EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R1630

Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1630 van de Commissie van 21 september 2022 tot vaststelling van maatregelen voor de inperking van Grapevine flavescence dorée phytoplasma binnen bepaalde afgebakende gebieden

C/2022/6645

PB L 245 van 22.9.2022, p. 27–44 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2022/1630/oj

22.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 245/27


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/1630 VAN DE COMMISSIE

van 21 september 2022

tot vaststelling van maatregelen voor de inperking van Grapevine flavescence dorée phytoplasma binnen bepaalde afgebakende gebieden

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (1), en met name artikel 28, lid 1, punten d) en e), en artikel 28, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In deel B van bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie (2) is de lijst vastgesteld van EU-quarantaineorganismen die voor zover bekend op het grondgebied van de Unie voorkomen.

(2)

Grapevine flavescence dorée phytoplasma (“het gespecificeerde plaagorganisme”) is in die lijst opgenomen, aangezien bekend is dat het in bepaalde delen van het grondgebied van de Unie voorkomt en aanzienlijke gevolgen heeft voor de teelt van planten van Vitis L. (“de gespecificeerde planten”), de belangrijkste gastheer voor dat plaagorganisme.

(3)

Er is vastgesteld dat Scaphoideus titanus Ball (“de gespecificeerde vector”) een efficiënte vector van het gespecificeerde plaagorganisme is. Deze vector speelt een belangrijke rol bij de vestiging en verdere verspreiding van Grapevine flavescence dorée phytoplasma (3) op het grondgebied van de Unie, en daarom moeten er maatregelen voor de identificatie en bestrijding van deze vector worden vastgesteld.

(4)

Uit de krachtens artikel 19 van Verordening (EU) 2016/2031 uitgevoerde onderzoeken blijkt dat uitroeiing van het gespecificeerde plaagorganisme in bepaalde afgebakende gebieden niet langer mogelijk is.

(5)

Daarom moeten maatregelen worden vastgesteld voor de inperking van het gespecificeerde plaagorganisme binnen die afgebakende gebieden, die bestaan uit het vaststellen van besmette zones en bufferzones. Die maatregelen moeten bestaan uit de vernietiging en verwijdering van de besmette gespecificeerde planten en uit de toepassing van passende behandelingen om de verspreiding van het gespecificeerde plaagorganisme naar de rest van het grondgebied van de Unie te voorkomen.

(6)

De bevoegde autoriteiten moeten zorgen voor meer bekendheid bij het publiek, zodat het grote publiek en de professionele marktdeelnemers die te maken hebben met de inperkingsmaatregelen in de afgebakende gebieden, op de hoogte zijn van de voor dat doel toegepaste maatregelen en van de begrenzing van de afgebakende gebieden.

(7)

Indien het gespecificeerde plaagorganisme echter wordt aangetroffen in een bufferzone rond een besmette zone waar maatregelen voor de inperking van het gespecificeerde plaagorganisme van toepassing zijn, moet die nieuwe bevinding ertoe leiden dat de bevoegde autoriteit een nieuw gebied afbakent, waar uitroeiing van het gespecificeerde plaagorganisme wordt nagestreefd.

(8)

Er moeten jaarlijks onderzoeken naar de aanwezigheid van het gespecificeerde plaagorganisme en de gespecificeerde vector worden uitgevoerd, zoals bedoeld in artikel 22 van Verordening (EU) 2016/2031 en in Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1231 van de Commissie (4), om de vroegtijdige opsporing van het gespecificeerde plaagorganisme in gebieden van het grondgebied van de Unie waar het gespecificeerde plaagorganisme voor zover bekend niet voorkomt, te waarborgen. Die onderzoeken moeten gebaseerd zijn op de door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid gepubliceerde onderzoeksrichtsnoeren voor het gespecificeerde plaagorganisme en de gespecificeerde vector, aangezien daarin rekening wordt gehouden met de meest recente wetenschappelijke en technische ontwikkelingen.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening stelt maatregelen vast voor de inperking van Grapevine flavescence dorée phytoplasma binnen de afgebakende gebieden waar uitroeiing ervan niet mogelijk is.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1)

“het gespecificeerde plaagorganisme”: Grapevine flavescence dorée phytoplasma;

2)

“de gespecificeerde planten”: planten van Vitis L., met uitzondering van vruchten en zaden;

3)

“de gespecificeerde vector”: Scaphoideus titanus Ball;

4)

“het afgebakende gebied voor inperking”: een in de lijst van bijlage I opgenomen gebied waar het gespecificeerde plaagorganisme niet kan worden uitgeroeid;

5)

“de onderzoeksrichtsnoeren”: de publicatie “Onderzoeksrichtsnoeren wat betreft flavescence dorée phytoplasma en de vector ervan Scaphoideus titanus” (Pest survey card on flavescence dorée phytoplasma and its vector Scaphoideus titanus(5) van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid.

Artikel 3

Instelling van afgebakende gebieden voor inperking

De bevoegde autoriteiten stellen de afgebakende gebieden voor inperking van het gespecificeerde plaagorganisme in, die bestaan uit een besmette zone en een bufferzone met een breedte van ten minste 2,5 km rond de besmette zone.

Artikel 4

Maatregelen binnen de afgebakende gebieden voor inperking

1.   In de besmette zones zorgen de bevoegde autoriteiten ervoor dat de volgende maatregelen worden genomen:

a)

de gespecificeerde planten waarvan is vastgesteld dat zij met het gespecificeerde plaagorganisme zijn besmet, worden zo spoedig mogelijk en uiterlijk voor de aanvang van het volgende groeiseizoen, verwijderd en vernietigd;

b)

er worden passende behandelingen toegepast om de gespecificeerde vector te bestrijden.

2.   In de bufferzones zorgen de bevoegde autoriteiten ervoor dat er bij aanwezigheid van de gespecificeerde vector passende behandelingen worden toegepast om de gespecificeerde vector te bestrijden.

Wanneer de aanwezigheid van het gespecificeerde plaagorganisme in de gespecificeerde planten in de bufferzone officieel is bevestigd, zijn de artikelen 17 en 18 van Verordening (EU) 2016/2031 van toepassing.

3.   Binnen de afgebakende gebieden voor inperking maken de bevoegde autoriteiten het publiek bewust van de dreiging van het gespecificeerde plaagorganisme en de maatregelen die zijn genomen om de verdere verspreiding ervan buiten die gebieden te voorkomen.

De bevoegde autoriteiten stellen het grote publiek en de betrokken professionele marktdeelnemers in kennis van de begrenzing van het afgebakende beperkingsgebied.

Artikel 5

Onderzoeken

1.   De bevoegde autoriteiten voeren de in de leden 2 en 3 bedoelde onderzoeken uit, waarbij ze rekening houden met de informatie in de onderzoeksrichtsnoeren.

2.   Zij voeren jaarlijks risicogebaseerde onderzoeken uit naar de aanwezigheid van het gespecificeerde plaagorganisme en van de gespecificeerde vector in de gebieden van het grondgebied van de Unie waar het gespecificeerde plaagorganisme voor zover bekend niet voorkomt, maar zich wel zou kunnen vestigen.

3.   In de bufferzones van de afgebakende gebieden voor inperking voeren zij jaarlijks onderzoeken uit, zoals bedoeld in artikel 19, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031, om de aanwezigheid van het gespecificeerde plaagorganisme en de gespecificeerde vector ervan op te sporen.

