Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018D2047

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/2047 van de Commissie van 20 december 2018 betreffende de gelijkwaardigheid van het wettelijk en toezichtkader dat van toepassing is op effectenbeurzen in Zwitserland in overeenstemming met Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst.)

    PB L 327 van 21.12.2018, p. 77–83 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/2019

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2018/2047/oj

    21.12.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 327/77


    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/2047 VAN DE COMMISSIE

    van 20 december 2018

    betreffende de gelijkwaardigheid van het wettelijk en toezichtkader dat van toepassing is op effectenbeurzen in Zwitserland in overeenstemming met Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (1), en met name artikel 25, lid 4, onder a),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Artikel 23, lid 1, van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad (2) vereist dat beleggingsondernemingen ervoor zorgen dat de transacties die zij verrichten in aandelen die tot de handel op gereglementeerde markten zijn toegelaten of op handelsplatforms worden verhandeld, plaatsvinden op gereglementeerde markten, multilaterale handelsfaciliteiten (MTF's) of beleggingsondernemingen met systematische interne afhandeling (MTF's) of handelsplatforms in derde landen die door de Commissie overeenkomstig artikel 25, lid 4, onder a), van Richtlijn 2014/65/EU als gelijkwaardig zijn beoordeeld.

    (2)

    Artikel 23, lid 1, van Verordening (EU) nr. 600/2014 is alleen van toepassing op een handelsverplichting met betrekking tot aandelen. De handelsverplichting omvat geen andere eigenvermogensinstrumenten, zoals certificaten van aandelen, beursverhandelde fondsen (exchange-traded funds, ETF's), certificaten en andere vergelijkbare financiële instrumenten.

    (3)

    De in artikel 25, lid 4, onder a), van Richtlijn 2014/65/EU vervatte gelijkwaardigheidsprocedure voor in derde landen gevestigde handelsplatforms heeft tot doel beleggingsondernemingen in staat te stellen aandelen die aan de handelsverplichting in de Unie onderworpen zijn, te verhandelen op als gelijkwaardig erkende handelsplatforms in derde landen. Op verzoek van de bevoegde autoriteit van een lidstaat moet de Commissie beoordelen of het wettelijk en toezichtkader van een derde land garandeert dat een handelsplatform waaraan in dat derde land vergunning is verleend, voldoet aan wettelijk bindende vereisten die gelijkwaardig zijn aan de vereisten die voortvloeien uit Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad (3), uit titel III van Richtlijn 2014/65/EU, uit titel II van Verordening (EU) nr. 600/2014 en uit Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad (4), en die in dat derde land aan effectief toezicht en effectieve handhaving zijn onderworpen. Dit moet worden gelezen in het licht van de doelstellingen van die handeling, met name haar bijdrage tot de instelling en de werking van de interne markt, de integriteit van de markt, de bescherming van investeerders en tot slot, maar daarom niet minder belangrijk, de financiële stabiliteit. Op 30 juli 2018 heeft de Duitse financiële toezichthouder gevraagd dat de Commissie haar beoordeling van het Zwitserse wettelijk en toezichtkader hernieuwt en een gelijkwaardigheidsbesluit voor de Zwitserse effectenbeurzen vaststelt.

    (4)

    In overeenstemming met artikel 25, lid 4, onder a), vierde alinea, van Richtlijn 2014/65/EU kan een wettelijk en toezichtkader van een derde land als gelijkwaardig worden beschouwd indien dat kader ten minste voldoet aan de volgende voorwaarden: a) de markten zijn voortdurend onderworpen aan vergunningverlening en aan effectief toezicht en effectieve handhaving; b) er zijn duidelijke en transparante regels inzake de toelating van effecten tot de handel vastgesteld, zodat deze effecten op een eerlijke, ordelijke en efficiënte wijze kunnen worden verhandeld en vrij verhandelbaar zijn; c) emittenten van effecten moeten onderworpen zijn aan periodieke en voortdurende informatievereisten die een hoog niveau van beleggersbescherming waarborgen, en d) markttransparantie en -integriteit moeten worden gewaarborgd door marktmisbruik in de vorm van handel met voorwetenschap en marktmanipulatie te voorkomen.

