EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015R1019

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1019 van de Commissie van 29 juni 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1106/2013 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopig recht op bepaalde draad van roestvrij staal van oorsprong uit India, tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 861/2013 van de Raad tot instelling van een definitief compenserend recht en tot definitieve inning van het voorlopig recht op bepaalde draad van roestvrij staal van oorsprong uit India en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/49 van de Commissie

PB L 163 van 30.6.2015, p. 18–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 09/11/2018

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2015/1019/oj

30.6.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 163/18


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1019 VAN DE COMMISSIE

van 29 juni 2015

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1106/2013 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopig recht op bepaalde draad van roestvrij staal van oorsprong uit India, tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 861/2013 van de Raad tot instelling van een definitief compenserend recht en tot definitieve inning van het voorlopig recht op bepaalde draad van roestvrij staal van oorsprong uit India en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/49 van de Commissie

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”),

Gezien Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1106/2013 van de Raad van 5 november 2013 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopig recht op bepaalde draad van roestvrij staal van oorsprong uit India (2), en met name artikel 2,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   GELDENDE MAATREGELEN

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1106/2013 heeft de Raad een definitief antidumpingrecht ingesteld op draad van roestvrij staal bevattende:

2,5 of meer gewichtspercenten nikkel, met uitzondering van draad dat 28 of meer doch niet meer dan 31 gewichtspercenten nikkel en 20 of meer doch niet meer dan 22 gewichtspercenten chroom bevat;

minder dan 2,5 gewichtspercenten nikkel, met uitzondering van draad dat 13 of meer doch niet meer dan 25 gewichtspercenten chroom en 3,5 of meer doch niet meer dan 6 gewichtspercenten aluminium bevat,

momenteel ingedeeld onder de GN-codes 7223 00 19 en 7223 00 99 en van oorsprong uit India („het betrokken product”).

(2)

Een groot aantal producenten-exporteurs uit India heeft meegewerkt aan het onderzoek dat heeft geleid tot de instelling van een definitief antidumpingrecht. Daarom heeft de Europese Commissie („de Commissie”) een steekproef van te onderzoeken Indiase producenten-exporteurs samengesteld.

(3)

De Raad stelde individuele rechten in op het betrokken product variërend van 0 % tot 12,5 % voor de in de steekproef opgenomen ondernemingen, en het gewogen gemiddelde recht van 5 % voor de niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen.

(4)

De Raad stelde ook een voor het gehele land geldend recht van 12,5 % in voor alle andere ondernemingen die zichzelf niet hadden bekendgemaakt of die niet hadden meegewerkt aan het onderzoek.

(5)

Artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1106/2013 bepaalt dat wanneer een nieuwe producent-exporteur uit India de Commissie voldoende bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat:

a)

hij het betrokken product tijdens het tijdvak waarop de maatregelen zijn gebaseerd, d.w.z. van 1 april 2011 tot en met 31 maart 2012 („het onderzoektijdvak”), niet naar de Unie heeft uitgevoerd;

b)

hij niet verbonden is met een exporteur of producent op wie de bij die verordening ingestelde antidumpingmaatregelen van toepassing zijn, en

c)

hij het betrokken product hetzij werkelijk heeft uitgevoerd na het onderzoektijdvak, dan wel een onherroepelijke contractuele verplichting is aangegaan om na het onderzoektijdvak een aanzienlijke hoeveelheid naar de Unie uit te voeren,

artikel 1, lid 2, van die verordening kan worden gewijzigd door het recht dat van toepassing is op de niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen, dat wil zeggen het gewogen gemiddelde recht van 5 %, aan de nieuwe producent-exporteur toe te kennen.

B.   VERZOEK VAN NIEUWE PRODUCENT-EXPORTEUR

(6)

De Indiase ondernemingen Superon Schweisstechnik India Ltd („de eerste indiener van het verzoek”) en Anand ARC Ltd („de tweede indiener van het verzoek”) hebben verzocht om toekenning van het recht dat van toepassing is op de medewerkende ondernemingen die niet in de steekproef zijn opgenomen („behandeling als nieuwe producent-exporteur”).

(7)

Er is een onderzoek uitgevoerd om te bepalen of de indieners van het verzoek voldoen aan de in artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1106/2013 vermelde criteria om als nieuwe producent-exporteur te worden behandeld.

(8)

Er werd een vragenlijst naar de indieners van het verzoek verstuurd met het verzoek om bewijsmateriaal te verstrekken waaruit blijkt dat zij aan de in artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1106/2013 vermelde criteria voldoen.

(9)

De Commissie heeft alle gegevens verzameld en gecontroleerd die zij nodig achtte om vast te stellen of de indieners van het verzoek voldoen aan de criteria om als nieuwe producent-exporteur te worden behandeld. Er werden controlebezoeken uitgevoerd bij:

Superon Schweisstechnik India Ltd, Gurgaon;

Anand ARC Ltd, Mumbai.