Deze onderzoeken omvatten:

a)

visueel onderzoek van de gespecificeerde planten om het gespecificeerde plaagorganisme op te sporen;

b)

monsterneming en tests indien de aanwezigheid van het gespecificeerde plaagorganisme wordt vermoed, en

c)

passende vallen om de gespecificeerde vector op te sporen.

Deze onderzoeken zijn intensiever dan de in lid 2 bedoelde onderzoeken, met een groter aantal visuele onderzoeken en, in voorkomend geval, monsterneming en tests.

Artikel 6

Verslaglegging

De lidstaten dienen elk jaar uiterlijk op 30 april bij de Commissie en de andere lidstaten de resultaten in van de onderzoeken die in het voorgaande kalenderjaar zijn uitgevoerd krachtens:

a)

artikel 5, lid 2, van deze verordening, waarbij een van de modellen in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1231 wordt gebruikt;

b)

artikel 5, lid 3, van deze verordening, waarbij een van de modellen in bijlage II bij deze verordening wordt gebruikt.

Artikel 7

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 september 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 317 van 23.11.2016, blz. 4.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie van 28 november 2019 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie (PB L 319 van 10.12.2019, blz. 1).

(3)  EFSA Panel voor de gezondheid van gewassen, 2014. Scientific Opinion on pest categorisation of Grapevine Flavescence Dorée, EFSA Journal 2014; 12(10):3851, 31 blz. doi:10.2903/j.efsa.2014.3851.

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1231 van de Commissie van 27 augustus 2020 betreffende het formaat en de instructies voor de jaarlijkse verslagen over de resultaten van de onderzoeken en betreffende het formaat van de meerjarige onderzoekprogramma’s en de praktische regeling, die respectievelijk in de artikelen 22 en 23 van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad zijn bepaald (PB L 280 van 28.8.2020, blz. 1).

(5)  Pest survey card on flavescence dorée phytoplasma and its vector Scaphoideus titanus, EFSA Supporting publications 2020:EN-1909, 36 blz. doi:10.2903/sp.efsa.2020.EN-1909.


BIJLAGE I

Lijsten van afgebakende gebieden voor inperking als bedoeld in artikel 2

1.   Kroatië

Nummer/naam van het afgebakende gebied

Zone van het afgebakende gebied

Regio

Gemeenten of andere administratieve/geografische begrenzingen

1.

Besmette zone

Pannonisch Kroatië

(de provincies Bjelovar-Bilogora, Virovitica-Podravina, Požega-Slavonija, Brod-Posavina, Osijek-Baranja, Vukovar-Srijem, Karlovac en Sisak-Moslavina)

 

Kadastrale gemeenten

 

Bedenik, Bjelovar, Bojana, Brezovac, Ciglena, Čazma, Dapci, Diklenica, Draganec, Gornje Plavnice, Kapela, Kobasičari, Kraljevac, Križic, Orovac, Petrička, Podgorci, Pupelica, Ribnjička, Sišćani, Veliko Korenovo, Veliko Trojstvo, Vrtlinska, Zrinski Topolovac;

 

Borova, Čačinci, Donja Pištana, Duzluk, Kozice, Krajna, Nova Jošava, Pčelić, Podravska Slatina, Sedlarica, Stara Jošava, Šumeđe, Turnašica, Virovitica, Vukosavljevica, en

 

Kutjevo, Mitrovac, Venje;

 

Cernik, Nova Gradiška, Šumetlica;

 

Draž, Majar, Trnava, Zmajevac I;

 

Bapska, Grabovo, Ilok, Lovas, Mohovo, Opatovac, Sotin, Šarengrad, Tovarnik, Vukovar;

 

Belaj, Bratovanci, Breznik, Brlog Ozaljski, Bubnjarci, Donji Lović, Draganić, Duga Resa 2, Dvorište Vivodinsko, Ferenci, Gršćaki, Ilovac, Jurovo, Lišnica, Lović Prekriški, Mala Švarča, Mrzlo Polje Mrežničko, Oštri Vrh Ozaljski, Ozalj, Police Pirišće, Svetice, Svetičko Hrašće, Vivodina, Vrhovac, Zagradci, Zajačko Selo, Zaluka, Žakanje, en

 

Batina, Gornja Jelenska, Ilova, Katoličko Selišće, Kutina, Popovača, Repušnica, Voloder.

Bufferzone

Pannonisch Kroatië

(de provincies Bjelovar-Bilogora, Virovitica-Podravina, Požega-Slavonija, Brod-Posavina, Osijek-Baranja, Vukovar-Srijem, Karlovac en Sisak-Moslavina)

Kadastrale gemeenten

 

Bačkovica, Bedenička, Berek, Bjelovar-Sredice, Blatnica, Bosiljevo, Bršljanica, Brzaja, Cerina, Cjepidlake, Cremušina, Čađavac, Dapčevica, Daskatica, Dautan, Dereza, Donja Kovačica, Drljanovac, Đurđic, Galovac, Gornja Garešnica, Gornja Kovačica, Gornje Rovišće, Gudovac, Ivanska, Kakinac, Kaniška Iva, Klisa, Klokočevac, Kostanjevac, Kozarevac Račanski, Križ Gornji, Laminac, Lasovac, Lipovčani, Mala Pisanica, Mali Grđevac, Malo Trojstvo, Martinac, Međurača, Miklouš, Mosti, Narta, Nevinac, Nova Rača, Nove Plavnice-Hrgovljani, Obrovnica, Orlovac, Pavlin Kloštar, Pobjenik, Predavac, Prespa, Prgomelje, Rajić Gudovački, Rašenica, Ravneš, Removac, Rovišće, Ruškovac, Samarica, Sasovac, Severin, Sibenik, Slovinska Kovačica, Sredice Gornje, Srijedska, Stara Plošćica, Stare Plavnice, Šandrovac, Šimljana, Šimljanik, Štefanje, Šušnjara, Tomaš, Topolovica, Trojstveni Markovac, Turčević Polje, Vagovina, Velika Peratovica, Velika Pisanica, Veliki Grđevac, Višnjevac, Vukovje, Zdelice, Zrinska Žabjak, Ždralovi;

 

Antunovac, Bačevac, Bakić, Bankovci, Bokane, Brezovljani, Budanica, Budrovac, Lukački, Bušetina, Cabuna, Crnac, Ćeralije, Dinjevac, Dobrović, Dolci, Donja Bukovica, Donje Bazije, Donje Kusonje, Donje Predrijevo, Donji Meljani, Duga Međa, Dugo Selo Lukačko, Đuričić, Gaćište, Gornja Bukovica, Gornja Pištana, Gornje Bazje, Gornje Kusonje, Gornje Viljevo, Gornji Miholjac, Grabrovnica, Gradina, Gvozdanska, Hum Varoš, Hum Voćinski, Ivanbrijeg, Jasenaš, Kapan, Kapinci, Kladare, Kokočak, Krasković, Kutovi, Levinovac, Lozan, Lukač, Lukavac, Macute, Mala Črešnjevica, Manastir Orahovica, Medinci, Mikleuš, Miljevci, Naudovac, Nova Bukovica, Obradovci, Orahovica, Orešac, Otrovanec, Paušinci, Pitomača I, Pitomača II, Pivnica, Požari, Pušina, Radosavci, Rezovac, Rijenci, Rogovac, Sladojevci, Slatinski Drenovac, Slatinski Lipovac, Slavonske Bare, Sopje, Stari Gradac, Suha Mlaka, Suhopolje, Špišić Bukovica, Turanovac, Vaška, Velika Črešnjevica, Virovitica-centar, de stad Virovitica, Vrneševci, Zdenci;

