Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017R0295

    Uitvoeringsverordening (EU) 2017/295 van de Commissie van 20 februari 2017 betreffende buitengewone marktondersteuningsmaatregelen voor de sector pluimveevlees in Frankrijk

    C/2017/1058

    PB L 43 van 21.2.2017, p. 196–204 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2017/295/oj

    21.2.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 43/196


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/295 VAN DE COMMISSIE

    van 20 februari 2017

    betreffende buitengewone marktondersteuningsmaatregelen voor de sector pluimveevlees in Frankrijk

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 220, lid 1, onder a),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Tussen 24 november 2015 en 5 augustus 2016 heeft Frankrijk tal van uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5 bevestigd en gemeld. In totaal zijn in het zuidwesten van Frankrijk 81 uitbraken bevestigd. De getroffen soorten zijn eenden, ganzen, legkippen, kalkoenen, fokhoenderen van de soort Gallus domesticus, jonge hanen en kippen, parelhoenders en kwartels.

    (2)

    Frankrijk heeft onmiddellijk en op efficiënte wijze alle noodzakelijke diergezondheids- en veterinaire maatregelen genomen overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG van de Raad (2).

    (3)

    Met name hebben de Franse autoriteiten bestrijdings-, monitoring- en voorzorgsmaatregelen genomen en beschermings- en toezichtsgebieden en verdere beperkingsgebieden ingesteld op grond van de Uitvoeringsbesluiten (EU) 2015/2239 (3), (EU) 2015/2460 (4), (EU) 2016/42 (5), (EU) 2016/237 (6) en (EU) 2016/447 (7) van de Commissie. Om de ziekte te bestrijden en verspreiding ervan te voorkomen hebben de Franse autoriteiten de volgende maatregelen opgelegd:

    a)

    een verbod om eenden en ganzen onder te brengen in bedrijven in het verdere beperkingsgebied en in de beschermings- en toezichtsgebieden die waren ingesteld na de laatste vier uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van 15 juli, 18 juli, 25 juli en 5 augustus 2016. Het verbod om eenden en ganzen onder te brengen in bedrijven in het verdere beperkingsgebied was met name bedoeld om een ruimingsperiode van 16 weken te garanderen;

    b)

    een verbod op verplaatsingen van grote delen van de gevoelige pluimveepopulatie en op de handel in levend pluimvee buiten het verdere beperkingsgebied;

    c)

    langere stilleggingsperioden in bedrijven met ander gevoelig pluimvee dan eenden en ganzen in de beschermings- en toezichtsgebieden en het verdere beperkingsgebied, met inbegrip van de beschermings- en toezichtsgebieden die waren ingesteld na de laatste vier uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van 15 juli, 18 juli, 25 juli en 5 augustus 2016.

    (4)

    Door de toepassing van deze maatregelen zijn de Franse autoriteiten erin geslaagd een einde te maken aan de dreiging. De diergezondheids- en veterinaire maatregelen van de Unie en de lidstaat werden tot en met 15 september 2016 toegepast in alle betrokken bedrijven, behalve in de pluimveebedrijven in de beschermings- en toezichtsgebieden die waren ingesteld na de laatste vier uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van 15 juli, 18 juli, 25 juli en 5 augustus 2016, waar de maatregelen werden toegepast tot en met respectievelijk 25 augustus, 25 september en 3 oktober 2016.

    (5)

    De Franse autoriteiten hebben de Commissie ervan in kennis gesteld dat de noodzakelijke gezondheids- en veterinaire maatregelen die werden genomen om de ziekte in te dammen en uit te roeien, nadelig waren voor een zeer groot aantal marktdeelnemers en dat die marktdeelnemers inkomstenverliezen hebben geleden die niet in aanmerking komen voor een financiële bijdrage van de Unie op grond van Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad (8).

    (6)

    Op 20 april, 20 september en 24 oktober 2016 heeft de Commissie van de Franse autoriteiten formele verzoeken op grond van artikel 220, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 ontvangen tot cofinanciering van bepaalde uitzonderlijke steunmaatregelen.

    (7)

    Als gevolg van de toegepaste diergezondheids- en veterinaire maatregelen was het verboden om vogels onder te brengen in alle eenden- en ganzenbedrijven in het verdere beperkingsgebied en in de beschermings- en toezichtsgebieden die waren ingesteld na de laatste vier uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van 15 juli, 18 juli, 25 juli en 5 augustus 2016. Dit heeft geleid tot verliezen bij de productie van pluimveevlees in deze eenden- en ganzenbedrijven. Het is dan ook passend deze verliezen te compenseren.

