EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32023R1545
Commission Regulation (EU) 2023/1545 of 26 July 2023 amending Regulation (EC) No 1223/2009 of the European Parliament and of the Council as regards labelling of fragrance allergens in cosmetic products (Text with EEA relevance)
Verordening (EU) 2023/1545 van de Commissie van 26 juli 2023 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vermelding van allergene geurstoffen op etikettering van cosmetische producten (Voor de EER relevante tekst)
Verordening (EU) 2023/1545 van de Commissie van 26 juli 2023 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vermelding van allergene geurstoffen op etikettering van cosmetische producten (Voor de EER relevante tekst)
C/2023/4912
PB L 188 van 27.7.2023, p. 1–23
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
27.7.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 188/1 |
VERORDENING (EU) 2023/1545 VAN DE COMMISSIE
van 26 juli 2023
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vermelding van allergene geurstoffen op etikettering van cosmetische producten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 betreffende cosmetische producten (1), en met name artikel 31, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Geurstoffen zijn organische verbindingen met karakteristieke, meestal aangename geuren. Zij worden op grote schaal gebruikt in parfums en andere geparfumeerde cosmetische producten, maar ook in veel andere producten zoals wasmiddelen, wasverzachters en andere huishoudelijke producten. |
(2) |
Contactallergie is een levenslange gewijzigde specifieke reactiviteit van het menselijke immuunsysteem. Bij hernieuwde blootstelling aan een voldoende hoeveelheid allergeen kan eczeem (allergische contactdermatitis) ontstaan. Wanneer een persoon al voor een allergeen is gesensibiliseerd, is een veel lagere concentratie ervan al genoeg om symptomen van een allergie uit te lokken. Het percentage van de populatie van de Unie dat allergisch is voor allergene geurstoffen kan op 1-9 % (2) worden geschat. |
(3) |
Aan de hand van verschillende maatregelen kan de hele bevolking worden beschermd tegen het ontwikkelen van allergieën voor geurstoffen (primaire preventie) en kunnen gesensibiliseerde personen worden beschermd tegen het ontwikkelen van allergische symptomen (secundaire preventie). |
(4) |
Met het oog op primaire preventie kan een beperking voor allergene geurstoffen volstaan. Gesensibiliseerde personen kunnen echter al symptomen ontwikkelen wanneer zij worden blootgesteld aan lagere concentraties van een allergeen dan de maximaal toelaatbare niveaus. Daarom is het, als secundaire preventiemaatregel, belangrijk om informatie over de aanwezigheid van afzonderlijke allergene geurstoffen in cosmetische producten te verstrekken, zodat gesensibiliseerde personen contact met de stof waarvoor zij allergisch zijn, kunnen vermijden. |
(5) |
Overeenkomstig artikel 19, lid 1, punt g), van Verordening (EG) nr. 1223/2009 wordt een cosmetisch product slechts op de markt van de Unie aangeboden indien op de verpakking een lijst van ingrediënten is aangebracht. Bovendien is in dit artikel bepaald dat parfum- en aromacomposities en grondstoffen daarvan in de lijst van ingrediënten worden aangegeven door de termen “parfum” of “aroma”, aangevuld met stoffen waarvan de vermelding in de kolom “Andere” in bijlage III bij die verordening voorgeschreven is. Momenteel moeten 24 allergene geurstoffen, die onder de vermeldingen 45 en 67 tot en met 92 in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1223/2009 zijn opgenomen, in de lijst van ingrediënten worden vermeld (afzonderlijk vermeld op het etiket). |
(6) |
In antwoord op het verzoek van de Commissie om de lijst van afzonderlijk op etikettering te vermelden allergene geurstoffen te actualiseren, heeft het Wetenschappelijk Comité voor consumentenveiligheid (WCCV) een advies goedgekeurd tijdens zijn plenaire vergadering van 26-27 juni 2012 (3). Daarin heeft het WCCV bevestigd dat de allergene geurstoffen in de vermeldingen 45 en 67 tot en met 92 van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1223/2009 nog steeds relevant zijn. Bovendien heeft het WCCV nog eens 56 allergene geurstoffen aangewezen die duidelijk allergieën bij mensen hebben veroorzaakt en die momenteel niet afzonderlijk op etikettering hoeven te worden vermeld. |
(7) |
Gezien het advies van het WCCV kan worden geconcludeerd dat het gebruik van de overige door het WCCV aangewezen allergene geurstoffen een mogelijk risico voor de menselijke gezondheid inhoudt en dat consumenten over de aanwezigheid van deze allergene geurstoffen moeten worden geïnformeerd. Daarom moet in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1223/2009 een verplichting worden opgenomen om die allergene geurstoffen afzonderlijk op etikettering te vermelden wanneer de concentratie ervan meer dan 0,001 % bedraagt in producten die niet worden af-, uit- of weggespoeld, en meer dan 0,01 % in producten die worden af-, uit- of weggespoeld. Bovendien moeten geurstoffen als prehaptenen en prohaptenen die door oxidatie aan de lucht of bioactivering in bekende contactallergenen kunnen worden omgezet, als gelijkwaardig aan allergene geurstoffen worden behandeld en aan dezelfde beperkingen en andere wettelijke voorschriften worden onderworpen. |