 

Bektež, Bjelajci, Cerovac, Ciglenik, Cikote, Doljanovci, Duboka, Grabarje, Gradište, Jakšić, Kaptol, Knežci, Kričke, Kula, Lakušija, Latinovac, Lukač, Podgorje, Poreč, Rogulje, Sesvete, Šnjegavić, Šumetlica, Tominovac, Vetovo, Zarilac;

 

Adžamovci, Baćin Dol, Banićevac, Bobare, Bodavljaci, Donji Andrijevci, Drežnik, Garčin, Giletinci, Golobrdac, Gorice, Gunjavci, Klokočevik, Kovačevac, Ljupina, Mačkovac, Mašić, Medari, Novo Topolje, Opatovac, Podvrško, Poljane, Prvča, Rešetari, Rogolji, Sičice, Stari Perkovci, Staro Topolje, Šagovina Cernička, Šagovina Mašićka, Širinci, Trnava, Vrbje, Žuberkovac;

 

Batina, Beljevina, Bokšić, Branjin Vrh, Branjina, Breznica Đakovačka, Dalj, Donja Motičina, Dragotin, Duboševica, Đurđenovac, Feričanci, Gajić, Gašinci, Gazije, Gornja Motičina, Gradac Našički, Hrkanovci Đakovački, Kneževi Vinogradi, Kondrić, Kotlina, Lapovci, Levanjska Varoš, Mandićevac, Musić, Nabrđe, Novi Perkovci, Paučje, Podolje, Pridvorje, Selci Đakovački, Seona, Slatinik Drenjski, Slobodna Vlast, Suza, Svetoblažje, Topolje;

 

Apševci, Banovci, Berak, Bogdanovci, Borovo, Borovo Naselje, Bršadin, Čakovci, Ilača, Lipovača, Marinci, Mikluševci, Negoslavci, Nijemci, Pačetin, Petrovci, Podgrađe, Srijemske Laze, Stari Jankovci, Svinjarevci, Tompojevci, Trpinja;

 

Banska Selnica, Barilović, Blatnica Pokupska, Brajakovo Brdo, Brašljevica, Bukovlje, Cerovac Barilovićki, Cerovac Vukmanički, Donje Mekušje, Donje Pokupje, Donji Budački, Donji Skrad, Donji Zvečaj, Gornje Mekušje, Gornje Prilišće, Gornje Stative, Gornji Zvečaj, Griče, Jarče Polje, Jaškovo, Kamensko, Karlovac I, Karlovac II, Kosijersko Selo, Kozalj Vrh, Ladešići, Lipa, Lipnik, Luka Pokupska, Mahično, Maletići, Malinci, Martinski Vrh, Modruš Potok, Mračin, Mrežnički Novaki, Mrzljaki, Novaki Ozaljski, Piščetke, Podbrežje, Pokupje, Pravutina, Rečica, Ribnik, Rosopajnik, Skakavac, Slapno, Sračak, Šišljavić, Tomašnica, Trg, Turanj, Tušilović, Velika Jelsa, Vinski Vrh, Vodena Draga, Vukmanić, Zadobarje, Zagrad, Zorkovac, en

 

Banova Jaruga, Bistrač, Bobovac, Cerje Letovanićko, Crkveni Bok, Čaire, Čigoč, Grabrov Potok, Gračenica, Gušće, Husain, KRaljeva Velika, Kratečko, Krivaj, Kutinica, Lipovljani, Lonja, Ludina, Međurić, Mikleuška, Mužilovčica, Okoli, Osekovo, Pešćenica, Piljenice, Potok, Puska, Ruškovica, Selište, Stremen, Stružec, Stupovača, Svinjičko, Šartovac, Vidrenjak, Vukojevac, Zbjegovača.

2.

Besmette zone

Adriatisch Kroatië

(de provincie Istrië)

Kadastrale gemeenten

Bačva, Brkač, Brtonigla, Buje, Donja Mirna, Frata, Grožnjan, Kaldir, Karojba, Kaštel, Kaštelir, Kostajnica, Krasica, Kršete, Labinci, Lovrečica, Materada, Motovun, Nova Vas, Novigrad, Petrovija, Savudrija, Sveti Ivan, Sveti Vital, Umag, Višnjan, Vižinada, Završje, Žbandaj.

Bufferzone

Adriatisch Kroatië

(de provincie Istrië)

Kadastrale gemeenten

Baderna, Beram, Brdo, Čepić, Dračevac, Funtana, Fuškulin, Gradina, Grdoselo, Kašćerga, Kringa, Kršikla, Kuberton, Kućibreg, Lim, Lovreč, Marčenegla, Merišće, Momjan, Mugeba, Muntrilj, Mušalež, Novaki Motovunski, Oprtalj, Pazin, Poreč, Rakotule, Rovinj, Rovinjsko Selo, Senj, Sovinjak, Sovišćina, Šterna, Tar, Tinjan, Triban, Trviž, Vabriga, Varvari, Vrh, Vrsar, Zamask, Zrenj, Zumesk.

3.

Besmette zone

Noord-Kroatië met de stadsregio Zagreb

(de provincies Međimurje, Varaždin, Koprivnica-Križevci, Krapina-Zagorje en Zagreb en de stad Zagreb)

Kadastrale gemeenten

 

Badličan, Bogdanovec, Donji Vidovec, Dragoslavec, Dunjkovec, Gornja Dubrava, Gornji Mihaljevec, Gradiščak, Kotoriba, Lopatinec, Martinuševec, Preseka, Pretetinec, Prhovec, Robadje, Selnica, Slakovec, Stanetinec, Sveta Marija, Sveti Martin na Muri, Sveti Urban, Šenkovec, Štrigova, Štrukovec, Vukanovec, Zasadbreg, Zebanec, Železna Gora;

 

Babinec, Bednja, Beletinec, Beretinec, Bolfan, Breznica, Butkovec, Cerje Tužno, Čanjevo, Črešnjevo, Čukovec, Donja Višnjica, Donja Voća, Donje Makojišće, Drenovec, Dubrava Križovljanska, Đurinovec, Gornja Višnjica, Gornje Ladanje, Gornji Martijanec, Grana, Hrastovec Toplički, Hrastovsko, Ivanec, Jakopovec, Jalžbet, Jerovec, Kamena Gorica, Kamenica, Kaniža, Kelemen, Klenovnik, Ključ, Kneginec, Lepoglava, Ludbreg, Ljubelj Kalnički, Ljubešćica, Mali Bukovec, Marčan, Natkrižovljan, Novakovec, Očura, Podevčevo, Poljana, Radovan, Remetinec, Rinkovec, Segovina, Sigetec Ludbreški, Sudovec, Sveti Ilija, Svibovec, Šaša, Šćepanje, Tuhovec, Tužno, Varaždin Breg, Varaždinske Toplice, Vidovec, Vinica Breg, Vinično, Vinogradi Ludbreški, Visoko;