    (8)

    Als gevolg van de diergezondheid- en veterinaire maatregelen konden legkippen die aan het einde van hun productiecyclus waren gekomen, en fokhoenderen van de soort Gallus domesticus niet buiten het verdere beperkingsgebied worden vervoerd om in gespecialiseerde slachthuizen te worden geslacht met het oog op de vleesproductie. Dit heeft ertoe geleid dat in slachthuizen of op landbouwbedrijven dieren werden gedood en vernietigd en dat de producenten van legkippen en fokhoenderen van de soort Gallus domesticus die in het verdere beperkingsgebied gevestigd zijn, productieverlies leden. Het is dan ook passend deze verliezen te compenseren.

    (9)

    Als gevolg van de diergezondheids- en veterinaire maatregelen werden de stilleggingsperioden verlengd op bedrijven waar standaardkippen, biologische kippen, „Label Rouge”-kippen of kippen met vrije uitloop, jonge haantjes, „Label Rouge”-parelhoenders en parelhoenders met vrije uitloop, kalkoenen en kwartels werden gehouden en die zich bevonden in de beschermings- en toezichtsgebieden en het verdere beperkingsgebied, met inbegrip van de beschermings- en toezichtsgebieden die waren ingesteld na de laatste vier uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van 15 juli, 18 juli, 25 juli en 5 augustus 2016. Dit heeft in deze bedrijven tot verliezen bij de productie van pluimveevlees geleid. Het is dan ook passend deze verliezen te compenseren.

    (10)

    Als gevolg van de diergezondheids- en veterinaire maatregelen konden levende kippen, legkippen, parelhoenders en kalkoenen niet buiten het verdere beperkingsgebied worden verkocht. Dit heeft geleid tot productieverlies bij de producenten van levende kippen, legkippen, parelhoenders en kalkoenen die in het verdere beperkingsgebied gevestigd zijn. Het is dan ook het passend deze verliezen te compenseren.

    (11)

    Overeenkomstig artikel 220, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 cofinanciert de Unie 50 % van de uitgaven van Frankrijk voor de uitzonderlijke marktondersteuningsmaatregelen. Na doorlichting van het verzoek van Frankrijk moet de Commissie de maximumhoeveelheden vaststellen die per uitzonderlijke marktondersteuningsmaatregel in aanmerking komen voor financiering.

    (12)

    Om overcompensatie te voorkomen, moet het forfaitaire bedrag van de cofinanciering op technische en economische studies of boekhoudkundige documenten worden gebaseerd en worden vastgesteld op een niveau dat voor elk dier en product passend is naargelang van de categorie waartoe de geproduceerde dieren behoren, waarbij een onderscheid wordt gemaakt op basis van de soort, maar ook op basis van de productiemethode (standaardproductie, productie met vrije uitloop, productie die is gecertificeerd krachtens een nationale regeling, productie die is gecertificeerd krachtens de „Label Rouge”-regeling, of productie die onder een beschermde geografische aanduiding (BGA) valt) en tot slot op basis van de duur van de productiecyclus, namelijk een lange cyclus voor ganzen- en eendenproducenten die alleen levende dieren produceren, en een korte cyclus voor ganzen- en eendenproducenten die levende dieren produceren en op basis daarvan verwerkte producten maken.

    (13)

    Om het risico van dubbele financiering uit te sluiten, mogen de geleden verliezen niet zijn gecompenseerd door middel van staatssteun of via een verzekering en moet de cofinanciering van de Unie in het kader van deze verordening beperkt blijven tot subsidiabele dieren en producten waarvoor geen financiële bijdrage van de Unie is ontvangen in het kader van Verordening (EU) nr. 652/2014.

    (14)

    De reikwijdte en de duur van de uitzonderlijke marktondersteuningsmaatregelen waarin deze verordening voorziet, moeten beperkt blijven tot hetgeen strikt noodzakelijk is om de markt te ondersteunen; met name mogen de buitengewone marktondersteuningsmaatregelen alleen van toepassing zijn op de productie van pluimveevlees in de bedrijven in de gereglementeerde gebieden en voor de duur van de diergezondsheids- en veterinaire maatregelen die in de wetgeving van de Unie en van Frankrijk zijn vastgesteld met betrekking tot de 81 uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza.

