Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CN0034

    Zaak C-34/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court (Ierland) op 24 januari 2017 — Eamonn Donnellan/The Revenue Commissioners

    PB C 104 van 3.4.2017, p. 35–36 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    3.4.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 104/35


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de High Court (Ierland) op 24 januari 2017 — Eamonn Donnellan/The Revenue Commissioners

    (Zaak C-34/17)

    (2017/C 104/51)

    Procestaal: Engels

    Verwijzende rechter

    High Court (Ierland)

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Eamonn Donnellan

    Verwerende partij: The Revenue Commissioners

    Prejudiciële vragen

    Staat artikel 14, leden 1 en 2, van richtlijn 2010/24/EU (1) eraan in de weg dat bij de vaststelling of een ‚uniforme titel voor het nemen van executiemaatregelen’, die is uitgevaardigd op 14 november 2012 door het douanekantoor te Patras wegens administratieve geldboetes ten bedrage van 1 097 505,00 EUR, opgelegd op 15 juli 2009 wegens vermeende smokkel op 26 juli 2002[, en verhoogd tot 1 507 971,88 EUR wegens rente en geldboetes] [omissis] in Ierland ten uitvoer kan worden gelegd, de High Court van Ierland:

    (i)

    het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een eerlijk proces, binnen een redelijke termijn, voor een burger van Ierland en van de Europese Unie toepast in verband met het verzoek om tenuitvoerlegging [(zie artikel 47 van het Handvest en de artikelen 6 en 13 van het EVRM, die overeenkomen met rechten voor burgers krachtens de artikelen 34, 38 en40, lid 3, van de Ierse grondwet), in omstandigheden waar de betrokken procedure pas voor het eerst aan [verzoeker] is uiteengezet in een ‚niet-officiële vertaling’ in de Engelse taal (een officiële taal van Ierland, waar [verzoeker] altijd woonachtig is geweest) van een brief van [29 december 2015] van het ministerie van Financiën van de Helleense Republiek te Piraeus aan de Ierse Revenue en de advocaten van [verzoeker] in Ierland];

    (ii)

    de doelstellingen van richtlijn 2010/24/EU om wederzijdse bijstand te verschaffen (overweging 20 van richtlijn 2010/24) in aanmerking neemt en zich houdt aan de verplichting tot het verstrekken van ruimere bijstand uit hoofde van het EVRM (overweging 17 van richtlijn 2010/24), zoals het recht op een doeltreffende voorziening in rechte voor burgers op grond van artikel 47 van het Handvest en artikel 13 van het EVRM;

    (iii)

    rekening houdt met de volle werking van het gemeenschapsrecht voor de burgers ervan, [en met name met punt 63 van [het arrest van 14 januari 2010, Kyrian, C-233/08, EU:C:2010:11]?


    (1)  Richtlijn 2010/24/EU van de Raad van 16 maart 2010 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen (PB 2010, L 84, blz. 1).


    Top