 

Apatovec, Bakovčica, Bočkovec, Bojnikovec, Borje, Botinovac, Budrovac, Carevdar, Cirkvena, Cubinec, Čepelovac, Dijankovec, Donja Brckovčina, Dubovec, Đurđevac II, Đurđic, Erdovec, Finčevec, Fodrovec, Glogovac, Glogovnica, Gornja Rijeka, Gregurovec, Guščerovec, Hampovica, Hudovljani, Jagnjedovec, Jagnjedovec-grad, Javorovac, Kalinovac, Kalnik, Kamešnica, Kloštar Podravski, Kloštar Vojakovački, Koprivnica, Kozarevac, Križevci, Kunovec, Kunovec Breg, Lemeš, Lukačevec, Majurec, Mala Mučna, Mičetinac, Miholec, Miholjanec, Novi Glog, Novigrad Podravski, Osijek Vojkovački, Plavšinac, Podvinje Miholečko, Pofuki, Potočec, Potok Kalnički, Prkos, Prugovac, Rasinja, Rašćani, Raven, Ruševac, Sokolovac, Subotica Podravska, Suha Katalena, Sveta Helena, Sveti Ivan Žabno, Sveti Petar Čvrstec, Sveti Petar Orehovec, Šemovci, Špiranec, Štrigovec, Trema, Velika Mučna, Veliki Grabičani, Veliki Poganac, Virje, Vojakovac, Vojnovec Kalnički, Zaistovec;

 

Andraševec, Bedekovčina, Belec, Budinščina, Donja Batina, Donja Stubica, Donja Šemnica, Dubovec, Dubrovčan, Globočec, Gornja Stubica, Gubaševo, Hrašćina, Hrašćinski Kraljevec, Hum Stubički, Jertovec, Jesenje, Klanjec, Komor, Kraljev Vrh, Krapina, Krapina jug, de stad Krapina, Laz Bistrički, Mače, Marija Bistrica, Martinci Zlatarski, Mirkovec, Oštrc, Peršaves, Petrova Gora, Poljanica Bistrička, Poznanovec, Purga, Pustodol, Radoboj, Ravno Brezje, Razvor, Selnica, Slani Potok, Strmec, Strmec Stubički, Stubička Slatina, Stubičko Podgorje, Sveti Križ, Sveti Križ Začretje, Sveti Matej, Šemnica, Špičkovina, Tomaševec, Tugonica, Tuhelj, Veleškovec, Veliko Trgovišće, Veternica, Vojnovec Loborski, Vrtnjakovec, Zabok, Zagorska Sela, Zajezda, Zlatar;

 

Bedenica, Bešlinec, Blaškovec, Blaževdol, Brckovljani, Caginec, Dijaneš, Donja Lomnica, Dubranec, Dubrava, Dugo Selo I, Fuka, Gostović, Gradec, Habjanovac, Haganj, Helena, Hrastje, Hrebinec, Hrnjanec, Hruškovica, Kloštar Ivanić, Komin, Kozjača, Krašić II, Kupljenovo, Laktec, Lonjica, Lovrečka Varoš, Lukavec, Mala Gorica, Molvice, Novoselec, Obreška, Orešje, Paukovec, Pluska, Prekrižje, Prozorje, Psarjevo, Rakitje, Stari Glog, Strmec Samoborski, Sveti Nedelja, Šiljakovina, Šumećani, Tkalec, Tomaševec, Velika, Vrbovec, Zelina, Žitomir, en

 

Adamovec, Blaguša, Čučerje, Đurđekovec, Glavnica, Gornji Stenjevec, Gračani, Granešina, Kašina, Maksimir, Podsused, Remete, Sesvete.

Bufferzone

Noord-Kroatië met de stadsregio Zagreb

(de provincies Međimurje, Varaždin, Koprivnica-Križevci, Krapina-Zagorje en Zagreb en de stad Zagreb)

Kadastrale gemeenten

 

Cirkovljan, Čakovec, Črečan, Čukovec, Donja Dubrava, Donji Kraljevec, Donji Mihaljevec, Draškovec, Goričan, Gornji Hrašćan, Gornji Kraljevec, Gornji Pustakovec, Gornji Vidovec, Hemuševec, Hlapičina, Ivanovec, Krištanovec, Križovec, Kuršanec, Macinec, Mačkovec, Mihovljan, Mursko Središće, Nedelišće, Novo Selo Rok, Oporovec, Orehovica, Peklenica, Podbrest, Prelog, Pribislavec, Pušćine, Savska Ves, Strahoninec, Šandrovec, Totovec, Trnovec, Vratišinec, Vularija, Žiškovec;

 

Bela, Bisag, Biškupec, Biškupec II, Čalinec, Črnec Biškupečki, Donje Ladanje, Donji Kućan, Drašković, Druškovec, Družbinec, Gojanec, Gornja Voća, Gornji Kućan, Hrastovljan, Hrženica, Jalkovec, Kapela Kalnička, Kapela Podravska, Karlovec Ludbreška, Križovljan, Kućan Marof, Leskovec Toplički, Lunjkovec, Majerje, Martijanec, Maruševec, Nedeljanec, Nova Ves Petrijanečka, Novi Marof, Novo Selo Podravsko, Petrijanec, Poljana Biškupečka, Radovec, Selnik, Sesvete Ludbreške, Slanje, Slokovec, Sračinec, Struga, Sveti Đurđ, Sveti Petar, Šemovec, Trakošćan, Trnovec, Varaždin, Veliki Bukovec, Vinica, Vratno, Zamlača, Zbelava, Žabnik;

 

Branjska, Budančevica, Delovi, Drnje, Duga Rijeka, Đelekovec, Đurđevac I, Ferdinandovac, Gola, Gorica, Heršin, Hlebine, Hrsovo, Imbriovec, Koledinec, Koprivnički Bregi, Koprivnički Ivanec, Kutnjak, Kuzminec, Legrad, Lepa Greda, Lepavina, Marinovec, Međa, Mikovec, Molve, Novačka, Novo Virje, Petranec, Podravske Sesvete, Selnica Podravska, Severovci, Sigetec, Sirova Katalena, Srijem, Sveta Ana, Torčec, Veliki Otok, Vojakovečke Sesvete, Zablatje, Ždala;

 

Cigrovec, Črešnjevec, Čret, Desinić, Donja Pačetina, Đurmanec, Gorjakovo, Gornja Pačetina, Gornja Čemehovec, Gotalovec, Gusakovec, Hlevnica, Jelenjak, Jezero Klanječko, Klokovec, Konjščina, Košnica, Kraljevec na Sutli, Krapinske Toplice, Lepa Ves, Lovrečan, Mala Erpenja, Mihovljan, Miljana, Modrovec, Mokrice, Novi Dvori Klanječki, Oroslavje, Pešćeno, Petrovsko, Plemešćina, Podgrađe Bistričko, Poljana Sutlanska, Pregrada, Putkovec, Radakovo, Selno, Sopot, Sušobreg, Svedruža, Škarićevo, Švaljkovec, Velika Erpenja, Velika Horvatska, Velika Ves, Vinagora, Vrbanec;

 