    (15)

    Met het oog op een goed budgettair beheer van deze uitzonderlijke marktondersteuningsmaatregelen mogen enkel de betalingen die Frankrijk uiterlijk op 30 september 2017 aan de begunstigden verricht, in aanmerking komen voor cofinanciering door de Unie. Artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie (9) dient niet van toepassing te zijn.

    (16)

    Om de subsidiabiliteit en de juistheid van de betalingen te waarborgen, moeten de Franse autoriteiten voorafgaande controles verrichten.

    (17)

    De Franse autoriteiten moeten de Commissie van de goedkeuring van de betalingen in kennis stellen zodat de Unie haar financiële controles kan verrichten.

    (18)

    Om ervoor te zorgen dat Frankrijk deze maatregelen onmiddellijk kan toepassen, moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    (19)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De Unie cofinanciert 50 % van de uitgaven die Frankrijk heeft verricht voor de ondersteuning van de markt van pluimveevlees die ernstig werd getroffen door de 81 uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5 die Frankrijk tussen 24 november 2015 en 5 augustus 2016 heeft gedetecteerd en bevestigd.

    De uitgaven komen slechts voor cofinanciering door de Unie in aanmerking voor de duur van de toepassing van de diergezondheids- en veterinaire maatregelen die zijn vastgesteld in de in de bijlage opgenomen wetgeving van de Unie en van Frankrijk.

    De uitgaven komen slechts voor cofinanciering door de Unie in aanmerking voor de pluimveebedrijven waarop de diergezondheids- en veterinaire maatregelen van toepassing zijn en die zich bevinden in de delen van Frankrijk die zijn vastgesteld in de in de bijlage opgenomen wetgeving van de Unie en van Frankrijk.

    Slechts uitgaven die Frankrijk uiterlijk op 30 september 2017 aan de begunstigden heeft betaald, komen in aanmerking voor cofinanciering door de Unie. Artikel 5, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 is niet van toepassing.

    Artikel 2

    De maximale cofinanciering van de Unie wordt vastgesteld als volgt:

    a)

    voor de verliezen bij de productie van ganzen en eenden in het verdere beperkingsgebied en in de beschermings- en toezichtsgebieden die waren ingesteld na de laatste vier uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van 15 juli, 18 juli, 25 juli en 5 augustus 2016, gelden de volgende forfaitaire bedragen per dier, tot een maximumbedrag van 40 000 002 EUR:

    i)

    voor producenten van de volgende dieren met een korte productiecyclus:

    mulardeenden in de startfase, van GN-code 0105 99 10:

    0,24 EUR per dier voor ten hoogste 724 512 dieren;

    mulardeenden in de vetmestfase, van GN-code 0105 99 10:

    1,13 EUR per dier voor ten hoogste 606 172 dieren;

    mulardeenden in de afmestfase, van GN-code 0105 99 10:

    4,41 EUR per dier voor ten hoogste 690 431 dieren;

    mulardeenden van GN-code 0105 99 10 — hele karkassen:

    2,20 EUR per dier voor ten hoogste 664 261 dieren;

    mulardeenden van GN-code 0105 99 10 — in stukken gesneden:

    4,275 EUR per dier voor ten hoogste 578 814 dieren;

    mulardeenden van GN-code 0105 99 10 — verwerkt:

    19,055 EUR per dier voor ten hoogste 321 019 dieren;

    ganzen in de startfase, van GN-code 0105 99 20:

    2,455 EUR per dier voor ten hoogste 15 769 dieren;

    ganzen van GN-code 0105 99 20 — hele karkassen:

    10,595 EUR per dier voor ten hoogste 14 560 dieren;

    ganzen van GN-code 0105 99 20 — verwerkt:

    23,33 EUR per dier voor ten hoogste 11 024 dieren;

    eenden van GN-code 0105 99 10 om te braden:

    1,37 EUR per dier voor ten hoogste 25 831 dieren;

    ganzen van GN-code 0105 99 20 om te braden:

    2,855 EUR per dier voor ten hoogste 7 156 dieren;

    ii)

    voor producenten van de volgende dieren met een lange productiecyclus:

    mulardeenden in de startfase, drie dagen oud, van GN-code 0105 99 10:

