This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017TN0189
Case T-189/17: Action brought on 20 March 2017 — EKETA v Commission
Zaak T-189/17: Beroep ingesteld op 20 maart 2017 — EKETA/Commissie
Zaak T-189/17: Beroep ingesteld op 20 maart 2017 — EKETA/Commissie
PB C 151 van 15.5.2017, p. 43–43
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
15.5.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 151/43 |
Beroep ingesteld op 20 maart 2017 — EKETA/Commissie
(Zaak T-189/17)
(2017/C 151/55)
Procestaal: Grieks
Partijen
Verzoekende partij: Ethniko Kentro Erevnas kai Technologikis Anaptyxis (EKETA) (Thessaloniki, Griekenland) (vertegenwoordigers: V. Christianos en S. Paliou, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
vaststellen dat de door de Europese Commissie bij debetnota nr. 3241615288/29.11.2016 gestelde eis dat EKETA van de voor het HUMABIO-project ontvangen bijstand een bedrag van 64 720,19 EUR terugbetaalt, ongegrond is ten belope van 27 830,27 EUR; |
— |
vaststellen dat het bedrag van 27 830,27 EUR subsidiabele uitgaven vertegenwoordigt en dat EKETA niet verplicht is dit bedrag aan de Europese Commissie terug te betalen, en |
— |
de Europese Commissie verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
1. |
Ethniko Kentro Erevnas kai Technologikis Anaptyxis (hierna: „EKETA”) betwist de eis die de Commissie in het kader van de uitvoering van het HUMABIO-project bij debetnota nr. 3241615288/29.11.2016 heeft gesteld. Bij die debetnota heeft de Commissie gevorderd dat EKETA de voor het HUMABIO -project ontvangen bijstand gedeeltelijk terugbetaalt, namelijk voor een bedrag van 64 720,19 EUR. Die vordering kwam er nadat de Europese Commissie een controle ter plaatse had verricht in de kantoren van verzoeker. |
2. |
Verzoeker vraagt het Gerecht in die context, overeenkomstig artikel 272 VWEU vast te stellen dat van het hierboven en in de debetnota vermelde bedrag, het bedrag van 27 830,27 EUR subsidiabele uitgaven vertegenwoordigt en dat ΕΚΕΤΑ niet verplicht is dat bedrag aan de Commissie terug te betalen. |
3. |
ΕΚΕΤΑ stelt dat het voornoemde bedrag van 27 830,27 EUR uit subsidiabele personeelskosten, uitgaven voor onderaanneming en indirecte uitgaven bestaat, die de Commissie ten onrechte als niet-subsidiabele uitgaven heeft geweigerd te aanvaarden. Dat de uitgaven van verzoeker subsidiabel zijn, wordt bevestigd door de gegevens die hij de Europese Commissie heeft verstrekt bij de controle ter plaatse en in de daaropvolgende briefwisseling, en die hij thans aan het Gerecht voorlegt. |