Andrilovec, Bađinec, Bistransko Podgorje, Bolč, Brčevec, Brdovec, Breška Greda, Brezine, Brezje, Brlenić, Bukovčak, Cerje Samoborsko, Cerovski Vrh, Cugovec, Cvetković, Cvetković Brdo, Čeglje, Črnkovec, Desinec, Domagović, Domaslovec, Donja Bistra, Donja Kupčina, Donja Zelina, Drežnik Podokićki, Dubravica, Dugo Selo II, Farkaševac, Glagovo, Gornja Bistra, Gornja Kupčina, Gornji Hruševec, Gornji Vinkovec, Grabar, Gradići, Gustelnica, Hrastilnica, Hrušćica, Hudovo, Ivanić-Grad, Jakovlje, Jastrebarsko, Ježevo, Kabal, Kalinovica, Kalje, Kerestinec, Klinča Sela, Klokočevec, Klokočevec Samoborski, Konšćica, Kosnica, Kostanjevac, Kraj, Krašić I, Kravarsko, Križ, Kupinec, Kupljenovo-novo, Kurilovec, Lazina Čička, Lekneno, Leprovica, Lepšić, Lučelnica, Lepšić, Lučelnica, Luka, Lukinić Brdo, Lupoglav, Mahovljić, Marinkovac, Mičevec, Mirkovoplje, Mlaka, Mraclin, Mrzlo Polje Žumberačko, Negovec, Nova Kapela, Nova Marča, Novaki, Novo Brdo, Novo Čiče, Novo Mjesto, Obrezina, Obrež, Okešinec, Okić, Okunšćak, Opatinec, Ostrna, Otok Samoborski, Paruževac, Pećno, Petrovina, Pirakovec, Pleso, Podjales, Podvornica, Pojatno, Poljana, Poljanski Lug, Posavski Bregi, Prečec, Preseka, Pribić, Prosinec, Pušća, Radoišće, Rakov Potok, Rakovec, Rakovica, Roženica, Rude, Rugvica, Salnik, Samobor, Samoborec, Slavetić, Sošice, Staro Čiče, Stupnik, Šarampov, Šćitarjevo, Širinec, Šušnjari, Topolje, Trebovec, Tučenik, Valetić, Velika Buna, Velika Gorica, Velika Jamnička, Velika Mlaka, Vinkovec, Volavje, Vrbovec, Vrbovec 1, Vukomerić, Vukovina, Vukšinac, Zabrđe, Zaprešić, Zdenčina, Zetkan, Zvonik, Željezno Žumberačko, Žumberak, en

 

Blato, Brezovica, Centar, Čehi, Črnomerec, Demerje, Dragonožec, Dubrava, Goranec, Gornje Vrapče, Granešina Nova, Horvati, Jakuševec, Klara, Lučko, Lužan, Markuševec, Mikulići, Odra, Odranski Obrež, Peščenica, Planina, Resnik, Rudeš, Sesvetski Kraljevec, Starjak, Stenjevec, Šašinovec, Šestine, Trešnjevka, Trnje, Trpuci, Vrapče, Vugrovec, Vurnovec, Zaprudski Otok, Žitnjak.

2.   Hongarije

Delen van de bufferzones van afgebakende gebieden voor inperking van Kroatië en Slovenië die zich op het grondgebied van Hongarije bevinden:

Nummer/naam van het afgebakende gebied

Zone van het afgebakende gebied

Regio

Gemeenten of andere administratieve/geografische begrenzingen

1.

Bufferzone

Comitaat Bács-Kiskun District Baja

Hercegszántó

Bufferzone

Comitaat Baranya District Mohács

Kölked, Homorúd

2.

Bufferzone

Comitaat Zala District Letenye

Tótszerdahely, Molnári

3.

Bufferzone

Comitaat Zala District Lenti

Bödeháza, Nemesnép, Lendvajakabfa, Márokföld, Szentgyörgyvölgy

4.

Bufferzone

Comitaat Zala District Lenti

Lendvadedes

3.   Italië

Delen van de bufferzones van afgebakende gebieden voor inperking van Slovenië die zich op het grondgebied van Italië bevinden:

Nummer/naam van het afgebakende gebied

Zone van het afgebakende gebied

Regio

Gemeenten of andere administratieve/geografische begrenzingen

(gedeeltelijk)

1.

Bufferzone

Friuli Venezia Giulia

Provincie Gorizia

Dolegna Del Collio, Gorizia, San Floriano Del Collio, Savogna D’isonzo

2.

Bufferzone

Friuli Venezia Giulia

Provincie Trieste

Duino-Aurisina, Monrupino, Muggia, San Dorligo Della Valle — Dolina, Sgonico, Trieste

3.

Bufferzone

Friuli Venezia Giulia

Provincie Udine

Prepotto

4.   Portugal

Nummer/naam van het afgebakende gebied

Zone van het afgebakende gebied

Regio

Gemeenten of andere administratieve/geografische begrenzingen

1.

Besmette zone

Noord-Portugal

Alijó, Amarante, Amares, Baião, Barcelos, Braga, Cabeceiras de Basto, Castelo de Paiva, Celorico de Basto, Cinfães, Esposende, Fafe, Felgueiras, Guimarães, Lousada, Maia, Marco de Canaveses, Monção, Mondim de Basto, Paços de Ferreira, Paredes, Paredes de Coura, Penafiel, Peso da Régua, Ponte de Lima, Póvoa de Lanhoso, Póvoa de Varzim, Ribeira de Pena, Sabrosa, Santa Marta de Penaguião, Santo Tirso, Trofa, Valença, Valongo, Vieira do Minho, Vila do Conde, Vila Nova de Famalicão, Vila Pouca de Aguiar, Vila Real, Vila Verde en Vizela;

een deel van het grondgebied van de volgende gemeenten:

Arcos de Valdevez, Ponte da Barca, Terras de Bouro en Viana do Castelo.

Bufferzone

Noord-Portugal

Mesão Frio;

een deel van het grondgebied van de volgende gemeenten:

Arcos de Valdevez, Armamar, Arouca, Boticas, Caminha, Chaves, Carrazeda de Ansiães, Gondomar, Lamego, Matosinhos, Melgaço, Montalegre, Murça, Porto, Ponte da Barca, Resende, Santa Maria da Feira, São João da Pesqueira, Tabuaço, Terras de Bouro, Valpaços, Viana do Castelo, Vila Nova de Cerveira, Vinhais.

Centraal Portugal

Een deel van het grondgebied van de gemeente Castro Daire.

5.   Slovenië

Nummer/naam van het afgebakende gebied

Zone van het afgebakende gebied

Regio

Gemeenten of andere administratieve/geografische begrenzingen

1.

Besmette zone

West-Slovenië

Ankaran, Koper, Izola en Piran, en

Sežana, Komen (met uitzondering van de kadastrale gemeente Brestovica — ID 2408) en Renče-Vogrsko.

Bufferzone

West-Slovenië

Brda, Nova Gorica, Miren-Kostanjevica, Šempeter- Vrtojba, Ajdovščina, Vipava, Divača en Hrpelje-Kozina, en de kadastrale gemeente Brestovica (ID 2408) in de gemeente Komen.

2.