    0,0487 EUR per dier voor ten hoogste 668 427 dieren;

    mulardeenden in de startfase, standaard-, BGA- en „Label Rouge”-productie, van GN-code 0105 99 10:

    0,24 EUR per dier voor ten hoogste 10 115 677 dieren;

    mulardeenden in de vetmestfase, standaardproductie, van GN-code 0105 99 10:

    0,515 EUR per dier voor ten hoogste 646 195 dieren;

    mulardeenden in de vetmestfase, BGA-productie, van GN-code 0105 99 10:

    0,68 EUR per dier voor ten hoogste 8 737 557 dieren;

    mulardeenden in de vetmestfase, „Label Rouge”-productie, van GN-code 0105 99 10:

    0,81 EUR per dier voor ten hoogste 808 848 dieren;

    mulardeenden in de afmestfase, standaardproductie, van GN-code 0105 99 10:

    1,48 EUR per dier voor ten hoogste 900 255 dieren;

    mulardeenden in de afmestfase, BGA-productie, van GN-code 0105 99 10:

    1,645 EUR per dier voor ten hoogste 7 818 392 dieren;

    mulardeenden in de afmestfase, „Label Rouge”-productie, van GN-code 0105 99 10:

    2,63 EUR per dier voor ten hoogste 559 637 dieren;

    muskuseenden, standaardproductie, van GN-code 0105 99 10:

    0,48 EUR per dier voor ten hoogste 71 331 dieren;

    muskuseenden, gecertificeerde productie, van GN-code 0105 99 10:

    0,585 EUR per dier voor ten hoogste 7 579 dieren;

    muskuseenden, „Label Rouge”-productie, van GN-code 0105 99 10:

    0,625 EUR per dier voor ten hoogste 28 344 dieren;

    wilde eenden (mallardeenden) van GN-code 0105 99 10:

    1,1325 EUR per dier voor ten hoogste 7 392 dieren;

    ganzen in de vetmestfase, van GN-code 0105 99 20:

    2,855 EUR per dier voor ten hoogste 50 179 dieren;

    ganzen in de afmestfase, van GN-code 0105 99 20:

    5,54 EUR per dier voor ten hoogste 49 500 dieren;

    b)

    voor het productieverlies bij en het doden en vernietigen van legkippen aan het einde van hun productiecyclus en fokhoenderen van de soort Gallus domesticus in slachthuizen of op bedrijven die zich in het verdere beperkingsgebied bevinden, gelden de volgende forfaitaire bedragen per dier, tot een maximumbedrag van 519 155 EUR:

    legkippen aan het einde van hun productiecyclus en fokhoenderen van de soort Gallus domesticus van GN-code 0105 94 00 die zijn vervoerd, in slachthuizen zijn gedood en zijn vernietigd:

    0,2645 EUR per dier voor ten hoogste 1 902 064 dieren;

    fokhoenderen van de soort Gallus domesticus van GN-code 0105 94 00 die op het bedrijf zijn gedood en zijn vernietigd:

    1,055 EUR per dier voor ten hoogste 15 222 dieren;

    c)

    voor de verlenging van de stilleggingsperioden op bedrijven waar standaardkippen, biologische kippen, „Label Rouge”-kippen of kippen met vrije uitloop, jonge haantjes, „Label Rouge”-parelhoenders en parelhoenders met vrije uitloop, kalkoenen en kwartels werden gehouden en die zich bevonden in de beschermings- en toezichtsgebieden en het verdere beperkingsgebied, met inbegrip van de beschermings- en toezichtsgebieden die waren ingesteld na de laatste vier uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza van 15 juli, 18 juli, 25 juli en 5 augustus 2016, gelden de volgende forfaitaire bedragen per dier en per dag, tot een maximum van 1 430 908 EUR:

    kippen en jonge haantjes, standaardproductie, van GN-code 0105 94 00:

    0,00191 EUR per dier en per dag voor ten hoogste 31 247 850 dieren en tot een maximumbedrag van 626 466 EUR;

    „Label Rouge”-kippen en kippen met vrije uitloop van GN-code 0105 94 00:

    0,00416563 EUR per dier en per dag voor ten hoogste 14 105 345 dieren en tot een maximumbedrag van 616 878 EUR;

    biologische kippen van GN-code 0105 94 00:

