This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016TA0160
Case T-160/16: Judgment of the General Court of 31 May 2018 — Groningen Seaports and Others v Commission (State aid — Corporate tax exemption granted by the Netherlands to six Dutch public seaports — Decision declaring the aid scheme incompatible with the internal market — Obligation to state reasons — Equal treatment)
Zaak T-160/16: Arrest van het Gerecht van 31 mei 2018 — Groningen Seaports e.a./Commissie („Staatssteun — Door Nederland aan zes Nederlandse publieke zeehavens verleende vrijstelling van vennootschapsbelasting — Besluit waarbij de steunregeling onverenigbaar met de interne markt wordt verklaard — Motiveringsplicht — Gelijke behandeling”)
Zaak T-160/16: Arrest van het Gerecht van 31 mei 2018 — Groningen Seaports e.a./Commissie („Staatssteun — Door Nederland aan zes Nederlandse publieke zeehavens verleende vrijstelling van vennootschapsbelasting — Besluit waarbij de steunregeling onverenigbaar met de interne markt wordt verklaard — Motiveringsplicht — Gelijke behandeling”)
PB C 249 van 16.7.2018, p. 21–22
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Zaak T-160/16: Arrest van het Gerecht van 31 mei 2018 — Groningen Seaports e.a./Commissie („Staatssteun — Door Nederland aan zes Nederlandse publieke zeehavens verleende vrijstelling van vennootschapsbelasting — Besluit waarbij de steunregeling onverenigbaar met de interne markt wordt verklaard — Motiveringsplicht — Gelijke behandeling”)
Arrest van het Gerecht van 31 mei 2018 — Groningen Seaports e.a./Commissie
(Zaak T-160/16) ( 1 )
„(„Staatssteun — Door Nederland aan zes Nederlandse publieke zeehavens verleende vrijstelling van vennootschapsbelasting — Besluit waarbij de steunregeling onverenigbaar met de interne markt wordt verklaard — Motiveringsplicht — Gelijke behandeling”)”
2018/C 249/26Procestaal: NederlandsPartijen
Verzoekende partijen: Groningen Seaports NV (Delfzijl, Nederland) en vijf andere verzoekende partijen, waarvan de namen in de bijlage bij het arrest zijn vermeld, (vertegenwoordigers: aanvankelijk E. Pijnacker Hordijk en I. Kieft, vervolgens A. Kleinhout en C. Zois, advocaten),
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk S. Noë, B. Stromsky en J.-F. Brakeland, vervolgens S. Noë en B. Stromsky, gemachtigden)
Interveniënte aan de zijde van de verzoekende partijen: Koninkrijk der Nederlanden (vertegenwoordigers: J. Langer en M. Bulterman, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 263 VWEU strekkende tot nietigverklaring van besluit (EU) 2016/634 van de Commissie van 21 januari 2016 betreffende steunmaatregel SA.25338 (2014/C) (ex E 3/2008 en ex CP 115/2004) ten uitvoer gelegd door Nederland — Vrijstelling vennootschapsbelasting voor overheidsondernemingen (PB 2016, L 113, blz. 148)
Dictum
1) |
Havenbedrijf Moerdijk NV wordt toegestaan om in de plaats te treden van Havenschap Moerdijk als verzoekende partij. |
2) |
Het beroep wordt verworpen. |
3) |
Groningen Seaports NV en de andere verzoekende partijen waarvan de namen zijn vermeld in de bijlage, worden verwezen in hun eigen kosten alsmede in die van de Europese Commissie. |
4) |
Het Koninkrijk der Nederlanden draagt zijn eigen kosten. |
( 1 ) PB C 200 van 6.6.2016.