Besmette zone

Zuidoost-Slovenië

Dolenjske Toplice, Straža, Mirna peč, Novo mesto (met uitzondering van de kadastrale gemeenten Črešnjice — ID 1458 en Herinja vas — ID 1459).

Bufferzone

Zuidoost-Slovenië

Žužemberk, Trebnje, Mirna, Šentrupert, Sevnica, Krško, Brežice, Mokronog-Trebelno, Šmarješke Toplice, Škocjan, Šentjernej, Kostanjevica na Krki, Semič, Črnomelj en Metlika, en de kadastrale gemeenten in de gemeente Novo mesto: Črešnjice (ID 1458) en Herinja vas (ID 1459).

3.

Besmette zone

Noordoost-Slovenië

 

Dobrovnik en Lendava;

 

Trnovska vas, Destrnik, Sveti Jurij ob Ščavnici, Sveti Tomaž;

 

de volgende kadastrale gemeenten in de gemeente Ljutomer: Desnjak (ID 262), Bučkovci — ID 252, Drakovci — ID 253, Moravci — ID 254, Godemarci — ID 255, Presika (ID 271, Nunska Graba (ID 270), Rinčetova Graba (ID 269), Kamenščak (ID 260), Stara cesta (ID 261), Mekotnjak (ID 263), Radomerje (ID 264), Gresovščak (ID 265), Plešivica (ID 266), Ilovci (267), Slamnjak (ID 268) en een deel van Globoka (ID 274);

 

het deel van de kadastrale gemeente Globoka dat tot de gemeente Razkrižje behoort, en

 

de kadastrale gemeenten in de gemeente Ormož: Vičanci (ID 322), Senešci (ID 323), Sodinci (ID 324), Velika Nedelja (ID 331), Šardinje (ID 321), Hum (ID 314), Lahonci (ID 290), Žvab (ID 291), Runeč (ID 292), Stanovno (ID 293), Ivanjkovci (ID 294), Žerovinci (ID 295), Cerovec Stanka Vraza (ID 296), Veličane (ID 297), Mali Brebrovnik (ID 299), Veliki Brebrovnik (ID 300), Vinski vrh (ID 301), Miklavž (ID 302), Hermanci (ID 303), Gomila (ID 304), Kog (ID 305), Vuzmetinci (ID 306), Kajžar (ID 307), Zasavci (ID 308), Lačaves (ID 309), Jastrebci (ID 310), Vitan (ID 312), Pavlovski vrh (ID 315), Pavlovci (ID 317), Hardek (ID 318), Ormož (332) en Ključarovci pri Ormožu (ID 287).

Bufferzone

Noordoost-Slovenië

 

Cankova, Rogašovci, Kuzma, Grad, Gornji Petrovci, Šalovci, Puconci, Moravske Toplice, Hodoš, Kobilje, Tišina, Murska Sobota, Beltinci, Turnišče, Odranci, Velika Polana, Črenšovci;

 

Razkrižje, met uitzondering van het deel dat de kadastrale gemeente Globoka vormt;

 

Ljutomer, met uitzondering van de volgende kadastrale gemeenten: Desnjak (ID 262), Bučkovci (ID 252), Drakovci (ID 253), Moravci (ID 254), Godemarci (ID 255), Presika (ID 271), Nunska Graba (ID 270), Rinčetova Graba (ID 269), a part of Globoka (ID 274), Kamenščak (ID 260), Stara cesta (ID 261), Mekotnjak (ID 263), Radomerje (ID 264), Gresovščak (ID 265), Plešivica (ID 266), Ilovci (267) en Slamnjak (ID 268);

 

Ormož, met uitzondering van de volgende kadastrale gemeenten: Vičanci (ID 322), Senešci (ID 323), Sodinci (ID 324), Velika Nedelja (ID 331), Šardinje (ID 321), Hum (ID 314), Lahonci (ID 290), Žvab (ID 291), Runeč (ID 292), Stanovno (ID 293), Ivanjkovci (ID 294), Žerovinci (ID 295), Cerovec Stanka Vraza (ID 296), Veličane (ID 297), Mali Brebrovnik (ID 299), Veliki Brebrovnik (ID 300), Vinski vrh (ID 301), Miklavž (ID 302), Hermanci (ID 303), Gomila (ID 304), Kog (ID 305), Vuzmetinci (ID 306), Kajžar (ID 307), Zasavci (ID 308), Lačaves (ID 309), Jastrebci (ID 310), Vitan (ID 312), Pavlovski vrh (ID 315), Pavlovci (ID 317), Hardek (ID 318), Ormož (332) en Ključarovci pri Ormožu (ID 287), en

 

Središče ob Dravi, Maribor, Duplek, Lenart, Cerkvenjak Kungota, Pesnica, Šentilj, Sveti Jurij v Slovenskih goricah, Sveta Ana, Apače, Benedikt, Sveta Trojica v Slovenskih goricah, Gornja Radgona, Radenci, Križevci, Veržej, Sveti Andraž v Slovenskih goricah, Juršinci, Ptuj, Dornava, Gorišnica, Miklavž na Dravskem polju, Starše, Kidričevo, Hajdina, Markovci, Hoče-Slivnica, Rače-Fram, Zreče, Oplotnica, Slovenska Bistrica, Majšperk, Žetale, Podlehnik, Videm, Cirkulane, Zavrč, Vojnik, Slovenske Konjice, Poljčane, Makole, Šentjur, Šmarje pri Jelšah, Rogaška Slatina, Rogatec, Podčetrtek, Kozje en Bistrica ob Sotli.

6.   Spanje

Delen van de bufferzones van afgebakende gebieden voor inperking van Portugal die zich op het grondgebied van Spanje bevinden:

Nummer/naam van het afgebakende gebied

Zone van het afgebakende gebied

Regio

Gemeenten of andere administratieve/geografische begrenzingen

1.

Bufferzone

Galicië

Provincie Pontevedra

A Cañiza:

 

een deel van de landelijke parochie Valeixe (Santa Cristina);

Arbo:

 

de landelijke parochies van Barcela (San Xoán) en Cequeliños (San Miguel), een deel van de landelijke parochies van Arbo (Santa María), Cabeiras (San Sebastián), Mourentán (San Cristovo) en Sela (Santa María);

Crecente:

 

de landelijke parochies van Albeos (San Xoán), Quintela (San Caetano) en Ribeira (Santa Mariña);

 

een deel van de landelijke parochies van Crecente (San Pedro), O Freixo (San Roque), Sendelle (Santa Cruz) en Vilar (San Xorxe);

Tomiño:

 

de landelijke parochies van Amorín (San Xoán) en Currás (San Martiño);

 

een deel van de landelijke parochies van Piñeiro (San Salvador), Sobrada (San Salvador) en Taborda (San Miguel);

Tui:

 

de landelijke parochies van Baldráns (Santiago), Caldelas de Tui (San Martiño), Paramos (San Xoán) en Tui (O Sagrario);

 

een deel van de landelijke parochies van Areas (Santa Mariña), Guillarei (San Mamede), Pazos de Reis (O Sagrario), Pexegueiro (San Miguel), Randufe (Santa María da Guía) en Rebordáns (San Bartolomeu);

As Neves:

 

de landelijke parochies van As Neves (Santa María), Liñares (Santa María), Setados (Santa Euxenia) en Vide (Santa María);

 

een deel van de landelijke parochies van Rubiós (San Xoán), San Cibrán de Ribarteme (San Cibrán), Santiago de Ribarteme (Santiago) en Tortoreos (Santiago);

Salvaterra do Miño:

 

de landelijke parochies van Arantei (San Pedro), Oleiros (Santa María) en Porto (San Paulo);

 

een deel van de landelijke parochies van Alxén (San Paio), Cabreira (San Miguel), Fiolledo (San Paio), Meder (Santo Adrián), Pesqueiras (Santa Mariña) en Salvaterra (San Lourenzo);

Salceda de Caselas:

 

een deel van de landelijke parochies van Entenza (Santos Xusto e Pastor) en Soutelo (San Vicente).