    0,005050685 EUR per dier en per dag voor ten hoogste 700 201 dieren en tot een maximumbedrag van 37 039 EUR;

    „Label Rouge”-parelhoenders en parelhoenders met vrije uitloop van GN-code 0105 99 50:

    0,00365332 EUR per dier en per dag voor ten hoogste 1 405 735 dieren en tot een maximumbedrag van 53 856 EUR;

    kalkoenen van GN-code 0105 99 30:

    0,005195 EUR per dier en per dag voor ten hoogste 1 533 617 dieren en tot een maximumbedrag van 83 371 EUR;

    kwartels van GN-code 0106 39 80:

    0,000605 EUR per dier en per dag voor ten hoogste 2 102 602 dieren en tot een maximumbedrag van 13 298 EUR;

    d)

    voor de verliezen bij de productie van levende kippen in de startfase, levende parelhoenders in de startfase, levende kalkoenen in de startfase voor de Franse nationale markt, levende kalkoenen in de startfase voor de markt van de Unie, levende legkippen in de startfase, levende volwassen kippen en levende volwassen parelhoenders gelden de volgende forfaitaire bedragen per dier, tot een maximumbedrag van 545 152 EUR:

    levende kippen in de startfase, van GN-code 0105 94 00:

    0,591 EUR per dier voor ten hoogste 183 439 dieren;

    levende parelhoenders in de startfase, van GN-code 0105 99 50:

    0,4955 EUR per dier voor ten hoogste 126 996 dieren;

    levende kalkoenen in de startfase, voor de Franse nationale markt, van GN-code 0105 99 30:

    0,681 EUR per dier voor ten hoogste 21 166 dieren;

    levende kalkoenen in de startfase, voor de markt van de Unie, van GN-code 0105 99 30:

    0,633 EUR per dier voor ten hoogste 423 320 dieren;

    levende legkippen in de startfase, van GN-code 0105 94 00:

    0,43 EUR per dier voor ten hoogste 56 443 dieren;

    levende volwassen kippen van GN-code 0105 94 00:

    0,47 EUR per dier voor ten hoogste 98 775 dieren;

    levende volwassen parelhoenders van GN-code 0105 99 50:

    0,49 EUR per dier voor ten hoogste 42 332 dieren.

    Artikel 3

    De cofinanciering van de Unie in het kader van deze verordening blijft beperkt tot dieren en producten waarvoor geen compensatie door middel van staatssteun of via een verzekering, noch een financiële bijdrage van de Unie op grond van Verordening (EU) nr. 652/2014 is ontvangen.

    Artikel 4

    Frankrijk verricht de administratieve en fysieke controles overeenkomstig de artikelen 58 en 59 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad (10).

    De Franse autoriteiten verifiëren met name het volgende:

    a)

    of de indiener van de steunaanvraag in aanmerking komt voor steun;

    b)

    voor elke in aanmerking komende aanvrager: de subsidiabiliteit, de hoeveelheid en de waarde van het werkelijke productieverlies;

    c)

    of de in aanmerking komende aanvragers geen financiering uit andere bronnen hebben ontvangen om de in artikel 2 bedoelde verliezen te compenseren.

    Voor de in aanmerking komende aanvragers voor wie de administratieve controles zijn afgerond, kan de steun worden betaald zonder te wachten totdat alle controles zijn verricht, met name die welke zullen worden verricht bij aanvragers die voor een controle ter plaatse zijn geselecteerd.

    In de gevallen waarin de subsidiabiliteit van een aanvrager niet wordt bevestigd, wordt de steun teruggevorderd en worden sancties toegepast.

    Artikel 5

    De Franse autoriteiten stellen de Commissie in kennis van de goedkeuring van de betalingen.

    Artikel 6

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 20 februari 2017.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

    (2)  Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40/EEG (PB L 10 van 14.1.2006, blz. 16).

    (3)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2239 van de Commissie van 2 december 2015 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van de subtypes H5N1 en H5N2 in Frankrijk (PB L 317 van 3.12.2015, blz. 37).

    (4)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2460 van de Commissie van 23 december 2015 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5 in Frankrijk (PB L 339 van 24.12.2015, blz. 52).

    (5)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/42 van de Commissie van 15 januari 2016 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2460 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5 in Frankrijk (PB L 11 van 16.1.2016, blz. 10).