    (5)

    Deze gelijkwaardigheidsbeoordeling heeft onder meer tot doel na te gaan of de wettelijk bindende vereisten die in Zwitserland van toepassing zijn op effectenbeurzen die daar zijn gevestigd en vergunning hebben gekregen onder toezicht van de Zwitserse toezichthoudende autoriteit voor de financiële markten („FINMA”) gelijkwaardig zijn aan de vereisten die voortvloeien uit Verordening (EU) nr. 596/2014, uit titel III van Richtlijn 2014/65/EU, uit titel II van Verordening (EU) nr. 600/2014 en uit Richtlijn 2004/109/EG, en of de effectenbeurzen onderworpen zijn aan effectief toezicht en effectieve handhaving in dat derde land.

    (6)

    Artikel 26, onder b), van de federale wet betreffende de infrastructuren van de financiële markten en het marktgedrag bij de handel in effecten en derivaten („Wet financiële marktinfrastructuur”, „FMIA”), definieert een effectenbeurs als een instelling voor multilaterale effectenhandel waar effecten genoteerd staan, die tot doel heeft de gelijktijdige uitwisseling van prijsopgaven tussen meerdere deelnemers en het sluiten van contracten op basis van niet-discretionaire regels. Een effectenbeurs geniet geen discretionaire bevoegdheid over de wijze waarop zij transacties uitvoert en mag niet voor eigen rekening handelen of aan matched principal trading deelnemen. Bovendien moet een effectenbeurs deelnemers onpartijdige en niet-discriminerende toegang tot haar markten en diensten aanbieden. Te dien einde is een effectenbeurs verplicht regels in werking te stellen die voorschrijven op welke wijze een effectenhandelaar of andere onder toezicht van FINMA staande partijen, alsmede buitenlandse deelnemers die daartoe door FINMA vergunning hebben verkregen, deelnemerschap kunnen aanvragen. Ingevolge artikel 27, lid 4, FMIA juncto artikel 25, lid 1, van de Ordonnantie betreffende de infrastructuren van de financiële markten en het marktgedrag bij de handel in effecten en derivaten („Ordonnantie financiële marktinfrastructuur”, „FMIO”) is FINMA belast met de evaluatie en goedkeuring van de regelgeving en de wijzigingen daarvan betreffende de toelating, taken en uitsluiting van deelnemers in verband met een effectenbeurs. Een effectenbeurs moet het lidmaatschap weigeren aan een deelnemer die geen vergunning heeft gekregen van FINMA en kan het lidmaatschap weigeren aan elke deelnemer die onderworpen is aan een wettelijke diskwalificatie.

    (7)

    De vier voorwaarden vervat in artikel 25, lid 4, onder a), vierde alinea, van Richtlijn 2014/65/EU moeten vervuld zijn om vast te stellen dat de wettelijke en toezichtregelingen van een derde land met betrekking tot de aldaar vergunninghoudende handelsplatforms gelijkwaardig zijn aan die van Richtlijn 2014/65/EU.

    (8)

    Volgens de eerste voorwaarde moeten handelsplatforms in derde landen voortdurend onderworpen zijn aan vergunningverlening en effectief toezicht en effectieve handhaving.

    (9)

    Een effectenbeurs moet van FINMA een vergunning krijgen voordat deze operationeel kan worden. Ingevolge de artikelen 4 en 5 van de FMIA verleent FINMA vergunning als zij oordeelt dat aan de toepasselijke voorwaarden en vereisten ten aanzien van de aanvrager is voldaan. De vergunningsvereisten zijn vervat in de FMIA en de bijbehorende ordonnanties die van kracht zijn. De FMIA vereist dat een effectenbeurs regelingen in werking heeft gesteld om alle vormen van handelingen en activiteiten aan te pakken die een kandidaat wil verrichten. Overeenkomstig artikel 27, lid 1, van de FMIA moet een effectenbeurs onder toezicht van FINMA haar eigen regelgevende en toezichthoudende organisatie instellen die geschikt is voor haar activiteiten. Met goedkeuring van FINMA wordt de zelfregulering van de effectenbeurs bindend en afdwingbaar. Overeenkomstig artikel 27 van de FMIA juncto artikel 24, lid 1, van de FMIO vereist een geschikte regelgevende en toezichthoudende organisatie de oprichting van een orgaan dat regelgevende taken vervult, een toezichthoudend orgaan voor de handel, een orgaan dat verantwoordelijk is voor de toelating van effecten tot de handel en een beroepsinstantie. Deze organen moeten organisatorisch en met betrekking tot het personeel onafhankelijk zijn van de bedrijfsvoering van de effectenbeurs. In het kader van de zelfregulerende en toezichthoudende organisatie monitort en handhaaft het desbetreffende verantwoordelijke orgaan de naleving van de regels en voorschriften van de effectenbeurs door de deelnemers aan de effectenbeurs.