Galicië

Provincie Orense

Padrenda:

een deel van de landelijke parochies van Crespos (San Xoán), Desteriz (San Miguel), O Condado (Santa María) en Padrenda (San Cibrán).


BIJLAGE II

Modellen voor de verslaglegging van de resultaten van de uitgevoerde jaarlijkse onderzoeken uit hoofde van artikel 6, punt b)

DEEL A

1.   Model voor de verslaglegging van de resultaten van jaarlijkse onderzoeken

Image 1

2.   Instructies voor het invullen van het model

Indien dit model wordt ingevuld, wordt het model in deel B van deze bijlage niet ingevuld.

Kolom 1

:

vermeld de naam van het geografische gebied, het uitbraaknummer of alle informatie waarmee dit afgebakende gebied kan worden geïdentificeerd, en de datum van instelling.

Kolom 2

:

vermeld de omvang van het afgebakende gebied voor aanvang van het onderzoek.

Kolom 3

:

vermeld de omvang van het afgebakende gebied na het onderzoek.

Kolom 4

:

vermeld de aanpak: inperking (C). Voeg zo veel rijen toe als nodig, afhankelijk van het aantal afgebakende gebieden per plaagorganisme en de aanpak die in deze gebieden wordt gehanteerd.

Kolom 5

:

vermeld de zone van het afgebakende gebied waar het onderzoek is uitgevoerd, met zoveel rijen als nodig: besmette zone of bufferzone, in afzonderlijke rijen. Vermeld, indien van toepassing, in afzonderlijke rijen het gebied van de besmette zone waar het onderzoek is uitgevoerd (bv. de laatste 20 km aangrenzend aan de bufferzone, rond kwekerijen enz.).

Kolom 6

:

vermeld het aantal en de beschrijving van de onderzoeklocaties, door een van de volgende vermeldingen te kiezen:

1.

in de open lucht (productiegebied): 1.1. veld (landbouwgrond, weidegrond); 1.2. boomgaard/wijngaard; 1.3. kwekerij; 1.4. bos;

2.

in de open lucht (overig): 2.1. privétuin; 2.2. openbare locaties; 2.3. beschermd gebied; 2.4. wilde planten in ander dan beschermd gebied; 2.5. andere locatie, met specificatie van het specifieke geval (bv. tuincentrum, commerciële locatie waar verpakkingsmateriaal van hout wordt gebruikt, houtindustrie, waterrijk natuurgebied, irrigatie- en drainagenetwerk enz.);

3.

besloten omgeving: 3.1. kas; 3.2. privéterrein anders dan een kas; 3.3. openbare locatie anders dan een kas; 3.4. andere locatie, met specificatie van het specifieke geval (bv. tuincentrum, commerciële locatie waar verpakkingsmateriaal van hout wordt gebruikt, houtindustrie).

Kolom 7

:

vermeld welke risicogebieden zijn vastgesteld op basis van de biologische eigenschappen van het (de) plaagorganisme(n), de aanwezigheid van waardplanten, ecoklimatologische omstandigheden en risicolocaties.

Kolom 8

:

vermeld van de in kolom 7 vermelde risicogebieden, de in het onderzoek opgenomen risicogebieden.

Kolom 9

:

vermeld planten, vruchten, zaden, bodem, verpakkingsmateriaal, hout, machines, voertuigen, water, andere, met vermelding van het specifieke geval.

Kolom 10

:

vermeld de lijst van plantensoorten/-genera die zijn onderzocht met gebruikmaking van één rij per plantensoort/-genus.

Kolom 11

:

vermeld de maanden van het jaar waarin het onderzoek is uitgevoerd.

Kolom 12

:

vermeld de bijzonderheden van het onderzoek, afhankelijk van de specifieke wettelijke voorschriften voor elk plaagorganisme. Geef met “n.v.t.” aan wanneer de gegevens van een bepaalde kolom niet van toepassing zijn.

Kolommen 13 en 14

:

vermeld de resultaten, indien van toepassing, en verstrek de beschikbare informatie in de desbetreffende kolommen. Onder “niet bekend” wordt verstaan: de geanalyseerde monsters waarvan om verschillende redenen geen resultaat kon worden bepaald (bv. onder het detectieniveau, niet-geïdentificeerd of onverwerkt monster, oud monster).

Kolom 15

:

vermeld voor de bevindingen in de bufferzone de kennisgevingen van uitbraken van het jaar waarin het onderzoek heeft plaatsgevonden. Het kennisgevingsnummer van de uitbraak hoeft niet te worden vermeld wanneer de bevoegde autoriteit heeft besloten dat het een van de in artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 2, of artikel 16 van Verordening (EU) 2016/2031 bedoelde gevallen betreft. Vermeld in dit geval in kolom 16 (Opmerkingen) de reden voor het niet verstrekken van deze informatie.

DEEL B

1.   Model voor de verslaglegging van de resultaten van op statistische gegevens gebaseerde jaarlijkse onderzoeken

Image 2

2.   Instructies voor het invullen van het model

Indien dit model wordt ingevuld, wordt het model in deel A van deze bijlage niet ingevuld.

Licht de onderliggende aannamen voor de opzet van het onderzoek per plaagorganisme toe. Geef een samenvatting en motivering van:

de doelpopulatie, de epidemiologische eenheid en de inspectie-eenheden;

de opsporingsmethode en de gevoeligheid van de methode;

de risicofactor(en), met vermelding van de risiconiveaus en de dienovereenkomstige relatieve risico’s en aandelen van de waardplantpopulatie.

Kolom 1

:

vermeld de naam van het geografische gebied, het uitbraaknummer of alle informatie waarmee dit afgebakende gebied kan worden geïdentificeerd, en de datum van instelling.

Kolom 2

:

vermeld de omvang van het afgebakende gebied voor aanvang van het onderzoek.

Kolom 3

:

vermeld de omvang van het afgebakende gebied na het onderzoek.

Kolom 4

:

vermeld de aanpak: inperking (C). Voeg zo veel rijen toe als nodig, afhankelijk van het aantal afgebakende gebieden per plaagorganisme en de aanpak die in deze gebieden wordt gehanteerd.

Kolom 5

:

vermeld de zone van het afgebakende gebied waar het onderzoek is uitgevoerd, met zoveel rijen als nodig: besmette zone of bufferzone, in afzonderlijke rijen. Vermeld, indien van toepassing, in afzonderlijke rijen het gebied van de besmette zone waar het onderzoek is uitgevoerd (bv. de laatste 20 km aangrenzend aan de bufferzone, rond kwekerijen enz.).

