EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023D0815

Besluit (EU) 2023/815 van de Europese Centrale Bank van 28 maart 2023 tot wijziging van Besluit ECB/2010/4 van de Europese Centrale Bank betreffende het beheer van gepoolde bilaterale leningen ten behoeve van de Helleense Republiek (ECB/2023/7)

ECB/2023/7

PB L 102 van 17.4.2023, p. 20–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/815/oj

17.4.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 102/20


BESLUIT (EU) 2023/815 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 28 maart 2023

tot wijziging van Besluit ECB/2010/4 van de Europese Centrale Bank betreffende het beheer van gepoolde bilaterale leningen ten behoeve van de Helleense Republiek (ECB/2023/7)

DE DIRECTIE VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 132,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name de artikelen 17 en 21,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 8 september 2022 heeft de Raad van bestuur besloten de overeenkomstig artikel 2 van Besluit (EU) 2019/1743 van de Europese Centrale Bank (ECB/2019/31) (1) en artikel 5 van Besluit ECB/2010/4 van de Europese Centrale Bank (2) toegepaste rentevergoeding op bij de Europese Centrale Bank (ECB) aangehouden deposito’s tijdelijk aan te passen. Bij Besluit (EU) 2022/1521 van de Europese Centrale Bank (ECB/2022/30) (3) is dit tijdelijke kader ten uitvoer gelegd door de rentevergoeding op dergelijke deposito’s vast te stellen tegen de rente op de depositofaciliteit of de kortetermijnrente voor de euro (€STR), naargelang van wat lager is. Besluit (EU) 2022/1521 (ECB/2022/30) zal na 30 april 2023 niet langer van kracht zijn.

(2)

Op 6 februari 2023 heeft de Raad van bestuur besloten dat de rentevergoeding op dergelijke deposito’s met ingang van 1 mei 2023 wordt vastgesteld op de kortetermijnrente voor de euro (€STR) minus 20 basispunten. Dit vergoedingstarief is afgestemd op het toepasselijke vergoedingsplafond voor overheidsdeposito’s die worden aangehouden bij nationale centrale banken van lidstaten die de euro als munt hebben, zoals vastgelegd in Richtsnoer (EU) 2019/671 van de Europese Centrale Bank (ECB/2019/7) (4), dat met ingang van 1 mei 2023 ook zal worden vastgesteld op de kortetermijnrente voor de euro €STR) minus 20 basispunten.

(3)

Besluit ECB/2010/4 bevat een bepaling inzake vergoeding, welke met de vergoeding als bedoeld in artikel 2, lid 1, van Besluit (EU) 2019/1743 (ECB/2019/31) in overeenstemming moet worden gebracht om de consistentie in de rentevergoeding op vergelijkbare deposito’s in het Eurosysteem te waarborgen. Omwille van transparantie en consistentie moet in Besluit ECB/2010/4 een uitdrukkelijke verwijzing naar die bepaling worden opgenomen.

(4)

Derhalve moet Besluit ECB/2010/4 dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging

Artikel 5 van Besluit ECB/2010/4 wordt vervangen door:

“Artikel 5

Vergoeding

De bij de ECB aangehouden rekening op naam van de uitleners wordt vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, van Besluit (EU) 2019/1743 van de Europese Centrale Bank (ECB/2019/31) (*1).

Artikel 2

Inwerkingtreding

1.   Dit besluit treedt in werking op de vijfde dag volgende op die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.   Dit besluit wordt toegepast met ingang van 1 mei 2023.

Gedaan te Frankfurt am Main, 28 maart 2023.

De president van de ECB

Christine LAGARDE


(1)  Besluit (EU) 2019/1743 van de Europese Centrale Bank van 15 oktober 2019 betreffende de rentevergoeding op aangehouden extra reserves en bepaalde deposito’s (ECB/2019/31) (PB L 267 van 21.10.2019, blz. 12).

(2)  Besluit ECB/2010/4 van de Europese Centrale Bank van 10 mei 2010 betreffende het beheer van gepoolde bilaterale leningen ten behoeve van de Helleense Republiek en tot wijziging van Besluit ECB/2007/7 (PB L 119 van 13.5.2010, blz. 24).

(3)  Besluit (EU) 2022/1521 van de Europese Centrale Bank van 12 september 2022 betreffende tijdelijke aanpassingen van de rentevergoeding op bepaalde bij nationale centrale banken en de Europese Centrale Bank aangehouden niet-monetaire deposito’s (ECB/2022/30) (PB L 236 I van 13.9.2022, blz. 1).

(4)  Richtsnoer (EU) 2019/671 van de Europese Centrale Bank van 9 april 2019 betreffende nationale beheertransacties inzake activa en passiva door nationale centrale banken (ECB/2019/7) (PB L 113 van 29.4.2019, blz. 11).


Top