    (10)

    Verder vereist artikel 18 van de FMIA dat effectenbeurzen deelnemers en marktmakers niet-discriminerende en open toegang verlenen. FINMA zorgt er zowel tijdens het vergunningsproces als doorlopend voor dat de beursregels aan dit vereiste voldoen (zie de artikelen 3 tot en met 5 van het SSX-Reglement in samenhang met SSX-richtlijn 1 en de artikelen 3 tot en met 5 van het BX Swiss-Reglement). Het weigeren van toegang is alleen toegestaan om redenen van veiligheid en efficiëntie en onder voorbehoud van een strenge evenredigheidstoets (artikel 18 FMIA, artikel 17 FMIO). Aanvragers aan wie de toegang is ontzegd, kunnen in beroep gaan bij een onafhankelijke beroepscommissie (artikel 8 van het SSX-Reglement en artikel 15 van het BX Swiss-Reglement). De naleving door de beurzen van artikel 18 FMIA en artikel 17 FMIO is onderworpen aan het toezicht van FINMA. De vaststelling van regels en wijzigingen daarvan vereisen de voorafgaande goedkeuring van FINMA, de uitvoering ervan kan worden gecontroleerd door personeel van FINMA, audits, verzoeken om informatie of remediërende maatregelen ingevolge de artikelen 24 e. v. van de federale wet betreffende de Zwitserse toezichthoudende autoriteit voor de financiële markten („wet toezicht financiële markten”, „FINMASA”).

    (11)

    Wat effectief toezicht betreft, vormen de FINMASA, de federale wet inzake effectenbeurzen en effectenhandel („wet effectenbeurs”, „SESTA”) en de FMIA de belangrijkste primaire wetgeving die een wettelijk afdwingbare regeling voor de handel in effecten in Zwitserland invoert. De FINMASA, de SESTA en de FMIA verlenen FINMA ruime bevoegdheden voor alle aspecten van de effectenbranche, waaronder de bevoegdheid om effectenhandelaren, centrale tegenpartijen, centrale effectenbewaarinstellingen, transactieregisters en betalingssystemen vergunning te verlenen en er toezicht op te houden. De FMIA en de FMIO identificeren ook bepaalde soorten gedragingen op de markten en verbieden deze en verlenen FINMA disciplinaire bevoegdheden ten aanzien van gereglementeerde entiteiten en daarmee verbonden personen. Op grond van artikel 29 van de FINMASA heeft FINMA omvattende toegang tot alle relevante informatie van alle onder toezicht staande personen en entiteiten, hun auditkantoren en auditors. Volgens het Zwitserse kader zijn effectenbeurzen in de eerste plaats verantwoordelijk voor het vaststellen van de regels waaronder hun deelnemers activiteiten uitoefenen en voor de monitoring van de manieren waarop hun deelnemers activiteiten uitoefenen. FINMA monitort de voorschriften van de effectenbeurzen rechtstreeks om ervoor te zorgen dat deze in lijn zijn met het wettelijk kader. Alle voorschriften en wijzigingen daarvan moeten ter goedkeuring aan FINMA worden voorgelegd (artikel 27, lid 4, FMIA). De onderzoeken door FINMA worden op gang gebracht hetzij door meldingen van potentiële inbreuken op de wet die door effectenbeurzen aan FINMA worden gedaan, hetzij op basis van haar eigen vermoedens.