Kolom 6

:

vermeld het aantal en de beschrijving van de onderzoeklocaties, door een van de volgende vermeldingen te kiezen:

1.

in de open lucht (productiegebied): 1.1. veld (landbouwgrond, weidegrond); 1.2. boomgaard/wijngaard; 1.3. kwekerij; 1.4. bos;

2.

in de open lucht (overig): 2.1. privétuinen; 2.2. openbare locaties; 2.3. beschermd gebied; 2.4. wilde planten in ander dan beschermd gebied; 2.5. andere locatie, met specificatie van het specifieke geval (bv. tuincentrum, commerciële locatie waar verpakkingsmateriaal van hout wordt gebruikt, houtindustrie, waterrijk natuurgebied, irrigatie- en drainagenetwerk enz.);

3.

besloten omgeving: 3.1. kas; 3.2. privéterrein anders dan een kas; 3.3. openbare locatie anders dan een kas; 3.4. andere locatie, met specificatie van het specifieke geval (bv. tuincentrum, commerciële locatie waar verpakkingsmateriaal van hout wordt gebruikt, houtindustrie).

Kolom 7

:

vermeld de maanden van het jaar waarin de onderzoeken zijn uitgevoerd.

Kolom 8

:

vermeld de gekozen doelpopulatie, met de dienovereenkomstige lijst van waardsoorten/-genera en het bestreken gebied. De doelpopulatie wordt omschreven als het geheel van inspectie-eenheden. De omvang daarvan wordt voor landbouwgebieden gewoonlijk in hectaren omschreven, maar kan ook in percelen, velden, kassen enz. worden uitgedrukt. Motiveer de gemaakte keuze in de onderliggende aannames. Vermeld de onderzochte inspectie-eenheden. Onder “inspectie-eenheid” wordt verstaan: planten, delen van planten, producten, materialen, vectoren die zijn onderzocht om de plaagorganismen te identificeren en op te sporen.

Kolom 9

:

vermeld de onderzochte epidemiologische eenheden, met vermelding van de beschrijving en de meeteenheid. Onder “epidemiologische eenheid” wordt verstaan: een homogeen gebied waar de interacties tussen het plaagorganisme, de waardplanten en de abiotische en biotische factoren en omstandigheden tot dezelfde epidemiologie zou leiden als het plaagorganisme aanwezig is. Epidemiologische eenheden zijn een onderverdeling van de doelpopulatie die, wat de epidemiologie betreft, homogeen zijn en die ten minste één waardplant omvatten. In sommige gevallen kan de volledige waardpopulatie in een regio/gebied/land als epidemiologische eenheid worden gedefinieerd. Een epidemiologische eenheid kan een NUTS-regio (nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek), stedelijk gebied, bos, rozentuin of landbouwbedrijf zijn, of een gebied dat uit een bepaald aantal hectaren bestaat. De keuze van de epidemiologische eenheden moet in de onderliggende aannames worden verantwoord.

Kolom 10

:

vermeld de bij het onderzoek gebruikte methoden en het aantal activiteiten voor elk geval, afhankelijk van de specifieke wettelijke voorschriften voor elk plaagorganisme. Geef met “n.v.t.” aan wanneer de gegevens van een bepaalde kolom niet beschikbaar zijn.

Kolom 11

:

geef een schatting van de doeltreffendheid van de monsterneming. Onder “doeltreffendheid van de monsterneming” wordt verstaan: de waarschijnlijkheid dat van een besmette plant de besmette delen worden geselecteerd. Voor vectoren wordt gekeken naar de doeltreffendheid van de methode voor het vangen van een positieve vector wanneer deze in het onderzoeksgebied aanwezig is. Voor de bodem wordt gekeken naar de doeltreffendheid van het selecteren van een bodemmonster dat het plaagorganisme bevat, wanneer het plaagorganisme in het onderzoeksgebied aanwezig is.

Kolom 12

:

onder “gevoeligheid van de methode” wordt verstaan: de waarschijnlijkheid dat de aanwezigheid van een plaagorganisme correct met een methode wordt aangetoond. De gevoeligheid van de methode wordt omschreven als de waarschijnlijkheid dat een daadwerkelijk positieve waard een positief testresultaat geeft. De doeltreffendheid van de monsterneming (d.w.z. de waarschijnlijkheid dat van een besmette plant de besmette delen worden geselecteerd) wordt vermenigvuldigd met de diagnostische gevoeligheid (die wordt gekenmerkt door de visuele inspectie en/of de laboratoriumtest die tijdens het identificatieproces wordt gebruikt).

Kolom 13

:

vermeld de risicofactoren in afzonderlijke rijen en voeg zoveel rijen toe als nodig. Vermeld voor elke risicofactor het risiconiveau, het overeenkomstige relatieve risico en het aandeel van de waardpopulatie.

Kolom B

:

vermeld de bijzonderheden van het onderzoek, afhankelijk van de specifieke wettelijke voorschriften voor elk plaagorganisme. Geef met “n.v.t.” aan wanneer de gegevens van een bepaalde kolom niet van toepassing zijn. De in deze kolommen te verstrekken informatie houdt verband met de informatie in kolom 10 “Opsporingsmethode”.

Kolom 18

:

vermeld het aantal locaties met vallen indien dit aantal verschilt van het aantal vallen (kolom 17) (dezelfde val kan bv. op verschillende plaatsen worden gebruikt).

Kolom 21

:

vermeld het aantal positieve, negatieve monsters en het aantal monsters met als resultaat niet-bekend. Onder “niet bekend” wordt verstaan: de geanalyseerde monsters waarvan om verschillende redenen geen resultaat kon worden bepaald (bv. onder het detectieniveau, niet-geïdentificeerd of onverwerkt monster, oud monster).

Kolom 22

:

vermeld de kennisgevingen van uitbraken van het jaar waarin het onderzoek heeft plaatsgevonden. Het kennisgevingsnummer van de uitbraak hoeft niet te worden vermeld wanneer de bevoegde autoriteit heeft besloten dat het een van de in artikel 14, lid 2, artikel 15, lid 2, of artikel 16 van Verordening (EU) 2016/2031 bedoelde gevallen betreft. Vermeld in dit geval in kolom 25 (Opmerkingen) de reden voor het niet verstrekken van deze informatie.

Kolom 23

:

vermeld de gevoeligheid van het onderzoek zoals omschreven in de internationale norm voor fytosanitaire maatregelen (International Standard for Phytosanitary Measures, ISPM) 31. Deze waarde betreffende het behaalde betrouwbaarheidsniveau van de afwezigheid van plaagorganismen wordt berekend op basis van de uitgevoerde onderzoeken (en/of monsternemingen) waarbij de gevoeligheid van de methode en aangenomen prevalentie vaststaan.

Kolom 24

:

vermeld de aangenomen prevalentie op basis van een aan het onderzoek voorafgaande raming van de vermoedelijke daadwerkelijke prevalentie van het plaagorganisme in de praktijk. De aangenomen prevalentie wordt als doel van het onderzoek vastgesteld en komt overeen met de afweging die de risicomanagers maken tussen het risico dat het plaagorganisme aanwezig is, en de middelen die voor het onderzoek beschikbaar zijn. Voor een opsporingsonderzoek wordt gewoonlijk een waarde van 1 % vastgelegd.


Top