This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62018CN0230
Case C-230/18: Request for a preliminary ruling from the Landesverwaltungsgericht Tirol (Austria) lodged on 30 March 2018 — PI
Zaak C-230/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landesverwaltungsgericht Tirol (Oostenrijk) op 30 maart 2018 — PI
Zaak C-230/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landesverwaltungsgericht Tirol (Oostenrijk) op 30 maart 2018 — PI
PB C 249 van 16.7.2018, p. 4–5
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Zaak C-230/18: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landesverwaltungsgericht Tirol (Oostenrijk) op 30 maart 2018 — PI
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landesverwaltungsgericht Tirol (Oostenrijk) op 30 maart 2018 — PI
(Zaak C-230/18)
2018/C 249/07Procestaal: DuitsVerwijzende rechter
Landesverwaltungsgericht Tirol
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: PI
Verwerende partij: Landespolizeidirektion Tirol
Prejudiciële vragen
1) |
Moet artikel 15, lid 2, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: „Handvest”) volgens hetwelk iedere burger van de Unie vrij is, in iedere lidstaat werk te zoeken, te werken, zich te vestigen en diensten te verrichten, aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een nationale regeling van een lidstaat die op grond van § 19, lid 3, van het Tiroler Landespolizeigesetz (regionale politiewet van de deelstaat Tirol), LGBl. nr. 60/1976, voor het laatst gewijzigd bij wet LGBl. nr. 56/2017, toelaat dat overheidsinstanties ook zonder een voorafgaande administratieve procedure dwangmaatregelen kunnen treffen bij rechtstreekse uitoefening van het bestuurlijk gezag, zoals in het bijzonder de sluiting van een bedrijf ter plaatse, zonder dat het daarbij om louter voorlopige maatregelen gaat? |
2) |
Moet artikel 47 van het Handvest, eventueel juncto artikel 41 en artikel 52 van het Handvest, vanuit het oogpunt van wapengelijkheid en een doeltreffende voorziening in rechte aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een nationale regeling waarin op grond van § 19, leden 3 en 4, van het Tiroler Landespolizeigesetz is voorzien in feitelijke dwangmaatregelen bij rechtstreekse uitoefening van het bestuurlijk gezag, zoals in het bijzonder bedrijfssluitingen, zonder documentatie en zonder bevestiging ten aanzien van een betrokken persoon? |
3) |
Moet artikel 47 van het Handvest, eventueel juncto artikel 41 en artikel 52 van het Handvest, vanuit het oogpunt van wapengelijkheid aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een nationale regeling die op grond van § 19, leden 3 en 4, van het Tiroler Landespolizeigesetz bepaalt dat voor de opheffing van procedurevrije feitelijke dwangmaatregelen die bij rechtstreekse uitoefening van het bestuurlijk gezag zijn getroffen, zoals in het bijzonder bedrijfssluitingen, de door deze feitelijke maatregel geraakte persoon daartoe een met redenen omkleed verzoek moet indienen? |
4) |
Moet artikel 47 van het Handvest juncto artikel 52 van het Handvest vanuit het oogpunt van een doeltreffende voorziening in rechte aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een nationale regeling die op grond van § 19, lid 4, van het Tiroler Landespolizeigesetz het recht op verzoek tot opheffing van een feitelijke dwangmaatregel in de vorm van een bedrijfssluiting aan beperkende voorwaarden onderwerpt? |