    (12)

    Zodra een effectenbeurs een vergunning heeft gekregen, monitort FINMA doorlopend of deze blijft voldoen aan de voorwaarden en verplichtingen die verbonden zijn aan de vergunning (artikel 83 FMIA). Een effectenbeurs is wettelijk verplicht om FINMA in kennis te stellen van alle wijzigingen in de omstandigheden waarop haar vergunning of goedkeuring oorspronkelijk gebaseerd was. Als de wijzigingen materieel zijn, moet de financiëlemarktinfrastructuur vooraf vergunning of goedkeuring krijgen van FINMA om haar activiteiten voort te zetten (artikel 7 FMIA). Belangrijkste vereisten zijn het voldoen aan organisatorische vereisten; het bestaan en de effectiviteit van het interne controlesysteem; de geschiktheid van IT-systemen, en goede bedrijfsvoering. Het toezicht van FINMA, met inbegrip van haar taken op het gebied van handelstoezicht en sanctionering, strekt zich uit tot alle organen van de effectenbeurs. Ingevolge artikel 24, artikel 24 bis van de FINMASA, kan FINMA rechtstreeks of onrechtstreeks via auditbedrijven met een licentie al dan niet ter plaatse audits uitvoeren. De artikelen 27, 30 en 34 van de FMIA vereisen ook dat alle effectenbeurzen met een vergunning de naleving door hun emittenten, deelnemers en met hun deelnemers verbonden personen kunnen handhaven van de bepalingen van de FMIA en FMIO, de bijbehorende wetten en voorschriften en hun eigen regels en voorschriften. In het kader van haar taak om de naleving door haar leden te handhaven, is de effectenbeurs verantwoordelijk voor het onderzoeken en disciplineren van alle inbreuken op de toepasselijke wetten en regels.

    (13)

    Wat de effectieve handhaving betreft, beschikt FINMA over een reeks administratieve mechanismen om haar bevoegdheden en autoriteit te handhaven. Indien inbreuken op de wet of onregelmatigheden worden vastgesteld, neemt FINMA de nodige corrigerende maatregelen, die administratieve handhavingsprocedures kunnen omvatten. Met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel legt FINMA de maatregelen op die zij het meest geschikt acht om naleving van de wet te waarborgen. Tot de beschikbare maatregelen behoren berispingen, specifieke instructies om de wet opnieuw te doen naleven, verbodsbepalingen voor personen in de uitoefening van hun beroep, verbodsbepalingen voor handelaars die zakendoen en intrekking van licenties. FINMA kan ook onrechtmatig gegenereerde winsten of onrechtmatig vermeden verliezen in beslag nemen en de publicatie van een definitieve en bindende uitspraak gelasten. Om ervoor te zorgen dat een effectenbeurs weer voldoet aan de toepasselijke bepalingen, kan FINMA haar administratieve bevoegdheden ook aanwenden voor het verwijderen van bestuursleden of personeelsleden ten aanzien van wie twijfel bestaat over de onberispelijkheid van hun zakelijk handelen. De eigen administratieve mechanismen van FINMA worden ondersteund door bepalingen inzake strafrechtelijke sancties in verband met de in hoofdstuk 4 van FINMASA beschreven strafbare feiten. Bepalingen inzake strafrechtelijke sancties zijn ook opgenomen in de artikelen 147 e. v. van de FMIA en de artikelen 42 bis en 43 van de SESTA. FINMA draagt deze zaken over aan de bevoegde vervolgingsautoriteiten. FINMA en de bevoegde vervolgingsautoriteit coördineren hun onderzoek, voor zover dit praktisch uitvoerbaar en noodzakelijk is. In het algemeen vervolgt en berecht de Federale Overheidsdienst Juridische Zaken van Financiën schendingen van de strafrechtelijke bepalingen van FINMASA en van de wetten inzake de financiële markten. Het federaal openbaar ministerie is echter bevoegd voor de vervolging van misdrijven inzake handel met voorkennis en prijsmanipulatie op grond van de FMIA.

    (14)

    Derhalve kan worden geconcludeerd dat Zwitserse effectenbeurzen voortdurend onderworpen zijn aan vergunningverlening en aan effectief toezicht en effectieve handhaving.

