This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017TA0559
Case T-559/17: Judgment of the General Court of 31 January 2019 — Abdulkarim v Council (Common Foreign and Security Policy — Restrictive measures adopted against Syria — Freezing of funds — Error of assessment — Temporal adjustment of the effects of annulment)
Zaak T-559/17: Arrest van het Gerecht van 31 januari 2019 — Abdulkarim/Raad („Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen tegen Syrië — Bevriezing van tegoeden — Beoordelingsfout — Werking in de tijd van de gevolgen van een nietigverklaring”)
Zaak T-559/17: Arrest van het Gerecht van 31 januari 2019 — Abdulkarim/Raad („Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen tegen Syrië — Bevriezing van tegoeden — Beoordelingsfout — Werking in de tijd van de gevolgen van een nietigverklaring”)
PB C 103 van 18.3.2019, p. 30–31
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
18.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 103/30 |
Arrest van het Gerecht van 31 januari 2019 — Abdulkarim/Raad
(Zaak T-559/17) (1)
((„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen tegen Syrië - Bevriezing van tegoeden - Beoordelingsfout - Werking in de tijd van de gevolgen van een nietigverklaring”))
(2019/C 103/39)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Mouhamad Wael Abdulkarim (Dubai, Verenigde Arabische Emiraten) (vertegenwoordigers: J.-P. Buyle en L. Cloquet, advocaten)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: aanvankelijk M. Veiga en I. Pouli, vervolgens I. Pouli en V. Piessevaux, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 263 VWEU strekkende tot nietigverklaring van besluit (GBVB) 2017/917 van de Raad van 29 mei 2017 houdende wijziging van besluit 2013/255/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (PB 2017, L 139, blz. 62), uitvoeringsverordening (EU) 2017/907 van de Raad 29 mei 2017 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië (PB 2017, L 139, blz. 15), besluit (GBVB) 2018/778 van de Raad van 28 mei 2018 houdende wijziging van besluit 2013/255/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (PB 2018, L 131, blz. 16), en uitvoeringsverordening (EU) 2018/774 van de Raad van 28 mei 2018 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië (PB 2018, L 131, blz. 1), voor zover die handelingen verzoeker betreffen
Dictum
1) |
Besluit (GBVB) 2017/917 van de Raad van 29 mei 2017 houdende wijziging van besluit 2013/255/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië, besluit (GBVB) 2018/778 van de Raad van 28 mei 2018 houdende wijziging van besluit 2013/255/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië en verordening (EU) nr. 36/2012 verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van verordening (EU) nr. 442/2011, zoals gewijzigd, laatstelijk, bij uitvoeringsverordening (EU) 2017/907 van de Raad 29 mei 2017 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en bij uitvoeringsverordening (EU) 2018/774 van de Raad van 28 mei 2018 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 36/2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië, worden nietig verklaard voor zover die handelingen Mouhamad Wael Abdulkarim betreffen. |
2) |
De gevolgen van besluiten 2017/917 en 2018/778 worden ten aanzien van Abdulkarim gehandhaafd tot de datum waarop de termijn voor een verzoek om hogere voorziening verstrijkt of, indien binnen die termijn hogere voorziening is ingesteld, totdat die hogere voorziening eventueel is afgewezen. |
3) |
De Raad van de Europese Unie draagt zijn eigen kosten alsmede die van Abdulkarim. |