EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017D0801

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/801 van de Commissie van 8 mei 2017 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/715 inzake maatregelen met betrekking tot bepaalde vruchten van oorsprong uit bepaalde derde landen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van het schadelijke organisme Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa te voorkomen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 2894)

C/2017/2894

PB L 120 van 11.5.2017, p. 26–28 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/03/2022

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2017/801/oj

11.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 120/26


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/801 VAN DE COMMISSIE

van 8 mei 2017

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/715 inzake maatregelen met betrekking tot bepaalde vruchten van oorsprong uit bepaalde derde landen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van het schadelijke organisme Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa te voorkomen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 2894)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name artikel 16, lid 3, vierde zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Guignardia citricarpa Kiely (alle voor Citrus pathogene stammen), dat sinds de goedkeuring van een nieuwe code voor de nomenclatuur van schimmels door het International Botanical Congress Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa wordt genoemd (hierna „Phyllosticta citricarpa” genoemd) is een schadelijk organisme dat is opgenomen in bijlage II, deel A, rubriek I, onder c), punt 11, bij Richtlijn 2000/29/EG. Het komt voor zover bekend niet in de Unie voor. Het veroorzaakt de ziekte „blackspot” bij citrusvruchten en vormt een aanzienlijke bedreiging voor de citrusteelt in de Unie.

(2)

Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/715 van de Commissie (2) zijn maatregelen neergelegd met betrekking tot vruchten van Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. en hybriden daarvan, met uitzondering van vruchten van Citrus aurantium L. en Citrus latifolia Tanaka, (hierna „de vruchten in kwestie” genoemd), van oorsprong uit Brazilië, Zuid-Afrika en Uruguay, om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Phyllosticta citricarpa te voorkomen.

(3)

Sinds de vaststelling van dat besluit hebben de lidstaten tussen mei en oktober 2016 herhaaldelijk melding gemaakt van onderscheppingen van Phyllosticta citricarpa als gevolg van hun invoercontroles op de vruchten in kwestie van oorsprong uit Argentinië.

(4)

De Commissie heeft deze herhaaldelijke onderscheppingen beoordeeld en heeft geconcludeerd dat de fytosanitaire certificering in Argentinië de afwezigheid van Phyllosticta citricarpa niet voldoende waarborgt. De fytosanitaire waarborgen die momenteel in Argentinië gelden, zijn dus onvoldoende om het binnenbrengen van Phyllosticta citricarpa in de Unie te vermijden.

(5)

Het binnenbrengen in de Unie van die vruchten moet derhalve aan bepaalde voorschriften worden onderworpen. Deze voorschriften moeten dezelfde zijn als die voor de vruchten in kwestie van oorsprong uit Zuid-Afrika en Uruguay en moeten zowel van toepassing zijn op de vruchten in kwestie die bestemd zijn voor andere doeleinden dan de industriële verwerking tot sap als op de vruchten in kwestie die uitsluitend bestemd zijn voor de industriële verwerking tot sap.

(6)

Aangezien de onderscheppingen van de vruchten in kwestie van oorsprong uit Argentinië op andere soorten en variëteiten hebben plaatsgevonden, zijn geen bijkomende tests op latente besmetting vereist zoals dat vereist is voor de vruchten in kwestie van Citrus sinensis (L.) Osbeck „Valencia” van oorsprong uit Zuid-Afrika en Uruguay.

(7)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/715 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(8)

Om de nationale organisaties ter bescherming van planten, verantwoordelijke officiële instanties en betrokken exploitanten voldoende tijd te geven om zich aan de nieuwe voorschriften aan te passen, moeten de in dit besluit vastgestelde maatregelen van toepassing zijn vanaf 5 juni 2017.

(9)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/715 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 1 wordt vervangen door:

„Artikel 1

Onderwerp

In dit besluit worden maatregelen vastgesteld met betrekking tot bepaalde vruchten van oorsprong uit Argentinië, Brazilië, Zuid-Afrika en Uruguay om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Phyllosticta citricarpa te voorkomen.”

2.

Artikel 2, onder b), wordt vervangen door:

„b)   „de vruchten in kwestie”: vruchten van Citrus L., Fortunella Swingle, Poncirus Raf. en hybriden daarvan, met uitzondering van vruchten van Citrus aurantium L. en Citrus latifolia Tanaka.”

3.