    (15)

    Volgens de tweede voorwaarde moeten handelsplatforms in derde landen over duidelijke en transparante regels beschikken voor de toelating van effecten tot de handel, zodat die effecten op een eerlijke, ordentelijke en efficiënte wijze kunnen worden verhandeld en vrij verhandelbaar zijn.

    (16)

    De Zwitserse wetgeving vereist dat effectenbeurzen voorschriften uitvaardigen inzake de toelating van effecten tot de handel (artikelen 35 en 36 FMIA). Deze voorschriften moeten door FINMA worden goedgekeurd. De voorschriften houden rekening met erkende internationale normen en bevatten met name bepalingen inzake de verhandelbaarheid van effecten; de publicatie van informatie waarop beleggers zich baseren om de kenmerken van effecten en de kwaliteit van de emittent te beoordelen; de taken van de emittent, zijn vertegenwoordigers en derden voor de hele duur van de notering of toelating van effecten tot de handel; de verplichting om, met betrekking tot de toelating van gewone aandelen, te voldoen aan de artikelen 7 en 81 van de federale wet van 16 december 2005 betreffende het verlenen van licenties aan en het toezicht op auditors. De toelating tot de handel van effecten en de notering, een gekwalificeerde vorm van een toelating tot de handel, van effecten op effectenbeurzen worden hoofdzakelijk geregeld door de noteringsregels en de aanvullende regels voor notering en toelating tot de handel. De effectenbeurs evalueert de door de emittent ingediende aanvraag voor elk effect en gaat na of alle relevante vereisten zijn vervuld. Voor elke aanvraag maakt de effectenbeurs een schriftelijk besluit bekend. De informatie over een toelatingsbesluit is publiek beschikbaar. Met de notering van een effect is de emittent onderworpen aan instandhoudingsverplichtingen met betrekking tot periodieke rapportageverplichtingen zoals bijvoorbeeld verplichtingen inzake financiële verslaggeving en corporate governance, maar ook op gebeurtenissen gebaseerde rapportageverplichtingen zoals regelmatige rapportageverplichtingen, openbaarmaking van managementtransacties en publiciteit ad hoc. Overeenkomstig artikel 35, lid 3, van de FMIA monitort de effectenbeurs de naleving van deze regels door de emittent en legt zij de contractueel overeengekomen sancties op bij schendingen. Volgens artikel 33, lid 1, van de FMIO garandeert een effectenbeurs dat alle tot de handel toegelaten effecten en alle genoteerde effecten op een eerlijke, efficiënte en ordelijke manier kunnen worden verhandeld. Wat gewone aandelen betreft, voorzien de noteringsregels in vereisten inzake vrije verhandelbaarheid om ervoor te zorgen dat dergelijke effecten efficiënt kunnen worden verhandeld. De onafhankelijke organen van de effectenbeurs kunnen de handel in effecten tijdelijk opschorten als ongewone omstandigheden, en met name de inbreuk op belangrijke openbaarmakingsverplichtingen door de emittent, erop wijzen dat een dergelijke opschorting raadzaam is. Zij kunnen de notering van effecten annuleren als er ernstige twijfel bestaat over de solvabiliteit van de emittent, of als er reeds een insolventie- of liquidatieprocedure is ingeleid. FINMA kan een effectenbeurs ook dwingen om de handel in een bepaald effect op te schorten door gebruik te maken van haar bevoegdheden op grond van artikel 31 van de FINMASA om de bepalingen van de FMIA weer te doen naleven of tegen andere onregelmatigheden op te treden.

    (17)

