Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CA0596

    Zaak C-596/19 P: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 16 maart 2021 — Europese Commissie/Hongarije, Republiek Polen (Hogere voorziening – Artikel 107, lid 1, VWEU – Staatssteun – Hongaarse belasting op advertentieomzet – Elementen voor het bepalen van het referentiestelsel – Progressiviteit van de tarieven – Overgangsregeling inzake de gedeeltelijke aftrekbaarheid van overgedragen verliezen – Bestaan van een selectief voordeel – Bewijslast)

    PB C 182 van 10.5.2021, p. 12–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    10.5.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 182/12


    Arrest van het Hof (Grote kamer) van 16 maart 2021 — Europese Commissie/Hongarije, Republiek Polen

    (Zaak C-596/19 P) (1)

    (Hogere voorziening - Artikel 107, lid 1, VWEU - Staatssteun - Hongaarse belasting op advertentieomzet - Elementen voor het bepalen van het referentiestelsel - Progressiviteit van de tarieven - Overgangsregeling inzake de gedeeltelijke aftrekbaarheid van overgedragen verliezen - Bestaan van een selectief voordeel - Bewijslast)

    (2021/C 182/16)

    Procestaal: Hongaars

    Partijen

    Rekwirante: Europese Commissie (vertegenwoordigers: V. Bottka, P.-J. Loewenthal en K. Herrmann, gemachtigden)

    Andere partijen in de procedure: Hongarije (vertegenwoordigers: M. Z. Fehér en G. Koós, gemachtigden), Republiek Polen (vertegenwoordiger: B. Majczyna, gemachtigde)

    Dictum

    1)

    De hogere voorziening wordt afgewezen.

    2)

    De Europese Commissie wordt verwezen in de kosten, daaronder begrepen de kosten die de Republiek Polen heeft gemaakt.


    (1)  PB C 348 van 14.10.2019.


    Top