(8) |
Omwille van de consistentie en de duidelijkheid moeten ook bepaalde bestaande vermeldingen voor allergene geurstoffen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1223/2009 worden bijgewerkt om de gemeenschappelijke benaming van de stoffen af te stemmen op die van de meest recente versie van de in artikel 33 van die verordening bedoelde woordenlijst van gemeenschappelijke benamingen van ingrediënten, en om soortgelijke stoffen onder één vermelding te groeperen. Bovendien moet wanneer voor een stof meerdere gemeenschappelijke benamingen van ingrediënten kunnen worden gebruikt, in de voorschriften voor afzonderlijke vermelding op etikettering worden vermeld welke naam moet worden gebruikt voor de in artikel 19, lid 1, punt g), bedoelde lijst van ingrediënten, teneinde de etikettering te stroomlijnen en consumentvriendelijker te maken, en om het werk van de marktdeelnemers en de nationale autoriteiten te vergemakkelijken. |
(9) |
Omwille van de volledigheid en de duidelijkheid moeten daarnaast bepaalde bestaande vermeldingen voor allergene geurstoffen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1223/2009 worden bijgewerkt om isomeren toe te voegen en de respectieve CAS- en EG-nummers aan te vullen en te wijzigen, om zo het werk van de marktdeelnemers en de nationale autoriteiten te vergemakkelijken. |
(10) |
Aangezien de bijgewerkte lijst van allergene geurstoffen er waarschijnlijk toe zal leiden dat onder bepaalde vermeldingen in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1223/2009 bestaande en nieuwe beperkingen worden gecombineerd, moet worden bepaald dat de marktdeelnemers enerzijds de bestaande beperkingen moeten blijven toepassen en anderzijds een redelijke termijn moeten krijgen om aan nieuwe beperkingen te voldoen. |
(11) |
Met betrekking tot de nieuwe beperkingen moeten marktdeelnemers voldoende tijd krijgen om hun productformuleringen en recipiënten erop aan te passen, zodat deze aan de nieuwe voorschriften voldoen en alleen cosmetische producten die met de nieuwe voorschriften in overeenstemming zijn, in de handel worden gebracht. Marktdeelnemers moeten ook voldoende tijd krijgen om cosmetische producten die niet met de nieuwe voorschriften in overeenstemming zijn en die in de handel zijn gebracht voordat de nieuwe etiketteringsbepalingen van toepassing worden, uit de handel te nemen. Gezien het relatief lage en stabiele percentage consumenten dat allergische contactdermatitis ontwikkelt, het grote aantal nieuwe allergene geurstoffen dat afzonderlijk op etikettering moet worden vermeld en het aanzienlijke aantal betrokken cosmetische producten, moet een overgangsperiode van respectievelijk drie en vijf jaar worden vastgesteld. |
(12) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor cosmetische producten, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1223/2009 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 juli 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 342 van 22.12.2009, blz. 59.
(2) Impact assessment study on fragrance labelling on cosmetic products (effectbeoordelingsstudie over de etikettering betreffende allergene geurstoffen van cosmetische producten) — Bureau voor publicaties van de EU (europa.eu), blz. 64.
(3) WCCV (Wetenschappelijk Comité voor consumentenveiligheid), advies over allergene geurstoffen in cosmetische producten (SCCS/1459/11), 26-27 juni 2012.
BIJLAGE
Bijlage III bij Verordening (EG) nr. 1223/2009 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De vermeldingen 45, 46, 70, 73, 86, 88, 109, 114, 122, 124, 131, 133, 154, 157, 175, 196 en 324 worden vervangen door:
|
2) |
De vermeldingen 125, 126, 158, 160-163, 165, 167 en 168 worden geschrapt. |
3) |
De volgende vermeldingen worden toegevoegd:
|
(*1) Cosmetische producten die deze stof bevatten en die niet aan de beperkingen voldoen, mogen in de Unie in de handel worden gebracht tot en met 31 juli 2026 en op de markt van de Unie worden aangeboden tot en met 31 juli 2028.
(*2) Cosmetische producten die deze stof bevatten en die niet aan de beperkingen voldoen, mogen, op voorwaarde dat zij voldoen aan de beperkingen die van toepassing zijn op... 15 augustus 2023 in de Unie in de handel worden gebracht tot en met 31 juli 2026 en op de markt van de Unie worden aangeboden tot en met 31 juli 2028.
(*3) Voor gebruik als etherische oliën van Verbena (Lippia citriodora Kunth.) en derivaten daarvan, zie bijlage II, nr. 450.”.
(*4) Cosmetische producten die deze stof bevatten en die niet aan de beperking(en) voldoen, mogen in de Unie in de handel worden gebracht tot en met 31 juli 2026 en op de markt van de Unie worden aangeboden tot en met 31 juli 2028.
(*5) Aangezien deze stof een monoterpeen is, is zij onderworpen aan de in vermelding 130 vermelde beperking betreffende het peroxidegetal.
(*6) Zie voor het gebruik van “Laurus nobilis L., olie van de zaden”, bijlage II, nr. 359.”.