    Het Zwitserse regelgevingskader omvat vereisten voor het verstrekken van informatie vóór de handel aan marktdeelnemers. Transparantie vóór de handel vindt haar rechtsgrondslag in artikel 29, lid 1, van de FMIA, dat bepaalt dat de effectenbeurs de vijf beste bied- en laatprijzen voor elk aandeel en andere effecten alsmede de omvang van de handelsposities tegen deze prijzen realtime publiceert. Hetzelfde geldt ook voor tot actie aanleiding gevende blijken van belangstelling (artikel 27, lid 3, van de FMIO). Er zijn vrijstellingen mogelijk voor referentieprijssystemen, systemen die alleen bestaan om reeds overeengekomen transacties te formaliseren, orders die in een faciliteit voor orderadministratie van de effectenbeurs worden gehouden in afwachting van openbaarmaking en orders die een grote omvang hebben in vergelijking met de normale marktomvang. Het Zwitserse regelgevingskader omvat ook vereisten voor het verstrekken van informatie na de handel. Transparantie na de handel vindt zijn grondslag in artikel 29, lid 2, van de FMIA, dat bepaalt dat de effectenbeurs onmiddellijk informatie publiceert over de transacties die op en buiten de beurs plaatsvinden voor alle tot de handel toegelaten effecten. Met name moeten de prijs, het volume en het tijdstip van de transacties worden bekendgemaakt. Voor transparantie na de handel gelden dezelfde vrijstellingen als voor transparantie vóór de handel. Ook informatie over bepaalde atypische transacties wordt onverwijld gepubliceerd. De diensten voor het verstrekken van gegevens vóór en na de handel zijn volledig transparant en worden op niet-discriminerende basis aan alle deelnemers aan de beurs aangeboden. Met vertraging verstrekte gegevens zijn gratis beschikbaar voor alle gebruikers.

    (18)

    Derhalve kan worden geconcludeerd dat de Zwitserse effectenbeurzen duidelijke en transparante regels hebben voor de toelating van effecten tot de handel, zodat die effecten op een eerlijke, ordentelijke en efficiënte wijze kunnen worden verhandeld en vrij verhandelbaar zijn.

    (19)

    Volgens de derde voorwaarde moeten emittenten van effecten onderworpen zijn aan vereisten inzake periodieke en voortdurende informatieverstrekking die een hoog niveau van bescherming van de beleggers waarborgen.

    (20)

    In de voorschriften van de effectenbeurzen betreffende de toelating tot de handel moet vervat zijn welke informatie moet worden gepubliceerd om beleggers in staat te stellen de kenmerken van de effecten en de kwaliteit van de emittent te beoordelen teneinde een hoog niveau van beleggersbescherming te waarborgen. Emittenten waarvan de effecten zijn toegelaten tot de handel op een Zwitserse effectenbeurs zijn verplicht tot het publiceren van jaarlijkse en tussentijdse financiële verslagen. De uitgevende instelling moet haar jaarrekening beschikbaar stellen op haar website. Effecten die tot de handel op een Zwitserse effectenbeurs zijn toegelaten, kunnen ook op een ander platform worden verhandeld. De rapportageverplichting die op dergelijke rapporterende emittenten van toepassing is, geldt ongeacht op welk platform de afzonderlijke transacties plaatsvinden. De openbaarmaking van omvattende en tijdige informatie over emittenten van effecten stelt beleggers in staat de bedrijfsprestaties van emittenten te beoordelen en zorgt voor passende transparantie voor beleggers via een regelmatige stroom van informatie.

    (21)

    Bijgevolg kan worden geconcludeerd dat emittenten waarvan de effecten zijn toegelaten tot de Zwitserse effectenbeurzen onderworpen zijn aan periodieke en doorlopende informatievereisten die een hoog niveau van beleggersbescherming waarborgen.

    (22)

    Volgens de vierde voorwaarde moet het wettelijk en toezichtkader van het derde land transparantie en integriteit van de markt waarborgen door marktmisbruik in de vorm van handel met voorwetenschap en marktmanipulatie te voorkomen.

    (23)

