht.


    (1)  Verordening (EU) 2015/1589 van de Raad van 13 juli 2015 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB 2015, L 248, blz. 9).


    Top