    (6)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/237 van de Commissie van 17 februari 2016 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2460 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5 in Frankrijk (PB L 44 van 19.2.2016, blz. 12).

    (7)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/447 van de Commissie van 22 maart 2016 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2460 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5 in Frankrijk (PB L 78 van 24.3.2016, blz. 76).

    (8)  Verordening (EU) nr. 652/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 tot vaststelling van bepalingen betreffende het beheer van de uitgaven in verband met de voedselketen, diergezondheid en dierenwelzijn, alsmede in verband met plantgezondheid en teeltmateriaal, tot wijziging van de Richtlijnen 98/56/EG, 2000/29/EG en 2008/90/EG van de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 178/2002, (EG) nr. 882/2004 en (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Besluiten 66/399/EEG en 76/894/EEG en Beschikking 2009/470/EG van de Raad (PB L 189 van 27.6.2014, blz. 1).

    (9)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro (PB L 255 van 28.8.2014, blz. 18).

    (10)  Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).


    BIJLAGE

    Delen van Frankrijk en perioden als bedoeld in artikel 1

    De delen van Frankrijk en de perioden die zijn vastgesteld overeenkomstig Richtlijn 2005/94/EG en zijn omschreven in:

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2239 van de Commissie van 2 december 2015 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van de subtypes H5N1 en H5N2 in Frankrijk (PB L 317 van 3.12.2015, blz. 37);

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2460 van de Commissie van 23 december 2015 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5 in Frankrijk (PB L 339 van 24.12.2015, blz. 52);

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/42 van de Commissie van 15 januari 2016 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2460 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5 in Frankrijk (PB L 11 van 16.1.2016, blz. 10);

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/237 van de Commissie van 17 februari 2016 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2460 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5 in Frankrijk (PB L 44 van 19.2.2016, blz. 12);

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/447 van de Commissie van 22 maart 2016 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2460 tot vaststelling van bepaalde beschermende maatregelen in verband met hoogpathogene aviaire influenza van het subtype H5 in Frankrijk (PB L 78 van 24.3.2016, blz. 76);

    besluit van 2 december 2015 tot instelling van een gereglementeerd gebied met laag risico na de aangifte van hoogpathogene aviaire influenza en tot beperking van bepaalde verplaatsingen vanuit het departement Dordogne tot buiten het nationale grondgebied (Staatsblad van de Franse Republiek van 3.12.2016, tekst 38 van 178);

    besluit van 17 december 2015 tot vaststelling van aanvullende bepalingen ter bestrijding van hoogpathogene aviaire influenza na de detectie van de ziekte op het Franse grondgebied (Staatsblad van de Franse Republiek van 18.12.2016, tekst 56 van 142);

    besluit van 15 januari 2016 houdende wijziging van het besluit van 17 december 2015 tot vaststelling van aanvullende bepalingen ter bestrijding van hoogpathogene aviaire influenza na de detectie van de ziekte op het Franse grondgebied (Staatsblad van de Franse Republiek van 16.1.2016, tekst 31 van 85);

    besluit van 9 februari 2016 tot vaststelling van aanvullende bepalingen ter bestrijding van hoogpathogene aviaire influenza na de detectie van de ziekte op het Franse grondgebied (Staatsblad van de Franse Republiek van 10.2.2016, tekst 42 van 129);

    besluit van 14 september 2016 tot vaststelling van voorlopige bepalingen ter bestrijding van hoogpathogene aviaire influenza (Staatsblad van de Franse Republiek van 15.9.2016, tekst 33 van 100);

    prefecturale besluiten houdende aangifte van besmetting betreffende de haarden van hoogpathogene vogelgriep die tussen 24 november 2015 en 18 april 2016 zijn bevestigd;

    prefecturale besluiten tot intrekking van de aangifte van besmetting betreffende de haarden van hoogpathogene vogelgriep die tussen 24 november 2015 en 18 april 2016 zijn bevestigd;

    prefecturale besluiten houdende aangifte van besmetting betreffende de haarden van hoogpathogene vogelgriep die op 15 juli, 18 juli, 25 juli en 5 augustus 2016 zijn bevestigd;

    prefecturale besluiten tot intrekking van de aangifte van besmetting betreffende de haarden van hoogpathogene vogelgriep die op 15 juli, 18 juli, 25 juli en 5 augustus 2016 zijn bevestigd.


    Top