    De artikelen 142 en 143 FMIA verbieden handel met voorkennis en marktmanipulatie door enige persoon. Bovendien vormen, onder de voorwaarden van de artikelen 154 en 155 FMIA, de exploitatie of poging tot exploitatie van voorwetenschap en prijsmanipulatie misdrijven. De effectenbeurs moet voorschriften uitvaardigen met betrekking tot de openbaarmaking van voorwetenschap door emittenten. Op grond van de noteringsregels van een effectenbeurs moet de emittent de markt in kennis stellen van alle koersgevoelige feiten die zich in zijn activiteitsgebied hebben voorgedaan of zich zullen voordoen, zodra hij daarvan kennis krijgt. Prijsgevoelige feiten zijn feiten die een significante wijziging in de marktprijzen kunnen teweegbrengen. Openbaarmaking moet zodanig geschieden dat alle marktdeelnemers gelijk worden behandeld. Voorts zijn de Zwitserse effectenbeurzen op grond van artikel 31, lid 1, FMIA verplicht om de koersvorming en de beurstransacties te monitoren teneinde handel met voorkennis, prijs- en marktmanipulatie en andere inbreuken op wet- en regelgeving op te sporen. Te dien einde moet een effectenbeurs ook transacties evalueren die buiten het handelsplatform worden uitgevoerd en die eraan worden gerapporteerd of op een andere wijze onder de aandacht ervan worden gebracht (artikel 31, lid 1, FMIA). Deze toezichttaak moet worden uitgevoerd door een onafhankelijk orgaan van de effectenbeurs. Emittenten moeten op basis van hun informatieverplichting FINMA op verzoek een lijst van ingewijden kunnen verstrekken, met inbegrip van alle bijkomende informatie en documenten die FINMA nodig heeft om haar taken uit te voeren (artikel 29, lid 1, FINMASA in samenhang met artikel 145 FMIA). Een effectenbeurs moet FINMA op de hoogte brengen van vermoedelijke overtredingen van de wet of andere onregelmatigheden. Indien er bij de inbreuken in kwestie sprake is van strafbare feiten, moet zij ook de bevoegde vervolgingsautoriteit hiervan onverwijld in kennis stellen (artikel 31, lid 2, FMIA). FINMA onderzoekt informatie over overtredingen van de wet die van effectenbeurzen wordt ontvangen, alsook op basis van haar eigen marktmonitoring met het oog op de handhaving van de bepalingen van de toezichtwet die marktmisbruik verbieden.

    (24)

    Derhalve kan worden geconcludeerd dat het Zwitserse wettelijk en toezichtkader de transparantie en integriteit van de markt waarborgt door marktmisbruik in de vorm van handel met voorwetenschap en marktmanipulatie te voorkomen.

    (25)

    Derhalve kan verder worden geconcludeerd dat het wettelijk en toezichtkader voor effectenbeurzen zoals vervat in de bijlage bij dit besluit en die in Zwitserland onder toezicht van de FINMA geëxploiteerd worden, voldoet aan de vier bovengenoemde voorwaarden voor wettelijke en toezichtregelingen en derhalve moet worden geacht te voorzien in een systeem dat gelijkwaardig is aan de vereisten voor handelsplatforms die zijn vastgesteld in Richtlijn 2014/65/EU, Verordening (EU) nr. 600/2014, Verordening (EU) nr. 596/2014 en Richtlijn 2004/109/EG.

    (26)

    Aangezien een significant aantal aandelen die worden uitgegeven en tot de handel in Zwitserland zijn toegelaten, ook op handelsplatforms in de Unie worden verhandeld, is het aangewezen ervoor te zorgen dat alle beleggingsondernemingen die onderworpen zijn aan de handelsverplichting als vervat in artikel 23, lid 1, van Verordening (EU) nr. 600/2014 de mogelijkheid behouden om transacties te verrichten in aandelen die zijn toegelaten tot de handel op de Zwitserse beurzen waar hun primaire liquiditeit zich bevindt. Aangezien de primaire liquiditeit van aandelen die tot de handel op de Zwitserse beurzen zijn toegelaten zich op deze beurzen bevindt, zou de erkenning van het wettelijk en toezichtkader van Zwitserland beleggingsondernemingen in staat te stellen om aandelen te verhandelen die tot de handel in Zwitserland op Zwitserse beurzen zijn toegelaten en om hun verplichting tot optimale uitvoering van orders ten aanzien van hun cliënten na te komen.

    (27)

    De handel van de Unie in een groot aantal aandelen die op de Zwitserse beurzen zijn toegelaten, komt over het geheel genomen zo frequent voor dat beleggingsondernemingen in de Unie geen gebruik konden maken van de in artikel 23, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 600/2014 vervatte uitzondering. Dit houdt in dat de handelsverplichting vervat in artikel 23, lid 1, van Verordening (EU) nr. 600/2014 van toepassing zou zijn op een significant aantal tot de handel in Zwitserland toegelaten aandelen.

