Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014R1112

    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1112/2014 van de Commissie van 13 oktober 2014 tot vaststelling van een gemeenschappelijk model voor de uitwisseling van informatie inzake grotegevarenindicatoren door de exploitanten en eigenaars van offshore olie- en gasinstallaties en van een gemeenschappelijk model voor de publicatie van de informatie inzake grotegevarenindicatoren door de lidstaten Voor de EER relevante tekst

    PB L 302 van 22.10.2014, p. 1–25 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 22/10/2014

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2014/1112/oj

    22.10.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 302/1


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1112/2014 VAN DE COMMISSIE

    van 13 oktober 2014

    tot vaststelling van een gemeenschappelijk model voor de uitwisseling van informatie inzake grotegevarenindicatoren door de exploitanten en eigenaars van offshore olie- en gasinstallaties en van een gemeenschappelijk model voor de publicatie van de informatie inzake grotegevarenindicatoren door de lidstaten

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Richtlijn 2013/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en tot wijziging van Richtlijn 2004/35/EG (1), en met name artikel 23, lid 2, en artikel 24, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de exploitanten en eigenaars van offshore olie- en gasinstallaties de bevoegde autoriteit minimaal de gegevens verstrekken betreffende de grotegevarenindicatoren zoals gespecificeerd in bijlage IX bij Richtlijn 2013/30/EU. Die informatie moet het de lidstaten mogelijk maken vroegtijdig te waarschuwen voor een mogelijke verslechtering van de veiligheids- en milieukritische barrières en hen in staat stellen preventieve actie te ondernemen, inclusief in het licht van hun verplichtingen overeenkomstig Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad (Kaderrichtlijn mariene strategie) (2).

    (2)

    Aan de hand van de informatie kan ook de algemene doeltreffendheid worden aangetoond van maatregelen en controles die worden uitgevoerd door individuele exploitanten en eigenaars en de sector als geheel, met name om zware ongevallen te voorkomen en de risico's voor het milieu tot een minimum te beperken. Bovendien moeten de verstrekte informatie en gegevens van die aard zijn dat de prestaties van individuele exploitanten en eigenaars vergeleken kunnen worden in de lidstaat en de prestaties van de sector in zijn geheel vergeleken kunnen worden tussen lidstaten.

    (3)

    De uitwisseling van vergelijkbare gegevens tussen lidstaten verloopt moeizaam en is onbetrouwbaar omdat het de lidstaten aan een gemeenschappelijk model voor gegevensrapportering ontbreekt. Een gemeenschappelijk model voor het rapporteren van gegevens door exploitanten en eigenaars aan de lidstaat zou de veiligheids- en milieuprestaties van exploitanten en eigenaars transparant maken en zou ook relevante en vergelijkbare informatie over de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten in de gehele Unie beschikbaar maken en de uit zware ongevallen en bijna-ongevallen getrokken lessen kunnen helpen verspreiden.

    (4)

    Om het vertrouwen van het publiek in het gezag en de integriteit van offshore olie- en gasactiviteiten in de gehele Unie te bevorderen, moeten de lidstaten regelmatig de in punt 2 van bijlage IX van Richtlijn 2013/30/EU bedoelde informatie publiceren overeenkomstig artikel 24 van Richtlijn 2013/30/EU. Een gemeenschappelijk rapporteringsmodel en de bijzonderheden van de informatie die aan het publiek beschikbaar moet worden gesteld, moeten een vlotte grensoverschrijdende vergelijking van gegevens mogelijk maken.

    (5)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Raadgevend Comité voor de veiligheid van offshore-olie- en gasactiviteiten,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Onderwerp en toepassingsgebied

    Bij deze verordening worden gemeenschappelijke modellen vastgesteld voor de:

    a)

    verslagen van exploitanten en eigenaars van offshore olie- en gasinstallaties, gericht aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten overeenkomstig artikel 23 van Richtlijn 2013/30/EU;

    b)

    publicatie van informatie door de lidstaten overeenkomstig artikel 24 van Richtlijn 2013/30/EU.

