This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014CN0375
Case C-375/14: Request for a preliminary ruling from the Tribunale di Frosinone (Italy) lodged on 6 August 2014 — Criminal proceedings against Rosaria Laezza
Zaak C-375/14: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale di Frosinone (Italië) op 6 augustus 2014 — Strafzaak tegen Rosaria Laezza
Zaak C-375/14: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale di Frosinone (Italië) op 6 augustus 2014 — Strafzaak tegen Rosaria Laezza
PB C 372 van 20.10.2014, p. 4–4
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
20.10.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 372/4 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Tribunale di Frosinone (Italië) op 6 augustus 2014 — Strafzaak tegen Rosaria Laezza
(Zaak C-375/14)
2014/C 372/06
Procestaal: Italiaans
Verwijzende rechter
Tribunale di Frosinone
Partijen in de strafzaak
Rosaria Laezza
Prejudiciële vraag
Moeten de artikelen 49 e.v. VWEU en 56 e.v. VWEU, mede zoals aangevuld in het licht van de beginselen in het arrest van het Hof van Justitie van 16 februari 2012, C-72/10, aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale bepaling die verplicht tot levering om niet van het gebruik van de in eigendom toebehorende materiële en immateriële goederen die het beheer- en inzamelnetwerk ten behoeve van spelen vormen bij beëindiging van de activiteit als gevolg van verstrijken van de looptijd van de concessie of als gevolg van intrekking of verval van de concessie?