    (28)

    Dit besluit moet worden aangevuld met samenwerkingsregelingen om te zorgen voor de effectieve uitwisseling van informatie en coördinatie van toezichtactiviteiten tussen de nationale bevoegde autoriteiten en FINMA.

    (29)

    Dit besluit is gebaseerd op de wettelijk bindende vereisten die op het tijdstip van de vaststelling van dit besluit op de Zwitserse effectenbeurzen van toepassing zijn. De Commissie moet de ontwikkeling van de wettelijke en toezichtregelingen voor Zwitserse effectenbeurzen en de inachtneming van de voorwaarden op basis waarvan dit besluit is genomen regelmatig blijven monitoren.

    (30)

    Dit besluit houdt ook rekening met de conclusies van de Raad van 28 februari 2017 op grond waarvan een basisvoorwaarde voor verdere ontwikkeling van de sectorale aanpak met Zwitserland de vaststelling blijft van een gemeenschappelijk institutioneel kader voor bestaande en toekomstige akkoorden via welke Zwitserland deelneemt aan de eengemaakte markt van de Unie. Bij haar besluit over de verlenging van de toepasselijkheid van dit besluit heeft de Commissie rekening gehouden met de huidige stand van zaken betreffende de voortgang met de ondertekening van een overeenkomst tot vaststelling van dat gemeenschappelijk institutioneel kader. De onderhandelaars van de EU en Zwitserland hebben overeenstemming bereikt over een volledig ontwerp van de overeenkomst. De Zwitserse Bondsraad heeft nota genomen van deze overeenkomst en heeft besloten een fase van binnenlandse raadplegingen in te leiden die tot het voorjaar 2019 zal duren.

    (31)

    De Commissie moet de wettelijke en toezichtregelingen die op effectenbeurzen in Zwitserland van toepassing zijn regelmatig evalueren. Die evaluaties doen geen afbreuk aan de mogelijkheid voor de Commissie om eerder een bepaalde evaluatie uit te voeren, indien relevante ontwikkelingen het nodig maken dat de Commissie een nieuwe beoordeling maakt van de bij dit besluit verleende gelijkwaardigheid. Elke herbeoordeling kan tot de intrekking van dit besluit leiden.

    (32)

    Om de integriteit van de financiële markten in de Unie te garanderen in het licht van, met name, de voortgang in de richting van de totstandbrenging van een gemeenschappelijk institutioneel kader via welk Zwitserland aan de eengemaakte markt van de Unie deelneemt, moet dit besluit aflopen op 30 juni 2019.

    (33)

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2441 van de Commissie (5) betreffende de gelijkwaardigheid van het wettelijk en toezichtkader dat van toepassing is op effectenbeurzen in Zwitserland in overeenstemming met Richtlijn 2014/65/EU verstrijkt op 31 december 2018. Daarom is het nodig dat dit besluit met spoed in werking treedt en dat het van toepassing is vanaf 1 januari 2019.

    (34)

    De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Europees Comité voor het effectenbedrijf,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor de toepassing van artikel 23, lid 1, van Verordening (EU) nr. 600/2014 wordt het wettelijk en toezichtkader dat van toepassing is op effectenbeurzen in Zwitserland vervat in de bijlage bij dit besluit geacht gelijkwaardig te zijn aan de uit Richtlijn 2014/65/EU, Verordening (EU) nr. 600/2014, Verordening (EU) nr. 596/2014 en Richtlijn 2004/109/EG voortvloeiende vereisten en onderworpen te zijn aan effectief toezicht en effectieve handhaving.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2019.

    Het verstrijkt op 30 juni 2019.

    Gedaan te Brussel, 20 december 2018.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349.

    (2)  Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84).

    (3)  Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1).

    (4)  Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38).

    (5)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2441 van de Commissie van 21 december 2017 betreffende de gelijkwaardigheid van het wettelijk en toezichtkader dat van toepassing is op effectenbeurzen in Zwitserland in overeenstemming met Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 344 van 23.12.2017, blz. 52).


    BIJLAGE

    Effectenbeurzen in Zwitserland die als gelijkwaardig worden beschouwd met gereglementeerde markten als gedefinieerd in Richtlijn 2014/65/EU:

    a)

    SIX Swiss Exchange AG

    b)

    BX Swiss AG


    Top