This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019CN0290
Case C-290/19: Request for a preliminary ruling from the Krajský súd v Trnave (Slovakia) lodged on 9 April 2019 — RN v Home Credit Slovakia a.s.
Zaak C-290/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Krajský súd v Trnave (Slowakije) op 9 april 2019 — RN/Home Credit Slovakia a.s.
Zaak C-290/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Krajský súd v Trnave (Slowakije) op 9 april 2019 — RN/Home Credit Slovakia a.s.
PB C 213 van 24.6.2019, p. 14–15
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
24.6.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 213/14 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Krajský súd v Trnave (Slowakije) op 9 april 2019 — RN/Home Credit Slovakia a.s.
(Zaak C-290/19)
(2019/C 213/13)
Procestaal: Slowaaks
Verwijzende rechter
Krajský súd v Trnave
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: RN
Verwerende partij: Home Credit Slovakia a.s.
Prejudiciële vraag
Moet artikel 10, lid 1, onder g), van richtlijn 2008/48/EG (1) van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102/EEG van de Raad aldus worden uitgelegd dat de consumentenkredietovereenkomst aan het in deze bepaling gestelde vereiste voldoet indien het daarin vermelde jaarlijkse kostenpercentage niet is aangeduid met een specifiek percentage, maar met een bereik tussen twee waarden (van — tot)?