Artikel 3, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   In afwijking van bijlage IV, deel A, rubriek I, punt 16.4, onder c) en d), bij Richtlijn 2000/29/EG worden de vruchten in kwestie van oorsprong uit Argentinië, Brazilië, Zuid-Afrika en Uruguay, met uitzondering van vruchten die uitsluitend bestemd zijn voor industriële verwerking tot sap, in de Unie binnengebracht overeenkomstig de artikelen 4 tot en met 7 van dit besluit.”

4.

Het volgende artikel 5 bis wordt ingevoegd:

„Artikel 5 bis

Binnenbrengen in de Unie van de vruchten in kwestie van oorsprong uit Argentinië

De vruchten in kwestie van oorsprong uit Argentinië gaan vergezeld van een in artikel 13, lid 1, onder ii), eerste alinea, van Richtlijn 2000/29/EG bedoeld fytosanitair certificaat, dat onder de rubriek „Aanvullende verklaring” de volgende elementen omvat:

a)

een verklaring dat de vruchten in kwestie geteeld zijn op een productieperceel dat sedert het begin van de laatste vegetatiecyclus op geschikte tijdstippen is behandeld tegen Phyllosticta citricarpa;

b)

een verklaring dat tijdens het groeiseizoen op het productieperceel een passende officiële inspectie is uitgevoerd en dat sedert het begin van de laatste vegetatiecyclus op de vruchten in kwestie geen symptomen van Phyllosticta citricarpa zijn ontdekt;

c)

een verklaring dat op de lijn tussen binnenkomst en verpakking in de verpakkingsfaciliteiten van elke soort een monster is genomen van ten minste 600 vruchten per 30 ton, of deel daarvan, zo veel mogelijk geselecteerd op basis van mogelijke symptomen van Phyllosticta citricarpa, en dat alle vruchten in het monster die symptomen vertoonden, zijn getest en vrij van dat schadelijke organisme zijn bevonden.”

5.

In artikel 6 worden de titel en lid 1 vervangen door:

„Artikel 6

Voorschriften voor de inspectie van de vruchten in kwestie van oorsprong uit Argentinië, Zuid-Afrika en Uruguay binnen de Unie

1.   Op de vruchten in kwestie van oorsprong uit Argentinië, Zuid-Afrika en Uruguay wordt een visuele inspectie uitgevoerd op de plaats van binnenkomst of op de plaats van bestemming overeenkomstig Richtlijn 2004/103/EG van de Commissie (*1). Die inspecties worden uitgevoerd op een monster van ten minste 200 vruchten van elke soort van de vruchten in kwestie per 30 ton, of deel daarvan, geselecteerd op basis van mogelijke symptomen van Phyllosticta citricarpa.

(*1)  Richtlijn 2004/103/EG van de Commissie van 7 oktober 2004 betreffende de controles van de identiteit en de fytosanitaire controles van in deel B van bijlage V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad opgenomen planten, plantaardige producten en andere materialen, die kunnen worden uitgevoerd op een andere plaats dan de plaats van binnenkomst in de Gemeenschap of op een dichtbijgelegen plaats en tot vaststelling van de eisen met betrekking tot deze controles (PB L 313 van 12.10.2004, blz. 16).”"

6.

Artikel 7, onder c), wordt vervangen door:

„c)

voor de vruchten in kwestie van oorsprong uit Argentinië, Zuid-Afrika en Uruguay geldt naast de punten a) en b) dat gedetailleerde informatie over de behandelingen voor en na de oogst is bijgehouden.”

7.

Artikel 8, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   In afwijking van bijlage IV, deel A, rubriek I, punt 16.4, onder d), bij Richtlijn 2000/29/EG mogen de vruchten in kwestie van oorsprong uit Argentinië, Brazilië, Zuid-Afrika en Uruguay die uitsluitend bestemd zijn voor industriële verwerking tot sap, enkel worden binnengebracht in en verplaatst binnen de Unie overeenkomstig de artikelen 9 tot en met 17 van dit besluit.”

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing met ingang van 5 juni 2017.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 8 mei 2017.

Voor de Commissie

Vytenis ANDRIUKAITIS

Lid van de Commissie


(1)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

(2)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/715 van de Commissie van 11 mei 2016 inzake maatregelen met betrekking tot bepaalde vruchten van oorsprong uit bepaalde derde landen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van het schadelijke organisme Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa te voorkomen (PB L 125 van 13.5.2016, blz. 16).


Top