    Artikel 2

    Rapporteringsreferentie en indieningsdatums

    1.   De exploitanten en eigenaars van offshore olie- en gasinstallaties dienen het in lid 1, onder a), bedoelde verslag in binnen 10 werkdagen na de gebeurtenis.

    2.   De rapporteringsperiode voor de in artikel 1, onder b), bedoelde informatie is telkens één jaar, lopend van 1 januari tot en met 31 december, startend met het kalenderjaar 2016. Het gemeenschappelijk publicatiemodel wordt gebruikt om de overeenkomstig artikel 24 van Richtlijn 2013/30/EU te verstrekken informatie bekend te maken op de website van de bevoegde autoriteit, uiterlijk op 1 juni van het jaar volgende op de rapporteringsperiode.

    3.   De in de bijlagen I en II bedoelde modellen worden gebruikt voor de in artikel 1, onder a), respectievelijk b), bedoelde verslagen en publicatie.

    Artikel 3

    Bijzonderheden van de uit te wisselen informatie

    In bijlage I worden de bijzonderheden gegeven van de informatie die overeenkomstig punt 2 van bijlage IX bij Richtlijn 2013/30/EU moet worden uitgewisseld.

    Artikel 4

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 13 oktober 2014.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    José Manuel BARROSO


    (1)  PB L 178 van 28.6.2013, blz. 66.

    (2)  Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (Kaderrichtlijn mariene strategie) (PB L 164 van 25.6.2008, blz. 19).


    BIJLAGE I

    Gemeenschappelijk gegevensrapporteringsmodel voor incidenten en zware ongevallen in de offshore olie- en gassector

    Zoals vereist bij artikel 23 van Richtlijn 2013/30/EU

    Algemene opmerkingen over de bijzonderheden van de uit te wisselen informatie

    a)

    De bijzonderheden van de uit te wisselen informatie houden verband met punt 2 van bijlage IX bij Richtlijn 2013/30/EU betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten, en met name het risico van zware ongevallen als omschreven in die richtlijn.

    b)

    Bijlage IX, punt 2, bij Richtlijn 2013/30/EUbevat voorlopende en achterlopende kernprestatie-indicatoren (KPI's) teneinde een goed beeld te krijgen van de veiligheid van de offshore olie- en gaswinning binnen een lidstaat en in de Europese Unie, waarbij sommige van de KPI's een waarschuwingsfunctie hebben, zoals een verslechtering van de veiligheids- en milieukritische barrières („Veiligheids- en milieukritische elementen” — „SECE's”) en rampen.

    c)

    Overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Richtlijn 92/91/EEG van de Raad (1) moet de werkgever ernstige bedrijfsongevallen en/of bedrijfsongevallen met dodelijke afloop evenals situaties die een ernstig gevaar vormen, onverwijld aan de bevoegde autoriteiten melden. Deze gegevens worden vervolgens door de bevoegde autoriteiten gebruikt om verslag uit te brengen over de krachtens Richtlijn 2013/30/EU, bijlage IX, punt 2, onder g) en h), toe te zenden informatie.

    Image

    Image

    Image

    Image

    Image

    Image

    Image

    Image

    Image

    Image

    Image

    Image

    Image

    Image

    Image


    (1)  Richtlijn 92/91/EEG van de Raad van 3 november 1992 betreffende minimumvoorschriften ter verbetering van de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van werknemers in de winningsindustrieën die delfstoffen winnen met behulp van boringen (elfde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 348 van 28.11.1992, blz. 9).


    BIJLAGE II

    Gemeenschappelijk publicatiemodel

    (Zoals vereist bij artikel 24 van Richtlijn 2013/30/EU)

    Image

    Image

    Image

    Image

    Image

    Image

    Image


    Top