Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018TN0285

    Zaak T-285/18: Beroep ingesteld op 4 mei 2018 — Pšonka/Raad

    PB C 249 van 16.7.2018, p. 37–38 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    201806290641986392018/C 249/472852018TC24920180716NL01NLINFO_JUDICIAL20180504373821

    Zaak T-285/18: Beroep ingesteld op 4 mei 2018 — Pšonka/Raad

    Top

    C2492018NL3710120180504NL0047371382

    Beroep ingesteld op 4 mei 2018 — Pšonka/Raad

    (Zaak T-285/18)

    2018/C 249/47Procestaal: Tsjechisch

    Partijen

    Verzoekende partij: Viktor Pavlovič Pšonka (Kiev, Oekraïne) (vertegenwoordiger: M. Mleziva, advocaat)

    Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

    Conclusies

    De verzoekende partij verzoekt het Gerecht om:

    nietigverklaring van besluit (GBVB) 2018/333 van de Raad van 5 maart 2018 tot wijziging van besluit 2014/119/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne, en van uitvoeringsverordening (EU) 2018/326 van de Raad van 5 maart 2018, voor zover dit besluit en deze verordening betrekking hebben op verzoeker, en

    verwijzing van de Raad van de Europese Unie in zijn eigen kosten alsmede in de kosten van verzoeker.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker drie middelen aan.

    1.

    Eerste middel: schending van het recht op behoorlijk bestuur

    tot staving van zijn beroep voert verzoeker onder meer aan dat de Raad van de Europese Unie bij de vaststelling van besluit (GBVB) 2018/333 van 5 maart 2018 niet de nodige zorgvuldigheid en aandacht aan de dag heeft gelegd, aangezien hij vóór de vaststelling van het bestreden besluit niet is ingegaan op verzoekers argumenten en het door hem aangevoerde bewijs ter ondersteuning van zijn zaak, zich hoofdzakelijk heeft gebaseerd op de korte samenvatting van het Openbaar Ministerie van Oekraïne, en niet heeft verzocht om aanvullende informatie over het verloop van de onderzoeken in Oekraïne.

    2.

    Tweede middel: schending van verzoekers eigendomsrecht

    verzoeker stelt in dit verband dat de tegen hem genomen beperkende maatregelen onevenredig zijn, verder gaan dan noodzakelijk is en een schending vormen van de door het internationale recht geboden waarborgen inzake de bescherming van zijn eigendomsrecht.

    3.

    Derde middel: schending van verzoekers grondrechten zoals die worden gewaarborgd door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden

    verzoeker stelt in dit verband dat bij de vaststelling van de beperkende maatregelen zijn recht op een eerlijk proces en zijn recht op het vermoeden van onschuld alsmede zijn recht op bescherming van privé-eigendom zijn geschonden.

    Top