(10)

De eerste indiener van het verzoek heeft voldoende bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat hij voldoet aan de drie criteria van artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1106/2013. De eerste indiener van het verzoek kon inderdaad aantonen dat:

i)

hij het betrokken product tijdens het tijdvak van 1 april 2011 tot en met 31 maart 2012 niet naar de Unie heeft uitgevoerd;

ii)

hij niet verbonden is met een exporteur of producent in India op wie de bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1106/2013 ingestelde antidumpingmaatregelen van toepassing zijn, en

iii)

hij met ingang van oktober 2012 werkelijk een aanzienlijke hoeveelheid van dertig ton van het betrokken product naar de Unie heeft uitgevoerd,

en daarom kan hem het recht worden toegekend dat van toepassing is op de medewerkende ondernemingen die niet in de steekproef zijn opgenomen (d.w.z. 5 %), overeenkomstig artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1106/2013, en kan hij aan de lijst van de niet in de steekproef opgenomen medewerkende Indiase producenten-exporteurs worden toegevoegd.

(11)

De tweede indiener van het verzoek voldeed echter niet aan het eerste criterium omdat hij het betrokken product tijdens het onderzoektijdvak naar de Unie heeft uitgevoerd. Zijn verzoek om als nieuwe producent-exporteur te worden behandeld, werd daarom afgewezen.

(12)

De Commissie heeft de indieners van het verzoek en de bedrijfstak van de Unie in kennis gesteld van bovenstaande bevindingen en zij hebben de mogelijkheid gekregen om opmerkingen in te dienen. Eén producent-exporteur heeft verzocht het besluit met terugwerkende kracht toe te passen. De huidige procedure voorziet echter niet in een dergelijke mogelijkheid en de producent-exporteur is daarvan in kennis gesteld. Er zijn geen andere opmerkingen ontvangen.

(13)

Een nieuwe aanvullende Taric-code (B997) moet worden toegekend aan de eerste indiener van het verzoek. Puur ten behoeve van de technische integratie in Taric dient deze verordening Uitvoeringsverordening (EU) nr. 861/2013 (3) van de Raad te wijzigen door aan de eerste indiener van het verzoek dezelfde aanvullende Taric-code (B997) toe te kennen.

(14)

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/49 van de Commissie (4) is goedgekeurd zonder het advies van het bij artikel 15, lid 1, van de basisverordening ingestelde comité in te winnen. Om rechtszekerheid te garanderen en ter bescherming van het gewettigd vertrouwen moet Uitvoeringsverordening (EU) 2015/49 derhalve worden ingetrokken en moet haar inhoud opnieuw worden goedgekeurd met ingang van de inwerkingtreding van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/49.

(15)

Deze verordening is in overeenstemming met het advies van het bij artikel 15, lid 1, van de basisverordening ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1106/2013 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de aanvullende Taric-code „B781” in de tabel in artikel 1, lid 2, wordt vervangen door de tekst „zie bijlage”;

b)

de bijlage wordt vervangen door de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

De vermelding „B999” in de tabel in artikel 1, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 861/2013 wordt vervangen door: „B999 (Voor Superon Schweisstechnik India Ltd, Gurgaon, Haryana, India geldt de aanvullende Taric-code B997)”.

Artikel 3

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/49 wordt ingetrokken met ingang van 16 januari 2015.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij heeft rechtsgevolgen met ingang van 16 januari 2015.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 29 juni 2015.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(2)  PB L 298 van 8.11.2013, blz. 1.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 861/2013 van de Raad van 2 september 2013 tot instelling van een definitief compenserend recht en tot definitieve inning van het voorlopig recht op bepaalde draad van roestvrij staal van oorsprong uit India (PB L 240 van 7.9.2013, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/49 van de Commissie van 14 januari 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1106/2013 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopig recht op bepaalde draad van roestvrij staal van oorsprong uit India en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 861/2013 van de Raad tot instelling van een definitief compenserend recht en tot definitieve inning van het voorlopig recht op bepaalde draad van roestvrij staal van oorsprong uit India (PB L 9 van 15.1.2015, blz. 17).


BIJLAGE

Niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs in India:

Naam van de onderneming

Stad

Aanvullende Taric-code

Bekaert Mukand Wire Industries

Lonand, Tal. Khandala, Satara District, Maharashtra

B781

Bhansali Bright Bars Pvt. Ltd

Mumbai, Maharashtra

B781

Bhansali Stainless Wire

Mumbai, Maharashtra

B781

Chandan Steel

Mumbai, Maharashtra

B781

Drawmet Wires

Bhiwadi, Rajasthan

B781

Jyoti Steel Industries Ltd

Mumbai, Maharashtra

B781

Mukand Ltd

Thane

B781

Panchmahal Steel Ltd

Dist. Panchmahals, Gujarat

B781

Superon Schweisstechnik India Ltd

Gurgaon, Haryana

B997


Top